Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
gifte 1
giften 3
gihon 6
gij 8706
gijlieden 502
gijzelaars 2
gijzelve 1
Frequency    [«  »]
9551 die
8801 zij
8724 ik
8706 gij
7945 dat
7933 is
7660 niet

Bijbel

IntraText - Concordances

gij

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8706

     Book Chapter: Verse
4001 Psa 21:3 | 3 Gij hebt hem zijns harten wens 4002 Psa 21:3 | uitspraak zijner lippen hebt Gij niet geweerd. Sela. ~ 4003 Psa 21:4 | 4 Want Gij komt hem voor met zegeningen 4004 Psa 21:4 | goede; op zijn hoofd zet Gij een kroon van fijn goud. ~ 4005 Psa 21:5 | heeft hij van U begeerd. Gij hebt het hem gegeven; lengte 4006 Psa 21:6 | majesteit en heerlijkheid hebt Gij hem toegevoegd. ~ 4007 Psa 21:7 | 7 Want Gij zet hem tot zegeningen in 4008 Psa 21:7 | zegeningen in eeuwigheid; Gij vervrolijkt hem door vreugde 4009 Psa 21:10 | 10 Gij zult hen zetten als een 4010 Psa 21:11 | 11 Gij zult hun vrucht van de aarde 4011 Psa 21:13 | 13 Want Gij zult hen zetten tot een 4012 Psa 21:13 | een wit; met Uw pezen zult Gij het op hun aangezicht toeleggen. ~ 4013 Psa 22:2 | God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde 4014 Psa 22:3 | Ik roep des daags, maar Gij antwoordt niet; en des nachts, 4015 Psa 22:4 | 4 Doch Gij zijt heilig, wonende onder 4016 Psa 22:5 | zij hebben vertrouwd, en Gij hebt hen uitgeholpen. ~ 4017 Psa 22:10 | 10 Gij zijt het immers, Die mij 4018 Psa 22:11 | buik mijner moeder aan zijt Gij mijn God. ~ 4019 Psa 22:16 | kleeft aan mijn gehemelte; en Gij legt mij in het stof des 4020 Psa 22:20 | 20 Maar Gij, HEERE! wees niet verre; 4021 Psa 22:24 | 24 Gij, die den HEERE vreest! prijst 4022 Psa 22:24 | HEERE vreest! prijst Hem; al gij zaad van Jakob! vereert 4023 Psa 22:24 | en ontziet u voor Hem, al gij zaad van Israel! ~ 4024 Psa 23:4 | geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en 4025 Psa 23:5 | tegenover mijn tegenpartijders; Gij maakt mijn hoofd vet met 4026 Psa 24:7 | 7 Heft uw hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij 4027 Psa 24:7 | gij poorten, en verheft u, gij eeuwige deuren, opdat de 4028 Psa 24:9 | 9 Heft uw hoofden op, gij poorten, ja, heft op, gij 4029 Psa 24:9 | gij poorten, ja, heft op, gij eeuwige deuren! opdat de 4030 Psa 25:5 | waarheid, en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils; 4031 Psa 27:8 | 8 Mijn hart zegt tot U: Gij zegt: Zoek Mijn aangezicht; 4032 Psa 27:9 | knecht niet af in toorn; Gij zijt mijn Hulp geweest, 4033 Psa 28:1 | mij af; opdat ik niet, zo Gij U van mij stil houdt, vergeleken 4034 Psa 29:1 | David. Geeft den HEERE, gij kinderen der machtigen! 4035 Psa 30:2 | U verhogen, HEERE, want Gij hebt mij opgetrokken, en 4036 Psa 30:3 | ik heb tot U geroepen, en Gij hebt mij genezen. ~ 4037 Psa 30:4 | 4 HEERE! Gij hebt mijn ziel uit het graf 4038 Psa 30:4 | uit het graf opgevoerd; Gij hebt mij bij het leven behouden, 4039 Psa 30:5 | 5 Psalmzingt den HEERE, gij Zijn gunstgenoten! en zegt 4040 Psa 30:8 | 8 Want, HEERE! Gij hadt mijn berg door Uw goedgunstigheid 4041 Psa 30:8 | goedgunstigheid vastgezet; maar toen Gij Uw aangezicht verborgt, 4042 Psa 30:12 | 12 Gij hebt mij mijn weeklage veranderd 4043 Psa 30:12 | weeklage veranderd in een rei; Gij hebt mijn zak ontbonden, 4044 Psa 31:4 | 4 Want Gij zijt mijn Steenrots en mijn 4045 Psa 31:5 | mij verborgen hebben, want Gij zijt mijn Sterkte. ~ 4046 Psa 31:6 | hand beveel ik mijn geest; Gij hebt mij verlost, HEERE, 4047 Psa 31:6 | hebt mij verlost, HEERE, Gij, God der waarheid! ~ 4048 Psa 31:8 | goedertierenheid, omdat Gij mijn ellende hebt aangezien, 4049 Psa 31:9 | in de hand des vijands; Gij hebt mijn voeten doen staan 4050 Psa 31:15 | vertrouw op U, o HEERE! Ik zeg: Gij zijt mijn God. ~ 4051 Psa 31:20 | hoe groot is Uw goed, dat Gij weggelegd hebt voor degenen, 4052 Psa 31:20 | degenen, die U vrezen; dat Gij gewrocht hebt voor degenen, 4053 Psa 31:21 | 21 Gij verbergt hen in het verborgene 4054 Psa 31:21 | hoogmoedigheden des mans; Gij versteekt hen in een hut 4055 Psa 31:23 | Uw ogen; dan nog hoordet Gij de stem mijner smekingen, 4056 Psa 31:24 | 24 Hebt den HEERE lief, gij, al Zijn gunstgenoten! want 4057 Psa 31:25 | ulieder hart versterken, allen