1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8706
Book Chapter: Verse
8001 1Kor 6:3 | 3 Weet gij niet, dat wij de engelen
8002 1Kor 6:4 | 4 Zo gij dan gerechtzaken hebt, die
8003 1Kor 6:7 | ganselijk gebrek onder u, dat gij met elkander rechtzaken
8004 1Kor 6:7 | rechtzaken hebt. Waarom lijdt gij niet liever ongelijk? Waarom
8005 1Kor 6:7 | liever ongelijk? Waarom lijdt gij niet liever schade? ~
8006 1Kor 6:9 | 9 Of weet gij niet, dat de onrechtvaardigen
8007 1Kor 6:11 | 11 En dit waart gij sommigen; maar gij zijt
8008 1Kor 6:11 | waart gij sommigen; maar gij zijt afgewassen, maar gij
8009 1Kor 6:11 | gij zijt afgewassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij
8010 1Kor 6:11 | gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd, in
8011 1Kor 6:15 | 15 Weet gij niet, dat uw lichamen leden
8012 1Kor 6:16 | 16 Of weet gij niet, dat die de hoer aanhangt,
8013 1Kor 6:19 | 19 Of weet gij niet, dat ulieder lichaam
8014 1Kor 6:19 | Geest, Die in u is, Dien gij van God hebt, en dat gij
8015 1Kor 6:19 | gij van God hebt, en dat gij uws zelfs niet zijt? ~
8016 1Kor 6:20 | 20 Want gij zijt duur gekocht: zo verheerlijkt
8017 1Kor 7:1 | Aangaande nu de dingen, waarvan gij mij geschreven hebt: het
8018 1Kor 7:5 | toestemming voor een tijd, opdat gij u tot vasten en bidden moogt
8019 1Kor 7:5 | satan niet verzoeke, omdat gij u niet kunt onthouden. ~
8020 1Kor 7:16 | 16 Want wat weet gij, vrouw, of gij den man zult
8021 1Kor 7:16 | wat weet gij, vrouw, of gij den man zult zalig maken?
8022 1Kor 7:16 | zalig maken? Of wat weet gij, man, of gij de vrouw zult
8023 1Kor 7:16 | Of wat weet gij, man, of gij de vrouw zult zalig maken? ~
8024 1Kor 7:21 | 21 Zijt gij, een dienstknecht zijnde,
8025 1Kor 7:21 | bekommeren; maar indien gij ook kunt vrij worden, gebruik
8026 1Kor 7:23 | 23 Gij zijt duur gekocht, wordt
8027 1Kor 7:27 | 27 Zijt gij aan een vrouw verbonden,
8028 1Kor 7:27 | zoek geen ontbinding; zijt gij ongebonden van een vrouw,
8029 1Kor 7:28 | 28 Maar indien gij ook trouwt, gij zondigt
8030 1Kor 7:28 | Maar indien gij ook trouwt, gij zondigt niet; en indien
8031 1Kor 7:32 | 32 En ik wil, dat gij zonder bekommernis zijt.
8032 1Kor 9:9 | van Mozes is geschreven: Gij zult een dorsenden os niet
8033 1Kor 9:13 | 13 Weet gij niet, dat degenen, die de
8034 1Kor 9:24 | ontvangt? Loopt alzo, dat gij dien moogt verkrijgen. ~
8035 1Kor 10:1 | wil niet, broeders, dat gij onwetende zijt, dat onze
8036 1Kor 10:13 | verzocht worden boven hetgeen gij vermoogt; maar Hij zal met
8037 1Kor 10:13 | de uitkomst geven, opdat gij ze kunt verdragen. ~
8038 1Kor 10:15 | verstandigen spreek ik; oordeelt gij, hetgeen ik zeg. ~
8039 1Kor 10:20 | Gode; en ik wil niet, dat gij met de duivelen gemeenschap
8040 1Kor 10:21 | 21 Gij kunt den drinkbeker des
8041 1Kor 10:21 | drinkbeker der duivelen; gij kunt niet deelachtig zijn
8042 1Kor 10:27 | de ongelovigen noodt, en gij daar gaan wilt, eet al wat
8043 1Kor 10:31 | gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets
8044 1Kor 10:31 | dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het
8045 1Kor 11:2 | ik prijs u, broeders, dat gij in alles mijner gedachtig
8046 1Kor 11:3 | 3 Doch ik wil, dat gij weet, dat Christus het Hoofd
8047 1Kor 11:13 | 13 Oordeelt gij onder uzelven: is het betamelijk,
8048 1Kor 11:17 | prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot
8049 1Kor 11:18 | 18 Want eerstelijk, als gij samenkomt in de Gemeente,
8050 1Kor 11:20 | 20 Als gij dan bijeen samenkomt, dat
8051 1Kor 11:22 | 22 Hebt gij dan geen huizen, om er te
8052 1Kor 11:22 | en te drinken? Of veracht gij de Gemeente Gods, en beschaamt
8053 1Kor 11:22 | Gemeente Gods, en beschaamt gij degenen, die niet hebben?
8054 1Kor 11:25 | Doet dat, zo dikwijls als gij dien zult drinken, tot Mijn
8055 1Kor 11:26 | 26 Want zo dikwijls als gij dit brood zult eten, en
8056 1Kor 11:33 | dan, mijn broeders, als gij samenkomt om te eten, verwacht
8057 1Kor 11:34 | dat hij te huis ete, opdat gij niet tot een oordeel samenkomt.
