Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
gifte 1
giften 3
gihon 6
gij 8706
gijlieden 502
gijzelaars 2
gijzelve 1
Frequency    [«  »]
9551 die
8801 zij
8724 ik
8706 gij
7945 dat
7933 is
7660 niet

Bijbel

IntraText - Concordances

gij

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8706

     Book Chapter: Verse
7501 Joha 11:41 | zeide: Vader, Ik dank U, dat Gij Mij gehoord hebt. ~ 7502 Joha 11:42 | 42 Doch Ik wist, dat Gij Mij altijd hoort; maar om 7503 Joha 11:42 | zij zouden geloven, dat Gij Mij gezonden hebt. ~ 7504 Joha 11:49 | hogepriester was, zeide tot hen: Gij verstaat niets; ~ 7505 Joha 11:50 | 50 En gij overlegt niet, dat het ons 7506 Joha 12:8 | altijd met u, maar Mij hebt gij niet altijd. ~ 7507 Joha 12:15 | 15 Vrees niet, gij dochter Sions, zie, uw Koning 7508 Joha 12:19 | zeiden onder elkander: Ziet gij wel, dat gij gans niet vordert? 7509 Joha 12:19 | elkander: Ziet gij wel, dat gij gans niet vordert? Ziet, 7510 Joha 12:34 | eeuwigheid; en hoe zegt Gij, dat de Zoon des mensen 7511 Joha 12:35 | ulieden; wandelt, terwijl gij het Licht hebt, opdat de 7512 Joha 12:36 | 36 Terwijl gij het Licht hebt, gelooft 7513 Joha 12:36 | gelooft in het Licht, opdat gij kinderen des Lichts moogt 7514 Joha 13:6 | zeide tot Hem: Heere, zult Gij mij de voeten wassen? ~ 7515 Joha 13:7 | tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het 7516 Joha 13:7 | weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan. ~ 7517 Joha 13:8 | 8 Petrus zeide tot Hem: Gij zult mijn voeten niet wassen 7518 Joha 13:8 | Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel met Mij. ~ 7519 Joha 13:11 | verraden zou; daarom zeide Hij: Gij zijt niet allen rein. ~ 7520 Joha 13:12 | zeide tot hen: Verstaat gij, wat Ik ulieden gedaan heb? ~ 7521 Joha 13:13 | 13 Gij heet Mij Meester en Heere; 7522 Joha 13:13 | Mij Meester en Heere; en gij zegt wel, want Ik ben het. ~ 7523 Joha 13:14 | voeten gewassen heb, zo zijt gij ook schuldig, elkanders 7524 Joha 13:17 | 17 Indien gij deze dingen weet, zalig 7525 Joha 13:17 | dingen weet, zalig zijt gij, zo gij dezelve doet. ~ 7526 Joha 13:17 | weet, zalig zijt gij, zo gij dezelve doet. ~ 7527 Joha 13:19 | wanneer het geschied zal zijn, gij geloven moogt, dat Ik het 7528 Joha 13:27 | Jezus dan zeide tot hem: Wat gij doet, doe het haastelijk. ~ 7529 Joha 13:33 | kleinen tijd ben Ik bij u. Gij zult Mij zoeken, en gelijk 7530 Joha 13:33 | heb: Waar Ik heenga, kunt gij niet komen; alzo zeg Ik 7531 Joha 13:34 | nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk 7532 Joha 13:34 | u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt. ~ 7533 Joha 13:35 | zij allen bekennen, dat gij Mijn discipelen zijt, zo 7534 Joha 13:35 | Mijn discipelen zijt, zo gij liefde hebt onder elkander. ~ 7535 Joha 13:36 | tot Hem: Heere, waar gaat Gij heen? Jezus antwoordde hem: 7536 Joha 13:36 | hem: Waar Ik heenga, kunt gij Mij nu niet volgen; maar 7537 Joha 13:36 | Mij nu niet volgen; maar gij zult Mij namaals volgen. ~ 7538 Joha 13:38 | Jezus antwoordde hem: Zult gij uw leven voor Mij zetten? 7539 Joha 13:38 | zal niet kraaien, totdat gij Mij driemaal verloochend 7540 Joha 14:3 | zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik 7541 Joha 14:4 | En waar Ik heenga, weet gij, en den weg weet gij. ~ 7542 Joha 14:4 | weet gij, en den weg weet gij. ~ 7543 Joha 14:5 | Heere, wij weten niet, waar Gij heengaat; en hoe kunnen 7544 Joha 14:7 | Mij gekend hadt, zo zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben; 7545 Joha 14:7 | gekend hebben; en van nu kent gij Hem, en hebt Hem gezien. ~ 7546 Joha 14:9 | tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend, Filippus? 7547 Joha 14:9 | Vader gezien; en hoe zegt gij: Toon ons den Vader? ~ 7548 Joha 14:10 | 10 Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader 7549 Joha 14:13 | 13 En zo wat gij begeren zult in Mijn Naam, 7550 Joha 14:14 | 14 Zo gij iets begeren zult in Mijn 7551 Joha 14:15 | 15 Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart 7552 Joha 14:17 | en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft 7553 Joha 14:19 | Mij niet meer zien; maar gij zult Mij zien; want Ik leef, 7554 Joha 14:19 | Mij zien; want Ik leef, en gij zult leven. ~ 7555 Joha 14:20 | 20 In dien dag zult gij bekennen, dat Ik in Mijn 7556 Joha 14:20 | Ik in Mijn Vader ben, en gij in Mij, en Ik in u. ~ 7557 Joha 14:22 | Heere, wat is het, dat Gij Uzelven aan ons zult openbaren, 7558 Joha 14:28 | 28 Gij hebt gehoord, dat Ik tot 7559 Joha 14:28 | kom weder tot u. Indien gij Mij liefhadt, zo zoudt gij 