Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
johanan 32
johanans 1
johanna 2
johannes 140
jojachin 11
jojada 59
jojakim 40
Frequency    [«  »]
141 samuel
141 sterkte
140 hoop
140 johannes
140 stonden
139 beide
139 nochtans

Bijbel

IntraText - Concordances

johannes

    Book Chapter: Verse
1 Matt 2:24| 1 En in die dagen kwam Johannes de Doper, predikende in 2 Matt 2:27| 4 En dezelve Johannes had zijn kleding van kemelshaar, 3 Matt 2:36| Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. ~ 4 Matt 2:37| 14 Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: 5 Matt 4:12| nu Jezus gehoord had, dat Johannes overgeleverd was, is Hij 6 Matt 4:21| den zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder, in het schip 7 Matt 9:14| kwamen de discipelen van Johannes tot Hem, zeggende: Waarom 8 Matt 10:2 | de zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder; ~ 9 Matt 11:2 | 2 En Johannes, in de gevangenis gehoord 10 Matt 11:4 | Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort 11 Matt 11:7 | scharen begonnen te zeggen van Johannes: Wat zijt gij uitgegaan 12 Matt 11:11| niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper; doch die de minste 13 Matt 11:12| 12 En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt 14 Matt 11:13| profeten en de wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. ~ 15 Matt 11:18| 18 Want Johannes is gekomen, noch etende, 16 Matt 14:2 | tot zijn knechten: Deze is Johannes de Doper; hij is opgewekt 17 Matt 14:3 | 3 Want Herodes had Johannes gevangen genomen, en hem 18 Matt 14:4 | 4 Want Johannes zeide tot hem: Het is u 19 Matt 14:8 | een schotel het hoofd van Johannes den Doper. ~ 20 Matt 14:10| zond heen, en onthoofdde Johannes in den kerker. ~ 21 Matt 16:14| En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; en anderen: Elias; 22 Matt 17:1 | Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn broeder, en bracht 23 Matt 17:13| discipelen dat Hij hun van Johannes de Doper gesproken had. ~ 24 Matt 21:25| 25 De doop van Johannes, van waar was die, uit de 25 Matt 21:26| schare; want zij houden allen Johannes voor een profeet. ~ 26 Matt 21:32| 32 Want Johannes is tot u gekomen in den 27 Mark 1:4 | 4 Johannes was dopende in de woestijn, 28 Mark 1:6 | 6 En Johannes was gekleed met kemelshaar, 29 Mark 1:9 | in Galilea, en werd van Johannes gedoopt in de Jordaan. ~ 30 Mark 1:14| 14 En nadat Johannes overgeleverd was, kwam Jezus 31 Mark 1:19| den zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder, en dezelven 32 Mark 1:29| Andreas, met Jakobus en Johannes. ~ 33 Mark 2:18| 18 En de discipelen van Johannes en der Farizeen vastten; 34 Mark 2:18| vasten de discipelen van Johannes en der Farizeen, en Uw discipelen 35 Mark 3:17| den zoon van Zebedeus, en Johannes, den broeder van Jakobus; 36 Mark 5:37| dan Petrus, en Jakobus, en Johannes, den broeder van Jakobus; ~ 37 Mark 6:14| openbaar geworden), en zeide: Johannes, die daar doopte, is van 38 Mark 6:16| hoorde, zeide hij: Deze is Johannes, dien ik onthoofd heb; die 39 Mark 6:17| uitgezonden hebbende, had Johannes gevangen genomen, en hem 40 Mark 6:18| 18 Want Johannes zeide tot Herodes: Het is 41 Mark 6:20| 20 Want Herodes vreesde Johannes, wetende, dat hij een rechtvaardig 42 Mark 6:24| die zeide: Het hoofd van Johannes den Doper. ~ 43 Mark 