8058 1Kor 12:1 | broeders, wil ik niet, dat gij onwetende zijt. ~
8059 1Kor 12:2 | 2 Gij weet, dat gij heidenen waart,
8060 1Kor 12:2 | 2 Gij weet, dat gij heidenen waart, tot de stomme
8061 1Kor 12:2 | heengetrokken, naar dat gij geleid werdt. ~
8062 1Kor 14:1 | geestelijke gaven, maar meest, dat gij moogt profeteren. ~
8063 1Kor 14:5 | 5 En ik wil wel, dat gij allen in vreemde talen spreekt,
8064 1Kor 14:5 | spreekt, maar meer, dat gij profeteert; want die profeteert,
8065 1Kor 14:9 | Alzo ook gijlieden, indien gij niet door de taal een duidelijke
8066 1Kor 14:9 | hetgeen gesproken wordt? Want gij zult zijn als die in de
8067 1Kor 14:12 | 12 Alzo ook gij, dewijl gij ijverig zijt
8068 1Kor 14:12 | 12 Alzo ook gij, dewijl gij ijverig zijt naar geestelijke
8069 1Kor 14:12 | geestelijke gaven, zo zoekt dat gij moogt overvloedig zijn tot
8070 1Kor 14:16 | 16 Anderszins, indien gij dankzegt met den geest,
8071 1Kor 14:16 | dewijl hij niet weet, wat gij zegt? ~
8072 1Kor 14:17 | 17 Want gij dankzegt wel behoorlijk,
8073 1Kor 14:18 | vreemde talen spreek, dan gij allen; ~
8074 1Kor 14:23 | zouden zij niet zeggen, dat gij uitzinnig waart? ~
8075 1Kor 14:26 | het dan, broeders? Wanneer gij samenkomt, een iegelijk
8076 1Kor 14:31 | 31 Want gij kunt allen, de een na den
8077 1Kor 15:1 | verkondigd heb, hetwelk gij ook aangenomen hebt, in
8078 1Kor 15:1 | aangenomen hebt, in hetwelk gij ook staat; ~
8079 1Kor 15:2 | 2 Door hetwelk gij ook zalig wordt, indien
8080 1Kor 15:2 | ook zalig wordt, indien gij het behoudt op zodanige
8081 1Kor 15:2 | verkondigd heb; tenzij dan dat gij tevergeefs geloofd hebt. ~
8082 1Kor 15:11 | prediken wij, en alzo hebt gij geloofd. ~
8083 1Kor 15:17 | geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uw zonden. ~
8084 1Kor 15:36 | 36 Gij dwaas, hetgeen gij zaait,
8085 1Kor 15:36 | 36 Gij dwaas, hetgeen gij zaait, wordt niet levend,
8086 1Kor 15:37 | 37 En hetgeen gij zaait, daarvan zaait gij
8087 1Kor 15:37 | gij zaait, daarvan zaait gij het lichaam niet, dat worden
8088 1Kor 16:1 | verordend heb, doet ook gij alzo. ~
8089 1Kor 16:3 | gekomen zijn, zal ik hen, die gij zult bekwaam achten door
8090 1Kor 16:6 | ook overwinteren, opdat gij mij moogt geleiden, waar
8091 1Kor 16:15 | 15 En ik bid u, broeders, gij kent het huis van Stefanas,
8092 1Kor 16:16 | 16 Dat gij ook u aan de zodanigen onderwerpt,
8093 2Kor 1:7 | als die weten, dat, gelijk gij gemeenschap hebt aan het
8094 2Kor 1:7 | gemeenschap hebt aan het lijden, gij ook alzo gemeenschap hebt
8095 2Kor 1:8 | willen niet, broeders, dat gij onwetende zijt van onze
8096 2Kor 1:13 | geen andere dingen, dan die gij kent, of ook erkent; en
8097 2Kor 1:13 | erkent; en ik hoop, dat gij ze ook tot het einde toe
8098 2Kor 1:14 | 14 Gelijkerwijs gij ook ten dele ons erkend
8099 2Kor 1:14 | wij uw roem zijn, gelijk gij ook de onze zijt, in den
8100 2Kor 1:15 | voren tot u komen, opdat gij een tweede genade zoudt
8101 2Kor 1:24 | medewerkers uwer blijdschap; want gij staat door het geloof. ~ ~
8102 2Kor 2:4 | tranen geschreven, niet opdat gij zoudt bedroefd worden, maar
8103 2Kor 2:4 | bedroefd worden, maar opdat gij de liefde zoudt verstaan,
8104 2Kor 2:7 | 7 Alzo dat gij daarentegen hem liever moet
8105 2Kor 2:8 | 8 Daarom bid ik u, dat gij de liefde aan hem bevestigt. ~
