Book Chapter: Verse
1 Matt 2:24| 1 En in die dagen kwam Johannes de Doper, predikende in
2 Matt 2:27| 4 En dezelve Johannes had zijn kleding van kemelshaar,
3 Matt 2:36| Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. ~
4 Matt 2:37| 14 Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende:
5 Matt 4:12| nu Jezus gehoord had, dat Johannes overgeleverd was, is Hij
6 Matt 4:21| den zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder, in het schip
7 Matt 9:14| kwamen de discipelen van Johannes tot Hem, zeggende: Waarom
8 Matt 10:2 | de zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder; ~
9 Matt 11:2 | 2 En Johannes, in de gevangenis gehoord
10 Matt 11:4 | Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort
11 Matt 11:7 | scharen begonnen te zeggen van Johannes: Wat zijt gij uitgegaan
12 Matt 11:11| niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper; doch die de minste
13 Matt 11:12| 12 En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt
14 Matt 11:13| profeten en de wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. ~
15 Matt 11:18| 18 Want Johannes is gekomen, noch etende,
16 Matt 14:2 | tot zijn knechten: Deze is Johannes de Doper; hij is opgewekt
17 Matt 14:3 | 3 Want Herodes had Johannes gevangen genomen, en hem
18 Matt 14:4 | 4 Want Johannes zeide tot hem: Het is u
19 Matt 14:8 | een schotel het hoofd van Johannes den Doper. ~
20 Matt 14:10| zond heen, en onthoofdde Johannes in den kerker. ~
21 Matt 16:14| En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; en anderen: Elias;
22 Matt 17:1 | Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn broeder, en bracht
23 Matt 17:13| discipelen dat Hij hun van Johannes de Doper gesproken had. ~
24 Matt 21:25| 25 De doop van Johannes, van waar was die, uit de
25 Matt 21:26| schare; want zij houden allen Johannes voor een profeet. ~
26 Matt 21:32| 32 Want Johannes is tot u gekomen in den
27 Mark 1:4 | 4 Johannes was dopende in de woestijn,
28 Mark 1:6 | 6 En Johannes was gekleed met kemelshaar,
29 Mark 1:9 | in Galilea, en werd van Johannes gedoopt in de Jordaan. ~
30 Mark 1:14| 14 En nadat Johannes overgeleverd was, kwam Jezus
31 Mark 1:19| den zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder, en dezelven
32 Mark 1:29| Andreas, met Jakobus en Johannes. ~
33 Mark 2:18| 18 En de discipelen van Johannes en der Farizeen vastten;
34 Mark 2:18| vasten de discipelen van Johannes en der Farizeen, en Uw discipelen
35 Mark 3:17| den zoon van Zebedeus, en Johannes, den broeder van Jakobus;
36 Mark 5:37| dan Petrus, en Jakobus, en Johannes, den broeder van Jakobus; ~
37 Mark 6:14| openbaar geworden), en zeide: Johannes, die daar doopte, is van
38 Mark 6:16| hoorde, zeide hij: Deze is Johannes, dien ik onthoofd heb; die
39 Mark 6:17| uitgezonden hebbende, had Johannes gevangen genomen, en hem
40 Mark 6:18| 18 Want Johannes zeide tot Herodes: Het is
41 Mark 6:20| 20 Want Herodes vreesde Johannes, wetende, dat hij een rechtvaardig
42 Mark 6:24| die zeide: Het hoofd van Johannes den Doper. ~
43 Mark 6:25| schotel, geeft het hoofd van Johannes den Doper. ~
44 Mark 8:28| 28 En zij antwoordden: Johannes de Doper; en anderen: Elias;
