Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hoogste 24
hoogsten 2
hoogt 1
hoogte 135
hoogten 104
hoogtijd 1
hoogtijden 21
Frequency    [«  »]
136 deszelfs
136 duisternis
136 heilig
135 hoogte
135 poorten
134 aangaande
134 bouwen

Bijbel

IntraText - Concordances

hoogte

    Book Chapter: Verse
1 Gen 6:15 | breedte, en dertig ellen haar hoogte. 2 Exo 17:9 | Amalek; morgen zal ik op de hoogte des heuvels staan, en de 3 Exo 17:10 | Aaron en Hur klommen op de hoogte des heuvels. ~ 4 Exo 25:10 | breedte, en anderhalve el haar hoogte. ~ 5 Exo 25:23 | el en een halve zal haar hoogte zijn. ~ 6 Exo 27:1 | zijn), en drie ellen zijn hoogte. ~ 7 Exo 27:18 | doorgaans vijftig, en de hoogte vijf ellen, van fijn getweernd 8 Exo 30:2 | maar twee ellen deszelfs hoogte; uit hetzelve zullen zijn 9 Exo 37:1 | breedte, en anderhalve el haar hoogte. ~ 10 Exo 37:10 | een el en een halve haar hoogte. ~ 11 Exo 37:25 | vierkant, maar twee ellen zijn hoogte; uit hetzelve waren zijn 12 Exo 38:1 | vierkant, en drie ellen zijn hoogte. ~ 13 Exo 38:18 | ellen was de lengte, en de hoogte in de breedte was vijf ellen, 14 Num 14:40 | vroeg op, en klommen op de hoogte des bergs, zeggende: Ziet, 15 Num 14:44 | poogden zij vermetel, om op de hoogte des bergs te klimmen; maar 16 Num 20:28 | Aaron stierf aldaar, op de hoogte diens bergs. Toen kwam Mozes 17 Num 21:20 | veld van Moab is, aan de hoogte van Pisga, en dat tegen 18 Num 23:3 | maken. Toen ging hij op de hoogte. ~ 19 Num 23:9 | 9 Want van de hoogte der steenrotsen zie ik hem, 20 Num 23:14 | tot het veld Zofim, op de hoogte van Pisga; en hij bouwde 21 Num 23:28 | Balak Bileam mede tot de hoogte van Peor, die tegen de woestijn 22 Deu 3:27 | 27 Klim op de hoogte van Pisga, en hef uw ogen 23 Joz 15:9 | landpale strekken van de hoogte des bergs tot aan de waterfontein 24 Ric 5:26 | uw God, een altaar, op de hoogte dezer sterkte, in een bekwame 25 Ric 8:7 | hij heen, en stond op de hoogte des bergs Gerizim, en verhief 26 Ric 14:8 | ging af, en woonde op de hoogte van de rots Etam. ~ 27 Ric 15:3 | droeg ze opwaarts op de hoogte des bergs, die in het gezicht 28 1Sa 9:12 | een offerande heeft op de hoogte. ~ 29 1Sa 9:13 | vinden, eer hij opgaat op de hoogte om te eten; want het volk 30 1Sa 9:14 | tegemoet, om op te gaan naar de hoogte. ~ 31 1Sa 9:19 | voor mijn aangezicht op de hoogte, dat gijlieden heden met 32 1Sa 9:25 | Daarna gingen zij af van de hoogte in de stad; en hij sprak 33 1Sa 10:5 | een hoop profeten, van de hoogte afkomende, en voor hun aangezichten 34 1Sa 10:13 | profeteren, zo kwam hij op de hoogte. ~ 35 1Sa 16:7 | gestalte niet aan, noch de hoogte zijner statuur, want Ik 36 1Sa 17:4 | Goliath, van Gath; zijn hoogte was zes ellen en een span. ~ 37 1Sa 26:13 | was, zo stond hij op de hoogte des bergs van verre, dat 38 2Sa 15:32 | geschiedde, als David tot op de hoogte kwam, dat hij aldaar God 39 2Sa 16:1 | David een weinig van de hoogte was voortgegaan, ziet, toen 40 2Sa 22:17 | 17 Hij zond van de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij 41 1Kon 3:4 | aldaar te offeren, omdat die hoogte groot was; duizend brandofferen 42 1Kon 6:2 | van dertig ellen in zijn hoogte. ~ 43 1Kon 6:10| van vijf ellen in haar hoogte; en hij voegde ze vast aan 44 1Kon 6:20| van twintig ellen in