Book Chapter: Verse
1 Gen 45:3 | de voortreffelijkste in sterkte! ~
2 Exo 15:13 | voert hen zachtkens door Uw sterkte tot de liefelijke woning
3 Deu 8:17 | zegt: Mijn kracht, en de sterkte mijner hand heeft mij dit
4 Deu 33:25 | onder uw schoen zijn; en uw sterkte gelijk uw dagen! ~
5 Ric 3:12 | de ogen des HEEREN; toen sterkte de HEERE Eglon, den koning
6 Ric 5:26 | altaar, op de hoogte dezer sterkte, in een bekwame plaats;
7 Ric 8:46 | hoorden, zo gingen zij in de sterkte, in het huis van den god
8 Ric 8:49 | na, en legden ze aan de sterkte, en verbrandden daardoor
9 Ric 8:49 | verbrandden daardoor de sterkte met vuur; dat ook alle lieden
10 1Sa 2:4 | die struikelden, zijn met sterkte omgord. ~
11 1Sa 2:10 | richten, en zal Zijn Koning sterkte geven, en den hoorn Zijns
12 1Sa 30:6 | zijn dochteren; doch David sterkte zich in den HEERE, zijn
13 2Sa 3:6 | geschiedde het, dat Abner zich sterkte in het huis van Saul. ~
14 2Sa 22:33 | 33 God is mijn Sterkte en Kracht; en Hij heeft
15 1Kro 16:11| Vraagt naar den HEERE en Zijn sterkte, zoekt Zijn aangezicht geduriglijk. ~
16 1Kro 16:27| zijn voor Zijn aangezicht, sterkte en vrolijkheid zijn in Zijn
17 1Kro 16:28| geeft den HEERE eer en sterkte. ~
18 2Kro 12:11| 11 En hij sterkte deze vastigheden, en legde
19 2Kro 12:12| rondassen en spiesen, en sterkte ze gans zeer; zo was Juda,
20 2Kro 16:8 | profetie van den profeet Oded, sterkte hij zich, en hij deed weg
21 2Kro 18:1 | koning in zijn plaats, en hij sterkte zich tegen Israel. ~
22 2Kro 21:6 | in Uw hand is kracht en sterkte, zodat niemand zich tegen
23 2Kro 25:11| 11 Amazia nu sterkte zich, en leidde zijn volk
24 2Kro 26:8 | ingang van Egypte, want hij sterkte zich ten hoogste. ~
25 2Kro 26:9 | en aan de hoeken; en hij sterkte ze. ~
26 2Kro 28:20| doch hij benauwde hem, en sterkte hem niet. ~
27 2Kro 35:2 | priesteren op hun wachten; en hij sterkte hen tot den dienst van het
28 2Kro 36:2 | priesteren op hun wachten; en hij sterkte hen tot den dienst van het
29 Ezra 8:22| die Hem zoeken, maar Zijn sterkte en Zijn toorn over allen,
30 Neh 8:11 | blijdschap des HEEREN, die is uw sterkte. ~
31 Job 17:9 | rein van handen is, zal in sterkte toenemen. ~
32 Job 26:2 | behouden den arm, die zonder sterkte is? ~
33 Job 30:21 | wrede tegen mij; door de sterkte Uwer hand wederstaat Gij
34 Job 38:22 | 22 Zult gij het paard sterkte geven? Kunt gij zijn hals
35 Job 40:3 | noch het verhaal zijner sterkte, noch de bevalligheid zijner
36 Job 40:13 | In zijn hals herbergt de sterkte; voor hem springt zelfs
37 Psa 8:3 | der zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, om Uwer tegenpartijen
38 Psa 18:2 | liefhebben, HEERE, mijn Sterkte! ~
39 Psa 21:2 | koning is verblijd over Uw sterkte; en hoezeer is hij verheugd
40 Psa 21:14 | Verhoog U, HEERE! in Uw sterkte; zo zullen wij zingen, en
41 Psa 22:20 | HEERE! wees niet verre; mijn Sterkte! haast U tot mijn hulp. ~
42 Psa 28:7 | 7De HEERE is mijn Sterkte en mijn Schild; op Hem heeft
43 Psa 28:8 | 8De HEERE is hunlieder Sterkte, en Hij is de Sterkheid
44 Psa 29:1 | geeft den HEERE eer en sterkte. ~
45 Psa 29:11 | 11 De HEERE zal Zijn volk sterkte geven; de HEERE zal Zijn
46 Psa 31:5 | hebben, want Gij zijt mijn Sterkte. ~
47 Psa 33:17 | bevrijdt niet door zijn grote sterkte. ~
48 Psa 34:17 | bevrijdt niet door zijn grote sterkte. ~