45 Mark 9:2 | Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, en bracht hen op een hogen
46 Mark 9:38| 38 En Johannes antwoordde Hem, zeggende:
47 Mark 10:35| tot Hem kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus,
48 Mark 10:41| begonnen zij het van Jakobus en Johannes zeer kwalijk te nemen. ~
49 Mark 11:30| 30 De doop van Johannes, was die uit den hemel,
50 Mark 11:32| want zij hielden allen van Johannes, dat hij waarlijk een profeet
51 Mark 13:3 | Hem Petrus, en Jakobus, en Johannes, en Andreas, alleen: ~
52 Mark 14:33| Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, en begon verbaasd en zeer
53 Luk 1:13 | gij zult zijn naam heten Johannes. ~
54 Luk 1:60 | Niet alzo, maar hij zal Johannes heten. ~
55 Luk 1:63 | schreef hij, zeggende: Johannes is zijn naam. En zij verwonderden
56 Luk 3:2 | geschiedde het woord Gods tot Johannes, den zoon van Zacharias,
57 Luk 3:15 | hun harten overleiden van Johannes, of hij niet mogelijk de
58 Luk 3:16 | 16 Zo antwoordde Johannes aan allen, zeggende: Ik
59 Luk 3:20 | daar toegedaan, dat hij Johannes in de gevangenis gesloten
60 Luk 3:27 | 27 Den zoon van Johannes, den zoon van Rhesa, den
61 Luk 5:10 | desgelijks ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus,
62 Luk 5:33 | vasten de discipelen van Johannes dikmaals, en doen gebeden,
63 Luk 6:14 | zijn broeder, Jakobus en Johannes, Filippus en Bartholomeus; ~
64 Luk 7:18 | 18 En de discipelen van Johannes boodschapten hem van al
65 Luk 7:19 | 19 En Johannes, zekere twee van zijn discipelen
66 Luk 7:20 | gekomen waren, zeiden zij: Johannes de Doper heeft ons tot U
67 Luk 7:22 | Gaat heen, en boodschapt Johannes weder de dingen, die gij
68 Luk 7:24 | 24 Als nu de boden van Johannes weggegaan waren, begon Hij
69 Luk 7:24 | begon Hij tot de scharen van Johannes te zeggen: Wat zijt gij
70 Luk 7:28 | niemand meerder profeet, dan Johannes de Doper; maar de minste
71 Luk 7:29 | tollenaars, die met den doop van Johannes gedoopt waren, rechtvaardigden
72 Luk 7:33 | 33 Want Johannes de Doper is gekomen, noch
73 Luk 8:51 | dan Petrus, en Jakobus, en Johannes, en den vader en de moeder
74 Luk 9:7 | sommigen gezegd werd, dat Johannes van de doden was opgestaan; ~
75 Luk 9:9 | 9 En Herodes zeide: Johannes heb ik onthoofd; wie is
76 Luk 9:19 | zij, antwoordende, zeiden: Johannes de Doper; en anderen: Elias;
77 Luk 9:28 | dat Hij medenam Petrus, en Johannes, en Jakobus, en klom op
78 Luk 9:49 | 49 En Johannes antwoordde en zeide: Meester!
79 Luk 9:54 | Zijn discipelen, Jakobus en Johannes, dat zagen, zeiden zij:
80 Luk 11:1 | leer ons bidden, gelijk ook Johannes zijn discipelen geleerd
81 Luk 16:16 | de profeten zijn tot op Johannes; van dien tijd af wordt
82 Luk 20:4 | 4 De doop van Johannes, was die uit den Hemel,
83 Luk 20:6 | zij houden voor zeker, dat Johannes een profeet was. ~
84 Luk 22:8 | 8 En Hij zond Petrus en Johannes uit, zeggende: Gaat heen,
85 Joha | Johannes~ ~
86 Joha 1:6 | gezonden, wiens naam was Johannes. ~
87 Joha 1:15| 15 Johannes getuigt van Hem, en heeft
88 Joha 1:19| dit is de getuigenis van Johannes, toen de Joden enige priesters
89 Joha 1:26| 26 Johannes antwoordde hun, zeggende:
90 Joha 1:28| Bethabara, over de Jordaan, waar Johannes was dopende. ~