8106 2Kor 2:9 | beproeving mocht verstaan, of gij in alles gehoorzaam zijt. ~
8107 2Kor 2:10 | 10 Dien gij nu iets vergeeft, dien vergeef
8108 2Kor 3:3 | openbaar zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt,
8109 2Kor 5:12 | van roem over ons, opdat gij stof zoudt hebben tegen
8110 2Kor 6:1 | medearbeidende, bidden u ook, dat gij de genade Gods niet tevergeefs
8111 2Kor 6:12 | 12 Gij zijt niet nauw in ons, maar
8112 2Kor 6:12 | zijt niet nauw in ons, maar gij zijt nauw in uw ingewanden. ~
8113 2Kor 6:13 | mijn kinderen) zo wordt gij ook uitgebreid. ~
8114 2Kor 6:16 | Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel des levenden
8115 2Kor 6:18 | u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren
8116 2Kor 7:3 | heb te voren gezegd, dat gij in onze harten zijt, om
8117 2Kor 7:9 | verblijde ik mij, niet omdat gij bedroefd zijt geweest, maar
8118 2Kor 7:9 | zijt geweest, maar omdat gij bedroefd zijt geweest tot
8119 2Kor 7:9 | geweest tot bekering; want gij zijt bedroefd geweest naar
8120 2Kor 7:9 | geweest naar God, zodat gij in geen ding schade van
8121 2Kor 7:11 | Want ziet, ditzelfde dat gij naar God zijt bedroefd geworden,
8122 2Kor 7:11 | ja, wraak; in alles hebt gij uzelven bewezen rein te
8123 2Kor 7:15 | gehoorzaamheid overdenkt, hoe gij hem met vreze en beven hebt
8124 2Kor 8:7 | 7 Zo dan, gelijk gij in alles overvloedig zijt,
8125 2Kor 8:7 | liefde tot ons, ziet, dat gij ook in deze gave overvloedig
8126 2Kor 8:9 | 9 Want gij weet de genade van onzen
8127 2Kor 8:9 | daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt
8128 2Kor 8:11 | voleindigen uit hetgeen gij hebt. ~
8129 2Kor 8:13 | zouden verlichting hebben, en gij verdrukking; ~
8130 2Kor 9:3 | opdat (gelijk ik gezegd heb) gij bereid moogt zijn; ~
8131 2Kor 9:4 | opdat wij niet zeggen: gij) beschaamd worden in deze
8132 2Kor 9:8 | overvloedig zijn in u; opdat gij in alles te allen tijd,
8133 2Kor 9:11 | 11 Dat gij in alles rijk wordt tot
8134 2Kor 10:7 | 7 Ziet gij aan wat voor ogen is? Indien
8135 2Kor 11:1 | 1 Och, of gij mij een weinig verdroegt
8136 2Kor 11:4 | gepredikt hebben, of indien gij een anderen geest ontvingt,
8137 2Kor 11:4 | anderen geest ontvingt, dien gij niet hebt ontvangen, of
8138 2Kor 11:4 | een ander Evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, zo
8139 2Kor 11:4 | aangenomen, zo verdroegt gij hem met recht. ~
8140 2Kor 11:7 | mijzelven vernederd heb, opdat gij zoudt verhoogd worden, overmits
8141 2Kor 11:19 | 19 Want gij verdraagt gaarne de onwijzen,
8142 2Kor 11:19 | gaarne de onwijzen, dewijl gij wijs zijt. ~
8143 2Kor 11:20 | 20 Want gij verdraagt het, zo u iemand
8144 2Kor 12:11 | roemende onwijs geworden; gij hebt mij genoodzaakt, want
8145 2Kor 12:13 | 13 Want wat is er, waarin gij minder geweest zijt dan
8146 2Kor 12:19 | 19 Meent gij wederom, dat wij ons bij
8147 2Kor 12:20 | gevonden worden zodanig als gij niet wilt; dat er niet enigszins
8148 2Kor 13:3 | 3 Dewijl gij zoekt een proeve van Christus,
8149 2Kor 13:5 | 5 Onderzoekt uzelven, of gij in het geloof zijt, beproeft
8150 2Kor 13:5 | beproeft uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus
8151 2Kor 13:5 | Christus in u is? tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt. ~
