Book Chapter: Verse
1 Deu 4:48 | Arnon is, tot aan den berg Sion, welke is Hermon; ~
2 Joz 19:19 | 19 En Hafaraim, en Sion, en Anacharath, ~
3 2Sa 5:7 | Maar David nam den burg Sion in; dezelve is de stad Davids. ~
4 1Kon 8:1 | stad Davids, dewelke is Sion. ~
5 2Kon 21:21 | jonkvrouw, de dochter van Sion, veracht u, zij bespot u,
6 2Kon 21:31 | het ontkomene van den berg Sion; de ijver van den HEERE
7 1Kro 11:5 | David dan nog won den burg Sion, welke is de stad Davids. ~
8 2Kro 5:2 | stad Davids, dewelke is Sion. ~
9 2Kro 6:2 | stad Davids, dewelke is Sion. ~
10 Psa 2:6 | Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid. ~
11 Psa 9:12 | Psalmzingt den HEERE, Die te Sion woont; verkondigt onder
12 Psa 9:15 | poorten der dochter van Sion vertelle, dat ik mij verheuge
13 Psa 14:7 | dat Israels verlossing uit Sion kwam! Als de HEERE de gevangenen
14 Psa 20:3 | heiligdom, en ondersteune u uit Sion. ~
15 Psa 48:3 | der ganse aarde is de berg Sion, aan de zijden van het noorden;
16 Psa 48:12 | 12 Laat de berg Sion blijde zijn; laat de dochteren
17 Psa 48:13 | 13 Gaat rondom Sion, en omringt haar; telt haar
18 Psa 50:2 | 2 Uit Sion, de volkomenheid der schoonheid,
19 Psa 51:20 | 20 Doe wel bij Sion naar Uw welbehagen; bouw
20 Psa 53:7 | Israels verlossingen uit Sion kwamen! Als God de gevangenen
21 Psa 65:2 | stilheid tot U, o God! in Sion; en U zal de gelofte betaald
22 Psa 69:36 | 36 Want God zal Sion verlossen, en de steden
23 Psa 74:2 | Gij verlost hebt; den berg Sion, waarop Gij gewoond hebt. ~
24 Psa 76:3 | Zijn hut, en Zijn woning in Sion. ~
25 Psa 78:68 | stam van Juda, den berg Sion, dien Hij liefhad. ~
26 Psa 84:8 | verschijnen voor God in Sion. ~
27 Psa 87:2 | HEERE bemint de poorten van Sion boven alle woningen van
28 Psa 87:5 | 5En van Sion zal gezegd worden: Die en
29 Psa 97:8 | 8 Sion heeft gehoord, en het heeft
30 Psa 99:2 | 2De HEERE is groot in Sion, en Hij is hoog boven alle
31 Psa 102:14 | Gij zult U ontfermen over Sion, want de tijd om haar genadig
32 Psa 102:17 | 17 Als de HEERE Sion zal opgebouwd hebben, in
33 Psa 102:22 | Naam des HEEREN vertelle te Sion, en Zijn lof te Jeruzalem; ~
34 Psa 110:2 | Uwer sterkte zenden uit Sion, zeggende: Heers in het
35 Psa 125:1 | vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar
36 Psa 128:5 | HEERE zal u zegenen uit Sion, en gij zult het goede van
37 Psa 129:5 | gedreven worden, allen, die Sion haten. ~
38 Psa 132:13 | 13 Want de HEERE heeft Sion verkoren, Hij heeft het
39 Psa 133:3 | nederdaalt op de bergen van Sion, want de HEERE gebiedt aldaar
40 Psa 134:3 | 3De HEERE zegene u uit Sion, Hij, Die den hemel en de
41 Psa 135:21 | Geloofd zij de HEERE uit Sion, Die te Jeruzalem woont.
42 Psa 137:1 | wij, als wij gedachten aan Sion. ~
43 Psa 146:10 | eeuwigheid regeren; uw God, o Sion! is van geslacht tot geslacht.
44 Psa 147:12 | Jeruzalem! roem den HEERE; o Sion! loof uw God. ~
45 Hoo 3:11 | aanschouwt, gij, dochteren van Sion! den koning Salomo, met
