Book Chapter: Verse
1 Gen 26:3 | vermenigvuldige u, dat gij tot een hoop volken wordt. ~
2 Gen 27:46 | Toen zeide Lea: Er komt een hoop! en zij noemde zijn naam
3 Gen 28:46 | namen stenen, en maakten een hoop; en zij aten aldaar op dien
4 Gen 28:46 | zij aten aldaar op dien hoop. ~
5 Gen 28:48 | 48 Toen zeide Laban: Deze hoop zij heden een getuige tussen
6 Gen 28:51 | Zie, daar is deze zelfde hoop, en zie, daar is dit opgericht
7 Gen 28:52 | 52 Deze zelfde hoop zij getuige, en dit opgericht
8 Gen 28:52 | dat ik tot u voorbij deze hoop niet komen zal, en dat gij
9 Gen 28:52 | gij tot mij, voorbij deze hoop en dit opgericht teken,
10 Gen 32:11 | vermenigvuldig! Een volk, ja, een hoop der volken zal uit u worden,
11 Gen 44:4 | vermenigvuldigen, en u tot een hoop van volken stellen; en Ik
12 Exo 15:8 | overeind gestaan, als een hoop; de afgronden zijn stof
13 Exo 38:8 | van de spiegels der te hoop komende vrouwen, die te
14 Exo 38:8 | komende vrouwen, die te hoop kwamen voor de deur van
15 Deu 13:16 | verbranden; en zij zal een hoop zijn eeuwiglijk, zij zal
16 Joz 3:13 | afvlieten, en zij zullen op een hoop blijven staan. ~
17 Joz 3:16 | afkwamen; zij rezen op een hoop, zeer verre van de stad
18 Joz 8:28 | stelde haar tot een eeuwigen hoop, ter verwoesting, tot op
19 Ric 8:37 | midden des lands, en een hoop komt van den weg van den
20 Ric 14:16 | een ezelskinnebakken, een hoop, twee hopen, met een ezelskinnebakken
21 Rut 1:12 | Wanneer ik al zeide: Ik heb hoop, of ik ook in dezen nacht
22 Rut 3:7 | het uiterste van een koren hoop. Daarna kwam zij stilletjes
23 1Sa 10:5 | zo zult gij ontmoeten een hoop profeten, van de hoogte
24 1Sa 10:10 | kwamen, zie, zo kwam hem een hoop profeten tegemoet; en de
25 1Sa 13:17 | Filistijnen, in drie hopen; de ene hoop keerde zich op den weg naar
