Book Chapter: Verse
1 Gen 5:5 | en dertig jaren; en hij stierf. ~
2 Gen 5:8 | en twaalf jaren; en hij stierf. ~
3 Gen 5:11 | negenhonderd en vijf jaren; en hij stierf. ~
4 Gen 5:14 | negenhonderd en tien jaren; en hij stierf. ~
5 Gen 5:17 | en negentig jaren; en hij stierf. ~
6 Gen 5:20 | en zestig jaren; en hij stierf. ~
7 Gen 5:27 | en zestig jaren; en hij stierf. ~
8 Gen 5:31 | en zeventig jaren; en hij stierf. ~
9 Gen 9:29 | en vijftig jaren; en hij stierf. ~ ~
10 Gen 11:28 | 28 En Haran stierf voor het aangezicht zijns
11 Gen 11:32 | en vijf jaren, en Terah stierf te Haran. ~ ~
12 Gen 22:2 | 2 En Sara stierf te Kiriath-Arba, dat is
13 Gen 23:75 | Abraham gaf den geest en stierf, in goede ouderdom, oud
14 Gen 23:84 | en hij gaf den geest, en stierf, en hij werd verzameld tot
15 Gen 32:8 | de voedster van Rebekka, stierf, en zij werd begraven onder
16 Gen 32:18 | haar ziel uitging (want zij stierf), dat zij zijn naam noemde
17 Gen 32:19 | 19 Alzo stierf Rachel; en zij werd begraven
18 Gen 32:29 | En Izak gaf den geest en stierf, en werd verzameld tot zijn
19 Gen 33:33 | 33 En Bela stierf, en Jobab, de zoon van Zerah,
20 Gen 33:34 | 34 En Jobab stierf, en Husam, uit der Temanieten
21 Gen 33:35 | 35 En Husam stierf, en in zijn plaats regeerde
22 Gen 33:36 | 36 En Hadad stierf, en Samla, van Masreka,
23 Gen 33:37 | 37 En Samla stierf, en Saul van Rehoboth, aan
24 Gen 33:38 | 38 En Saul stierf, en Baal-Hanan, de zoon
25 Gen 33:39 | Baal-Hanan, de zoon van Achbor, stierf, en Hadar regeerde in zijn
26 Gen 35:12 | vele dagen verlopen waren, stierf de dochter van Sua, de huisvrouw
27 Gen 46:26 | 26 En Jozef stierf, honderd en tien jaren oud
28 Exo 7:21 | vis, die in de rivier was, stierf; en de rivier stonk, zodat
29 Exo 9:6 | het vee der Egyptenaren stierf; maar van het vee der kinderen
30 Exo 9:6 | vee der kinderen Israels stierf niet een. ~
31 Num 15:36 | hem met stenen, dat hij stierf, gelijk als de HEERE Mozes
32 Num 20:1 | volk te Kades. En Mirjam stierf aldaar, en zij werd aldaar
33 Num 20:28 | zoon Eleazar aan; en Aaron stierf aldaar, op de hoogte diens
34 Num 21:6 | die beten het volk; en er stierf veel volks van Israel. ~
35 Num 26:10 | Korach, als die vergadering stierf, toen het vuur tweehonderd
36 Num 32:38 | den mond des HEEREN, en stierf aldaar, in het veertigste
37 Num 32:39 | twintig jaren oud, als hij stierf op den berg Hor. ~
38 Deu 10:6 | Beeroth-Bene-jaakan en Mosera. Aldaar stierf Aaron, en werd aldaar begraven;
39 Deu 32:50 | gelijk als uw broeder Aaron stierf op den berg Hor, en werd
40 Deu 34:5 | 5 Alzo stierf Mozes, de knecht des HEEREN,
41 Deu 34:7 | twintig jaren oud, als hij stierf; zijn oog was niet donker
42 Joz 23:20 | vergadering van Israel? En die man stierf niet alleen in zijn ongerechtigheid. ~
43 Joz 25:29 | Nun, de knecht des HEEREN, stierf, oud zijnde honderd en tien
44 Joz 25:33 | 33 Ook stierf Eleazar, de zoon van Aaron;
45 Ric 1:7 | hem te Jeruzalem, en hij stierf aldaar. ~
46 Ric 2:21 | heeft achtergelaten, als hij stierf; ~
47 Ric 3:11 | Othniel, de zoon van Kenaz, stierf. ~