91 Joha 1:29| 29 Des anderen daags zag Johannes Jezus tot zich komende,
92 Joha 1:32| 32 En Johannes getuigde, zeggende: Ik heb
93 Joha 1:35| anderen daags wederom stond Johannes, en twee uit zijn discipelen. ~
94 Joha 1:41| van de twee, die het van Johannes gehoord hadden, en Hem gevolgd
95 Joha 3:23| 23 En Johannes doopte ook in Enon bij Salim,
96 Joha 3:24| 24 Want Johannes was nog niet in de gevangenis
97 Joha 3:25| enigen uit de discipelen van Johannes met de Joden over de reiniging. ~
98 Joha 3:26| 26 En zij kwamen tot Johannes, en zeiden tot hem: Rabbi,
99 Joha 3:27| 27 Johannes antwoordde en zeide: Een
100 Joha 4:1 | discipelen maakte en doopte dan Johannes; ~
101 Joha 5:33| 33 Gijlieden hebt tot Johannes gezonden, en hij heeft der
102 Joha 5:36| getuigenis meerder, dan die van Johannes; want de werken, die Mij
103 Joha 10:40| Jordaan, tot de plaats, waar Johannes eerst doopte; en Hij bleef
104 Joha 10:41| kwamen tot Hem, en zeiden: Johannes deed wel geen teken; maar
105 Joha 10:41| geen teken; maar alles, wat Johannes van Dezen zeide, was waar. ~
106 Hand 1:5 | 5 Want Johannes doopte wel met water, maar
107 Hand 1:13| namelijk Petrus en Jakobus, en Johannes en Andreas, Filippus en
108 Hand 1:22| Beginnende van den doop van Johannes, tot den dag toe, in welken
109 Hand 3:1 | 1 Petrus nu en Johannes gingen te zamen op naar
110 Hand 3:3 | 3 Welke, Petrus en Johannes ziende, als zij in den tempel
111 Hand 3:4 | sterk op hem ziende, met Johannes, zeide: Zie op ons. ~
112 Hand 3:11| gemaakt was, aan Petrus en Johannes vasthield, liep al het volk
113 Hand 4:6 | hogepriester, en Kajafas, en Johannes, en Alexander, en zovele
114 Hand 4:13| vrijmoedigheid van Petrus en Johannes, en vernemende, dat zij
115 Hand 4:19| 19 Maar Petrus en Johannes, antwoordende, zeiden tot
116 Hand 5:37| Galilea, na den doop, welken Johannes gepredikt heeft; ~
117 Hand 6:16| des Heeren, hoe Hij zeide: Johannes doopte wel met water, maar
118 Hand 6:32| Jakobus, den broeder van Johannes, met het zwaard. ~
119 Hand 6:42| van Maria, de moeder van Johannes, die toegenaamd was Markus,
120 Hand 6:55| medegenomen hebbende ook Johannes, die toegenaamd werd Markus. ~ ~ ~
121 Hand 7:5 | Joden; en zij hadden ook Johannes tot een dienaar. ~
122 Hand 7:13| een stad in Pamfylie. Maar Johannes, van hen scheidende, keerde
123 Hand 7:24| 24 Als Johannes eerst al den volke Israels
124 Hand 7:25| 25 Doch als Johannes den loop vervulde, zeide
125 Hand 9:37| En Barnabas ried, dat zij Johannes, die toegenaamd is Markus,
126 Hand 12:25| alleenlijk den doop van Johannes. ~
127 Hand 13:3 | zeiden: In den doop van Johannes. ~
128 Hand 13:4 | 4 Maar Paulus zeide: Johannes heeft wel gedoopt den doop
129 Gal 2:9 | als Jakobus, en Cefas, en Johannes, die geacht waren pilaren
130 1Joh | 1 Johannes~ ~
131 1Joh 3 | 1 Johannes 3 ~
132 1Joh 4 | 1 Johannes 4 ~
133 1Joh 5 | 1 Johannes 5 ~
134 2Joh | 2 Johannes~ ~
135 3Joh | 3 Johannes~ ~
136 Open 1:1 | gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft; ~
137 Open 1:4 | 4 Johannes aan de zeven Gemeenten,
138 Open 1:9 | 9 Ik, Johannes, die ook uw broeder ben,
139 Open 21:2 | 2 En ik, Johannes, zag de heilige stad, het
140 Open 22:8 | 8 En ik, Johannes, ben degene, die deze dingen
|