7560 Joha 14:28 | gij Mij liefhadt, zo zoudt gij u verblijden, omdat Ik gezegd 7561 Joha 14:29 | wanneer het geschied zal zijn, gij geloven moogt. ~ 7562 Joha 15:4 | wijnstok blijft; alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet 7563 Joha 15:4 | blijft; alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft. ~ 7564 Joha 15:5 | 5 Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij blijft, 7565 Joha 15:5 | vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen. ~ 7566 Joha 15:7 | 7 Indien gij in Mij blijft, en Mijn woorden 7567 Joha 15:7 | woorden in u blijven, zo wat gij wilt, zult gij begeren, 7568 Joha 15:7 | blijven, zo wat gij wilt, zult gij begeren, en het zal u geschieden. ~ 7569 Joha 15:8 | Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt; en gij 7570 Joha 15:8 | gij veel vrucht draagt; en gij zult Mijn discipelen zijn. ~ 7571 Joha 15:10 | 10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo 7572 Joha 15:10 | geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; 7573 Joha 15:12 | 12 Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs 7574 Joha 15:14 | 14 Gij zijt Mijn vrienden, zo gij 7575 Joha 15:14 | Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede. ~ 7576 Joha 15:16 | 16 Gij hebt Mij niet uitverkoren, 7577 Joha 15:16 | en Ik heb u gesteld, dat gij zoudt heengaan en vrucht 7578 Joha 15:16 | vrucht blijve; opdat, zo wat gij van den Vader begeren zult 7579 Joha 15:17 | 17 Dit gebied Ik u, opdat gij elkander liefhebt. ~ 7580 Joha 15:19 | 19 Indien gij van de wereld waart, zo 7581 Joha 15:19 | hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, 7582 Joha 15:27 | 27 En gij zult ook getuigen, want 7583 Joha 15:27 | zult ook getuigen, want gij zijt van den beginne met 7584 Joha 16:1 | Ik tot u gesproken, opdat gij niet geergerd wordt. ~ 7585 Joha 16:4 | de ure zal gekomen zijn, gij dezelve moogt gedenken, 7586 Joha 16:5 | u vraagt Mij: Waar gaat Gij henen? ~ 7587 Joha 16:10 | tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien; ~ 7588 Joha 16:12 | heb Ik u te zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen. ~ 7589 Joha 16:16 | 16 Een kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien; en wederom 7590 Joha 16:16 | wederom een kleinen tijd, en gij zult Mij zien, want Ik ga 7591 Joha 16:17 | zegt: Een kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien; en wederom 7592 Joha 16:17 | wederom een kleinen tijd, en gij zult Mij zien; en: Want 7593 Joha 16:19 | en zeide tot hen: Vraagt gij daarvan onder elkander, 7594 Joha 16:19 | heb: Een kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien, en wederom 7595 Joha 16:19 | wederom een kleinen tijd, en gij zult Mij zien? ~ 7596 Joha 16:20 | voorwaar, Ik zeg u, dat gij zult schreien, en klagelijk 7597 Joha 16:20 | zal zich verblijden; en gij zult bedroefd zijn, maar 7598 Joha 16:22 | 22 En gij dan hebt nu wel droefheid; 7599 Joha 16:23 | 23 En in dien dag zult gij Mij niets vragen. Voorwaar, 7600 Joha 16:23 | voorwaar Ik zeg u: Al wat gij den Vader zult bidden in 7601 Joha 16:24 | 24 Tot nog toe hebt gij niet gebeden in Mijn Naam; 7602 Joha 16:24 | gebeden in Mijn Naam; bidt, en gij zult ontvangen, opdat uw 7603 Joha 16:26 | 26 In dien dag zult gij in Mijn Naam bidden; en 7604 Joha 16:27 | Zelf heeft u lief, dewijl gij Mij liefgehad hebt, en hebt 7605 Joha 16:29 | tot Hem: Zie, nu spreekt Gij vrijuit, en zegt geen gelijkenis. ~ 7606 Joha 16:30 | 30 Nu weten wij, dat Gij alle dingen weet, en Gij 7607 Joha 16:30 | Gij alle dingen weet, en Gij hebt niet van node, dat 7608 Joha 16:30 | Hierom geloven wij, dat Gij van God uitgegaan zijt. ~ 7609 Joha 16:31 | antwoordde hun: Gelooft gij nu? ~ 7610 Joha 16:32 | komt, en is nu gekomen, dat gij zult verstrooid worden, 7611 Joha 16:32 | iegelijk naar het zijne, en gij Mij alleen zult laten; en 7612 Joha 16:33 | Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de 7613 Joha 16:33 | hebt. In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar 7614 Joha 17:2 | 2 Gelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over 7615 Joha 17:2 | alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun 7616 Joha 17:3 | en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. ~ 7617 Joha 17:4 | voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen; ~ 7618 Joha 17:5 | 5 En nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met 7619 Joha 17:6 | geopenbaard den mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven 7620 Joha 17:6 | gegeven hebt. Zij waren Uw, en Gij hebt Mij dezelve gegeven; 7621 Joha 17:7 | zij