gij, die op den HEERE hoopt! ~  ~ 4058 Psa 32:5 | doen voor den HEERE; en Gij vergaaft de ongerechtigheid 4059 Psa 32:7 | 7 Gij zijt mij een Verberging; 4060 Psa 32:7 | zijt mij een Verberging; Gij behoedt mij voor benauwdheid; 4061 Psa 32:7 | behoedt mij voor benauwdheid; Gij omringt mij met vrolijke 4062 Psa 32:8 | leren van den weg, dien gij gaan zult; Ik zal raad geven, 4063 Psa 32:11 | den HEERE, en verheugt u, gij rechtvaardigen! en zingt 4064 Psa 32:11 | en zingt vrolijk, alle gij oprechten van harte! ~  ~ 4065 Psa 33:1 | 1 Gij rechtvaardigen! zingt vrolijk 4066 Psa 34:1 | 1 Gij rechtvaardigen! zingt vrolijk 4067 Psa 35:10 | 10 Jod. Vreest den HEERE, gij Zijn heiligen! want die 4068 Psa 35:12 | 12 Lamed. Komt, gij, kinderen! hoort naar mij! 4069 Psa 36:17 | 17 HEERE! hoe lang zult Gij toezien? Breng mijn ziel 4070 Psa 36:22 | 22 HEERE! Gij hebt het gezien, zwijg niet; 4071 Psa 37:7 | een grote afgrond; HEERE! Gij behoudt mensen en beesten. ~ 4072 Psa 37:9 | vettigheid Uws huizes; en Gij drenkt hen uit de beek Uwer 4073 Psa 38:10 | goddeloze zal er niet zijn; en gij zult acht nemen op zijn 4074 Psa 38:34 | aarde erfelijk te bezitten; gij zult zien, dat de goddelozen 4075 Psa 39:16 | Want op U, HEERE! hoop ik; Gij zult verhoren, HEERE, mijn 4076 Psa 40:6 | 6 Zie, Gij hebt mijn dagen een handbreed 4077 Psa 40:10 | mond niet opendoen, want Gij hebt het gedaan. ~ 4078 Psa 40:12 | 12 Kastijdt Gij iemand met straffingen om 4079 Psa 40:12 | ongerechtigheid, zo doet Gij zijn bevalligheid smelten 4080 Psa 41:6 | 6 Gij, o HEERE, mijn God! hebt 4081 Psa 41:7 | 7 Gij hebt geen lust gehad aan 4082 Psa 41:7 | slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt mij de oren doorboord; 4083 Psa 41:7 | brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geeist. ~ 4084 Psa 41:10 | bedwing ik niet; HEERE! Gij weet het. ~ 4085 Psa 41:12 | 12 Gij, o HEERE! zult Uw barmhartigheden 4086 Psa 41:18 | de HEERE denkt aan mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; 4087 Psa 42:4 | zijn krankheid verandert Gij zijn ganse leger. ~ 4088 Psa 42:11 | 11 Maar Gij, o HEERE! wees mij genadig, 4089 Psa 42:12 | 12 Hierbij weet ik, dat Gij lust aan mij hebt, dat mijn 4090 Psa 42:13 | 13 Want mij aangaande, Gij onderhoudt mij in mijn oprechtigheid, 4091 Psa 42:13 | in mijn oprechtigheid, en Gij stelt mij voor Uw aangezicht 4092 Psa 42:20 | 6 Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en 4093 Psa 42:24 | Steenrots! waarom vergeet Gij mij? Waarom ga ik in het 4094 Psa 42:26 | 12 Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en 4095 Psa 42:26 | o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op 4096 Psa 43:1 | mij recht, o God! en twist Gij mijn twistzaak; bevrijd 4097 Psa 43:2 | 2Want Gij zijt de God mijner sterkte; 4098 Psa 43:2 | sterkte; waarom verstoot Gij mij dan? Waarom ga ik steeds 4099 Psa 43:5 | 5Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en 4100 Psa 43:5 | o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op 4101 Psa 44:2 | hebben het ons verteld: Gij hebt een werk gewrocht in 4102 Psa 44:3 | 3 Gij hebt de heidenen met Uw 4103 Psa 44:3 | maar henlieden geplant; Gij hebt de volken geplaagd, 4104 Psa 44:4 | licht Uws aangezichts, omdat Gij een welbehagen in hen hadt. ~ 4105 Psa 44:5 | 5 Gij Zelf zijt mijn Koning, o 4106 Psa 44:8 | 8 Maar Gij verlost ons van onze wederpartijders, 4107 Psa 44:8 | onze wederpartijders, en Gij maakt onze haters beschaamd. ~ 4108 Psa 44:10 | 10 Maar nu hebt Gij ons verstoten en te schande 4109 Psa 44:10 | schande gemaakt, dewijl Gij met onze krijgsheiren niet 4110 Psa 44:11 | 11 Gij doet ons achterwaarts keren 4111 Psa 44:12 | 12 Gij geeft ons over als schapen 4112 Psa 44:12 | als schapen ter spijze, en Gij verstrooit ons onder de 4113 Psa 44:13 | 13 Gij verkoopt Uw volk om geen 4114 Psa 44:13 | volk om geen waardij; en Gij verhoogt hun prijs niet. ~ 4115 Psa 44:14 | 14 Gij stelt ons onze naburen tot 4116 Psa 44:15 | 15 Gij stelt ons tot een spreekwoord 4117 Psa 44:20 | 20 Hoewel Gij ons verpletterd hebt in 4118 Psa 44:24 | 24 Waak op, waarom zoudt Gij slapen, HEERE! Ontwaak, 4119 Psa 44:25 | 25 Waarom zoudt Gij Uw aangezicht verbergen, 4120 Psa 