Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
bouwde 94
bouwden 26
bouwe 6
bouwen 134
bouwende 5
bouwers 2
bouwlieden 15
Frequency    [«  »]
135 hoogte
135 poorten
134 aangaande
134 bouwen
134 oudsten
134 uitgaan
133 ene

Bijbel

IntraText - Concordances

bouwen

    Book Chapter: Verse
1 Gen 2:5 | geweest, om den aardbodem te bouwen. ~ 2 Gen 2:15 | hof van Eden, om dien te bouwen, en dien te bewaren. ~ 3 Gen 3:23 | Eden, om den aardbodem te bouwen, waaruit hij genomen was. ~ 4 Gen 4:12 | 12 Als gij den aardbodem bouwen zult, hij zal u zijn vermogen 5 Gen 11:4 | laat ons voor ons een stad bouwen, en een toren, welks opperste 6 Gen 11:8 | zij hielden op de stad te bouwen. ~ 7 Exo 20:25 | maken, zo zult gij dit niet bouwen van gehouwen steen; zo gij 8 Num 31:69 | zullen hier schaapskooien bouwen voor ons vee, en steden 9 Deu 20:20 | en gij zult een bolwerk bouwen tegen deze stad, dewelke 10 Deu 22:8 | gij een nieuw huis zult bouwen, zo zult gij op uw dak een 11 Deu 25:9 | zijns broeders huis niet zal bouwen. ~ 12 Deu 27:5 | HEERE, uw God, een altaar bouwen, een altaar van stenen; 13 Deu 27:6 | altaar des HEEREN, uws Gods, bouwen, en gij zult den HEERE, 14 Deu 28:30 | beslapen; een huis zult gij bouwen, maar daarin niet wonen; 15 Deu 28:39 | Wijngaarden zult gij planten, en bouwen, maar gij zult geen wijn 16 Joz 6:26 | opmaken en deze stad Jericho bouwen zal; dat hij ze grondveste 17 1Sa 2:35 | zal Ik een bestendig huis bouwen, en hij zal altijd voor 18 2Sa 7:5 | Zoudt gij Mij een huis bouwen tot Mijn woning? ~ 19 2Sa 7:13 | Die zal Mijn Naam een huis bouwen; en Ik zal den stoel zijns 20 2Sa 7:27 | zeggende: Ik zal u een huis bouwen; daarom heeft Uw knecht 21 2Sa 24:21 | den HEERE een altaar te bouwen, opdat deze plage opgehouden 22 1Kon 3:1 | hij voleind zou hebben het bouwen van zijn huis en het huis 23 1Kon 5:3 | zijns Gods, geen huis kon bouwen, vanwege de oorlogen, waarmede 24 1Kon 5:5 | HEERE, mijn God, een huis te bouwen; gelijk als de HEERE gesproken 25 1Kon 5:5 | die zal Mijn Naam dat huis bouwen. ~ 26 1Kon 5:18| de stenen, om dat huis te bouwen. ~ 27 1Kon 8:16| van Israel, om een huis te bouwen, dat Mijn Naam daar zou 28 1Kon 8:17| HEERE, den God Israels, te bouwen. ~ 29 1Kon 8:18| is Mijn Naam een huis te bouwen, gij hebt welgedaan, dat 30 1Kon 8:19| Evenwel gij zult dat huis niet bouwen; maar uw zoon, die uit uw 31 1Kon 8:19| die zal Mijn Naam dat huis bouwen. ~ 32 1Kon 9:1 | als Salomo voleind had te bouwen het huis des HEEREN en het 33 1Kon 9:15| om het huis des HEEREN te bouwen, en zijn huis, en Millo, 34 1Kon 9:19| begeerte van Salomo begeerde te bouwen, in Jeruzalem, en op den 35 1Kon 11:38| en u een bestendig huis bouwen, gelijk als Ik David gebouwd 36 1Kon 15:21| dat hij afliet van Rama te bouwen, en hij bleef te Thirza. ~ 37 1Kro 17:4 | Gij zult Mij geen huis bouwen, om in te wonen. ~ 38 1Kro 17:10| dat u de HEERE een huis bouwen zal. ~ 39 1Kro 17:12| 12 Die zal Mij een huis bouwen, en Ik zal zijn stoel bevestigen 40 1Kro 17:25| geopenbaard, dat Gij hem een huis bouwen zoudt; daarom heeft Uw knecht 41 1Kro 23:2 | zou, om het huis Gods te bouwen. ~ 42 1Kro 23:5 | huis, dat men den HEERE bouwen zal, zal men ten hoogste 43 1Kro 23:6 | God Israels, een huis te bouwen. ~ 