bekend, dat alles, wat Gij Mij gegeven hebt, van U 7622 Joha 17:8 | 8 Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik 7623 Joha 17:8 | en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt. ~ 7624 Joha 17:9 | maar voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij 7625 Joha 17:11 | bewaar ze in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat 7626 Joha 17:12 | bewaarde Ik ze in Uw Naam. Die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik 7627 Joha 17:15 | 15 Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, 7628 Joha 17:15 | wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze. ~ 7629 Joha 17:18 | 18 Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de 7630 Joha 17:21 | allen een zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in 7631 Joha 17:21 | opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. ~ 7632 Joha 17:22 | heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt; opdat 7633 Joha 17:23 | 23 Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt 7634 Joha 17:23 | opdat de wereld bekenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en hen 7635 Joha 17:23 | hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt. ~ 7636 Joha 17:24 | ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat 7637 Joha 17:24 | heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt; want Gij 7638 Joha 17:24 | Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad, voor 7639 Joha 17:25 | dezen hebben bekend, dat Gij Mij gezonden hebt. ~ 7640 Joha 17:26 | opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen 7641 Joha 18:4 | zeide tot hen: Wien zoekt gij? ~ 7642 Joha 18:7 | dan wederom: Wien zoekt gij? En zij zeiden: Jezus den 7643 Joha 18:8 | dat Ik het ben. Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen 7644 Joha 18:9 | gezegd had: Uit degenen, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik 7645 Joha 18:17 | zeide tot Petrus: Zijt ook gij niet uit de discipelen van 7646 Joha 18:21 | 21 Wat ondervraagt gij Mij? Ondervraag degenen, 7647 Joha 18:22 | kinnebakslag, zeggende: Antwoordt Gij alzo den hogepriester? ~ 7648 Joha 18:23 | indien wel, waarom slaat gij Mij? ~ 7649 Joha 18:25 | zeiden dan tot hem: Zijt gij ook niet uit Zijn discipelen? 7650 Joha 18:29 | Wat beschuldiging brengt gij tegen dezen Mens? ~ 7651 Joha 18:31 | dan zeide tot hen: Neemt gij Hem, en oordeelt Hem naar 7652 Joha 18:33 | en zeide tot Hem: Zijt Gij de Koning der Joden? ~ 7653 Joha 18:34 | Jezus antwoordde hem: Zegt gij dit van uzelven, of hebben 7654 Joha 18:35 | mij overgeleverd; wat hebt Gij gedaan? ~ 7655 Joha 18:37 | dan zeide tot Hem: Zijt Gij dan een Koning? Jezus antwoordde: 7656 Joha 18:37 | Koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik een Koning 7657 Joha 18:39 | 39 Doch gij hebt een gewoonte, dat ik 7658 Joha 18:39 | pascha een loslate. Wilt gij dan, dat ik u den Koning 7659 Joha 19:3 | En zeiden: Wees gegroet, Gij Koning der Joden! En zij 7660 Joha 19:4 | Hem tot ulieden uit, opdat gij wetet, dat ik in Hem geen 7661 Joha 19:9 | tot Jezus: Van waar zijt Gij? Maar Jezus gaf hem geen 7662 Joha 19:10 | dan zeide tot Hem: Spreekt Gij tot mij niet? Weet Gij niet, 7663 Joha 19:10 | Spreekt Gij tot mij niet? Weet Gij niet, dat ik macht heb U 7664 Joha 19:11 | 11 Jezus antwoordde: Gij zoudt geen macht hebben 7665 Joha 19:12 | riepen, zeggende: Indien gij Dezen loslaat, zo zijt gij 7666 Joha 19:12 | gij Dezen loslaat, zo zijt gij des keizers vriend niet; 7667 Joha 19:35 | hetgeen waar is, opdat ook gij geloven moogt. ~ 7668 Joha 20:13 | tot haar: Vrouw! wat weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat 7669 Joha 20:15 | tot haar: Vrouw, wat weent gij? Wien zoekt gij? Zij, menende, 7670 Joha 20:15 | wat weent gij? Wien zoekt gij? Zij, menende, dat het de 7671 Joha 20:15 | zeide tot Hem: Heere, zo gij Hem weg gedragen hebt, zeg 7672 Joha 20:15 | gedragen hebt, zeg mij, waar gij Hem gelegd hebt, en ik zal 7673 Joha 20:23 | 23 Zo gij iemands zonden vergeeft, 7674 Joha 20:23 | worden zij vergeven; zo gij iemands zonden houdt, dien 7675 Joha 20:29 | Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas, 7676 Joha 20:29 | gezien hebt, Thomas, zo hebt gij geloofd; zalig zijn zij, 7677 Joha 20:31 | deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de 7678 Joha 20:31 | de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt 7679 Joha 21:5 | tot hen: Kinderkens, hebt gij niet enige toespijs? Zij 7680 Joha 21:6 | rechterzijde van het schip, en gij zult vinden. Zij wierpen 7681 Joha 21:10 | Brengt van den vissen, die gij nu gevangen hebt. ~ 7682 Joha 21:12 | durfde Hem vragen: Wie zijt Gij? wetende, dat het de Heere 7683 Joha 21:15 | Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? Hij 7684 Joha 21:15 | zeide tot Hem: Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. 