45:3 | 3 Gij zijt veel schoner dan de 4121 Psa 45:8 | 8 Gij hebt gerechtigheid lief, 4122 Psa 45:17 | vaderen zullen Uw zonen zijn; Gij zult hen tot vorsten zetten 4123 Psa 47:2 | 2 Al gij volken, klapt in de hand; 4124 Psa 48:8 | een oostenwind verbreekt Gij de schepen van Tharsis. ~ 4125 Psa 48:14 | onderscheidenlijk haar paleizen, opdat gij het aan het navolgende geslacht 4126 Psa 49:2 | 2 Hoort dit, alle gij volken! neemt ter ore, alle 4127 Psa 49:19 | zegent, en zij u loven, omdat gij uzelven goed doet; ~ 4128 Psa 50:15 | Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren. ~ 4129 Psa 50:16 | goddeloze zegt God: Wat hebt gij Mijn inzettingen te vertellen, 4130 Psa 50:17 | 17 Dewijl gij de kastijding haat, en Mijn 4131 Psa 50:18 | 18 Indien gij een dief ziet, zo loopt 4132 Psa 50:18 | een dief ziet, zo loopt gij met hem; en uw deel is met 4133 Psa 50:19 | 19 Uw mond slaat gij in het kwade, en uw tong 4134 Psa 50:20 | 20 Gij zit, gij spreekt tegen uw 4135 Psa 50:20 | 20 Gij zit, gij spreekt tegen uw broeder; 4136 Psa 50:20 | den zoon uwer moeder geeft gij lastering uit. ~ 4137 Psa 50:21 | 21 Deze dingen doet gij, en Ik zwijg; gij meent, 4138 Psa 50:21 | dingen doet gij, en Ik zwijg; gij meent, dat Ik te enenmale 4139 Psa 50:21 | te enenmale ben, gelijk gij; Ik zal u straffen, en zal 4140 Psa 50:22 | 22 Verstaat dit toch, gij godvergetenden! opdat Ik 4141 Psa 51:6 | kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw 4142 Psa 51:8 | 8 Zie, Gij hebt lust tot waarheid in 4143 Psa 51:8 | in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend. ~ 4144 Psa 51:10 | beenderen zich verheugen, die Gij verbrijzeld hebt. ~ 4145 Psa 51:16 | van bloedschulden, o God, Gij, God mijns heils! zo zal 4146 Psa 51:18 | 18 Want Gij hebt geen lust tot offerande, 4147 Psa 51:18 | geven; in brandofferen hebt Gij geen behagen. ~ 4148 Psa 51:19 | gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten. ~ 4149 Psa 51:21 | 21 Dan zult Gij lust hebben aan de offeranden 4150 Psa 52:3 | 3 Wat beroemt gij u in het kwaad, o gij geweldige? 4151 Psa 52:3 | beroemt gij u in het kwaad, o gij geweldige? Gods goedertierenheid 4152 Psa 52:5 | 5 Gij hebt het kwade liever dan 4153 Psa 52:6 | 6 Gij hebt lief alle woorden van 4154 Psa 52:11 | loven in eeuwigheid, omdat Gij het gedaan hebt; en ik zal 4155 Psa 53:6 | u belegerde, verstrooid; gij hebthen beschaamd gemaakt, 4156 Psa 55:14 | 14 Maar gij zijt het, o mens, als van 4157 Psa 55:24 | 24 Maar Gij, o God! zult die doen nederdalen 4158 Psa 56:9 | 9 Gij hebt mijn omzwerven geteld; 4159 Psa 56:14 | 14 Want Gij hebt mijn ziel gered van 4160 Psa 57:9 | Waak op, mijn eer! waak op, gij, luit en harp! ik zal in 4161 Psa 58:2 | waarlijk gerechtigheid, gij, vergadering? Oordeelt gij 4162 Psa 58:2 | gij, vergadering? Oordeelt gij billijkheden, gij, mensenkinderen? ~ 4163 Psa 58:2 | Oordeelt gij billijkheden, gij, mensenkinderen? ~ 4164 Psa 58:3 | 3 Ja, gij werkt ongerechtigheden in 4165 Psa 58:3 | ongerechtigheden in het hart; gij weegt het geweld uwer handen 4166 Psa 59:6 | 6 Ja, Gij HEERE, God der heirscharen, 4167 Psa 59:9 | 9 Maar Gij, HEERE! zult hen belachen; 4168 Psa 59:9 | HEERE! zult hen belachen; Gij zult alle heidenen bespotten. ~ 4169 Psa 59:17 | goedertierenheid vrolijk roemen, omdat Gij mij een Hoog Vertrek zijt 4170 Psa 60:3 | 3 O God! Gij hadt ons verstoten, Gij 4171 Psa 60:3 | Gij hadt ons verstoten, Gij hadt ons gescheurd, Gij 4172 Psa 60:3 | Gij hadt ons gescheurd, Gij zijt toornig geweest; keer 4173 Psa 60:4 | 4 Gij hebt het land geschud, Gij 4174 Psa 60:4 | Gij hebt het land geschud, Gij hebt het gespleten; genees 4175 Psa 60:5 | 5 Gij hebt Uw volk een harde zaak 4176 Psa 60:5 | een harde zaak doen zien; Gij hebt ons gedrenkt met zwijmelwijn. ~ 4177 Psa 60:6 | 6 Maar nu hebt Gij dengenen, die U vrezen, 4178 Psa 60:10 | werpen! juich over mij, o gij Palestina! ~ 4179 Psa 60:12 | 12 Zult Gij het niet zijn, o God! Die 4180 Psa 60:13 | 13 Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid, 4181 Psa 61:4 | 4Want Gij zijt mij een Toevlucht geweest, 4182 Psa 61:6 | 6Want Gij, o God! hebt gehoord naar 4183 Psa 61:6 | gehoord naar mijn geloften; Gij hebt mij gegeven de erfenis 