48 Ric 4:21 | bevangen en vermoeid, en stierf. ~
49 Ric 7:32 | Gideon, de zoon van Joas, stierf in goeden ouderdom; en hij
50 Ric 8:54 | jongen doorstak hem, dat hij stierf. ~
51 Ric 9:2 | en twintig jaren; en hij stierf, en werd begraven te Samir. ~
52 Ric 9:5 | 5 En Jair stierf, en werd begraven te Kamon. ~
53 Ric 11:7 | en Jeftha, de Gileadiet, stierf, en werd begraven in de
54 Ric 11:10 | 10 Toen stierf Ebzan, en werd begraven
55 Ric 11:12 | En Elon, de Zebuloniet, stierf, en werd begraven te Ajalon,
56 Ric 11:15 | 15 Toen stierf Abdon, een zoon van Hillel,
57 Rut 1:3 | Elimelech, de man van Naomi, stierf; maar zij werd overgelaten
58 1Sa 4:18 | poort, en brak den nek, en stierf; want de man was oud en
59 1Sa 14:45 | volk Jonathan, dat hij niet stierf. ~
60 1Sa 25:1 | 1 En Samuel stierf; en gans Israel vergaderde
61 1Sa 25:38 | de HEERE Nabal, dat hij stierf. ~
62 1Sa 31:5 | hij ook in zijn zwaard en stierf met hem. ~
63 1Sa 31:6 | 6 Alzo stierf Saul, en zijn drie zonen,
64 2Sa 1:15 | En hij sloeg hem, dat hij stierf. ~
65 2Sa 2:23 | en hij viel aldaar, en stierf op zijn plaats. En het geschiedde,
66 2Sa 3:27 | aldaar aan de vijfde, dat hij stierf, om des bloeds wil van zijn
67 2Sa 6:7 | onbedachtzaamheid; en hij stierf aldaar bij de ark Gods. ~
68 2Sa 10:1 | koning der kinderen Ammons stierf, en zijn zoon Hanun werd
69 2Sa 10:18 | krijgsoverste, dat hij aldaar stierf. ~
70 2Sa 11:17 | knechten, en Uria, de Hethiet, stierf ook. ~
71 2Sa 11:21 | muur, dat hij te Thebez stierf? Waarom zijt gij tot den
72 2Sa 12:18 | zevenden dag, dat het kind stierf; en Davids knechten vreesden
73 2Sa 17:23 | huis, en verhing zich. Alzo stierf hij, en werd begraven in
74 2Sa 18:3 | ja, of de helft van ons stierf, zij zullen het hart op
75 2Sa 20:10 | ten tweeden male, en hij stierf. Toen jaagden Joab en zijn
76 1Kon 2:25| viel op hem aan, dat hij stierf. ~
77 1Kon 2:46| viel op hem aan, dat hij stierf. Alzo is het koninkrijk
78 1Kon 11:40| in Egypte, totdat Salomo stierf. ~
79 1Kon 12:18| hem met stenen, dat hij stierf; maar de koning Rehabeam
80 1Kon 14:17| dorpel van het huis kwam, zo stierf de jongeling. ~
81 1Kon 16:18| des konings met vuur, en stierf; ~
82 1Kon 16:22| Ginath, volgde; en Tibni stierf, en Omri regeerde. ~
83 1Kon 21:13| hem met stenen, dat hij stierf. ~
84 1Kon 22:35| tegenover de Syriers; maar hij stierf des avonds, en het bloed
85 1Kon 22:37| 37 Alzo stierf de koning, en werd naar
86 2Kon 1:17| 17 Alzo stierf hij, naar het woord des
87 2Kon 4:20| aan den middag toe; toen stierf hij. ~
88 2Kon 7:17| hem in de poort, dat hij stierf, gelijk de man Gods gesproken
89 2Kon 7:20| hem in de poort, dat hij stierf. ~ ~
90 2Kon 8:15| aangezicht uitspreidde, dat hij stierf; en Hazael werd koning in
91 2Kon 9:27| hij vlood naar Megiddo, en stierf aldaar. ~
92 2Kon 12:21| knechten, sloegen hem, dat hij stierf; en zij begroeven hem met
93 2Kon 13:21| knechten, sloegen hem, dat hij stierf; en zij begroeven hem met
94 2Kon 14:14| krankheid, van dewelke hij stierf; en Joas, de koning van