7685 Joha 21:16 | Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Hij zeide tot 7686 Joha 21:16 | zeide tot Hem: Ja, Heere, gij weet, dat ik U liefheb. 7687 Joha 21:17 | Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, 7688 Joha 21:17 | maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: 7689 Joha 21:17 | en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, 7690 Joha 21:17 | Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. 7691 Joha 21:18 | voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, gorddet gij 7692 Joha 21:18 | gij jonger waart, gorddet gij uzelven, en wandeldet, alwaar 7693 Joha 21:18 | uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet; maar wanneer gij 7694 Joha 21:18 | gij wildet; maar wanneer gij zult oud geworden zijn, 7695 Joha 21:18 | oud geworden zijn, zo zult gij uw handen uitstrekken, en 7696 Joha 21:18 | gorden, en brengen, waar gij niet wilt. ~ 7697 Joha 21:22 | wat gaat het u aan? Volg gij Mij. ~ 7698 Hand 1:4 | belofte des Vaders, die gij, zeide Hij, van Mij gehoord 7699 Hand 1:5 | doopte wel met water, maar gij zult met den Heiligen Geest 7700 Hand 1:6 | Hem, zeggende: Heere, zult Gij in dezen tijd aan Israel 7701 Hand 1:8 | 8 Maar gij zult ontvangen de kracht 7702 Hand 1:8 | Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, 7703 Hand 1:11 | 11 Welke ook zeiden: Gij Galilese mannen, wat staat 7704 Hand 1:11 | Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar den hemel? 7705 Hand 1:11 | alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt 7706 Hand 1:24 | En zij baden en zeiden: Gij Heere! Gij Kenner der harten 7707 Hand 1:24 | baden en zeiden: Gij Heere! Gij Kenner der harten van allen, 7708 Hand 1:24 | deze twee een aan, dien Gij uitverkoren hebt; ~ 7709 Hand 2:14 | stem, en sprak tot hen: Gij Joodse mannen, en gij allen, 7710 Hand 2:14 | hen: Gij Joodse mannen, en gij allen, die te Jeruzalem 7711 Hand 2:15 | zijn niet dronken, gelijk gij vermoedt; want het is eerst 7712 Hand 2:22 | 22 Gij Israelietische mannen, hoort 7713 Hand 2:23 | overgegeven zijnde, hebt gij genomen, en door de handen 7714 Hand 2:27 | 27 Want Gij zult mijn ziel in de hel 7715 Hand 2:28 | 28 Gij hebt mij de wegen des levens 7716 Hand 2:28 | des levens bekend gemaakt; Gij zult mij vervullen met verheuging 7717 Hand 2:29 | 29 Gij mannen broeders, het is 7718 Hand 2:33 | heeft dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort. ~ 7719 Hand 2:36 | namelijk dezen Jezus, Dien gij gekruist hebt. ~ 7720 Hand 2:38 | vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen 7721 Hand 3:12 | antwoordde tot het volk: Gij Israelietische mannen, wat 7722 Hand 3:12 | Israelietische mannen, wat verwondert gij u over dit, of wat ziet 7723 Hand 3:12 | u over dit, of wat ziet gij zo sterk op ons, alsof wij 7724 Hand 3:13 | Jezus verheerlijkt, Welken gij overgeleverd hebt, en hebt 7725 Hand 3:14 | 14 Maar gij hebt den Heilige en Rechtvaardige 7726 Hand 3:15 | den Vorst des levens hebt gij gedood, Welken God opgewekt 7727 Hand 3:16 | Naam dezen gesterkt, dien gij ziet en kent; en het geloof, 7728 Hand 3:17 | broeders, ik weet, dat gij het door onwetendheid gedaan 7729 Hand 3:22 | broederen, gelijk mij; Dien zult gij horen, in alles, wat Hij 7730 Hand 4:8 | Heiligen Geest, tot hen: Gij oversten des volks, en gij 7731 Hand 4:8 | Gij oversten des volks, en gij ouderlingen van Israel! ~ 7732 Hand 4:10 | Christus, den Nazarener, Dien gij gekruist hebt, Welken God 7733 Hand 4:19 | zeiden tot hen: Oordeelt gij, of het recht is voor God, 7734 Hand 4:24 | tot God, en zeiden: Heere! Gij zijt de God, Die gemaakt 7735 Hand 4:27 | heilig Kind Jezus, Welken Gij gezalfd hebt, beiden Herodes 7736 Hand 4:30 | 30 Daarin, dat Gij Uw hand uitstrekt tot genezing, 7737 Hand 5:6 | deze zal u zeggen, wat gij doen moet. ~ 7738 Hand 5:15 | God gereinigd heeft, zult gij niet gemeen maken. ~ 7739 Hand 5:21 | Ziet, ik ben het, dien gij zoekt; wat is de oorzaak, 7740 Hand 5:21 | wat is de oorzaak, waarom gij hier zijt? ~ 7741 Hand 5:28 | 28 En hij zeide tot hen: Gij weet, hoe het een Joodsen 7742 Hand 5:33 | stonde aan tot u gezonden, en gij hebt welgedaan, dat gij 7743 Hand 5:33 | gij hebt welgedaan, dat gij hier gekomen zijt. Wij zijn 7744 Hand 6:3 | 3 Zeggende: Gij zijt ingegaan tot mannen, 7745 Hand 6:9 | God gereinigd heeft, zult gij niet gemeen maken. ~ 7746 Hand 6:14 | zal spreken, door welke gij zult zalig worden, en al 7747 Hand 6:45 | En zij zeiden tot haar: Gij raast. Doch zij bleef er 7748 Hand 7:10 | 10 O gij kind des duivels, vol van 7749 Hand 7:10 | alle gerechtigheid, zult gij niet ophouden te verkeren 7750 Hand 7:11 | des Heeren is tegen u, en gij zult blind zijn, en de zon 7751 Hand 7:16 | wenkte met de hand, en zeide: Gij Israelietische mannen, en 7752 Hand 7:16 | Israelietische mannen, en gij, die God vreest, hoort toe. ~ 7753 Hand 7:33 | psalm geschreven staat: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb 7754 Hand 7:35 | een anderen psalm zegt: Gij zult Uw Heilige niet over 7755 Hand 7:39 | En dat van alles, waarvan gij niet kondet gerechtvaardigd 7756 Hand 7:41 | 41 Ziet, gij verachters, en verwondert 7757 Hand 7:41 | dagen, een werk, hetwelk gij niet zult geloven, zo het 7758 Hand 7:46 | zou worden; doch nademaal gij hetzelve verstoot, en uzelven 7759 Hand 7:47 | licht der heidenen, opdat gij zoudt zijn tot zaligheid, 7760 Hand 8:15 | zeggende: Mannen, waarom doet gij deze dingen? Wij zijn ook 7761 Hand 8:15 | van gelijke bewegingen als gij, en verkondigen ulieden, 7762 Hand 8:15 | verkondigen ulieden, dat gij u zoudt van deze ijdele 7763 Hand 9:1 | broederen, zeggende: Indien gij niet besneden wordt naar 7764 Hand 9:1 | wijze van Mozes, zo kunt gij niet zalig worden. ~ 7765 Hand 9:7 | tot hen: Mannen broeders, gij weet, dat God van over langen 7766 Hand 9:10 | 10 Nu dan, wat verzoekt gij God, om een juk op den hals 7767 Hand 9:24 | wankelende gemaakt, zeggende, dat gij moet besneden worden, en 7768 Hand 9:29 | 29 Namelijk, dat gij u onthoudt van hetgeen den 7769 Hand 9:29 | van welke dingen, indien gij uzelven wacht, zo zult gij 7770 Hand 9:29 | gij uzelven wacht, zo zult gij weldoen. Vaart wel. ~ 7771 Hand 10:15 | zij ons, zeggende: Indien gij hebt geoordeeld, dat ik 7772 Hand 10:18 | van Jezus Christus, dat gij van haar uitgaat. En hij 7773 Hand 10:31 | Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en 7774 Hand 10:31 | en gij zult zalig worden, gij en uw huis. ~ 7775 Hand 10:36 | hoofdmannen hebben gezonden, dat gij zoudt losgelaten worden; 7776 Hand 11:19 | deze nieuwe leer zij, daar gij van spreekt? ~ 7777 Hand 11:20 | 20 Want gij brengt enige vreemde dingen 7778 Hand 11:22 | genaamd Areopagus, zeide: Gij mannen van Athene! ik bemerke, 7779 Hand 11:22 | Athene! ik bemerke, dat gij alleszins gelijk als godsdienstiger 7780 Hand 11:23 | ONBEKENDEN GOD. Dezen dan, Dien gij niet kennende dient, verkondig 7781 Hand 12:15 | die onder u is, zo zult gij zelven toezien; want ik 7782 Hand 13:2 | Zeide hij tot hen: Hebt gij den Heiligen Geest ontvangen, 7783 Hand 13:2 | Heiligen Geest ontvangen, als gij geloofd hebt? En zij zeiden 7784 Hand 13:3 | zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: 7785 Hand 13:15 | maar gijlieden, wie zijt gij? ~ 7786 Hand 13:25 | dergelijke dingen, zeide: Mannen, gij weet, dat wij uit dit gewin 7787 Hand 13:26 | 26 En gij ziet en hoort, dat deze 7788 Hand 13:35 | gestild had, zeide hij: Gij mannen van Efeze! wat mens 7789 Hand 13:36 | zo is het behoorlijk dat gij stil zijt, en niets onbedachts 7790 Hand 13:37 | 37 Want gij hebt deze mannen hier gebracht, 7791 Hand 13:39 | 39 En indien gij iets van andere dingen verzoekt, 7792 Hand 14:25 | En nu ziet, ik weet, dat gij allen, waar ik doorgegaan 7793 Hand 15:13 | Paulus antwoordde: Wat doet gij, dat gij weent, en mijn 7794 Hand 15:13 | antwoordde: Wat doet gij, dat gij weent, en mijn hart week 7795 Hand 15:20 | Heere, en zeiden tot hem: Gij ziet, broeder, hoevele duizenden 7796 Hand 15:21 | aangaande u bericht, dat gij al de Joden, die onder de 7797 Hand 15:22 | want zij zullen horen, dat gij gekomen zijt. ~ 7798 Hand 15:24 | bericht zijn; maar dat gij alzo wandelt, dat gij ook 7799 Hand 15:24 | dat gij alzo wandelt, dat gij ook zelve de wet onderhoudt. ~ 7800 Hand 15:28 | 28 Roepende: Gij Israelietische mannen, komt 7801 Hand 15:37 | spreken? En hij zeide: Kent gij Grieks? ~ 7802 Hand 15:38 | 38 Zijt gij dan niet de Egyptenaar, 7803 Hand 16:3 | ijveraar Gods, gelijkerwijs gij allen heden zijt; ~ 7804 Hand 16:7 | Saul, Saul, wat vervolgt gij Mij? ~ 7805 Hand 16:8 | ik antwoordde: Wie zijt Gij, Heere? En Hij zeide tot 7806 Hand 16:8 | Jezus, de Nazarener, Welken gij vervolgt. ~ 7807 Hand 16:15 | 15 Want gij zult Hem getuige zijn bij 7808 Hand 16:15 | alle mensen, van hetgeen gij gezien en gehoord hebt. ~ 7809 Hand 16:16 | 16 En nu, wat vertoeft gij? Sta