4184 Psa 62:4 | aanstichten tegen een man? Gij allen zult gedood worden; 4185 Psa 62:4 | allen zult gedood worden; gij zult zijn als een ingebogen 4186 Psa 62:6 | 6 Doch gij, o mijn ziel! zwijg Gode; 4187 Psa 62:9 | op Hem te aller tijd, o gij volk! Stort ulieder hart 4188 Psa 62:13 | goedertierenheid, o Heere! is Uwe; want Gij zult een iegelijk vergelden 4189 Psa 63:2 | 2 O God! Gij zijt mijn God! ik zoek U 4190 Psa 63:8 | 8 Want Gij zijt mij een hulp geweest; 4191 Psa 65:3 | 3 Gij hoort het gebed; tot U zal 4192 Psa 65:4 | overtredingen, die verzoent Gij. ~ 4193 Psa 65:5 | Welgelukzalig is hij, dien Gij verkiest, en doet naderen, 4194 Psa 65:6 | 6 Vreselijke dingen zult Gij ons in gerechtigheid antwoorden, 4195 Psa 65:9 | vrezen voor Uw tekenen; Gij doet de uitgangen des morgens 4196 Psa 65:10 | 10 Gij bezoekt het land, en hebbende 4197 Psa 65:10 | begerig gemaakt, verrijkt Gij het grotelijks; de rivier 4198 Psa 65:10 | Gods is vol waters; wanneer Gij het alzo bereid hebt, maakt 4199 Psa 65:10 | alzo bereid hebt, maakt Gij hunlieder koren gereed. ~ 4200 Psa 65:11 | 11 Gij maakt zijn omgeploegde aarde 4201 Psa 65:11 | omgeploegde aarde dronken; Gij doet ze dalen in zijn voren; 4202 Psa 65:11 | ze dalen in zijn voren; Gij maakt het week door de druppelen; 4203 Psa 65:11 | week door de druppelen; Gij zegent zijn uitspruitsel. ~ 4204 Psa 65:12 | 12 Gij kroont het jaar Uwer goedheid; 4205 Psa 66:1 | opperzangmeester. Juicht Gode, gij ganse aarde! ~ 4206 Psa 66:3 | God: Hoe vreselijk zijt Gij in Uw werken! Om de grootheid 4207 Psa 66:8 | 8 Looft, gij volken! onzen God; en laat 4208 Psa 66:10 | 10 Want Gij hebt ons beproefd, o God! 4209 Psa 66:10 | hebt ons beproefd, o God! Gij hebt ons gelouterd, gelijk 4210 Psa 66:11 | 11 Gij hadt ons in het net gebracht; 4211 Psa 66:11 | ons in het net gebracht; Gij hadt een engen band om onze 4212 Psa 66:12 | 12 Gij hadt den mens op ons hoofd 4213 Psa 66:12 | het water gekomen; maar Gij hebt ons uitgevoerd in een 4214 Psa 66:16 | Komt, hoort toe, o allen gij, die God vreest, en ik zal 4215 Psa 67:5 | verblijden en juichen, omdat Gij de volken zult richten in 4216 Psa 67:5 | natien op de aarde die zult Gij leiden. Sela. ~ 4217 Psa 68:3 | 3 Gij zult hen verdrijven, gelijk 4218 Psa 68:8 | 8 O God! toen Gij voor het aangezicht Uws 4219 Psa 68:8 | Uws volks uittoogt, toen Gij daarhenen tradt in de woestijn; 4220 Psa 68:10 | 10 Gij hebt zeer milden regen doen 4221 Psa 68:10 | doen druipen, o God! en Gij hebt Uw erfenis gesterkt, 4222 Psa 68:11 | 11 Uw hoop woonde daarin; Gij bereiddet ze door Uw goedheid 4223 Psa 68:14 | rijen van stenen, zo zult gij toch worden als vleugelen 4224 Psa 68:17 | 17 Waarom springt gij op, gij bultige bergen? 4225 Psa 68:17 | 17 Waarom springt gij op, gij bultige bergen? Deze berg 4226 Psa 68:19 | 19 Gij zijt opgevaren in de hoogte; 4227 Psa 68:19 | opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk 4228 Psa 68:19 | gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen om uit 4229 Psa 68:24 | 24 Opdat gij uw voet, ja, de tong uwer 4230 Psa 68:27 | de gemeenten, den Heere, gij, die zijt uit den springader 4231 Psa 68:29 | geboden; sterk, o God, wat Gij aan ons gewrocht hebt! ~ 4232 Psa 68:33 | 33 Gij koninkrijken der aarde, 4233 Psa 68:36 | 36 O God! Gij zijt vreselijk uit Uw heiligdommen; 4234 Psa 69:6 | 6 O God! Gij weet van mijn dwaasheid, 4235 Psa 69:20 | 20 Gij weet mijn versmaadheid, 4236 Psa 69:27 | Want zij vervolgen, dien Gij geslagen hebt; en maken 4237 Psa 69:33 | zullen zich verblijden; en gij, die God zoekt, ulieder 4238 Psa 70:6 | o God, haast U tot mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; 4239 Psa 71:3 | geduriglijk daarin te gaan; Gij hebt bevel gegeven, om mij 4240 Psa 71:3 | om mij te verlossen, want Gij zijt mijn Steenrots en mijn 4241 Psa 71:5 | 5 Want Gij zijt mijn Verwachting, Heere, 4242 Psa 71:6 | moeders ingewand aan zijt Gij mijn Uithelper; mijn lof 4243 Psa 71:7 | een wonder geweest; doch Gij zijt mijn sterke Toevlucht. ~ 4244 Psa 71:17 | 17 O God! Gij hebt mij geleerd van mijn 4245 Psa 71:19 | o God, tot in de hoogte; Gij, Die grote dingen gedaan 4246 Psa 71:20 | 20 Gij, Die mij veel benauwdheden 4247 Psa 