Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
4 1189
40 161
41 142
42 136
43 129
44 115
45 106
Frequency    [«  »]
137 slaan
137 voort
137 ziende
136 42
136 deszelfs
136 duisternis
136 heilig

Bijbel

IntraText - Concordances

42

    Book Chapter: Verse
1 Gen 23:42 | 42 En ik kwam heden aan de 2 Gen 25:42 | 42 Toen aan Rebekka deze woorden 3 Gen 27:77 | 42 Maar als de kudde spade 4 Gen 28:42 | 42 Ten ware de God van mijn 5 Gen 33:42 | 42 De vorst Kenaz, de vorst 6 Gen 37:42 | 42 En Farao nam zijn ring van 7 Gen 38 | 42 ~ 8 Exo 12:42 | 42 Dezen nacht zal men den 9 Exo 28:42 | 42 Maak hun ook linnen onderbroeken, 10 Exo 29:42 | 42 Het zal een geduriglijk 11 Exo 39:42 | 42 Naar alles, wat de HEERE 12 Lev 11:42 | 42 Al wat op zijn buik gaat, 13 Lev 13:42 | 42 Maar zo in de kaalheid, 14 Lev 14:42 | 42 Daarna zullen zij andere 15 Lev 22:73 | 42 Zeven dagen zult gij in 16 Lev 24:42 | 42 Want zij zijn Mijn dienstknechten, 17 Lev 25:42 | 42 Dan zal Ik gedenken aan 18 Num 1:42 | 42 Van de zonen van Nafthali, 19 Num 3:42 | 42 Mozes dan telde, gelijk 20 Num 4:42 | 42 En de getelden van de geslachten 21 Num 7:42 | 42 Op den zesden dag offerde 22 Num 14:42 | 42 Trekt niet op, want de HEERE 23 Num 16:42 | 42 En het geschiedde, als de 24 Num 26:42 | 42 Dit zijn de zonen van Dan, 25 Num 31:42 | 42 En van de helft der kinderen 26 Num 31:95 | 42 En Nobah ging heen, en nam 27 Num 32:42 | 42 En zij verreisden van Zalmona, 28 Deu 1:42 | 42 Zo zeide de HEERE tot mij: 29 Deu 4:42 | 42 Opdat daarheen vlood de 30 Deu 28:42 | 42 Al uw geboomte, en de vrucht 31 Deu 32:42 | 42 Ik zal Mijn pijlen dronken 32 Joz 10:42 | 42 En Jozua nam al deze koningen 33 Joz 15:42 | 42 Libna, en Ether, en Asan, ~ 34 Joz 19:42 | 42 En Saalabbin, en Ajalon, 35 Joz 22:15 | 42 Deze steden waren elk met 36 Ric 8:42 | 42 En het geschiedde des anderen 37 Ric 19:42 | 42 Zo wendden zij zich voor 38 1Sa 14:42 | 42 Toen zeide Saul: Werpt het 39 1Sa 17:42 | 42 Toen de Filistijn opzag, 40 1Sa 20:42 | 42 Toen zeide Jonathan tot 41 1Sa 25:42 | 42 Abigail nu haastte, en maakte 42 2Sa 19:42 | 42 Toen antwoordden alle mannen 43 2Sa 22:42 | 42 Zij zagen uit, maar er was 44 1Kon 1:42| 42 Als hij nog sprak, ziet, 45 1Kon 2:42| 42 Toen zond de koning, en 46 1Kon 7:42| 42 En de vierhonderd granaatappelen 47 1Kon 8:42| 42 (Want zij zullen horen van 48 1Kon 11:42| 42 De tijd nu, dien Salomo 49 1Kon 18:42| 42 Alzo toog Achab op, om te 50 1Kon 20:42| 42 En hij zeide tot hem: Zo 51 1Kon 22:42| 42 Josafat was vijf en dertig 52 2Kon 4:42| 42 En er kwam een man van Baal-Salisa, 53 1Kro 1:42| 42 De kinderen van Ezer waren 54 1Kro 2:42| 42 De kinderen van Kaleb nu, 55 1Kro 4:42| 42 Ook gingen uit hen, te weten 56 1Kro 6:42| 42 Den zoon van Ethan, den 57 1Kro 9:42| 42 En Achaz gewon Jaera, en 58 1Kro 11:42| 42 Adina, de zoon van Siza, 59 1Kro 16:42| 42 Met hen dan waren Heman 60 2Kro 7:42| 42 O HEERE God! wend het aangezicht 61 Ezra 2:42| 42 De kinderen der poortiers. 