26 1Sa 13:18 | 18 En een hoop keerde zich naar den weg
27 1Sa 13:18 | weg van Beth-horon; en een hoop keerde zich naar den weg
28 1Sa 27:1 | Filistijnen, opdat Saul van mij de hoop verlieze, om mij meer te
29 2Sa 2:25 | Abner, en werden tot een hoop; en zij stonden op de spits
30 2Sa 23:13 | spelonk van Adullam; en de hoop der Filistijnen had zich
31 2Kon 9:17| toren te Jizreel, en zag den hoop van Jehu, als hij aankwam,
32 2Kon 9:17| aankwam, en zeide: Ik zie een hoop. Toen zeide Joram: Neem
33 Job 4:6 | Was niet uw vreze Gods uw hoop, en de oprechtheid uwer
34 Job 8:14 | 14 Van denwelke zijn hoop walgen zal; en zijn vertrouwen
35 Job 31:24 | Zo ik het goud tot mijn hoop gezet heb, of tot het fijn
36 Job 39:28 | 28 Zie, zijn hoop zal feilen; zal hij ook
37 Psa 10:10 | hij buigt zich; en de arme hoop valt in zijn sterke poten. ~
38 Psa 33:7 | wateren der zee als op een hoop; Hij stelt den afgronden
39 Psa 34:7 | wateren der zee als op een hoop; Hij stelt den afgronden
40 Psa 39:16 | 16 Want op U, HEERE! hoop ik; Gij zult verhoren, HEERE,
41 Psa 40:8 | verwacht ik, o HEERE! Mijn hoop, die is op U. ~
42 Psa 42:20 | en zijt onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem
43 Psa 42:26 | zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem
44 Psa 43:5 | zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem
45 Psa 68:11 | 11 Uw hoop woonde daarin; Gij bereiddet
46 Psa 74:19 | tortelduif niet over; vergeet den hoop Uwer ellendigen niet in
47 Psa 78:7 | 7 En dat zij hun hoop op God zouden stellen, en
48 Psa 78:13 | wateren deed Hij staan als een hoop. ~
49 Psa 119:43 | niet al te zeer, want ik hoop op Uw rechten. ~
50 Psa 119:166| 166 O HEERE! ik hoop op Uw heil, en doe Uw geboden. ~
51 Psa 130:5 | mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord. ~
52 Spre 3:26| Want de HEERE zal met uw hoop wezen, en Hij zal uw voet
53 Spre 10:28| 28 De hoop der rechtvaardigen is blijdschap;
54 Spre 11:7 | zelfs is de allersterkste hoop vergaan. ~
55 Spre 13:12| 12 De uitgestelde hoop krenkt het hart; maar de
56 Spre 19:18| Tuchtig uw zoon, als er nog hoop is; maar verhef uw ziel
57 Pred 9:4 | bij alle levenden, is er hoop; want een levende hond is
58 Hoo 7:2 | ontbreekt; uw buik is als een hoop tarwe, rondom bezet met
59 Jes 17:11 | bloeien; doch het zal maar een hoop van het gemaaide zijn, in
60 Jes 23:13 | heeft het tot een vervallen hoop gesteld. ~
61 Jes 25:2 | vaste stad tot een vervallen hoop; het paleis der vreemdelingen,
62 Jes 58:10 | zegt niet: Het is buiten hoop; gij hebt het leven uwer
63 Jes 61:6 | 6 Een hoop kemelen zal u bedekken,
64 Jer 2:25 | gij zegt: Het is buiten hoop; neen, want ik heb de vreemden
65 Jer 9:2 | overspelers, een trouweloze hoop. ~
66 Jer 18:12 | zij zeggen: Het is buiten hoop; maar wij zullen naar onze
67 Jer 25:20 | En den gansen gemengden hoop, en allen koningen des lands
68 Jer 30:18 | herbouwd worden op haar hoop, en het paleis zal
69 Jer 44:15 | stonden, zijnde een grote hoop, mitsgaders al het
70 Jer 49:2 | zij zal tot een woesten hoop worden, en haar onderhorige
71 Jer 50:37 | over den gansen gemengden hoop, die in het midden van hen
72 Klaa 1:62| sterkte is vergaan, en mijn hoop van den HEERE. ~
73 Eze 30:5 | en Lud, en al de gemengde hoop, en Cub, en de kinderen
74 Eze 32:22 | is Assur met haar gansen hoop, zijn graven zijn rondom
75 Eze 32:23 | zijden des kuils, en haar hoop is rondom haar graf; zij
76 Hos 2:14 | Achor, tot een deur der hoop; en aldaar zal zij zingen,
77 Joe 3:11 | 11 Rot te hoop, en komt aan, alle gij volken
78 Hand 10:19| van dezelve zagen, dat de hoop huns gewins weg was, grepen
79 Hand 11:5 | maakten, dat het volk te hoop liep, en beroerden de stad;
80 Hand 17:6 | Farizeers zoon; ik word over de hoop en opstanding der doden
81 Hand 18:15| 15 Hebbende hoop op God, welke dezen ook
82 Hand 20:6 | word geoordeeld over de hoop der belofte, die van God