haar hoogte, en hij overtoog ze met 45 1Kon 6:23| van olieachtig hout; elks hoogte was tien ellen. ~ 46 1Kon 6:26| 26 De hoogte van den enen cherub was 47 1Kon 7:2 | en dertig ellen in zijn hoogte, op vier rijen van cederen 48 1Kon 7:15| twee koperen pilaren; de hoogte van den enen pilaar was 49 1Kon 7:16| zetten; vijf ellen was de hoogte van het ene kapiteel, en 50 1Kon 7:16| kapiteel, en vijf ellen de hoogte van het andere kapiteel. ~ 51 1Kon 7:23| en van vijf ellen in haar hoogte, en een meetsnoer van dertig 52 1Kon 7:27| en van drie ellen haar hoogte. ~ 53 1Kon 7:32| raderen aan de stelling; en de hoogte van een rad was een el en 54 1Kon 7:35| ener stelling was een ronde hoogte van een halve el rondom; 55 1Kon 11:7 | 7 Toen bouwde Salomo een hoogte voor Kamos, het verfoeisel 56 1Kon 18:42| maar Elia ging op naar de hoogte van Karmel, en breidde zich 57 2Kon 1:9 | want ziet, hij zat op de hoogte eens bergs), zo sprak hij 58 2Kon 5:24| 24 Als hij nu op de hoogte kwam, nam hij ze van hun 59 2Kon 25:15| dat te Beth-El was, en de hoogte, die Jerobeam, de zoon van 60 2Kon 25:15| zamen dat altaar en die hoogte brak hij af; ja, hij verbrandde 61 2Kon 25:15| af; ja, hij verbrandde de hoogte, hij vergruisde ze tot stof, 62 2Kon 27:17| 17 De hoogte van een pilaar was achttien 63 2Kon 27:17| daarop was koper; en de hoogte des kapiteels was drie ellen; 64 1Kro 16:39| tabernakel des HEEREN op de hoogte, welke te Gibeon is; ~ 65 1Kro 22:29| was te dier tijd op de hoogte te Gibeon. ~ 66 2Kro 1:3 | gemeente met hem, naar de hoogte, die te Gibeon was; want 67 2Kro 1:13| Salomo te Jeruzalem, van de hoogte, die te Gibeon is, van voor 68 2Kro 3:4 | huis, twintig ellen, en de hoogte honderd en twintig; hetwelk 69 2Kro 4:1 | breedte, en tien ellen in zijn hoogte. ~ 70 2Kro 4:2 | en van vijf ellen in haar hoogte, en een meetsnoer van dertig 71 2Kro 7:13| breedte, en drie ellen in zijn hoogte; en hij stond daarop, en 72 2Kro 12:15| priesteren gesteld voor de hoogte, en voor de duivelen, en 73 2Kro 25:12| levend, en brachten ze op de hoogte der steenrots, en stieten 74 Ezra 6:3 | zullen zwaar zijn; zijn hoogte van zestig ellen, en zijn 75 Job 22:12 | 12 Is niet God in de hoogte der hemelen? Zie toch het 76 Job 38:21 | verheft zij zich in de hoogte; zij belacht het paard en 77 Job 38:30 | dat hij zijn nest in de hoogte maakt? ~ 78 Psa 7:8 | dan boven haar weder in de hoogte. ~ 79 Psa 10:5 | smarte; Uw oordelen zijn een hoogte, verre van hem; al zijn 80 Psa 18:17 | 17 Hij zond van de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij 81 Psa 68:19 | Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis 82 Psa 71:19 | gerechtigheid, o God, tot in de hoogte; Gij, Die grote dingen gedaan 83 Psa 72:16 | koren in het land op de hoogte der bergen, de vrucht daarvan 84 Psa 73:8 | verdrukking; zij spreken uit de hoogte. ~ 85 Psa 91:14 | uithelpen; Ik zal hem op een hoogte stellen, want hij kent Mijn 86 Psa 93:4 | 4Doch de HEERE in de hoogte is geweldiger dan het bruisen 87 Psa 102:20 | 20 Omdat Hij uit de hoogte Zijns heiligdoms zal hebben 88 Psa 144:7 | 7 Steek Uw handen van de hoogte uit; ontzet mij, en ruk 89 Spre 25:3 | 3      Aan de hoogte des hemels, en aan de diepte 90 Pred 12:5 | Ook wanneer zij voor de hoogte zullen vrezen, en dat er 91 