95 2Kon 14:20| 20 Daarna stierf Elisa, en zij begroeven
96 2Kon 14:24| Hazael, de koning van Syrie, stierf, en zijn zoon Benhadad werd
97 2Kon 25:34| en hij kwam in Egypte, en stierf aldaar. ~
98 2Kon 27:25| sloegen Gedalia, dat hij stierf; mitsgaders de Joden en
99 1Kro 1:44| 44 En Bela stierf, en Jobab regeerde in zijn
100 1Kro 1:45| 45 En Jobab stierf, en Husam, uit het land
101 1Kro 1:46| 46 En Husam stierf, en Hadad, de zoon van Bedad,
102 1Kro 1:47| 47 En Hadad stierf, en Samla, van Masreka,
103 1Kro 1:48| 48 En Samla stierf, en Saul, van Rehoboth aan
104 1Kro 1:49| 49 En Saul stierf, en Baal-Hanan, de zoon
105 1Kro 1:50| 50 Als Baal-Hanan stierf, zo regeerde Hadad in zijn
106 1Kro 1:51| 51 Toen Hadad stierf, zo werden vorsten in Edom:
107 1Kro 2:30| Seled en Appaim; en Seled stierf zonder kinderen. ~
108 1Kro 10:5 | hij ook in het zwaard en stierf. ~
109 1Kro 10:6 | 6 Alzo stierf Saul en zijn drie zonen;
110 1Kro 10:13| 13 Alzo stierf Saul, in zijn overtreding,
111 1Kro 13:10| uitgestrekt aan de ark; en hij stierf aldaar voor het aangezicht
112 1Kro 20:1 | koning der kinderen Ammons, stierf, en zijn zoon werd koning
113 1Kro 24:22| 22 En Eleazar stierf, en hij had geen zonen,
114 1Kro 25:2 | 2 Maar Nadab stierf, en Abihu, voor het aangezicht
115 1Kro 30:28| 28 En hij stierf in goeden ouderdom, zat
116 2Kro 11:18| hem met stenen, dat hij stierf; maar de koning Rehabeam
117 2Kro 14:20| HEERE sloeg hem, dat hij stierf. ~
118 2Kro 17:13| met zijn vaderen; en hij stierf in het een en veertigste
119 2Kro 19:34| tot den avond toe; en hij stierf ter tijd, als de zon onderging. ~ ~ ~
120 2Kro 22:19| krankheid uitgingen, dat hij stierf van boze krankheden; en
121 2Kro 22:39| krankheid uitgingen, dat hij stierf van boze krankheden; en
122 2Kro 24:15| oud en zat van dagen, en stierf; hij was honderd en dertig
123 2Kro 24:15| dertig jaren oud, toen hij stierf. ~
124 2Kro 24:22| zijn zoon; dewelke, als hij stierf, zeide: De HEERE zal het
125 2Kro 24:25| dood op zijn bed, dat hij stierf; en zij begroeven hem in
126 2Kro 35:24| hem te Jeruzalem; en hij stierf, en werd begraven in de
127 2Kro 36:24| hem te Jeruzalem; en hij stierf, en werd begraven in de
128 Job 41:17 | 17 En Job stierf, oud en der dagen zat. ~ ~ ~ ~
129 Jes 6:1 | jaar, toen de koning Uzzia stierf, zo zag ik den Heere, zittende
130 Jes 14:28 | jaar, toen de koning Achaz stierf, geschiedde deze last. ~
131 Jer 28:17 | 17 Alzo stierf de profeet Hananja in datzelfde
132 Eze 11:13 | Pelatja, de zoon van Benaja, stierf. Toen viel ik neder op mijn
133 Eze 24:18 | morgenstond, en mijn huisvrouw stierf in den avond; en ik deed
134 Matt 22:25| vrouw getrouwd hebbende, stierf; en dewijl hij geen zaad
135 Luk 16:22 | geschiedde, dat de bedelaar stierf, en van de engelen gedragen
136 Luk 16:23 | 23 En de rijke stierf ook, en werd begraven. En
137 Luk 20:29 | eerste nam een vrouw, en hij stierf zonder kinderen. ~
138 Luk 20:30 | nam die vrouw, en ook deze stierf zonder kinderen. ~
139 Luk 20:32 | En ten laatste na allen stierf ook de vrouw. ~
|