44 1Kro 23:7 | mijns Gods, een huis te bouwen; ~ 45 1Kro 23:8 | zult Mijn Naam geen huis bouwen, dewijl gij veel bloeds 46 1Kro 23:10| Die zal Mijn Naam een huis bouwen, en die zal Mij tot een 47 1Kro 23:11| huis des HEEREN, uws Gods, bouwen, gelijk als Hij van u gesproken 48 1Kro 29:2 | des verbonds des HEEREN te bouwen, en voor de voetbank der 49 1Kro 29:2 | gereedschap gemaakt om te bouwen. ~ 50 1Kro 29:3 | zult Mijn Naam geen huis bouwen, want gij zijt een krijgsman, 51 1Kro 29:6 | Mijn huis en Mijn voorhoven bouwen; want Ik heb hem Mij uitverkoren 52 1Kro 30:16| hebben om U een huis te bouwen, den Naam Uwer heiligheid, 53 1Kro 30:19| doen, en om dit paleis te bouwen, hetwelk ik bereid heb. ~ 54 2Kro 2:1 | Naam des HEEREN een huis te bouwen, en een huis voor zijn koninkrijk. ~ 55 2Kro 2:3 | om voor hem een huis te bouwen, om daarin te wonen, zo 56 2Kro 2:4 | des HEEREN, mijns Gods, bouwen, om Hem te heiligen, om 57 2Kro 2:5 | En het huis, dat ik zal bouwen, zal groot zijn; want onze 58 2Kro 2:6 | om voor Hem een huis te bouwen, dewijl de hemelen, ja, 59 2Kro 2:6 | ik voor Hem een huis zou bouwen, ten ware om reukwerk voor 60 2Kro 2:9 | want het huis, dat ik zal bouwen, zal groot en wonderlijk 61 2Kro 3:1 | begon het huis des HEEREN te bouwen te Jeruzalem, op den berg 62 2Kro 3:2 | 2 Hij begon nu te bouwen in de tweede maand, op den 63 2Kro 3:3 | Salomo, om het huis Gods te bouwen: de lengte in ellen, naar 64 2Kro 7:5 | van Israel, om een huis te bouwen, dat Mijn Naam daar zou 65 2Kro 7:7 | vader David, een huis te bouwen den Naam des HEEREN, des 66 2Kro 7:8 | is, Mijn Naam een huis te bouwen, gij hebt welgedaan, dat 67 2Kro 7:9 | gij zult dat huis niet bouwen, maar uw zoon, die uit uw 68 2Kro 7:9 | die zal Mijn Naam dat huis bouwen. ~ 69 2Kro 9:6 | van Salomo begeerd had te bouwen, in Jeruzalem, en in den 70 2Kro 15:7 | Juda: Laat ons deze steden bouwen, en muren daarom trekken, 71 2Kro 17:5 | dat hij afliet van Rama te bouwen, en zijn werk staakte. ~ 72 2Kro 37:23| bevolen Hem een huis te bouwen te Jeruzalem, hetwelk in 73 Ezra 1:2 | bevolen Hem een huis te bouwen te Jeruzalem, hetwelk in 74 Ezra 1:5 | dat zij optrokken om te bouwen het huis des HEEREN, die 75 Ezra 4:2 | hen: Laat ons met ulieden bouwen, want wij zullen uw God 76 Ezra 4:3 | en wij onzen God een huis bouwen; maar wij alleen zullen 77 Ezra 4:3 | HEERE, den God Israels, bouwen, gelijk als de koning Kores, 78 Ezra 4:4 | en verstoorde hen in het bouwen; ~ 79 Ezra 5:2 | Jozadak, en begonnen te bouwen het huis Gods, Die te Jeruzalem 80 Ezra 5:3 | bevel gegeven dit huis te bouwen, en dezen muur te voltrekken? ~ 81 Ezra 5:9 | bevel gegeven dit huis te bouwen, en dezen muur te voltrekken? ~ 82 Ezra 5:11| hemels en der aarde, en bouwen het huis, dat vele jaren 83 Ezra 5:13| gegeven dit huis Gods te bouwen. ~ 84 Ezra 5:17| huis Gods te Jeruzalem te bouwen; en dat men des konings 85 Ezra 6:7 | der Joden dit huis Gods bouwen aan zijn plaats. ~ 86 Ezra 6:8 | Joden, om dit huis Gods te bouwen; te weten, dat uit des konings 87 Neh 2:18 | Laat ons op zijn, dat wij bouwen; en zij sterkten hun handen 88 Neh 2:20 | knechten, zullen ons opmaken en bouwen; maar gijlieden hebt geen 89 Neh 4:3 | zeide: Al is het, dat zij bouwen, zo er een