8152 2Kor 13:6 | 6 Doch ik hoop, dat gij zult verstaan, dat wij niet
8153 2Kor 13:7 | En ik wens van God, dat gij geen kwaad doet; niet opdat
8154 2Kor 13:7 | bevonden worden, maar opdat gij het goede zoudt doen, en
8155 2Kor 13:9 | wanneer wij zwak zijn, en gij sterk zijt. En wij wensen
8156 Gal 1:6 | 6 Ik verwonder mij, dat gij zo haast wijkende van dengene,
8157 Gal 1:9 | verkondigt, buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij
8158 Gal 1:13 | 13 Want gij hebt mijn omgang gehoord,
8159 Gal 2:14 | tegenwoordigheid: Indien gij, die een Jood zijt, naar
8160 Gal 2:14 | wijze, waarom noodzaakt gij de heidenen naar de Joodse
8161 Gal 3:1 | 1 O gij uitzinnige Galaten, wie
8162 Gal 3:1 | wie heeft u betoverd, dat gij der waarheid niet zoudt
8163 Gal 3:2 | wil ik van u leren: hebt gij den Geest ontvangen uit
8164 Gal 3:3 | 3 Zijt gij zo uitzinnig? Daar gij met
8165 Gal 3:3 | Zijt gij zo uitzinnig? Daar gij met den Geest begonnen zijt,
8166 Gal 3:3 | begonnen zijt, voleindigt gij nu met het vlees? ~
8167 Gal 3:4 | 4 Hebt gij zoveel tevergeefs geleden?
8168 Gal 3:7 | 7 Zo verstaat gij dan, dat degenen, die uit
8169 Gal 3:26 | 26 Want gij zijt allen kinderen Gods
8170 Gal 3:27 | 27 Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt,
8171 Gal 3:27 | Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan. ~
8172 Gal 3:28 | geen man en vrouw; want gij allen zijt een in Christus
8173 Gal 3:29 | 29 En indien gij van Christus zijt, zo zijt
8174 Gal 3:29 | van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar
8175 Gal 4:6 | 6 En overmits gij kinderen zijt, zo heeft
8176 Gal 4:7 | 7 Zo dan, gij zijt niet meer een dienstknecht,
8177 Gal 4:7 | maar een zoon; en indien gij een zoon zijt, zo zijt gij
8178 Gal 4:7 | gij een zoon zijt, zo zijt gij ook een erfgenaam van God
8179 Gal 4:8 | 8 Maar toen, als gij God niet kendet, diendet
8180 Gal 4:8 | God niet kendet, diendet gij degenen, die van nature
8181 Gal 4:9 | 9 En nu, als gij God kent, ja, veelmeer van
8182 Gal 4:9 | God gekend zijt, hoe keert gij u wederom tot de zwakke
8183 Gal 4:9 | en arme beginselen, welke gij wederom van voren aan wilt
8184 Gal 4:10 | 10 Gij onderhoudt dagen, en maanden,
8185 Gal 4:12 | 12 Weest gij als ik, want ook ik ben
8186 Gal 4:12 | ik, want ook ik ben als gij; broeders, ik bid u; gij
8187 Gal 4:12 | gij; broeders, ik bid u; gij hebt mij geen ongelijk gedaan. ~
8188 Gal 4:13 | 13 En gij weet, dat ik u door zwakheid
8189 Gal 4:14 | mijn vlees geschiedde, hebt gij niet veracht noch verfoeid;
8190 Gal 4:14 | veracht noch verfoeid; maar gij naamt mij aan als een engel
8191 Gal 4:15 | ik geef u getuigenis, dat gij, zo het mogelijk ware, uw
8192 Gal 4:17 | willen ons uitsluiten, opdat gij over hen zoudt ijveren. ~
8193 Gal 4:21 | 21 Zegt mij, gij, die onder de wet wilt zijn,
8194 Gal 4:21 | de wet wilt zijn, hoort gij de wet niet? ~
8195 Gal 4:27 | geschreven: Wees vrolijk, gij onvruchtbare, die niet baart,
8196 Gal 4:27 | baart, breek uit en roep, gij, die geen barensnood hebt,
8197 Gal 5:2 | Ziet, ik Paulus zeg u, zo gij u laat besnijden, dat Christus
8198 Gal 5:4 | gerechtvaardigd wilt worden; gij zijt van de genade vervallen. ~
8199 Gal 5:7 | 7 Gij liept wel; wie heeft u verhinderd
8200 Gal 5:10 | van u in den Heere, dat gij niet anders zult gevoelen;
8201 Gal 5:13 | 13 Want gij zijt tot vrijheid geroepen,
8202 Gal 5:14 | vervuld, namelijk in dit: Gij zult uw naaste liefhebben,
8203 Gal 5:15 | 15 Maar indien gij elkander bijt en vereet,
8204 Gal 5:15 | en vereet, ziet toe, dat gij van elkander niet verteerd
8205 Gal 5:17 | tegen elkander, alzo dat gij niet doet, hetgeen gij wildet. ~
8206 Gal 5:17 | dat gij niet doet, hetgeen gij wildet. ~
8207 Gal 5:18 | 18 Maar indien gij door den Geest geleid wordt,
8208 Gal 5:18 | Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet. ~
8209 Gal 6:1 | ware door enige misdaad, gij, die geestelijk zijt, brengt
8210 Gal 6:1 | ziende op uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt. ~
8211 Gal 6:13 | niet; maar zij willen, dat gij besneden wordt, opdat zij
8212 Efez 1:13 | 13 In Welken ook gij zijt, nadat gij het woord
8213 Efez 1:13 | Welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid,
8214 Efez 1:13 | gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt,
8215 Efez 1:13 | in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld
8216 Efez 1:18 | ogen uws verstands, opdat gij moogt weten, welke zij de
8217 Efez 2:1 | mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden
8218 Efez 2:2 | 2 In welke gij eertijds gewandeld hebt,
8219 Efez 2:5 | Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden) ~
8220 Efez 2:8 | 8 Want uit genade zijt gij zalig geworden door het
8221 Efez 2:11 | 11 Daarom gedenkt, dat gij, die eertijds heidenen waart
8222 Efez 2:12 | 12 Dat gij in dien tijd waart zonder
8223 Efez 2:13 | in Christus Jezus, zijt gij, die eertijds verre waart,
8224 Efez 2:19 | 19 Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen
8225 Efez 2:22 | 22 Op Welken ook gij mede gebouwd wordt tot een