49 Psa 38:39 | rechtvaardigen is van den HEERE; hun Sterkte ter tijd van benauwdheid. ~
50 Psa 43:2 | 2Want Gij zijt de God mijner sterkte; waarom verstoot Gij mij
51 Psa 46:2 | is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden
52 Psa 52:9 | God niet stelde tot Zijn Sterkte, maar vertrouwde op de veelheid
53 Psa 59:10 | 10 Tegen zijn sterkte zal ik op U wachten; want
54 Psa 59:17 | 17 Maar ik zal Uw sterkte zingen, en des morgens Uw
55 Psa 59:18 | 18 Van U, o mijn Sterkte! zal ik psalmzingen; want
56 Psa 60:9 | is mijn, en Efraim is de sterkte mijns hoofds; Juda is mijn
57 Psa 62:8 | Eer; de Rotssteen mijner sterkte, mijn Toevlucht is in God. ~
58 Psa 62:12 | tweemaal gehoord: dat de sterkte Godes is. ~
59 Psa 66:3 | werken! Om de grootheid Uwer sterkte zullen zich Uw vijanden
60 Psa 68:29 | 29 Uw God heeft uw sterkte geboden; sterk, o God, wat
61 Psa 68:34 | Zijn stem, een stem der sterkte. ~
62 Psa 68:35 | 35 Geeft Gode sterkte! Zijn hoogheid is over Israel,
63 Psa 68:35 | is over Israel, en Zijn sterkte in de bovenste wolken. ~
64 Psa 68:36 | Israels, Die geeft den volke sterkte en krachten. Geloofd zij
65 Psa 74:13 | 13 Gij hebt door Uw sterkte de zee gespleten; Gij hebt
66 Psa 77:15 | wonder doet; Gij hebt Uw sterkte bekend gemaakt onder de
67 Psa 78:26 | zuidenwind aan door Zijn sterkte; ~
68 Psa 78:61 | 61 En Hij gaf Zijn sterkte in de gevangenis, en Zijn
69 Psa 81:2 | Zingt vrolijk Gode, onze Sterkte; juicht den God van Jakob. ~
70 Psa 84:6 | Welgelukzalig is de mens, wiens sterkte in U is, in welker hart
71 Psa 86:16 | genadig, geef Uw knecht Uw sterkte, en verlos den zoon Uwer
72 Psa 89:11 | verstrooid met den arm Uwer sterkte. ~
73 Psa 89:18 | zijt de heerlijkheid hunner sterkte; en door Uw welbehagen zal
74 Psa 90:11 | 11 Wie kent de sterkte Uws toorns, en Uw verbolgenheid,
75 Psa 93:1 | de HEERE is bekleed met sterkte, Hij heeft Zich omgord.
76 Psa 96:6 | zijn voor Zijn aangezicht, sterkte en sieraad in Zijn heiligdom. ~
77 Psa 96:7 | geeft den HEERE eer en sterkte. ~
78 Psa 99:4 | 4En de sterkte des Konings, die het recht
79 Psa 105:4 | Vraagt naar den HEERE en Zijn sterkte; zoekt Zijn aangezicht geduriglijk. ~
80 Psa 108:9 | is mijn, en Efraim is de sterkte mijns hoofds; Juda is mijn
81 Psa 110:2 | HEERE zal de scepter Uwer sterkte zenden uit Sion, zeggende:
82 Psa 118:14 | 14 De HEERE is mijn Sterkte en Psalm, want Hij is mij
83 Psa 132:8 | rust, Gij en de ark Uwer sterkte! ~
84 Psa 140:8 | 8 HEERE, Heere, Sterkte mijns heils! Gij hebt mijn
85 Psa 147:10 | Hij heeft geen lust aan de sterkte des paards; Hij heeft geen
86 Psa 150:1 | in het uitspansel Zijner sterkte! ~
87 Spre 7:13| hem aan, en kuste hem; zij sterkte haar aangezicht, en zeide
88 Spre 8:14| het Verstand, Mijne is de Sterkte. ~
89 Spre 10:15| goed is een stad zijner sterkte; de armoede der geringen
90 Spre 10:29| HEEREN is voor den oprechte sterkte; maar voor de werkers der
91 Spre 18:11| rijken goed is de stad zijner sterkte, en als een verheven muur
92 Spre 21:22| geweldigen, en werpt de sterkte huns vertrouwens neder. ~
93 Spre 31:25| 25 Ain. Sterkte en heerlijkheid zijn haar
94 Pred 10:17| ter rechter tijd eten, tot sterkte en niet tot drinkerij. ~
95 Jes 11:2 | de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en
96 Jes 11:15 | tegen de rivier, door de sterkte Zijns winds; en Hij zal