83 Hand 20:7 | verhopen te komen; over welke hoop ik, o koning Agrippa, van
84 Hand 21:20| zo werd ons voort alle hoop van behouden te worden benomen. ~
85 Hand 22:3 | 3 En als Paulus een hoop rijzen bijeengeraapt en
86 Rom 4:18 | 18 Welke tegen hoop op hoop geloofd heeft, dat
87 Rom 4:18 | 18 Welke tegen hoop op hoop geloofd heeft, dat hij zou
88 Rom 5:2 | wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods. ~
89 Rom 5:4 | bevinding, en de bevinding hoop; ~
90 Rom 5:5 | 5 En de hoop beschaamt niet, omdat de
91 Rom 8:21 | 21 Op hoop, dat ook het schepsel zelf
92 Rom 8:24 | hope zalig geworden. De hoop nu, die gezien wordt, is
93 Rom 8:24 | die gezien wordt, is geen hoop; want hetgeen iemand ziet,
94 Rom 12:12 | 12 Verblijdt u in de hoop. Zijt geduldig in de verdrukking.
95 Rom 15:4 | vertroosting der Schriften, hoop hebben zouden. ~
96 Rom 15:13 | 13 De God nu der hoop vervulle ulieden met alle
97 Rom 15:13 | overvloedig moogt zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen
98 Rom 15:24 | reis, tot u komen; want ik hoop in het doorreizen u te zien,
99 1Kor 9:10| overmits die ploegt, op hoop moet ploegen, en die op
100 1Kor 9:10| moet ploegen, en die op hoop dorst, moet zijn hoop deelachtig
101 1Kor 9:10| op hoop dorst, moet zijn hoop deelachtig worden. ~
102 1Kor 13:13| 13 En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch
103 1Kor 16:7 | het voorbijgaan, maar ik hoop enigen tijd bij u te blijven,
104 2Kor 1:7 | 7 En onze hoop van u is vast, als die weten,
105 2Kor 1:13| kent, of ook erkent; en ik hoop, dat gij ze ook tot het
106 2Kor 3:12| Dewijl wij dan zodanige hoop hebben, zo gebruiken wij
107 2Kor 5:11| openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw gewetens geopenbaard
108 2Kor 10:15| lieden arbeid, maar hebbende hoop, als uw geloof zal gewassen
109 2Kor 13:6 | 6 Doch ik hoop, dat gij zult verstaan,
110 Gal 5:5 | Geest, uit het geloof, de hoop der rechtvaardigheid. ~
111 Efez 1:18| moogt weten, welke zij de hoop van Zijn roeping, en welke
112 Efez 2:12| verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God
113 Efez 4:4 | ook geroepen zijt tot een hoop uwer roeping; ~
114 Fili 1:20| ernstige verwachting en hoop, dat ik in geen zaak zal
115 Fili 2:19| 19 En ik hoop in den Heere Jezus Timotheus
116 Fili 2:23| 23 Ik hoop dan wel dezen van stonde
117 Kol 1:5 | 5 Om de hoop, die u weggelegd is in de
118 Kol 1:27 | is Christus onder u, de Hoop der heerlijkheid; ~
119 1The 1:3 | de verdraagzaamheid der hoop op onzen Heere Jezus Christus,
120 1The 2:19| 19 Want welke is onze hoop, of blijdschap, of kroon
121 1The 4:13| als de anderen, die geen hoop hebben. ~
122 1The 5:8 | liefde, en tot een helm, de hoop der zaligheid. ~
123 2The 2:16| eeuwige vertroosting en goede hoop in genade, ~
124 1Tim 6:17| hoogmoedig zijn, noch hun hoop stellen op de ongestadigheid
125 2Tim 5:2 | 2 In de hoop des eeuwigen levens, welke
126 Tit 1:2 | 2 In de hoop des eeuwigen levens, welke
127 Tit 2:13 | 13 Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid
128 File 1:22| tegelijk een herberg; want ik hoop, dat ik door uw gebeden
129 Heb 3:6 | vrijmoedigheid en de roem der hoop tot het einde toe vast behouden. ~
130 Heb 6:11 | volle verzekerdheid der hoop, tot het einde toe; ~
131 Heb 6:18 | hebben, om de voorgestelde hoop vast te houden; ~
132 Heb 7:19 | aanleiding van een betere hoop, door welke wij tot God
133 Heb 10:23 | onwankelbare belijdenis der hoop vast houden; (want Die het
134 Jako 3:5 | een klein vuur, hoe groten hoop houts het aansteekt. ~
135 1Pet 1:3 | wedergeboren, tot een levende hoop, door de opstanding van
136 1Pet 1:21| heeft, opdat uw geloof en hoop op God zijn zou. ~
137 1Pet 3:15| rekenschap afeist van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid
138 1Joh 3:3 | En een iegelijk, die deze hoop op Hem heeft, die reinigt
139 2Joh 1:12| papier en inkt; maar ik hoop tot ulieden te komen, en
140 3Joh 1:14| 14 Maar ik hoop u haast te zien, en wij
|