8226 Efez 3:2 | 2 Indien gij maar gehoord hebt van de
8227 Efez 3:4 | 4 Waaraan gij, dit lezende, kunt bemerken
8228 Efez 3:13 | 13 Daarom bid ik, dat gij niet vertraagt in mijn verdrukkingen
8229 Efez 3:17 | geloof in uw harten wone, en gij in de liefde geworteld en
8230 Efez 3:18 | 18 Opdat gij ten volle kondet begrijpen
8231 Efez 3:19 | kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot al de
8232 Efez 4:1 | gevangene in den Heere, dat gij wandelt waardiglijk der
8233 Efez 4:1 | waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt; ~
8234 Efez 4:4 | een Geest, gelijkerwijs gij ook geroepen zijt tot een
8235 Efez 4:17 | betuig het in den Heere, dat gij niet meer wandelt, gelijk
8236 Efez 4:20 | 20 Doch gij hebt Christus alzo niet
8237 Efez 4:21 | 21 Indien gij naar Hem gehoord hebt, en
8238 Efez 4:22 | 22 Te weten dat gij zoudt afleggen, aangaande
8239 Efez 4:23 | 23 En dat gij zoudt vernieuwd worden in
8240 Efez 4:30 | Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld zijt tot den dag
8241 Efez 5:5 | 5 Want dit weet gij, dat geen hoereerder, of
8242 Efez 5:8 | 8 Want gij waart eertijds duisternis,
8243 Efez 5:8 | duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt
8244 Efez 5:14 | Daarom zegt Hij: Ontwaakt, gij, die slaapt, en staat op
8245 Efez 5:15 | 15 Ziet dan, hoe gij voorzichtiglijk wandelt,
8246 Efez 5:22 | 22 Gij vrouwen, weest aan uw eigen
8247 Efez 5:25 | 25 Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen
8248 Efez 6:1 | 1 Gij kinderen, zijt uw ouderen
8249 Efez 6:3 | Opdat het u welga, en dat gij lang leeft op de aarde. ~
8250 Efez 6:4 | 4 En gij vaders, verwekt uw kinderen
8251 Efez 6:5 | 5 Gij dienstknechten, zijt gehoorzaam
8252 Efez 6:9 | 9 En gij heren, doet hetzelfde bij
8253 Efez 6:11 | wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige
8254 Efez 6:13 | wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den bozen
8255 Efez 6:16 | des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des
8256 Efez 6:21 | 21 En opdat ook gij moogt weten hetgeen mij
8257 Efez 6:22 | tot u gezonden heb, opdat gij onze zaken zoudt weten,
8258 Fili 1:7 | in mijn hart houde, dat gij, beide in mijn banden, en
8259 Fili 1:7 | bevestiging van het Evangelie, gij allen, zeg ik, mijner genade
8260 Fili 1:10 | 10 Opdat gij beproeft de dingen, die
8261 Fili 1:10 | daarvan verschillen, opdat gij oprecht zijt, en zonder
8262 Fili 1:12 | 12 En ik wil, dat gij weet, broeders, dat hetgeen
8263 Fili 1:27 | uw zaken moge horen, dat gij staat in een geest, met
8264 Fili 1:28 | 28 En dat gij in geen ding verschrikt
8265 Fili 1:30 | strijd hebbende, hoedanigen gij in mij gezien hebt, en nu
8266 Fili 2:2 | vervult mijn blijdschap, dat gij moogt eensgezind zijn, dezelfde
8267 Fili 2:12 | mijn geliefden, gelijk gij te allen tijd gehoorzaam
8268 Fili 2:15 | 15 Opdat gij moogt onberispelijk en oprecht
8269 Fili 2:15 | verdraaid geslacht, onder welke gij schijnt als lichten in de
8270 Fili 2:18 | En om datzelfde verblijdt gij u ook, en verblijdt ook
8271 Fili 2:22 | 22 En gij weet zijn beproeving, dat
8272 Fili 2:26 | zeer beangst was, omdat gij gehoord hadt, dat hij krank
8273 Fili 2:28 | spoediger gezonden, opdat gij, hem ziende, wederom u zoudt
8274 Fili 3:15 | dit gevoelen; en indien gij iets anderszins gevoelt,
8275 Fili 3:17 | die alzo wandelen, gelijk gij ons tot een voorbeeld hebt. ~
8276 Fili 4:3 | 3 En ik bid ook u, gij mijn oprechte metgezel,
8277 Fili 4:9 | 9 Hetgeen gij ook geleerd, en ontvangen,
8278 Fili 4:10 | geweest in den Heere, dat gij nu eenmaal wederom verwakkerd
8279 Fili 4:10 | mij te gedenken; waaraan gij ook gedacht hebt, maar gij
8280 Fili 4:10 | gij ook gedacht hebt, maar gij hebt de gelegenheid niet
8281 Fili 4:14 | 14 Nochtans hebt gij wel gedaan, dat gij met
8282 Fili 4:14 | hebt gij wel gedaan, dat gij met mijn verdrukking gemeenschap
8283 Fili 4:15 | 15 En ook gij, Filippensen, weet, dat
8284 Fili 4:15 | uitgaaf en ontvangst, dan gij alleen. ~
8285 Fili 4:16 | ook in Thessalonica hebt gij mij eenmaal en andermaal
8286 Kol 1:4 | hebben, en van de liefde, die gij hebt tot alle heiligen. ~
8287 Kol 1:5 | in de hemelen, van welke gij te voren gehoord hebt, door
8288 Kol 1:6 | onder u, van dien dag af dat gij gehoord hebt, en de genade
8289 Kol 1:7 | 7 Gelijk gij ook geleerd hebt van Epafras,
8290 Kol 1:9 | bidden en te begeren, dat gij moogt vervuld worden met
8291 Kol 1:10 | 10 Opdat gij moogt wandelen waardiglijk
8292 Kol 1:23 | 23 Indien gij maar blijft in het geloof,
8293 Kol 1:23 | hope des Evangelies, dat gij gehoord hebt, hetwelk gepredikt
8294 Kol 2:1 | 1 Want ik wil, dat gij weet, hoe groten strijd
8295 Kol 2:6 | 6 Gelijk gij dan Christus Jezus, den
8296 Kol 2:7 | het geloof, gelijkerwijs gij geleerd zijt, overvloedig
8297 Kol 2:10 | 10 En gij zijt in Hem volmaakt, Die
8298 Kol 2:11 | 11 In Welken gij ook besneden zijt met een
8299 Kol 2:12 | begraven in den doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt
8300 Kol 2:13 | 13 En Hij heeft u, als gij dood waart in de misdaden,
8301 Kol 2:20 | 20 Indien gij dan met Christus de eerste