46 Jes 1:8 | 8 En de dochter van Sion is overgebleven als een
47 Jes 1:27 | 27 Sion zal door recht verlost worden,
48 Jes 2:3 | in Zijn paden; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des
49 Jes 3:16 | Daarom dat de dochteren van Sion zich verheffen, en gaan
50 Jes 3:17 | schedel der dochteren van Sion schurftig maken, en de HEERE
51 Jes 4:3 | dat de overgeblevene in Sion, en de overgelatene in Jeruzalem
52 Jes 4:4 | den drek der dochteren van Sion, en de bloedschulden van
53 Jes 8:18 | heirscharen, Die op den berg Sion woont. ~
54 Jes 10:12 | al Zijn werk op den berg Sion en te Jeruzalem, dan zal
55 Jes 10:24 | niet, gij Mijn volk, dat te Sion woont! voor Assur, als hij
56 Jes 10:32 | den berg der dochter van Sion, den heuvel van Jeruzalem. ~
57 Jes 12:6 | vrolijk, gij inwoneres van Sion! want de Heilige Israels
58 Jes 14:32 | des volks? Dat de HEERE Sion gegrond heeft, opdat de
59 Jes 16:1 | den berg der dochter van Sion. ~
60 Jes 18:7 | heirscharen, tot den berg Sion. ~ ~
61 Jes 24:23 | regeren zal op den berg Sion en te Jeruzalem, en voor
62 Jes 28:16 | Ik leg een grondsteen in Sion, een beproefden steen, een
63 Jes 29:8 | zijn, die tegen den berg Sion krijgen. ~
64 Jes 30:19 | Want het volk zal in Sion wonen, te Jeruzalem; gij
65 Jes 31:9 | spreekt de HEERE, die te Sion vuur, en te Jeruzalem een
66 Jes 33:5 | in de hoogte; Hij heeft Sion vervuld met gericht en gerechtigheid. ~
67 Jes 33:14 | 14 De zondaren te Sion zijn verschrikt; beving
68 Jes 33:20 | 20 Schouwt Sion aan, de stad onzer bijeenkomsten;
69 Jes 35:10 | zullen wederkeren, en tot Sion komen met gejuich, en eeuwige
70 Jes 37:22 | jonkvrouw, de dochter van Sion, veracht u, zij bespot u,
71 Jes 37:32 | het ontkomene van den berg Sion; de ijver des HEEREN der
72 Jes 40:9 | 9 O Sion, gij verkondigster van goede
73 Jes 41:27 | Ik, de Eerste zeg tot Sion: Zie, zie ze daar! en tot
74 Jes 46:13 | maar Ik zal heil geven in Sion, aan Israel Mijn heerlijkheid. ~ ~
75 Jes 49:14 | 14 Doch Sion zegt: De HEERE heeft mij
76 Jes 51:3 | 3 Want de HEERE zal Sion troosten, Hij zal troosten
77 Jes 51:11 | wederkeren, en met gejuich tot Sion komen; en eeuwige blijdschap
78 Jes 51:16 | gronden, en om te zeggen tot Sion: Gij zijt Mijn volk. ~
79 Jes 52:1 | trek uw sterkte aan, o Sion! trek uw sierlijke klederen
80 Jes 52:2 | gij gevangene dochter van Sion! ~
81 Jes 52:7 | horen; desgenen, die tot Sion zegt: Uw God is Koning. ~
82 Jes 52:8 | aan oog zien, als de HEERE Sion wederbrengen zal. ~
83 Jes 60:20 | er zal een Verlosser tot Sion komen, namelijk voor hen,
84 Jes 61:14 | de stad des HEEREN, het Sion van den Heilige Israels. ~
85 Jes 63:11 | aarde: zegt de dochter van Sion: Zie, uw Heil komt; zie,
86 Jes 65:10 | zijn een woestijn geworden, Sion is een woestijn geworden,
87 Jes 67:8 | een enige reize? Maar Sion heeft weeen gekregen, en
88 Jer 3:14 | geslacht, en zal u brengen te Sion. ~
89 Jer 4:6 | Werpt de banier op naar Sion, vlucht met hopen, blijft