6:25| schotel, geeft het hoofd van Johannes den Doper. ~ 44 Mark 8:28| 28 En zij antwoordden: Johannes de Doper; en anderen: Elias; 45 Mark 9:2 | Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, en bracht hen op een hogen 46 Mark 9:38| 38 En Johannes antwoordde Hem, zeggende: 47 Mark 10:35| tot Hem kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, 48 Mark 10:41| begonnen zij het van Jakobus en Johannes zeer kwalijk te nemen. ~ 49 Mark 11:30| 30 De doop van Johannes, was die uit den hemel, 50 Mark 11:32| want zij hielden allen van Johannes, dat hij waarlijk een profeet 51 Mark 13:3 | Hem Petrus, en Jakobus, en Johannes, en Andreas, alleen: ~ 52 Mark 14:33| Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, en begon verbaasd en zeer 53 Luk 1:13 | gij zult zijn naam heten Johannes. ~ 54 Luk 1:60 | Niet alzo, maar hij zal Johannes heten. ~ 55 Luk 1:63 | schreef hij, zeggende: Johannes is zijn naam. En zij verwonderden 56 Luk 3:2 | geschiedde het woord Gods tot Johannes, den zoon van Zacharias, 57 Luk 3:15 | hun harten overleiden van Johannes, of hij niet mogelijk de 58 Luk 3:16 | 16 Zo antwoordde Johannes aan allen, zeggende: Ik 59 Luk 3:20 | daar toegedaan, dat hij Johannes in de gevangenis gesloten 60 Luk 3:27 | 27 Den zoon van Johannes, den zoon van Rhesa, den 61 Luk 5:10 | desgelijks ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, 62 Luk 5:33 | vasten de discipelen van Johannes dikmaals, en doen gebeden, 63 Luk 6:14 | zijn broeder, Jakobus en Johannes, Filippus en Bartholomeus; ~ 64 Luk 7:18 | 18 En de discipelen van Johannes boodschapten hem van al 65 Luk 7:19 | 19 En Johannes, zekere twee van zijn discipelen 66 Luk 7:20 | gekomen waren, zeiden zij: Johannes de Doper heeft ons tot U 67 Luk 7:22 | Gaat heen, en boodschapt Johannes weder de dingen, die gij 68 Luk 7:24 | 24 Als nu de boden van Johannes weggegaan waren, begon Hij 69 Luk 7:24 | begon Hij tot de scharen van Johannes te zeggen: Wat zijt gij 70 Luk 7:28 | niemand meerder profeet, dan Johannes de Doper; maar de minste 71 Luk 7:29 | tollenaars, die met den doop van Johannes gedoopt waren, rechtvaardigden 72 Luk 7:33 | 33 Want Johannes de Doper is gekomen, noch 73 Luk 8:51 | dan Petrus, en Jakobus, en Johannes, en den vader en de moeder 74 Luk 9:7 | sommigen gezegd werd, dat Johannes van de doden was opgestaan; ~ 75 Luk 9:9 | 9 En Herodes zeide: Johannes heb ik onthoofd; wie is 76 Luk 9:19 | zij, antwoordende, zeiden: Johannes de Doper; en anderen: Elias; 77 Luk 9:28 | dat Hij medenam Petrus, en Johannes, en Jakobus, en klom op 78 Luk 9:49 | 49 En Johannes antwoordde en zeide: Meester! 79 Luk 9:54 | Zijn discipelen, Jakobus en Johannes, dat zagen, zeiden zij: 80 Luk 11:1 | leer ons bidden, gelijk ook Johannes zijn discipelen geleerd 81 Luk 16:16 | de profeten zijn tot op Johannes; van dien tijd af wordt 82 Luk 20:4 | 4 De doop van Johannes, was die uit den Hemel, 83 Luk 20:6 | zij houden voor zeker, dat Johannes een profeet was. ~ 84 Luk 22:8 | 8 En Hij zond Petrus en Johannes uit, zeggende: Gaat heen, 85 Joha | Johannes~ ~ 86 Joha 1:6 | gezonden, wiens naam was Johannes. ~ 87 Joha 1:15| 15 Johannes getuigt van Hem, en heeft 88 Joha 1:19| dit is de getuigenis van Johannes, toen de Joden enige priesters 89 Joha 1:26| 26 Johannes antwoordde hun, zeggende: 90 Joha 1:28| Bethabara, over de Jordaan, waar