71:21 | 21 Gij zult mijn grootheid vermeerderen, 4248 Psa 71:23 | psalmzingen, en mijn ziel, die Gij verlost hebt. ~ 4249 Psa 73:18 | 18 Immers zet Gij hen op gladde plaatsen; 4250 Psa 73:18 | hen op gladde plaatsen; Gij doet hen vallen in verwoestingen. ~ 4251 Psa 73:20 | droom na het ontwaken! Als Gij opwaakt, o Heere, dan zult 4252 Psa 73:20 | opwaakt, o Heere, dan zult Gij hun beeld verachten. ~ 4253 Psa 73:23 | geduriglijk bij U zijn; Gij hebt mijn rechterhand gevat; ~ 4254 Psa 73:24 | 24 Gij zult mij leiden door Uw 4255 Psa 73:24 | Uw raad; en daarna zult Gij mij in heerlijkheid opnemen. ~ 4256 Psa 73:27 | U zijn, zullen vergaan; Gij roeit uit, al wie van U 4257 Psa 74:1 | O God! waarom verstoot Gij in eeuwigheid? Waarom zou 4258 Psa 74:2 | aan Uw vergadering, die Gij van ouds verworven hebt; 4259 Psa 74:2 | roede Uwer erfenis, die Gij verlost hebt; den berg Sion, 4260 Psa 74:2 | hebt; den berg Sion, waarop Gij gewoond hebt. ~ 4261 Psa 74:11 | 11 Waarom trekt Gij Uw hand, ja, Uw rechterhand 4262 Psa 74:13 | 13 Gij hebt door Uw sterkte de 4263 Psa 74:13 | sterkte de zee gespleten; Gij hebt de koppen der draken 4264 Psa 74:14 | 14 Gij hebt de koppen des Leviathans 4265 Psa 74:14 | Leviathans verpletterd; Gij hebt hem tot spijs gegeven 4266 Psa 74:15 | 15 Gij hebt een fontein en beek 4267 Psa 74:15 | fontein en beek gekliefd; Gij hebt sterke rivieren uitgedroogd. ~ 4268 Psa 74:16 | Uwe, ook is de nacht Uwe; Gij hebt het licht en de zon 4269 Psa 74:17 | 17 Gij hebt al de palen der aarde 4270 Psa 74:17 | zomer en winter, die hebt Gij geformeerd. ~ 4271 Psa 76:5 | 5 Gij zijt doorluchtiger en heerlijker 4272 Psa 76:8 | 8 Gij, vreselijk zijt Gij; en 4273 Psa 76:8 | 8 Gij, vreselijk zijt Gij; en wie zal voor Uw aangezicht 4274 Psa 76:9 | 9 Gij deedt een oordeel horen 4275 Psa 76:11 | overblijfsel der grimmigheden zult Gij opbinden. ~ 4276 Psa 76:12 | betaalt ze den HEERE, uw God, gij allen, die rondom Hem zijt! 4277 Psa 77:5 | 5 Gij hieldt mijn ogen wakende; 4278 Psa 77:15 | 15 Gij zijt die God, Die wonder 4279 Psa 77:15 | die God, Die wonder doet; Gij hebt Uw sterkte bekend gemaakt 4280 Psa 77:16 | 16 Gij hebt Uw volk door Uw arm 4281 Psa 77:21 | 21 Gij leiddet Uw volk, als een 4282 Psa 79:5 | 5 Hoe lang, HEERE? Zult Gij eeuwiglijk toornen? Zal 4283 Psa 80:5 | heirscharen! hoe lang zult Gij roken tegen het gebed Uws 4284 Psa 80:6 | 6 Gij spijst hen met tranenbrood, 4285 Psa 80:7 | 7 Gij hebt ons onzen naburen tot 4286 Psa 80:9 | 9 Gij hebt een wijnstok uit Egypte 4287 Psa 80:10 | 10 Gij hebt de plaats voor hem 4288 Psa 80:13 | 13 Waarom hebt Gij zijn muren doorgebroken, 4289 Psa 80:16 | en dat om den zoon, dien Gij U gesterkt hebt! ~ 4290 Psa 80:18 | over des mensen zoon, dien Gij U gesterkt hebt. ~ 4291 Psa 81:8 | In de benauwdheid riept gij, en Ik hielp u uit; Ik antwoordde 4292 Psa 81:9 | onder u betuigen, Israel, of gij naar Mij hoordet! ~ 4293 Psa 81:10 | geen uitlands god wezen, en gij zult u voor geen vreemden 4294 Psa 82:6 | 6Ik heb wel gezegd: Gij zijt goden; en gij zijt 4295 Psa 82:6 | gezegd: Gij zijt goden; en gij zijt allen kinderen des 4296 Psa 82:7 | 7Nochtans zult gij sterven als een mens; en 4297 Psa 82:7 | een van de vorsten zult gij vallen. ~ 4298 Psa 82:8 | oordeel het aardrijk, want Gij bezit alle natien. ~  ~  ~ 4299 Psa 83:19 | 19 Opdat zij weten, dat Gij alleen met Uw Naam zijt 4300 Psa 85:2 | 2 Gij zijt Uw lande gunstig geweest, 4301 Psa 85:2 | gevangenis van Jakob hebt Gij gewend. ~ 4302 Psa 85:3 | De misdaad Uws volks hebt Gij weggenomen; Gij hebt al 4303 Psa 85:3 | volks hebt Gij weggenomen; Gij hebt al hun zonden bedekt. 4304 Psa 85:4 | 4 Gij hebt weggenomen al Uw verbolgenheid; 4305 Psa 85:4 | weggenomen al Uw verbolgenheid; Gij hebt U gewend van de hittigheid 4306 Psa 85:6 | 6 Zult Gij eeuwiglijk tegen ons toornen? 