62 Ezra 10:42| 42 Sallum, Amarja, Jozef. ~ 63 Neh 7:42 | 42 De kinderen van Harim, duizend 64 Neh 12:42 | 42 Voorts Maaseja, en Semaja, 65 Job 41 | 42 ~ 66 Psa 18:42 | 42 Zij riepen, maar er was 67 Psa 42:14 | Amen, ja, amen. ~xPsalmen 42 ~ 68 Psa 78:42 | 42 Zij dachten niet aan Zijn 69 Psa 89:42 | 42 Allen, die den weg voorbijgingen, 70 Psa 105:42 | 42 Want Hij dacht aan Zijn 71 Psa 106:42 | 42 En hun vijanden hebben hen 72 Psa 107:42 | 42 De oprechten zien het, en 73 Psa 119:42 | 42  Opdat ik mijn smader wat 74 Jes 42 | 42 ~ 75 Jer 32:42 | 42      Want zo zegt de HEERE: 76 Jer 42 | 42 ~ 77 Jer 48:42 | 42      Want Moab zal verdelgd 78 Jer 50:42 | 42      Boog en spies zullen 79 Jer 51:42 | 42      Een zee is over Babel 80 Klaa 1:86| 42      Nun. Wij hebben overtreden, 81 Eze 16:42 | 42      Zo zal Ik Mijn grimmigheid 82 Eze 20:42 | 42      En gij zult weten, 83 Eze 23:42 | 42      Als nu het geruis der 84 Eze 40:42 | 42      Maar de vier tafelen 85 Eze 42 | 42 ~ 86 Dan 2:42 | 42      En de tenen der voeten, 87 Dan 11:42 | 42      En hij zal zijn hand 88 Matt 5:42| 42 Geeft dengene, die iets 89 Matt 10:42| 42 En zo wie een van deze kleinen 90 Matt 12:42| 42 De koningin van het zuiden 91 Matt 13:42| 42 En zullen dezelve in den 92 Matt 21:42| 42 Jezus zeide tot hen: Hebt 93 Matt 22:42| 42 En zeide: Wat dunkt u van 94 Matt 24:42| 42 Waakt dan; want gij weet 95 Matt 25:42| 42 Want Ik ben hongerig geweest, 96 Matt 26:42| 42 Wederom ten tweeden male 97 Matt 27:42| 42 Anderen heeft Hij verlost, 98 Mark 1:42| 42 En als Hij dit gezegd had, 99 Mark 5:42| 42 En terstond stond het dochtertje 100 Mark 6:42| 42 En zij aten allen, en zijn 101 Mark 9:42| 42 En zo wie een van deze kleinen, 102 Mark 10:42| 42 Maar Jezus, het tot Zich 103 Mark 12:42| 42 En er kwam een arme weduwe, 104 Mark 14:42| 42 Staat op, laat ons gaan; 105 Mark 15:42| 42 En als het nu avond was 106 Luk 1:42 | 42 En riep uit met een grote 107 Luk 2:42 | 42 En toen Hij twaalf jaren 108 Luk 4:42 | 42 En als het dag werd, ging 109 Luk 6:42 | 42 Of hoe kunt gij tot uw broeder 110 Luk 7:42 | 42 En als zij niet hadden om 111 Luk 8:42 | 42 Want hij had een enige dochter, 112 Luk 9:42 | 42 En nog, als hij naar Hem 113 Luk 10:42 | 42 Maar een ding is nodig; 114 Luk 11:42 | 42 Maar wee u, Farizeen, want 115 Luk 12:42 | 42 En de Heere zeide: Wie is 116 Luk 18:42 | 42 En Jezus zeide tot hem: 117 Luk 19:42 | 42 Zeggende: Och, of gij ook 118 Luk 20:42 | 42 En David zelf zegt in het 119 Luk 22:42 | 42 Zeggende: Vader, of Gij 120 Luk 23:42 | 42 En hij zeide tot Jezus: 121 Luk 24:42 | 42 En zij gaven Hem een stuk 122 Joha 1:42| 42 Deze vond eerst zijn broeder 123 Joha 4:42| 42 En zeiden tot de vrouw: 124 Joha 5:42| 42 Maar Ik ken ulieden, dat 125 Joha 6:42| 42 En zij zeiden: Is deze niet 126 Joha 7:42| 42 Zegt de Schrift niet, dat 127 Joha 8:42| 42 Jezus dan zeide tot hen: 128 Joha 10:42| 42 En velen geloofden aldaar 129 Joha 11:42| 42 Doch Ik wist, dat Gij Mij 130 Joha 12:42| 42 Nochtans geloofden ook zelfs 131 Joha 19:42| 42 Aldaar dan legden zij Jezus, 132 Hand 2:42| 42 En zij waren volhardende 133 Hand 5:42| 42 En heeft ons geboden den 134 Hand 7:42| 42 En als de Joden uitgegaan 135 Hand 21:42| 42 De raadslag nu der krijgslieden 136 1Kor 15:42| 42 Alzo zal ook de opstanding


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License