Book Chapter: Verse
1 Gen 8:21 | niet meer al het levende slaan, gelijk als Ik gedaan heb. ~
2 Gen 14:17 | wedergekeerd was van het slaan van Kedor-Laomer, en van
3 Gen 31:30 | verzamelen, zo zullen zij mij slaan, en ik zal verdelgd worden,
4 Gen 34:21 | ons hem niet aan het leven slaan. ~
5 Exo 3:20 | hand uitstrekken, en Egypte slaan met al Mijn wonderen, die
6 Exo 7:17 | dat in deze rivier is, slaan, en het zal in bloed veranderd
7 Exo 8:2 | ganse landpale met vorsen slaan; ~
8 Exo 9:15 | volk met de pestilentie zou slaan, en dat gij van de aarde
9 Exo 12:12 | eerstgeborenen in Egypteland slaan, van de mensen af tot de
10 Exo 12:13 | zijn, wanneer Ik Egypteland slaan zal. ~
11 Exo 12:23 | doorgaan, om de Egyptenaren te slaan; doch wanneer Hij het bloed
12 Exo 12:23 | uw huizen te komen om te slaan. ~
13 Exo 17:6 | gij zult op den rotssteen slaan, zo zal er water uitgaan,
14 Exo 21:22 | Wanneer nu mannen kijven, en slaan een zwangere vrouw, dat
15 Lev 25:24 | zevenvoudig over uw zonden slaan. ~
16 Num 14:12 | zal het met pestilentie slaan, en Ik zal het verstoten;
17 Num 22:6 | misschien zal ik het kunnen slaan, of het uit het land verdrijven;
18 Num 22:25 | daarom voer hij voort haar te slaan. ~
19 Deu 13:15 | derzelver stad ganselijk slaan met de scherpte des zwaards,
20 Deu 20:13 | wat mannelijk daarin is, slaan met de scherpte des zwaards; ~
21 Deu 25:2 | nedervallen, en hem doen slaan in zijn tegenwoordigheid,
22 Deu 25:3 | slagen zal hij hem doen slaan, hij zal er niet toedoen;
23 Deu 25:3 | met meer slagen te doen slaan, uw broeder dan voor uw
24 Deu 28:22 | 22 De HEERE zal u slaan met tering, en met koorts,
25 Deu 28:27 | 27 De HEERE zal u slaan met zweren van Egypte, en
26 Deu 28:28 | 28 De HEERE zal u slaan met onzinnigheid, en met
27 Deu 28:35 | 35 De HEERE zal u slaan met boze zweren, aan de
28 Joz 7:3 | mannen optrekken, om Ai te slaan; vermoei daarheen al het
29 Joz 10:4 | helpt mij, dat wij Gibeon slaan; omdat zij vrede gemaakt
30 Joz 10:20 | een zeer groten slag te slaan, totdat zij vernield waren,
31 Joz 15:16 | zeide: Wie Kirjath-Sefer zal slaan, en nemen haar in, dien
32 Ric 1:12 | zeide: Wie Kirjath-Sefer zal slaan, en haar innemen, dien zal
33 Ric 5:16 | zult gij de Midianieten slaan, als een enigen man. ~
34 Ric 19:31 | afgetrokken; en zij begonnen te slaan van het volk, en te doorsteken,
35 Ric 19:39 | Benjamin had begonnen te slaan en te doorsteken van de
36 1Sa 17:46 | in mijn hand, en ik zal u slaan, en ik zal uw hoofd van
37 1Sa 17:57 | David wederkeerde van het slaan des Filistijns, zo nam hem
38 1Sa 18:6 | David wederkeerde van het slaan der Filistijnen, dat de
39 1Sa 20:33 | spies op hem, om hem te slaan. Alzo merkte Jonathan, dat
40 1Sa 23:2 | heengaan en deze Filistijnen slaan? En de HEERE zeide tot David:
41 1Sa 23:2 | gij zult de Filistijnen slaan en Kehila verlossen. ~
42 1Sa 26:8 | spies op eenmaal ter aarde slaan, en ik zal het hem niet
43 1Sa 26:10 | leeft, de HEERE zal hem slaan, of zijn dag zal komen,
44 2Sa 2:22 | waarom zal ik u ter aarde slaan? Hoe zou ik dan mijn aangezicht
45 2Sa 5:24 | heirleger der Filistijnen te slaan. ~
46 2Sa 17:2 | zal ik den koning alleen slaan. ~