op, en laat u dopen, 7810 Hand 16:26 | overste, zeggende: Zie, wat gij te doen hebt; want deze 7811 Hand 16:27 | zeide tot hem: Zeg mij, zijt gij een Romein? En hij zeide: 7812 Hand 17:3 | tot hem: God zal u slaan, gij gewitte wand! Zit gij ook 7813 Hand 17:3 | slaan, gij gewitte wand! Zit gij ook om mij te oordelen naar 7814 Hand 17:3 | naar de wet, en beveelt gij, tegen de wet, dat men mij 7815 Hand 17:4 | stonden, zeiden: Scheldt gij den hogepriester Gods? ~ 7816 Hand 17:5 | Den overste uws volks zult gij niet vloeken. ~ 7817 Hand 17:11 | moed, Paulus, want gelijk gij te Jeruzalem van Mij betuigd 7818 Hand 17:11 | Mij betuigd hebt alzo moet gij ook te Rome getuigen. ~ 7819 Hand 17:15 | 15 Gij dan nu, laat den overste 7820 Hand 17:15 | morgen tot u afbrenge, alsof gij nadere kennis zoudt nemen 7821 Hand 17:19 | vraagde hij: Wat is het dat gij mij hebt te boodschappen? ~ 7822 Hand 17:20 | om van u te begeren, dat gij Paulus morgen in den raad 7823 Hand 17:22 | Zeg niemand voort, dat gij mij zulks geopenbaard hebt. ~ 7824 Hand 18:4 | lang ophoude, ik bid u, dat gij ons, naar uw bescheidenheid, 7825 Hand 18:8 | u te komen; van dewelken gij zelf, hem onderzocht hebbende, 7826 Hand 18:10 | antwoordde: Dewijl ik weet, dat gij nu vele jaren over dit volk 7827 Hand 18:11 | 11 Alzo gij kunt weten, dat het niet 7828 Hand 19:9 | antwoordde Paulus, en zeide: Wilt gij naar Jeruzalem opgaan, en 7829 Hand 19:10 | geen onrecht gedaan; gelijk gij ook zeer wel weet. ~ 7830 Hand 19:12 | raad gesproken had: Hebt gij u op den keizer beroepen? 7831 Hand 19:12 | op den keizer beroepen? Gij zult tot den keizer gaan. ~ 7832 Hand 19:22 | En hij zeide: Morgen zult gij hem horen. ~ 7833 Hand 19:24 | zeide: Koning Agrippa, en gij mannen allen, die met ons 7834 Hand 19:24 | hier tegenwoordig zijt, gij ziet dezen, van welken mij 7835 Hand 20:3 | Allermeest, dewijl ik weet, dat gij kennis hebt van alle gewoonten 7836 Hand 20:3 | zijn. Daarom bid ik u, dat gij mij lankmoediglijk hoort. ~ 7837 Hand 20:14 | Saul, Saul, wat vervolgt gij Mij? Het is u hard, tegen 7838 Hand 20:15 | 15 En ik zeide: Wie zijt Gij, Heere? En Hij zeide: Ik 7839 Hand 20:15 | zeide: Ik ben Jezus, Dien gij vervolgt. ~ 7840 Hand 20:16 | getuige der dingen, beide die gij gezien hebt en in welke 7841 Hand 20:24 | zeide Festus met grote stem: Gij raast, Paulus, de grote 7842 Hand 20:27 | 27 Gelooft gij, o koning Agrippa, de profeten? 7843 Hand 20:27 | de profeten? Ik weet dat gij ze gelooft. ~ 7844 Hand 20:28 | Agrippa zeide tot Paulus: Gij beweegt mij bijna een Christen 7845 Hand 20:29 | geheellijk, niet alleen gij, maar ook allen, die mij 7846 Hand 21:24 | Zeggende: Vrees niet, Paulus, gij moet voor den keizer gesteld 7847 Hand 21:31 | het schip niet blijven, gij kunt niet behouden worden. ~ 7848 Hand 21:33 | heden de veertiende dag, dat gij verwachtende blijft zonder 7849 Hand 22:22 | wel van u te horen, wat gij gevoelt; want wat deze sekte 7850 Hand 22:26 | zeg: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; 7851 Hand 22:26 | verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken. ~ 7852 Rom 1:6 | 6 Onder welken gij ook zijt, geroepenen van 7853 Rom 1:11 | mocht mededelen, ten einde gij versterkt zoudt worden; ~ 7854 Rom 2:1 | 1 Daarom zijt gij niet te verontschuldigen, 7855 Rom 2:1 | verontschuldigen, o mens, wie gij zijt, die anderen oordeelt; 7856 Rom 2:1 | anderen oordeelt; want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt 7857 Rom 2:1 | ander oordeelt, veroordeelt gij uzelven; want gij, die anderen 7858 Rom 2:1 | veroordeelt gij uzelven; want gij, die anderen oordeelt, doet 7859 Rom 2:3 | 3 En denkt gij dit, o mens, die oordeelt 7860 Rom 2:3 | doen, en dezelve doet, dat gij het oordeel Gods zult ontvlieden? ~ 7861 Rom 2:4 | 4 Of veracht gij den rijkdom Zijner goedertierenheid, 7862 Rom 2:5 | onbekeerlijk hart, vergadert gij uzelven toorn als een schat, 7863 Rom 2:17 | 17 Zie, gij wordt een Jood genaamd en 7864 Rom 2:18 | 18 En gij weet Zijn wil, en beproeft 7865 Rom 2:19 | 19 En gij betrouwt uzelven te zijn 7866 Rom 2:21 | een anderen leert, leert gij uzelven niet? Die predikt, 7867 Rom 2:21 | niet stelen zal, steelt gij? ~ 7868 Rom 2:22 | overspel doen zal, doet gij overspel? Die van de afgoden 7869 Rom 2:22 | een gruwel hebt, berooft gij het heilige? ~ 7870 Rom 2:23 | op de wet roemt, onteert gij God door de overtreding 7871 Rom 2:25 | besnijdenis is wel nut, indien gij de wet doet; maar indien 7872 Rom 2:25 | de wet doet; maar indien gij een overtreder der wet zijt, 7873 Rom 3:4 | als geschreven