90 Jer 6:23 | oorlog tegen u, o dochter van Sion! ~
91 Jer 8:19 | Is dan de HEERE niet te Sion, is haar koning niet bij
92 Jer 9:19 | van weeklage gehoord uit Sion: Hoe zijn wij verstoord!
93 Jer 14:19 | Uw ziel een walging aan Sion? Waarom hebt Gij ons geslagen,
94 Jer 26:18 | de HEERE des heirscharen: Sion zal als een akker geploegd,
95 Jer 30:17 | noemen: De verdrevene. Het is Sion, zeggen zij; niemand vraagt
96 Jer 31:6 | en laat ons opgaan naar Sion, tot den HEERE, onzen God! ~
97 Jer 31:12 | komen, en op de hoogte van Sion juichen, en toevloeien tot
98 Jer 50:5 | 5 Zij zullen naar Sion vragen; op den weg herwaarts
99 Jer 50:28 | het land van Babel, om in Sion te verkondigen de wraak
100 Jer 51:10 | gebracht; komt en laat ons te Sion het werk des HEEREN, onzes
101 Jer 51:24 | die zij gedaan hebben aan Sion, voor ulieder ogen, spreekt
102 Jer 51:35 | zegge de inwoneres van Sion; en mijn bloed zij op de
103 Klaa 1:17 | 17 Pe. Sion breidt haar handen uit,
104 Klaa 1:28 | verdorven; de HEERE heeft in Sion doen vergeten den hoogtijd
105 Klaa 1:121| uitgestort; en Hij heeft te Sion een vuur aangestoken, hetwelk
106 Klaa 2:11 | Zij hebben de vrouwen te Sion verkracht, en de jonge dochters
107 Joe 2:1 | Blaast de bazuin te Sion, en roept luide op den berg
108 Joe 2:15 | Blaast de bazuin te Sion, heiligt een vasten, roept
109 Joe 2:23 | En gij, kinderen van Sion! verheugt u en zijt blijde
110 Joe 3:16 | En de HEERE zal uit Sion brullen, en uit Jeruzalem
111 Joe 3:17 | uw God ben, wonende op Sion, den berg Mijner heiligheid;
112 Joe 3:21 | en de HEERE zal wonen op Sion. ~
113 Amos 1:2 | De HEERE zal brullen uit Sion, en Zijn stem verheffen
114 Amos 6:1 | Wee den gerusten te Sion, en den zekeren op den berg
115 Mic 3:10 | 10 Bouwende Sion met bloed, en Jeruzalem
116 Mic 3:12 | Daarom, om uwentwil, zal Sion als een akker geploegd worden,
117 Mic 4:2 | paden wandelen; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des
118 Mic 4:11 | laat ons oog schouwen aan Sion. ~
119 Zep 3:16 | gezegd worden: Vrees niet, o Sion! laat uw handen niet slap
120 Zac 1:14 | ijver over Jeruzalem en over Sion met een groten ijver. ~
121 Zac 1:17 | goede; want de HEERE zal Sion nog troosten, en Hij zal
122 Zac 2:7 | 7 Hui, Sion! ontkomt gij, die woont
123 Zac 8:2 | heirscharen: Ik heb geijverd over Sion met een groten ijver; ja,
124 Zac 8:3 | Ik ben wedergekeerd tot Sion, en Ik zal in het midden
125 Zac 9:11 | U ook aangaande, o Sion! door het bloed uws verbonds,
126 Zac 9:13 | hebben; en Ik uw kinderen, o Sion! zal verwekt hebben tegen
127 Rom 9:33 | geschreven is: Ziet, Ik leg in Sion een steen des aanstoots,
128 Rom 11:26 | is: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden
129 Heb 12:22 | zijt gekomen tot den berg Sion, en de stad des levenden
130 1Pet 2:6 | Schrift: Ziet, Ik leg in Sion een uitersten Hoeksteen,
131 Open 14:1 | het Lam stond op den berg Sion, en met Hem honderd vier
|