8302 Kol 2:20 | zijt afgestorven, wat wordt gij, gelijk of gij in de wereld
8303 Kol 2:20 | wat wordt gij, gelijk of gij in de wereld leefdet, met
8304 Kol 3:1 | 1 Indien gij dan met Christus opgewekt
8305 Kol 3:3 | 3 Want gij zijt gestorven, en uw leven
8306 Kol 3:4 | ons leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden
8307 Kol 3:7 | 7 In dewelke ook gij eertijds hebt gewandeld,
8308 Kol 3:7 | eertijds hebt gewandeld, toen gij in dezelve leefdet. ~
8309 Kol 3:8 | 8 Maar nu legt ook gij dit alles af, namelijk gramschap,
8310 Kol 3:9 | niet tegen elkander, dewijl gij uitgedaan hebt den ouden
8311 Kol 3:13 | vergeven heeft, doet ook gij alzo. ~
8312 Kol 3:15 | in uw harten, tot welken gij ook geroepen zijt in een
8313 Kol 3:17 | 17 En al wat gij doet met woorden of met
8314 Kol 3:18 | 18 Gij vrouwen, zijt uw eigen mannen
8315 Kol 3:19 | 19 Gij mannen, hebt uw vrouwen
8316 Kol 3:20 | 20 Gij kinderen, zijt uw ouderen
8317 Kol 3:21 | 21 Gij vaders, tergt uw kinderen
8318 Kol 3:22 | 22 Gij dienstknechten, zijt in
8319 Kol 3:23 | 23 En al wat gij doet, doet dat van harte
8320 Kol 3:24 | 24 Wetende, dat gij van den Heere zult ontvangen
8321 Kol 3:24 | vergelding der erfenis; want gij dient de Heere Christus. ~
8322 Kol 4:1 | 1 Gij heren, doet uw dienstknechten
8323 Kol 4:1 | gelijk, wetende, dat ook gij een Heere hebt in de hemelen. ~
8324 Kol 4:6 | met zout besprengd, opdat gij moogt weten, hoe gij een
8325 Kol 4:6 | opdat gij moogt weten, hoe gij een iegelijk moet antwoorden. ~
8326 Kol 4:10 | Barnabas, aangaande welken gij bevelen ontvangen hebt;
8327 Kol 4:12 | voor u in de gebeden, opdat gij staan moogt volmaakt en
8328 Kol 4:16 | gelezen worde, en dat ook gij dien leest, die uit Laodicea
8329 Kol 4:17 | Zie op de bediening, die gij aangenomen hebt in de Heere,
8330 Kol 4:17 | aangenomen hebt in de Heere, dat gij die vervult. ~
8331 1The 1:5 | vele verzekerdheid; gelijk gij weet, hoedanigen wij onder
8332 1The 1:6 | 6 En gij zijt onze navolgers geworden,
8333 1The 1:7 | 7 Alzo dat gij voorbeelden geworden zijt
8334 1The 1:8 | plaatsen is uw geloof, dat gij op God hebt, uitgegaan,
8335 1The 1:9 | wij tot u hebben, en hoe gij tot God bekeerd zijt van
8336 1The 2:1 | 1 Want gij weet zelven, broeders, onzen
8337 1The 2:2 | smaadheid aangedaan was, gelijk gij weet, te Filippi, zo hebben
8338 1The 2:5 | woorden omgegaan, gelijk gij weet, noch met enig bedeksel
8339 1The 2:8 | eigen zielen, daarom dat gij ons lief geworden waart. ~
8340 1The 2:9 | 9 Want gij gedenkt, broeders, onzen
8341 1The 2:10 | 10 Gij zijt getuigen, en God, hoe
8342 1The 2:11 | 11 Gelijk gij weet, hoe wij een iegelijk
8343 1The 2:12 | 12 En betuigden, dat gij zoudt wandelen, waardiglijk
8344 1The 2:13 | zonder ophouden, dat, als gij het Woord der prediking
8345 1The 2:13 | van ons ontvangen hebt, gij dat aangenomen hebt, niet
8346 1The 2:14 | 14 Want gij, broeders, zijt navolgers
8347 1The 2:14 | Christus Jezus; dewijl ook gij hetzelfde geleden hebt van
8348 1The 2:19 | of kroon des roems? Zijt gij die ook niet voor onzen
8349 1The 2:20 | 20 Want gij zijt onze heerlijkheid en
8350 1The 3:3 | deze verdrukkingen; want gij weet zelven, dat wij hiertoe
8351 1The 3:4 | gelijk ook geschied is, en gij weet het. ~
8352 1The 3:6 | geloof en liefde, en dat gij altijd goede gedachtenis
8353 1The 3:8 | Want nu leven wij, indien gij vast staat in den Heere. ~
8354 1The 4:1 | den Heere Jezus, gelijk gij van ons ontvangen hebt,
8355 1The 4:1 | ons ontvangen hebt, hoe gij moet wandelen en Gode behagen,
8356 1The 4:1 | wandelen en Gode behagen, dat gij daarin meer overvloedig
8357 1The 4:2 | 2 Want gij weet, wat bevelen wij u
8358 1The 4:3 | God, uw heiligmaking: dat gij u onthoudt van de hoererij; ~
8359 1The 4:9 | broederlijke liefde nu hebt gij niet van node, dat ik u
8360 1The 4:10 | 10 Want gij doet ook hetzelfde aan al
8361 1The 4:10 | vermanen u, broeders, dat gij meer overvloedig wordt; ~
8362 1The 4:11 | 11 En dat gij u benaarstigt stil te zijn,
8363 1The 4:12 | 12 Opdat gij eerlijk wandelt bij degenen,
8364 1The 4:13 | broeders, ik wil niet, dat gij onwetende zijt van degenen,
8365 1The 4:13 | die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk
8366 1The 5:1 | gelegenheden, broeders! hebt gij niet van node, dat men u
8367 1The 5:2 | 2 Want gij weet zelven zeer wel, dat
8368 1The 5:4 | 4 Maar gij, broeders, gij zijt niet
8369 1The 5:4 | 4 Maar gij, broeders, gij zijt niet in duisternis,
8370 1The 5:5 | 5 Gij zijt allen kinderen des
8371 1The 5:11 | een den anderen, gelijk gij ook doet. ~
8372 2The 1:4 | vervolgingen en verdrukkingen, die gij verdraagt; ~
8373 2The 1:5 | rechtvaardig oordeel, opdat gij waardig geacht wordt het
8374 2The 1:5 | Koninkrijk Gods, voor hetwelk gij ook lijdt; ~
8375 2The 1:12 | verheerlijkt worde in u, en gij in Hem, naar de genade van
8376 2The 2:2 | 2 Dat gij niet haastelijk bewogen
8377 2The 2:5 | 5 Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij u
8378 2The 2:6 | wat hem wederhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde
8379 2The 3:4 | van u in den Heere, dat gij, hetgeen wij u bevelen,
8380 2The 3:6 | Heere Jezus Christus, dat gij u onttrekt van een iegelijk
8381 2The 3:13 | 13 En gij, broeders, vertraagt niet
8382 1Tim 1:3 | Gelijk ik u vermaand heb, dat gij te Efeze zoudt blijven,
8383 1Tim 1:3 | vermaan ik het u nog, opdat gij sommigen beveelt geen andere
8384 1Tim 1:18 | mijn zoon Timotheus, dat gij naar de profetieen, die
8385 1Tim 3:15 | Maar zo ik vertoef, opdat gij moogt weten, hoe men in
8386 1Tim 4:6 | 6 Als gij deze dingen den broederen
8387 1Tim 4:6 | broederen voorstelt, zo zult gij een goed dienaar van Jezus
8388 1Tim 4:6 | en der goede leer, welke gij achtervolgd hebt. ~
8389 1Tim 4:16 | daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden, en
8390 1Tim 5:18 | zegt: Een dorsenden os zult gij niet muilbanden; en: De
8391 1Tim 5:21 | uitverkoren engelen, dat gij deze dingen onderhoudt,
8392 1Tim 6:11 | 11 Maar gij, o mens Gods, vlied deze
8393 1Tim 6:12 | eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de
8394 1Tim 6:14 | 14 Dat gij dit gebod houdt, onbevlekt
8395 2Tim 1:6 | ik u indachtig maak, dat gij opwekt de gave Gods, die
8396 2Tim 1:13 | der gezonde woorden, die gij van mij gehoord hebt, in
8397 2Tim 1:15 | 15 Gij weet dit, dat allen, die
8398 2Tim 1:18 | Efeze gediend heeft, weet gij zeer wel. ~ ~
8399 2Tim 2:1 | 1 Gij dan, mijn zoon, word gesterkt
8400 2Tim 2:2 | 2 En hetgeen gij van mij gehoord hebt onder
8401 2Tim 2:3 | 3 Gij dan, lijd verdrukkingen,
8402 2Tim 3:10 | 10 Maar gij hebt achtervolgd mijn leer,
8403 2Tim 3:14 | 14 Maar blijft gij in hetgeen gij geleerd hebt,
8404 2Tim 3:14 | Maar blijft gij in hetgeen gij geleerd hebt, en waarvan
8405 2Tim 3:14 | gedaan is, wetende, van wien gij het geleerd hebt; ~
8406 2Tim 3:15 | 15 En dat gij van kinds af de heilige
8407 2Tim 4:5 | 5 Maar gij, wees wakker in alles, lijd
8408 2Tim 4:13 | Karpus gelaten heb, als gij komt, en de boeken, inzonderheid
8409 2Tim 4:15 | 15 Van welken wacht gij u ook, want hij heeft onze
8410 2Tim 5:5 | te Kreta gelaten, opdat gij, hetgeen nog ontbrak, voorts
8411 2Tim 5:5 | te recht brengen, en dat gij van stad tot stad zoudt
8412 Tit 1:5 | te Kreta gelaten, opdat gij, hetgeen nog ontbrak, voorts
8413 Tit 1:5 | te recht brengen, en dat gij van stad tot stad zoudt
8414 Tit 2:1 | 1 Doch gij, spreek hetgeen der gezonde
8415 Tit 3:8 | deze dingen wil ik, dat gij ernstelijk bevestigt, opdat
8416 File 1:5 | liefde en geloof, hetwelk gij hebt aan den Heere Jezus,
8417 File 1:12 | 12 Doch gij, neem hem, dat is mijn ingewanden,
8418 File 1:15 | gescheiden geweest, opdat gij hem eeuwig zoudt weder hebben. ~
8419 File 1:17 | 17 Indien gij mij dan houdt voor een metgezel,
8420 File 1:19 | opdat ik u niet zegge, dat gij ook uzelven mij daartoe
8421 File 1:21 | gehoorzaamheid; en ik weet, dat gij doen zult ook boven hetgeen
8422 Heb 1:5 | engelen heeft Hij ooit gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb
8423 Heb 1:9 | 9 Gij hebt rechtvaardigheid liefgehad,
8424 Heb 1:10 | 10 En: Gij, Heere! hebt in den beginne
8425 Heb 1:11 | Dezelve zullen vergaan, maar Gij blijft altijd, en zij zullen
8426 Heb 1:12 | En als een dekkleed zult Gij ze ineenrollen, en zij zullen
8427 Heb 1:12 | zullen veranderd worden; maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren
8428 Heb 2:6 | zeggende: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of des mensen
8429 Heb 2:6 | of des mensen zoon, dat Gij hem bezoekt! ~
8430 Heb 2:7 | 7 Gij hebt hem een weinig minder
8431 Heb 2:7 | heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond, en Gij hebt
8432 Heb 2:7 | hebt Gij hem gekroond, en Gij hebt hem gesteld over de
8433 Heb 2:8 | 8 Alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen.
8434 Heb 3:7 | Geest zegt: Heden, indien gij Zijn stem hoort, ~
8435 Heb 3:15 | gezegd wordt: Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhardt
8436 Heb 4:7 | gezegd is): Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhardt
8437 Heb 5:5 | tot Hem gesproken heeft: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb
8438 Heb 5:6 | een andere plaats zegt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid,
8439 Heb 5:11 | verklaren, te zeggen, dewijl gij traag om te horen geworden