Johannes was dopende. ~ 91 Joha 1:29| 29 Des anderen daags zag Johannes Jezus tot zich komende, 92 Joha 1:32| 32 En Johannes getuigde, zeggende: Ik heb 93 Joha 1:35| anderen daags wederom stond Johannes, en twee uit zijn discipelen. ~ 94 Joha 1:41| van de twee, die het van Johannes gehoord hadden, en Hem gevolgd 95 Joha 3:23| 23 En Johannes doopte ook in Enon bij Salim, 96 Joha 3:24| 24 Want Johannes was nog niet in de gevangenis 97 Joha 3:25| enigen uit de discipelen van Johannes met de Joden over de reiniging. ~ 98 Joha 3:26| 26 En zij kwamen tot Johannes, en zeiden tot hem: Rabbi, 99 Joha 3:27| 27 Johannes antwoordde en zeide: Een 100 Joha 4:1 | discipelen maakte en doopte dan Johannes; ~ 101 Joha 5:33| 33 Gijlieden hebt tot Johannes gezonden, en hij heeft der 102 Joha 5:36| getuigenis meerder, dan die van Johannes; want de werken, die Mij 103 Joha 10:40| Jordaan, tot de plaats, waar Johannes eerst doopte; en Hij bleef 104 Joha 10:41| kwamen tot Hem, en zeiden: Johannes deed wel geen teken; maar 105 Joha 10:41| geen teken; maar alles, wat Johannes van Dezen zeide, was waar. ~ 106 Hand 1:5 | 5 Want Johannes doopte wel met water, maar 107 Hand 1:13| namelijk Petrus en Jakobus, en Johannes en Andreas, Filippus en 108 Hand 1:22| Beginnende van den doop van Johannes, tot den dag toe, in welken 109 Hand 3:1 | 1 Petrus nu en Johannes gingen te zamen op naar 110 Hand 3:3 | 3 Welke, Petrus en Johannes ziende, als zij in den tempel 111 Hand 3:4 | sterk op hem ziende, met Johannes, zeide: Zie op ons. ~ 112 Hand 3:11| gemaakt was, aan Petrus en Johannes vasthield, liep al het volk 113 Hand 4:6 | hogepriester, en Kajafas, en Johannes, en Alexander, en zovele 114 Hand 4:13| vrijmoedigheid van Petrus en Johannes, en vernemende, dat zij 115 Hand 4:19| 19 Maar Petrus en Johannes, antwoordende, zeiden tot 116 Hand 5:37| Galilea, na den doop, welken Johannes gepredikt heeft; ~ 117 Hand 6:16| des Heeren, hoe Hij zeide: Johannes doopte wel met water, maar 118 Hand 6:32| Jakobus, den broeder van Johannes, met het zwaard. ~ 119 Hand 6:42| van Maria, de moeder van Johannes, die toegenaamd was Markus, 120 Hand 6:55| medegenomen hebbende ook Johannes, die toegenaamd werd Markus. ~  ~  ~  121 Hand 7:5 | Joden; en zij hadden ook Johannes tot een dienaar. ~ 122 Hand 7:13| een stad in Pamfylie. Maar Johannes, van hen scheidende, keerde 123 Hand 7:24| 24 Als Johannes eerst al den volke Israels 124 Hand 7:25| 25 Doch als Johannes den loop vervulde, zeide 125 Hand 9:37| En Barnabas ried, dat zij Johannes, die toegenaamd is Markus, 126 Hand 12:25| alleenlijk den doop van Johannes. ~ 127 Hand 13:3 | zeiden: In den doop van Johannes. ~ 128 Hand 13:4 | 4 Maar Paulus zeide: Johannes heeft wel gedoopt den doop 129 Gal 2:9 | als Jakobus, en Cefas, en Johannes, die geacht waren pilaren 130 1Joh | 1 Johannes~ ~ 131 1Joh 3 | 1 Johannes 3 ~ 132 1Joh 4 | 1 Johannes 4 ~ 133 1Joh 5 | 1 Johannes 5 ~ 134 2Joh | 2 Johannes~ ~ 135 3Joh | 3 Johannes~ ~ 136 Open 1:1 | gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft; ~ 137 Open 1:4 | 4 Johannes aan de zeven Gemeenten, 138 Open 1:9 | 9 Ik, Johannes, die ook uw broeder ben, 139 Open 21:2 | 2 En ik, Johannes, zag de heilige stad, het 140 Open 22:8 | 8 En ik, Johannes, ben degene, die deze dingen


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License