4307 Psa 85:6 | tegen ons toornen? Zult Gij Uw toorn uitstrekken van 4308 Psa 85:7 | 7 Zult Gij ons niet weder levend maken, 4309 Psa 86:2 | ik ben Uw gunstgenoot, o Gij, mijn God! verlos Uw knecht 4310 Psa 86:5 | 5 Want Gij, HEERE! zijt goed, en gaarne 4311 Psa 86:7 | benauwdheid roep ik U aan, want Gij verhoort mij. ~ 4312 Psa 86:9 | de heidenen, Heere! die Gij gemaakt hebt, zullen komen, 4313 Psa 86:10 | 10 Want Gij zijt groot, en doet wonderwerken; 4314 Psa 86:10 | groot, en doet wonderwerken; Gij alleen zijt God. ~ 4315 Psa 86:13 | goedertierenheid is groot over mij; en Gij hebt mijn ziel uit het onderste 4316 Psa 86:15 | 15 Maar Gij, Heere! zijt een barmhartig 4317 Psa 86:17 | en beschaamd worden, als Gij, HEERE! mij geholpen, en 4318 Psa 88:6 | in het graf liggen, die Gij niet meer gedenkt, en zij 4319 Psa 88:7 | 7 Gij hebt mij in den ondersten 4320 Psa 88:8 | grimmigheid ligt op mij; Gij hebt mij nedergedrukt met 4321 Psa 88:9 | 9 Mijn bekenden hebt Gij verre van mij gedaan, Gij 4322 Psa 88:9 | Gij verre van mij gedaan, Gij hebt mij hun tot een groten 4323 Psa 88:11 | 11 Zult Gij wonder doen aan de doden? 4324 Psa 88:15 | 15 HEERE! waarom verstoot Gij mijn ziel, en verbergt Uw 4325 Psa 88:19 | 19 Gij hebt vriend en metgezel 4326 Psa 89:3 | in de hemelen zelve hebt Gij Uw waarheid bevestigd, zeggende: ~ 4327 Psa 89:9 | heirscharen! wie is als Gij, grootmachtig, o HEERE! 4328 Psa 89:10 | 10 Gij heerst over de opgeblazenheid 4329 Psa 89:10 | zich verheffen, zo stilt Gij ze. ~ 4330 Psa 89:11 | 11 Gij hebt Rahab verbrijzeld als 4331 Psa 89:11 | verbrijzeld als een verslagene; Gij hebt Uw vijanden verstrooid 4332 Psa 89:12 | en haar volheid, die hebt Gij gegrond. ~ 4333 Psa 89:13 | en het zuiden, die hebt Gij geschapen; Thabor en Hermon 4334 Psa 89:14 | 14 Gij hebt een arm met macht; 4335 Psa 89:18 | 18 Want Gij zijt de heerlijkheid hunner 4336 Psa 89:20 | 20 Toen hebt Gij in een gezicht gesproken 4337 Psa 89:27 | 27 Hij zal Mij noemen: Gij zijt mijn Vader! mijn God, 4338 Psa 89:39 | 39 Maar Gij hebt hem verstoten en verworpen; 4339 Psa 89:39 | verstoten en verworpen; Gij zijt verbolgen geworden 4340 Psa 89:40 | 40 Gij hebt het verbond Uws knechts 4341 Psa 89:40 | knechts te niet gedaan; Gij hebt zijn kroon ontheiligd 4342 Psa 89:41 | 41 Gij hebt al zijn muren doorgebroken; 4343 Psa 89:41 | zijn muren doorgebroken; Gij hebt zijn vestingen nedergeworpen. ~ 4344 Psa 89:43 | 43 Gij hebt de rechterhand zijner 4345 Psa 89:43 | wederpartijders verhoogd; Gij hebt al zijn vijanden verblijd. ~ 4346 Psa 89:44 | 44 Gij hebt ook de scherpte zijns 4347 Psa 89:45 | 45 Gij hebt zijn schoonheid doen 4348 Psa 89:45 | schoonheid doen ophouden; en Gij hebt zijn troon ter aarde 4349 Psa 89:46 | 46 Gij hebt de dagen zijner jeugd 4350 Psa 89:46 | dagen zijner jeugd verkort; Gij hebt hem met schaamte overdekt. 4351 Psa 89:47 | Hoe lang, o HEERE! zult Gij U steeds verbergen, zal 4352 Psa 89:48 | eeuw ik ben; waarom zoudt Gij aller mensenkinderen tevergeefs 4353 Psa 89:50 | vorige goedertierenheden, die Gij David gezworen hebt bij 4354 Psa 90:1 | Mozes, den man Gods. HEERE! Gij zijt ons geweest een Toevlucht 4355 Psa 90:2 | bergen geboren waren, en Gij de aarde en de wereld voortgebracht 4356 Psa 90:2 | eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God. ~ 4357 Psa 90:3 | 3 Gij doet den mens wederkeren 4358 Psa 90:3 | verbrijzeling, en zegt: Keert weder, gij mensenkinderen! ~ 4359 Psa 90:5 | 5 Gij overstroomt hen; zij zijn 4360 Psa 90:8 | 8 Gij stelt onze ongerechtigheden 4361 Psa 90:11 | Uw verbolgenheid, naardat Gij te vrezen zijt? ~ 4362 Psa 90:15 | naar de dagen, in dewelke Gij ons gedrukt hebt, naar de 4363 Psa 90:17 | zij over ons; en bevestig Gij het werk onzer handen over 4364 Psa 91:4 | onder Zijn vleugelen zult gij betrouwen; Zijn waarheid 4365 Psa 91:5 | 5 Gij zult niet vrezen voor den 4366 Psa 91:8 | 8 Alleenlijk zult gij het met uw ogen aanschouwen; 4367 Psa 91:8 | uw ogen aanschouwen; en gij zult de vergelding der goddelozen 4368 Psa 91:9 | 9 Want Gij, HEERE! zijt mijn Toevlucht! 4369 Psa 91:9 | Toevlucht! De Allerhoogste hebt gij gesteld tot uw Vertrek; ~ 4370 Psa 91:12 | de handen dragen, opdat gij uw voet aan geen steen stoot. ~ 4371 Psa 91:13 | fellen leeuw en de adder zult gij treden, gij zult den jongen 4372 Psa 91:13 | de adder zult gij treden, gij zult den jongen leeuw en 4373 Psa 92:5 | 5 Want Gij hebt mij verblijd, HEERE! 