97 Jes 12:2 | want de Heere HEERE is mijn Sterkte en mijn Psalm, en Hij is
98 Jes 17:10 | gedacht aan den Rotssteen uwer sterkte; daarom zult gij wel liefelijke
99 Jes 23:4 | want de zee spreekt, ja, de sterkte der zee, zeggende: Ik heb
100 Jes 23:14 | van Tarsis! want ulieder sterkte is verstoord. ~
101 Jes 25:4 | Want Gij zijt den arme een Sterkte geweest, een Sterkte den
102 Jes 25:4 | een Sterkte geweest, een Sterkte den nooddruftige, als hem
103 Jes 27:5 | 5 Of hij moest Mijn sterkte aangrijpen, hij zal vrede
104 Jes 28:6 | oordeel zit, en tot een sterkte dengenen, die den strijd
105 Jes 30:3 | 3 Want de sterkte van Farao zal ulieden tot
106 Jes 30:7 | geroepen; Stilzitten zal hun sterkte zijn. ~
107 Jes 30:15 | en in vertrouwen zou uw sterkte zijn; doch gij hebt niet
108 Jes 33:6 | vastigheid uwer tijden, de sterkte van uw behoudenissen zal
109 Jes 40:29 | en Hij vermenigvuldigt de sterkte dien, die geen krachten
110 Jes 45:24 | HEERE zijn gerechtigheden en sterkte; tot Hem zal men komen;
111 Jes 49:5 | HEEREN, en Mijn God zal Mijn Sterkte zijn. ~
112 Jes 51:9 | Ontwaak, ontwaak, trek sterkte aan, Gij arm des HEEREN!
113 Jes 52:1 | Waak op, waak op, trek uw sterkte aan, o Sion! trek uw sierlijke
114 Jes 63:8 | rechterhand, en bij den arm Zijner sterkte: indien Ik uw koren meer
115 Jer 16:19 | O HEERE! Gij zijt mijn Sterkte, en mijn Sterkheid, en mijn
116 Jer 51:53 | zij vast de hoogte harer sterkte, zo zullen haar toch verstoorders
117 Klaa 1:62| Vau. Toen zeide ik: Mijn sterkte is vergaan, en mijn hoop
118 Eze 16:49 | haar dochteren; maar zij sterkte de hand des armen en
119 Eze 24:21 | ontheiligen, de heerlijkheid uwer sterkte, de begeerte uwer ogen,
120 Eze 24:25 | van hen zal wegnemen hun sterkte, de vreugde huns sieraads,
121 Eze 30:6 | ondersteunen, en de hovaardij harer sterkte zal nederdalen; van den
122 Eze 30:15 | grimmigheid uitgieten over Sin, de sterkte van Egypte; en Ik zal de
123 Eze 30:18 | verbreken, en de hovaardij harer sterkte in haar zal ophouden; haar
124 Eze 33:28 | en de hovaardij zijner sterkte zal ophouden; en de bergen
125 Dan 2:37 | een koninkrijk, macht, en sterkte, en eer gegeven; ~
126 Dan 4:30 | des koninkrijks, door de sterkte mijner macht, en ter ere
127 Dan 11:31 | heiligdom ontheiligen, en de sterkte, en zij zullen het gedurige
128 Joe 3:16 | Toevlucht Zijns volks, en de Sterkte der kinderen Israels
129 Amos 3:11| rondom het land! die zal uw sterkte van u nederstorten, en uw
130 Amos 6:13| Hebben wij ons niet door onze sterkte hoornen verkregen? ~
131 Nah 1:7 | HEERE is goed, Hij is ter sterkte in den dag der benauwdheid,
132 Nah 3:11 | verbergen; ook zult gij een sterkte zoeken vanwege den vijand. ~
133 Zac 9:12 | Keert gijlieden weder tot de sterkte, gij gebondenen, die daar
134 Zac 12:5 | Jeruzalem zullen mij een sterkte zijn in den HEERE der heirscharen,
135 Efez 1:19| geloven, naar de werking der sterkte Zijner macht, ~
136 Efez 6:10| krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht. ~
137 Kol 1:11 | bekrachtigd zijnde, naar de sterkte Zijner heerlijkheid, tot
138 2The 1:9 | van de heerlijkheid Zijner sterkte, ~
139 2Pet 2:11| 11 Daar de engelen in sterkte en kracht meerder zijnde,
140 Open 5:12| rijkdom, en wijsheid, en sterkte, en eer, en heerlijkheid,
141 Open 7:12| eer, en de kracht, en de sterkte zij onzen God in alle eeuwigheid.
|