47 2Sa 18:12 | aan des konings zoon niet slaan; want de koning heeft u,
48 2Sa 21:2 | maar Saul zocht hen te slaan in zijn ijver voor de kinderen
49 2Sa 21:16 | zwaard; deze dacht David te slaan. ~
50 1Kon 14:15| De HEERE zal ook Israel slaan, gelijk een riet in het
51 1Kon 20:35| En de man weigerde hem te slaan. ~
52 1Kon 20:36| zijt, zo zal u een leeuw slaan. En als hij van bij hem
53 2Kon 3:19| alle uitgelezene steden slaan, en zult alle goede bomen
54 2Kon 6:21| hij hen zag: Zal ik hen slaan? Zal ik hen slaan, mijn
55 2Kon 6:21| ik hen slaan? Zal ik hen slaan, mijn vader? ~
56 2Kon 6:22| zeide: Gij zult hen niet slaan; zoudt gij ook slaan, die
57 2Kon 6:22| niet slaan; zoudt gij ook slaan, die gij met uw zwaard en
58 2Kon 9:7 | huis van Achab, uw heer, slaan, opdat Ik het bloed van
59 2Kon 14:17| want gij zult de Syriers slaan in Afek, tot verdoens toe. ~
60 2Kon 14:19| gij de Syriers driemaal slaan. ~
61 1Kro 14:15| leger der Filistijnen te slaan. ~
62 2Kro 25:14| nu, nadat Amazia van het slaan der Edomieten gekomen was,
63 2Kro 25:16| op; waarom zouden zij u slaan? Toen hield de profeet op,
64 Neh 4:11 | midden van hen komen, en slaan hen dood; alzo zullen wij
65 Neh 13:21 | doet, zal ik de hand aan u slaan. Van dien tijd af kwamen
66 Est 13:1 | en zij zochten de hand te slaan aan den koning Ahasveros. ~
67 Est 16:6 | Mordechai alleen de hand zou slaan (want men had hem het volk
68 Est 17:6 | Mordechai alleen de hand zou slaan (want men had hem het volk
69 Est 50:2 | Ahasveros, om de hand te slaan aan degenen, die hun verderf
70 Job 16:10 | hun mond tegen mij; zij slaan met smaadheid op mijn kinnebakken;
71 Job 23:6 | maar Hij zou acht op mij slaan. ~
72 Psa 2:9 | Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat. ~
73 Spre 17:10| den zot honderd maal te slaan. ~
74 Spre 17:26| boeten, dat de prinsen iemand slaan zouden om hetgeen recht
75 Spre 23:13| gij hem met de roede zult slaan, zal hij niet sterven. ~
76 Spre 23:14| Gij zult hem met de roede slaan, en zijn ziel van de hel
77 Jes 2:4 | zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen
78 Jes 10:24 | als hij u met de roede zal slaan, en hij zijn staf tegen
79 Jes 11:4 | bestraffen; doch Hij zal de aarde slaan met de roede Zijns monds,
80 Jes 11:14 | Moab zullen zij hun handen slaan, en de kinderen Ammons
81 Jes 11:15 | winds; en Hij zal dezelve slaan in de zeven stromen,
82 Jes 19:22 | zal de Egyptenaars dapper slaan, en genezen; en zij zullen
83 Jes 29:3 | een leger in het rond om u slaan, en Ik zal u belegeren met
84 Jes 45:2 | grendelen zal Ik in stukken slaan. ~
85 Jes 50:6 | Mijn rug dengenen, die Mij slaan, en Mijn wangen dengenen,
86 Jes 59:4 | goddelooslijk met de vuist te slaan; vast niet gelijk heden,
87 Jer 13:14 | En Ik zal hen in stukken slaan, den een tegen den ander,
88 Jer 18:18 | komt aan, en laat ons hem slaan met de tong, en laat ons
89 Jer 20:4 | gevankelijk zal wegvoeren, en slaan hen met het zwaard. ~
90 Jer 21:6 | zal de inwoners dezer stad slaan, zowel de mensen als de
91 Jer 21:7 | ziel zoeken; en hij zal ze slaan met de scherpte des
92 Jer 29:21 | hij zal ze voor uw ogen slaan. ~