4374 Psa 92:9 | 9 Maar Gij zijt de Allerhoogste in 4375 Psa 92:11 | 11 Maar Gij zult mijn hoorn verhogen, 4376 Psa 93:2 | af is Uw troon bevestigd, Gij zijt van eeuwigheid af. ~ 4377 Psa 94:2 | 2 Gij, Rechter der aarde! verhef 4378 Psa 94:8 | 8 Aanmerkt, gij onvernuftigen onder het 4379 Psa 94:8 | onvernuftigen onder het volk! en gij dwazen! wanneer zult gij 4380 Psa 94:8 | gij dwazen! wanneer zult gij verstandig worden? ~ 4381 Psa 94:12 | is de man, o HEERE! dien Gij tuchtigt, en dien Gij leert 4382 Psa 94:12 | dien Gij tuchtigt, en dien Gij leert uit Uw wet, ~ 4383 Psa 95:7 | schapen Zijner hand. Heden, zo gij Zijn stem hoort, ~ 4384 Psa 96:1 | nieuw lied; zingt de HEERE, gij ganse aarde! ~ 4385 Psa 96:7 | 7 Geeft den HEERE, gij geslachten der volken! geeft 4386 Psa 96:9 | schrikt voor Zijn aangezicht, gij ganse aarde. ~ 4387 Psa 97:7 | buigt u neder voor Hem, alle gij goden! ~ 4388 Psa 97:9 | 9 Want Gij, HEERE! zijt de Allerhoogste 4389 Psa 97:9 | Allerhoogste over de gehele aarde; Gij zijt zeer hoog verheven 4390 Psa 97:10 | 10 Gij liefhebbers des HEEREN! 4391 Psa 97:12 | 12 Gij rechtvaardigen! verblijdt 4392 Psa 98:4 | 4Juicht den HEERE, gij ganse aarde! roept uit van 4393 Psa 99:4 | die het recht lief heeft. Gij hebt billijkheden bevestigd, 4394 Psa 99:4 | billijkheden bevestigd, Gij hebt recht en gerechtigheid 4395 Psa 99:8 | 8O HEERE, onze God! Gij hebt hen verhoord, Gij zijt 4396 Psa 99:8 | Gij hebt hen verhoord, Gij zijt hun geweest een vergevend 4397 Psa 100:1 | 1Een lofzang. Gij ganse aarde! juicht den 4398 Psa 101:2 | oprechten weg; wanneer zult Gij tot mij komen? Ik zal in 4399 Psa 102:11 | en Uw groten toorn; want Gij hebt mij verheven, en mij 4400 Psa 102:13 | 13 Maar Gij, HEERE! blijft in eeuwigheid, 4401 Psa 102:14 | 14 Gij zult opstaan, Gij zult U 4402 Psa 102:14 | 14 Gij zult opstaan, Gij zult U ontfermen over Sion, 4403 Psa 102:26 | 26 Gij hebt voormaals de aarde 4404 Psa 102:27 | Die zullen vergaan, maar Gij zult staande blijven; en 4405 Psa 102:27 | als een kleed verouden; Gij zult ze veranderen als een 4406 Psa 102:28 | 28 Maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren 4407 Psa 103:20 | den HEERE, Zijn engelen! gij krachtige helden, die Zijn 4408 Psa 103:21 | HEERE, al Zijn heirscharen! gij Zijn dienaars, die Zijn 4409 Psa 104:1 | ziel! O HEERE, mijn God! Gij zijt zeer groot, Gij zijt 4410 Psa 104:1 | God! Gij zijt zeer groot, Gij zijt bekleed met majesteit 4411 Psa 104:6 | 6 Gij hadt ze met den afgrond 4412 Psa 104:8 | daalden, ter plaatse, die Gij voor hen gegrond hadt. ~ 4413 Psa 104:9 | 9 Gij hebt een paal gesteld, dien 4414 Psa 104:20 | 20 Gij beschikt de duisternis, 4415 Psa 104:24 | zijn Uw werken, o HEERE! Gij hebt ze alle met wijsheid 4416 Psa 104:26 | schepen, en de Leviathan, dien Gij geformeerd hebt, om daarin 4417 Psa 104:27 | allen wachten op U, dat Gij hun hun spijze geeft te 4418 Psa 104:28 | 28 Geeft Gij ze hun, zij vergaderen ze; 4419 Psa 104:28 | zij vergaderen ze; doet Gij Uw hand open, zij worden 4420 Psa 104:29 | 29 Verbergt Gij Uw aangezicht, zij worden 4421 Psa 104:29 | worden verschrikt; neemt Gij hun adem weg, zij sterven, 4422 Psa 104:30 | 30 Zendt Gij Uw Geest uit, zo worden 4423 Psa 104:30 | worden zij geschapen, en Gij vernieuwt het gelaat des 4424 Psa 105:6 | 6 Gij zaad van Abraham, Zijn knecht, 4425 Psa 105:6 | van Abraham, Zijn knecht, gij kinderen van Jakob, Zijn 4426 Psa 108:3 | 3 Waak op, gij luit en harp! ik zal in 4427 Psa 108:12 | 12 Zult Gij het niet zijn, o God! Die 4428 Psa 108:13 | 13 Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid; 4429 Psa 109:21 | 21 Maar Gij, o HEERE Heere! maak het 4430 Psa 109:27 | dat dit Uw hand is, dat Gij het, HEERE! gedaan hebt. ~ 4431 Psa 109:28 | hen vloeken, maar zegen Gij; laat hen zich opmaken, 4432 Psa 110:4 | het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in eeuwigheid, 4433 Psa 113:1 | 1Hallelujah! Looft, gij knechten des HEEREN! looft 4434 Psa 114:5 | 5Wat was u, gij zee! dat gij vloodt? gij 4435 Psa 114:5 | 5Wat was u, gij zee! dat gij vloodt? gij Jordaan! dat 4436 Psa 114:5 | gij zee! dat gij vloodt? gij Jordaan! dat gij achterwaarts 4437 Psa 114:5 | vloodt? gij Jordaan! dat gij achterwaarts keerdet? ~ 4438 Psa 114:6 | 6Gij bergen, dat gij opsprongt als rammen? gij 4439 Psa 114:6 | gij opsprongt als rammen? gij