is: Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in 7874 Rom 3:4 | woorden, en overwint, wanneer Gij oordeelt. ~ 7875 Rom 6:3 | 3 Of weet gij niet, dat zovelen als wij 7876 Rom 6:11 | houdt het daarvoor dat gij wel der zonde dood zijt, 7877 Rom 6:14 | over u niet heersen; want gij zijt niet onder de wet, 7878 Rom 6:16 | 16 Weet gij niet, dat wien gij uzelven 7879 Rom 6:16 | Weet gij niet, dat wien gij uzelven stelt tot dienstknechten 7880 Rom 6:16 | dienstknechten ter gehoorzaamheid, gij dienstknechten zijt desgenen, 7881 Rom 6:16 | dienstknechten zijt desgenen, dien gij gehoorzaamt, of der zonde 7882 Rom 6:17 | Maar Gode zij dank, dat gij wel dienstknechten der zonde 7883 Rom 6:17 | der zonde waart, maar dat gij nu van harte gehoorzaam 7884 Rom 6:17 | voorbeeld der leer, tot hetwelk gij overgegeven zijt; ~ 7885 Rom 6:19 | vleses wil; want gelijk gij uw leden gesteld hebt, om 7886 Rom 6:20 | 20 Want toen gij dienstknechten waart der 7887 Rom 6:20 | waart der zonde, zo waart gij vrij van de gerechtigheid. ~ 7888 Rom 6:21 | 21 Wat vrucht dan hadt gij toen van die dingen, waarover 7889 Rom 6:21 | van die dingen, waarover gij u nu schaamt? Want het einde 7890 Rom 6:22 | dienstbaar gemaakt zijnde, hebt gij uw vrucht tot heiligmaking, 7891 Rom 7:1 | 1 Weet gij niet, broeders! (want ik 7892 Rom 7:4 | 4 Zo dan, mijn broeders, gij zijt ook der wet gedood 7893 Rom 7:4 | lichaam van Christus, opdat gij zoudt worden eens Anderen, 7894 Rom 7:7 | indien de wet niet zeide: Gij zult niet begeren. ~ 7895 Rom 8:13 | 13 Want indien gij naar het vlees leeft, zo 7896 Rom 8:13 | het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij 7897 Rom 8:13 | gij sterven; maar indien gij door den Geest de werkingen 7898 Rom 8:13 | lichaams doodt, zo zult gij leven. ~ 7899 Rom 8:15 | 15 Want gij hebt niet ontvangen den 7900 Rom 8:15 | wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest 7901 Rom 9:19 | 19 Gij zult dan tot mij zeggen: 7902 Rom 9:20 | Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? 7903 Rom 9:20 | heeft, zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt? ~ 7904 Rom 10:9 | 9 Namelijk, indien gij met uw mond zult belijden 7905 Rom 10:9 | opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden. ~ 7906 Rom 11:2 | voren gekend heeft. Of weet gij niet, wat de Schrift zegt 7907 Rom 11:17 | takken afgebroken zijn, en gij, een wilde olijfboom zijnde, 7908 Rom 11:18 | tegen de takken; en indien gij daartegen roemt, gij draagt 7909 Rom 11:18 | indien gij daartegen roemt, gij draagt den wortel niet, 7910 Rom 11:19 | 19 Gij zult dan zeggen: De takken 7911 Rom 11:20 | ongeloof afgebroken, en gij staat door het geloof. Zijt 7912 Rom 11:22 | goedertierenheid over u, indien gij in de goedertierenheid blijft; 7913 Rom 11:22 | blijft; anderszins zult ook gij afgehouwen worden. ~ 7914 Rom 11:24 | 24 Want indien gij afgehouwen zijt uit den 7915 Rom 11:25 | verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt, bij uzelven), 7916 Rom 12:1 | de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een 7917 Rom 12:2 | vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de 7918 Rom 12:20 | drinken; want dat doende, zult gij kolen vuurs op zijn hoofd 7919 Rom 13:3 | werken, maar den kwaden. Wilt gij nu de macht niet vrezen, 7920 Rom 13:3 | vrezen, doe het goede, en gij zult lof van haar hebben; ~ 7921 Rom 13:4 | u ten goede. Maar indien gij kwaad doet, zo vrees; want 7922 Rom 13:6 | 6 Want daarom betaalt gij ook schattingen; want zij 7923 Rom 13:7 | geeft dan een iegelijk, wat gij schuldig zijt; schatting, 7924 Rom 13:7 | schuldig zijt; schatting, dien gij de schatting, tol, dien 7925 Rom 13:7 | de schatting, tol, dien gij den tol, vreze, dien gij 7926 Rom 13:7 | gij den tol, vreze, dien gij de vreze, eer, die gij de 7927 Rom 13:7 | dien gij de vreze, eer, die gij de eer schuldig zijt. ~ 7928 Rom 13:9 | 9 Want dit: Gij zult geen overspel doen, 7929 Rom 13:9 | zult geen overspel doen, gij zult niet doden, gij zult 7930 Rom 13:9 | doen, gij zult niet doden, gij zult niet stelen, gij zult 7931 Rom 13:9 | doden, gij zult niet stelen, gij zult geen valse getuigenis 7932 Rom 13:9 | valse getuigenis geven, gij zult niet begeren; en zo 7933 Rom 13:9 | begrepen, namelijk in dit: Gij zult uw naaste liefhebben 7934 Rom 14:4 | 4 Wie zijt gij, die eens anderen huisknecht 7935 Rom 14:10 | 10 Maar gij, wat oordeelt gij uw broeder? 7936 Rom 14:10 | 10 Maar gij, wat oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, 7937 Rom 14:10 | oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, wat veracht gij uw broeder? 