93 Jer 40:14 | heeft, om u aan het leven te slaan? Maar Gedalia, de zoon
94 Jer 40:15 | den zoon van Nethanja, slaan, en niemand zal het
95 Jer 40:15 | zou hij u aan het leven slaan, en gans Juda, die tot u
96 Jer 43:11 | zal komen en Egypteland slaan: wie ten dood, ten dode;
97 Jer 46:13 | Babel, om Egypteland te slaan. ~
98 Jer 48:12 | flessen in stukken slaan. ~
99 Jer 51:20 | zal Ik volken in stukken slaan, en door u zal Ik koninkrijken
100 Jer 51:21 | door u zal Ik in stukken slaan het paard en zijn ruiter;
101 Jer 51:21 | door u zal Ik in stukken slaan den wagen en zijn ruiter. ~
102 Jer 51:22 | door u zal Ik in stukken slaan den man en de vrouw; en
103 Jer 51:22 | door u zal Ik in stukken slaan den oude en den jonge; en
104 Jer 51:22 | door u zal Ik in stukken slaan den jongeling en de jonkvrouw. ~
105 Jer 51:23 | door u zal Ik in stukken slaan den herder en zijn kudde;
106 Jer 51:23 | door u zal Ik in stukken slaan den akkerman en zijn juk
107 Jer 51:23 | door u zal Ik in stukken slaan landvoogden en overheden. ~
108 Eze 21:17 | Mijn hand tegen Mijn hand slaan, en Mijn grimmigheid doen
109 Eze 39:2 | omwenden, en een zeshaak in u slaan, en u optrekken uit de zijden
110 Eze 39:3 | uw boog uit uw linkerhand slaan, en Ik zal uw pijlen uit
111 Amos 3:15| winterhuis met het zomerhuis slaan; en de elpenbenen huizen
112 Amos 6:11| en Hij zal het grote huis slaan met inwatering, en het kleine
113 Mic 4:3 | zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen
114 Mic 4:14 | roede op het kinnebakken slaan. ~ ~ ~ ~ ~
115 Zac 10:11 | zal de golven in de zee slaan, en al de diepten der rivieren
116 Zac 11:6 | zullen dit land te morzel slaan, en Ik zal ze uit hun hand
117 Zac 12:4 | paarden met schuwigheid slaan, en hun ruiters met zinneloosheid;
118 Zac 12:4 | volken zal Ik met blindheid slaan. ~
119 Matt 24:49| zijn mededienstknechten te slaan, en te eten en te drinken
120 Matt 26:31| geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde
121 Mark 14:27| geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen zullen verstrooid
122 Mark 14:65| bedekken, en met vuisten te slaan, en tot Hem te zeggen: Profeteer!
123 Luk 12:45 | knechten en de dienstmaagden te slaan, en te eten en te drinken,
124 Luk 14:31 | tegen een anderen koning te slaan, zit niet eerst neder, en
125 Luk 20:19 | ure de handen aan Hem te slaan; maar zij vreesden het volk;
126 Luk 21:12 | zij hun handen aan ulieden slaan, en u vervolgen, u overleverende
127 Luk 22:49 | zullen wij met het zwaard slaan? ~
128 Hand 15:32| hielden op van Paulus te slaan. ~
129 Hand 17:2 | zij hem op den mond zouden slaan. ~
130 Hand 17:3 | Paulus tot hem: God zal u slaan, gij gewitte wand! Zit gij
131 Hand 17:3 | de wet, dat men mij zal slaan? ~
132 Hand 20:14| prikkels de verzenen te slaan. ~
133 1Kor 15:52| bazuin; want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk
134 2Kor 12:7 | dat hij mij met vuisten slaan zou, opdat ik mij niet zou
135 Heb 7:1 | hij wederkeerde van het slaan der koningen, en hem zegende; ~
136 Open 11:6 | verkeren, en de aarde te slaan met allerlei plage, zo menigmaal
137 Open 19:15| Hij daarmede de heidenen slaan zou. En Hij zal hen hoeden
|