heuvelen! als lammeren? ~ 4440 Psa 114:7 | 7Beef, gij aarde! voor het aangezicht 4441 Psa 115:9 | 9 Israel! vertrouw gij op den HEERE; Hij is hun 4442 Psa 115:10 | 10 Gij huis van Aaron! vertrouw 4443 Psa 116:8 | 8 Want Gij, HEERE! hebt mijn ziel gered 4444 Psa 116:16 | een zoon Uwer dienstmaagd; Gij hebt mijn banden losgemaakt. ~ 4445 Psa 118:13 | 13 Gij hadt mij zeer hard gestoten, 4446 Psa 118:21 | 21 Ik zal U loven, omdat Gij mij verhoord hebt, en mij 4447 Psa 118:28 | 28 Gij zijt mijn God, daarom zal 4448 Psa 119:4 | 4  HEERE! Gij hebt geboden, dat men Uw 4449 Psa 119:12 | 12  HEERE! Gij zijt gezegend; leer mij 4450 Psa 119:21 | 21  Gij scheldt de vervloekte hovaardigen, 4451 Psa 119:26 | U mijn wegen verteld, en Gij hebt mij verhoord; leer 4452 Psa 119:32 | Uwer geboden lopen, als Gij mijn hart verwijd zult hebben. ~ 4453 Psa 119:49 | knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt doen hopen. ~ 4454 Psa 119:65 | 65  Teth. Gij hebt bij Uw knecht goed 4455 Psa 119:68 | 68  Gij zijt goed en goeddoende; 4456 Psa 119:75 | gerechtigheid zijn, en dat Gij mij uit getrouwheid verdrukt 4457 Psa 119:82 | terwijl ik zeide: Wanneer zult Gij mij vertroosten? ~ 4458 Psa 119:84 | knechts zijn? Wanneer zult Gij recht doen over mijn vervolgers? ~ 4459 Psa 119:90 | van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, 4460 Psa 119:93 | want door dezelve hebt Gij mij levend gemaakt. ~ 4461 Psa 119:102 | geweken van Uw rechten, want Gij hebt mij geleerd. ~ 4462 Psa 119:114 | 114  Gij zijt mijn Schuilplaats en 4463 Psa 119:115 | 115  Wijkt van mij, gij boosdoeners! dat ik de geboden 4464 Psa 119:118 | 118  Gij vertreedt al degenen, die 4465 Psa 119:119 | 119  Gij doet alle goddelozen der 4466 Psa 119:137 | 137  Tsade. HEERE! Gij zijt rechtvaardig, en elkeen 4467 Psa 119:138 | 138  Gij hebt de gerechtigheid Uwer 4468 Psa 119:151 | 151  Maar Gij, HEERE! zijt nabij, en al 4469 Psa 119:152 | van Uw getuigenissen, dat Gij ze in eeuwigheid gegrond 4470 Psa 119:171 | overvloediglijk uitstorten, als Gij mij Uw inzettingen zult 4471 Psa 128:2 | 2Want gij zult eten den arbeid uwer 4472 Psa 128:2 | handen; welgelukzalig zult gij zijn, en het zal u welgaan. ~ 4473 Psa 128:5 | zal u zegenen uit Sion, en gij zult het goede van Jeruzalem 4474 Psa 128:6 | 6En gij zult uw kindskinderen zien. 4475 Psa 130:3 | 3Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden 4476 Psa 130:4 | bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt. ~ 4477 Psa 132:8 | op, HEERE! tot Uw rust, Gij en de ark Uwer sterkte! ~ 4478 Psa 134:1 | Ziet, looft den HEERE, alle gij knechten des HEEREN! gij, 4479 Psa 134:1 | gij knechten des HEEREN! gij, die allen nacht in het 4480 Psa 135:1 | des HEEREN, prijst Hem, gij knechten des HEEREN! ~ 4481 Psa 135:2 | 2 Gij, die staat in het huis des 4482 Psa 135:19 | 19 Gij huis Israels! looft den 4483 Psa 135:19 | Israels! looft den HEERE; gij huis Aarons! looft den HEERE. ~ 4484 Psa 135:20 | 20 Gij huis van Levi! looft den 4485 Psa 135:20 | van Levi! looft den HEERE; gij die den HEERE vreest! looft 4486 Psa 137:8 | misdaad vergelden zal, die gij aan ons misdaan hebt. ~ 4487 Psa 138:2 | en om Uw waarheid; want Gij hebt vanwege Uwgansen Naam 4488 Psa 138:3 | dage, als ik riep, zo hebt Gij mij verhoord; Gij hebt mij 4489 Psa 138:3 | zo hebt Gij mij verhoord; Gij hebt mij versterkt met kracht 4490 Psa 138:7 | midden der benauwdheid, maakt Gij mij levend; Uw hand strekt 4491 Psa 138:7 | mij levend; Uw hand strekt Gij uit tegen den toorn mijner 4492 Psa 139:1 | opperzangmeester. HEERE! Gij doorgrondt en kent mij. ~ 4493 Psa 139:2 | 2 Gij weet mijn zitten en mijn 4494 Psa 139:2 | zitten en mijn opstaan; Gij verstaat van verre mijn 4495 Psa 139:3 | 3 Gij omringt mijn gaan en mijn 4496 Psa 139:3 | gaan en mijn liggen; en Gij zijt al mijn wegen gewend. ~ 4497 Psa 139:4 | mijn tong is, zie, HEERE! Gij weet het alles. ~ 4498 Psa 139:5 | 5 Gij bezet mij van achteren en 4499 Psa 139:5 | achteren en van voren, en Gij zet Uw hand op mij. ~ 4500 Psa 139:8 | Zo ik opvoer ten hemel, Gij zijt daar; of bedde ik mij


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-8706

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License