7938 Rom 14:10 | Of ook gij, wat veracht gij uw broeder? Want wij zullen 7939 Rom 14:13 | dit liever, namelijk, dat gij den broeder geen aanstoot 7940 Rom 14:15 | bedroefd wordt, zo wandelt gij niet meer naar liefde. Verderf 7941 Rom 14:22 | 22 Hebt gij geloof? hebt dat bij uzelven 7942 Rom 15:5 | vertroosting geve u, dat gij eensgezind zijt onder elkander 7943 Rom 15:6 | 6 Opdat gij eendrachtelijk, met een 7944 Rom 15:10 | zegt Hij: Weest vrolijk, gij heidenen met Zijn volk! ~ 7945 Rom 15:11 | wederom: Looft den Heere, al gij heidenen, en prijst Hem, 7946 Rom 15:11 | heidenen, en prijst Hem, al gij volken! ~ 7947 Rom 15:13 | vrede in het geloven, opdat gij overvloedig moogt zijn in 7948 Rom 15:14 | ben verzekerd van u, dat gij ook zelven vol zijt van 7949 Rom 15:30 | liefde des Geestes, dat gij met mij strijdt in de gebeden 7950 Rom 16:2 | 2 Opdat gij haar ontvangt in den Heere, 7951 Rom 16:17 | aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt; en 7952 Rom 16:19 | uwenthalve; en ik wil, dat gij wijs zijt in het goede, 7953 1Kor 1:5 | 5 Dat gij in alles rijk zijt geworden 7954 1Kor 1:9 | is getrouw, door Welken gij geroepen zijt tot de gemeenschap 7955 1Kor 1:10 | Heere Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, 7956 1Kor 1:10 | scheuringen zijn, maar dat gij samengevoegd zijt in een 7957 1Kor 1:13 | voor u gekruist? Of zijt gij in Paulus' naam gedoopt? ~ 7958 1Kor 1:26 | 26 Want gij ziet uw roeping, broeders, 7959 1Kor 1:26 | uw roeping, broeders, dat gij niet vele wijzen zijt naar 7960 1Kor 1:30 | 30 Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons 7961 1Kor 3:2 | niet met vaste spijs; want gij vermocht toen nog niet; 7962 1Kor 3:2 | vermocht toen nog niet; ja, gij vermoogt ook nu nog niet. ~ 7963 1Kor 3:3 | 3 Want gij zijt nog vleselijk; want 7964 1Kor 3:3 | twist, en tweedracht, zijt gij niet vleselijk, en wandelt 7965 1Kor 3:3 | niet vleselijk, en wandelt gij niet naar den mens? ~ 7966 1Kor 3:4 | Ik ben van Apollos; zijt gij niet vleselijk? ~ 7967 1Kor 3:5 | dan dienaars, door welken gij geloofd hebt, en dat, gelijk 7968 1Kor 3:9 | akkerwerk, Gods gebouw zijt gij. ~ 7969 1Kor 3:16 | 16 Weet gij niet, dat gij Gods tempel 7970 1Kor 3:16 | 16 Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt, en de 7971 1Kor 3:17 | tempel Gods is heilig, welke gij zijt. ~ 7972 1Kor 3:23 | 23 Doch gij zijt van Christus, en Christus 7973 1Kor 4:6 | toegepast, om uwentwil; opdat gij aan ons zoudt leren, niet 7974 1Kor 4:6 | hetgeen geschreven is, dat gij niet, de een om eens anders 7975 1Kor 4:7 | onderscheidt u? En wat hebt gij, dat gij niet hebt ontvangen? 7976 1Kor 4:7 | u? En wat hebt gij, dat gij niet hebt ontvangen? En 7977 1Kor 4:7 | niet hebt ontvangen? En zo gij het ook ontvangen hebt, 7978 1Kor 4:7 | ontvangen hebt, wat roemt gij, alsof gij het niet ontvangen 7979 1Kor 4:7 | hebt, wat roemt gij, alsof gij het niet ontvangen hadt? ~ 7980 1Kor 4:8 | 8 Alrede zijt gij verzadigd, alrede zijt gij 7981 1Kor 4:8 | gij verzadigd, alrede zijt gij rijk geworden, zonder ons 7982 1Kor 4:8 | geworden, zonder ons hebt gij geheerst; en och, of gij 7983 1Kor 4:8 | gij geheerst; en och, of gij heerstet, opdat ook wij 7984 1Kor 4:10 | dwazen om Christus' wil, maar gij zijt wijzen in Christus; 7985 1Kor 4:10 | wij zijn zwakken, maar gij sterken; gij zijt heerlijken, 7986 1Kor 4:10 | zwakken, maar gij sterken; gij zijt heerlijken, maar wij 7987 1Kor 4:15 | 15 Want al hadt gij tien duizend leermeesters 7988 1Kor 4:15 | leermeesters in Christus, zo hebt gij toch niet vele vaders; want 7989 1Kor 4:21 | 21 Wat wilt gij? Zal ik met de roede tot 7990 1Kor 5:2 | 2 En zijt gij nog opgeblazen, en hebt 7991 1Kor 5:6 | roem is niet goed. Weet gij niet, dat een weinig zuurdesem 7992 1Kor 5:7 | ouden zuurdesem uit, opdat gij een nieuw deeg zijn moogt, 7993 1Kor 5:7 | deeg zijn moogt, gelijk gij ongezuurd zijt. Want ook 7994 1Kor 5:9 | geschreven in den brief, dat gij u niet zoudt vermengen met 7995 1Kor 5:10 | afgodendienaars; want anders zoudt gij moeten uit de wereld gaan. ~ 7996 1Kor 5:11 | heb ik u geschreven, dat gij u niet zult vermengen, namelijk 7997 1Kor 5:11 | dronkaard, of een rover; dat gij met zodanig een ook niet 7998 1Kor 5:13 | zijn oordeelt God. En doet gij deze boze uit ulieden weg. ~  ~  ~  7999 1Kor 6:2 | 2 Weet gij niet, dat de heiligen de 8000 1Kor 6:2 | wereld geoordeeld wordt, zijt gij onwaardig de minste gerechtzaken? ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8706

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License