Jes 7:11 | diepte, of eis boven uit de hoogte. ~ 92 Jes 22:16 | als die zijn graf in de hoogte uithouwt, die een woning 93 Jes 24:18 | want de sluizen in de      hoogte zijn opengedaan, en de fondamenten 94 Jes 24:21 | heirscharen des hogen in de hoogte, en over de koningen des 95 Jes 32:15 | uitgegoten worde de Geest uit de hoogte; dan zal de woestijn tot 96 Jes 33:5 | verheven, want Hij woont in de hoogte; Hij heeft Sion vervuld 97 Jes 37:24 | mijner wagenen beklommen de hoogte der bergen, de zijden van 98 Jes 37:24 | komen tot zijn uiterste hoogte, in het woud zijns schonen 99 Jes 58:15 | heilig is: Ik woon in de hoogte en in het heilige, en bij 100 Jes 59:4 | stem te doen horen in de hoogte. ~ 101 Jer 22:6 | zijt Mij een Gilead, een hoogte van Libanon; maar zo Ik 102 Jer 25:30 | HEERE zal brullen uit de hoogte, en Zijn stem verheffen 103 Jer 31:12 | zullen zij komen, en op de hoogte van Sion juichen, en toevloeien 104 Jer 48:35 | de HEERE, dien, die op de hoogte offert, en die zijn goden 105 Jer 49:16 | steenrotsen, die u houdt op de hoogte der heuvelen! Al zoudt gij 106 Jer 51:53 | en al maakte zij vast de hoogte harer sterkte, zo zullen 107 Jer 52:21 | pilaren, achttien ellen was de hoogte eens pilaars, en een draad 108 Jer 52:22 | daarop was koper, en de hoogte des enen kapiteels was vijf 109 Klaa 1:13| 13      Mem. Van de hoogte heeft Hij een vuur in mijn 110 Eze 17:23 | 23      Op den berg der hoogte van Israel zal Ik hem planten; 111 Eze 19:11 | hij werd gezien door zijn hoogte, met de menigte zijner      112 Eze 20:29 | zeide tot hen: Wat is die hoogte, waarhenen gij gaat? Nochtans 113 Eze 20:29 | de naam daarvan genoemd hoogte, tot op dezen dag toe. ~ 114 Eze 31:10 | hart verhief zich over zijn hoogte; ~ 115 Eze 31:14 | zichzelven      staan vanwege hun hoogte; want zij zijn allen overgegeven 116 Eze 40:5 | gebouws een riet, en de hoogte een riet. ~ 117 Eze 40:42 | een el en een halve, en de hoogte een el; op dezelve nu      118 Eze 41:8 | 8      En ik zag de hoogte des huizes rondom henen. 119 Eze 41:22 | 22      De hoogte des houten altaars was drie 120 Eze 43:12 | wet van het huis: op de hoogte des bergs zal zijn ganse 121 Dan 3:1 | een beeld van goud, welks hoogte was zestig ellen, zijn breedte 122 Dan 4:10 | midden der aarde, en zijn hoogte was groot. ~ 123 Dan 4:11 | groot en sterk; en zijn hoogte reikte aan den hemel, en 124 Dan 4:20 | sterk geworden was, en wiens hoogte tot aan den hemel reikte, 125 Amos 1:2 | herderen zullen treuren, en de hoogte van Karmel zal verdorren. ~ 126 Amos 2:9 | aangezicht verdelgd, wiens hoogte was als de hoogte der cederen, 127 Amos 2:9 | wiens hoogte was als de hoogte der cederen, en hij was 128 Amos 9:3 | verstaken zij zich op de hoogte van Karmel, zo zal Ik ze 129 Luk 1:78 | bezocht heeft de Opgang uit de hoogte; ~ 130 Luk 24:49 | aangedaan zijn met kracht uit de hoogte. ~ 131 Rom 8:39 | 39 Noch hoogte, noch diepte, noch enig 132 2Kor 10:5 | ter nederwerpen, en alle hoogte, die zich verheft tegen 133 Efez 3:18| en lengte, en diepte, en hoogte zij, ~ 134 Efez 4:8 | Als Hij opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis 135 Open 21:16| lengte, en de breedte, en de hoogte derzelve waren even gelijk. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License