8440 Heb 5:12 | 12 Want gij, daar gij leraars behoordet
8441 Heb 5:12 | 12 Want gij, daar gij leraars behoordet te zijn
8442 Heb 5:12 | zijn der woorden Gods; en gij zijt geworden, als die melk
8443 Heb 6:10 | den arbeid der liefde, die gij aan Zijn Naam bewezen hebt,
8444 Heb 6:12 | 12 Opdat gij niet traag wordt, maar navolgers
8445 Heb 7:17 | 17 Want Hij getuigt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid
8446 Heb 7:21 | het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in der eeuwigheid
8447 Heb 8:5 | Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar de
8448 Heb 10:5 | Slachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt
8449 Heb 10:5 | hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid; ~
8450 Heb 10:8 | offer voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch hebben
8451 Heb 10:25 | dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert. ~
8452 Heb 10:29 | te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht
8453 Heb 10:32 | dagen, in dewelke, nadat gij verlicht zijt geweest, gij
8454 Heb 10:32 | gij verlicht zijt geweest, gij veel strijd des lijdens
8455 Heb 10:33 | 33 Ten dele, als gij door smaadheden en verdrukkingen
8456 Heb 10:33 | geworden zijt; en ten dele, als gij gemeenschap gehad hebt met
8457 Heb 10:34 | 34 Want gij hebt ook over mijn banden
8458 Heb 10:34 | aangenomen, wetende, dat gij hebt in uzelven een beter
8459 Heb 10:36 | 36 Want gij hebt lijdzaamheid van node,
8460 Heb 10:36 | lijdzaamheid van node, opdat gij, den wil van God gedaan
8461 Heb 12:3 | Zich heeft verdragen, opdat gij niet verflauwt en bezwijkt
8462 Heb 12:4 | 4 Gij hebt nog tot den bloede
8463 Heb 12:5 | 5 En gij hebt vergeten de vermaning,
8464 Heb 12:5 | Heeren, en bezwijkt niet, als gij van Hem bestraft wordt; ~
8465 Heb 12:7 | 7 Indien gij de kastijding verdraagt,
8466 Heb 12:8 | 8 Maar indien gij zonder kastijding zijt,
8467 Heb 12:8 | deelachtig zijn geworden, zo zijt gij dan bastaarden, en niet
8468 Heb 12:17 | 17 Want gij weet, dat hij ook daarna,
8469 Heb 12:18 | 18 Want gij zijt niet gekomen tot den
8470 Heb 12:22 | 22 Maar gij zijt gekomen tot den berg
8471 Heb 12:25 | 25 Ziet toe, dat gij Dien, Die spreekt, niet
8472 Heb 13:3 | Gedenkt der gevangenen, alsof gij mede gevangen waart; en
8473 Heb 13:3 | gehandeld worden, alsof gij ook zelven in het lichaam
8474 Heb 13:19 | En ik bid u te meer, dat gij dit doet, opdat ik te eerder
8475 Heb 13:21 | in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende
8476 Jako 1:2 | mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen
8477 Jako 1:4 | een volmaakt werk, opdat gij moogt volmaakt zijn en geheel
8478 Jako 2:3 | 3 En gij zoudt aanzien dengene, die
8479 Jako 2:3 | en tot hem zeggen: Zit gij hier op een eerlijke plaats;
8480 Jako 2:3 | zeggen tot den arme: Sta gij daar; of: Zit hier onder
8481 Jako 2:4 | 4 Hebt gij dan niet in uzelven een
8482 Jako 2:6 | 6 Maar gij hebt den armen oneer aangedaan.
8483 Jako 2:8 | 8 Indien gij dan de koninklijke wet volbrengt,
8484 Jako 2:8 | volbrengt, naar de Schrift: Gij zult uw naaste liefhebben
8485 Jako 2:8 | liefhebben als uzelven, zo doet gij wel; ~
8486 Jako 2:9 | 9 Maar indien gij den persoon aanneemt, zo
8487 Jako 2:9 | persoon aanneemt, zo doet gij zonde, en wordt van de wet
8488 Jako 2:11 | 11 Want Die gezegd heeft: Gij zult geen overspel doen,
8489 Jako 2:11 | doen, Die heeft ook gezegd: Gij zult niet doden. Indien
8490 Jako 2:11 | zult niet doden. Indien gij nu geen overspel zult doen,
8491 Jako 2:11 | maar zult doden, zo zijt gij een overtreder der wet geworden. ~
8492 Jako 2:18 | Maar, zal iemand zeggen: Gij hebt het geloof, en ik heb
8493 Jako 2:19 | 19 Gij gelooft, dat God een enig
8494 Jako 2:19 | dat God een enig God is; gij doet wel; de duivelen geloven
8495 Jako 2:20 | 20 Maar wilt gij weten, o ijdel mens, dat
8496 Jako 2:22 | 22 Ziet gij wel, dat het geloof mede
8497 Jako 2:24 | 24 Ziet gij dan nu, dat een mens uit
8498 Jako 3:14 | 14 Maar indien gij bitteren nijd en twistgierigheid
8499 Jako 4:2 | 2 Gij begeert, en hebt niet; gij
8500 Jako 4:2 | Gij begeert, en hebt niet; gij benijdt en ijvert naar dingen,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8706 |