vos opkwame, 90 Neh 4:10 | muur niet zullen kunnen bouwen. ~ 91 Psa 28:5 | afbreken en zal hen niet bouwen. ~ 92 Psa 69:36 | verlossen, en de steden van Juda bouwen; en aldaar zullen zij wonen, 93 Pred 3:3 | breken, en een tijd om te bouwen; ~ 94 Hoo 8:9 | paleis van zilver op haar bouwen; en zo zij een deur is, 95 Jes 9:9 | stenen zullen wij wederom bouwen; de wilde vijgebomen zijn 96 Jes 30:24 | ezelveulens, die het land bouwen, zullen zuiver voeder eten, 97 Jes 45:13 | maken; hij zal Mijn stad bouwen, en hij zal Mijn gevangenen 98 Jes 59:12 | uit u voortkomen, zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen; 99 Jes 61:10 | vreemden zullen uw muren bouwen, en hun koningen zullen 100 Jes 62:4 | oude verwoeste plaatsen bouwen, de vorige verstoringen 101 Jes 66:21 | En zij zullen huizen bouwen en bewonen, en zij zullen 102 Jes 66:22 | 22      Zij zullen niet bouwen, dat het een ander bewone; 103 Jes 67:1 | dat gijlieden Mij zoudt bouwen, en waar is de plaats Mijner 104 Jer 1:10 | te verstoren; ook om te bouwen en te planten. ~ 105 Jer 18:9 | koninkrijk, dat Ik het zal bouwen en planten; 106 Jer 22:14 | zal mij een zeer hoog huis bouwen, en doorluchtige opperzalen; 107 Jer 24:6 | dit land; en Ik zal hen bouwen, en niet afbreken; en zal 108 Jer 27:11 | de HEERE, en het zal dat bouwen en daarin      wonen. ~ 109 Jer 31:4 | 4      Ik zal u weder bouwen, en gij zult gebouwd worden, 110 Jer 31:28 | over hen waken,      om te bouwen en te planten, spreekt de 111 Jer 33:7 | Israel wenden, en zal ze bouwen als in het eerste. ~ 112 Jer 35:7 | zult gijlieden geen huis bouwen, noch zaad zaaien, noch 113 Jer 35:9 | En dat wij geen huizen bouwen tot onze woning; ook hebben 114 Jer 42:10 | blijven wonen, zo zal Ik u bouwen en niet afbreken, en u planten 115 Eze 11:3 | Men moet geen huizen nabij bouwen; deze stad zou de pot, en 116 Eze 17:17 | opwerpen, en als men sterkten bouwen zal,      om vele zielen 117 Eze 21:22 | werpen, om bolwerken te bouwen. ~ 118 Eze 28:26 | daarin zeker wonen, en huizen bouwen, en wijngaarden planten; 119 Dan 9:25 | wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias den Vorst, 120 Amos 9:11| weder oprichten, en zal ze bouwen, als in de dagen      van 121 Zep 1:13 | huizen tot verwoesting; zij bouwen wel huizen, maar zij zullen 122 Zac 5:11 | mij: Om haar een huis te bouwen in het land Sinear; dat 123 Zac 6:12 | zal des      HEEREN tempel bouwen. ~ 124 Zac 6:13 | zal den tempel des HEEREN bouwen, en Hij zal het sieraad 125 Zac 6:15 | zullen komen, en zullen bouwen in den tempel des HEEREN, 126 Mal 1:4 | de woeste plaatsen weder bouwen; alzo zegt de HEERE der 127 Mal 1:4 | heirscharen: Zullen zij bouwen, zo zal Ik afbreken; en 128 Matt 16:18| petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen 129 Mark 14:58| zonder handen gemaakt, bouwen. ~ 130 Luk 12:18 | schuren afbreken, en grotere bouwen, en zal aldaar verzamelen 131 Luk 14:28 | van u, willende een toren bouwen, zit niet eerst neder, en 132 Luk 14:30 | Deze mens heeft begonnen te bouwen, en heeft niet kunnen voleindigen. ~ 133 Hand 14:32| Die machtig is u op te bouwen, en u een erfdeel te geven 134 Rom 15:20 | eens anders fondament zou bouwen; ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License