Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
das 1
dassendeksel 1
dassenvellen 13
dat 7945
dathan 10
datzelfde 4
datzelve 52
Frequency    [«  »]
8801 zij
8724 ik
8706 gij
7945 dat
7933 is
7660 niet
6228 der

Bijbel

IntraText - Concordances

dat

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7945

     Book Chapter: Verse
5501 Dan 4:32 | mensen heerschappij heeft, en dat Hij ze geeft, aan wien Hij 5502 Dan 4:33 | Ter zelfder ure werd dat woord volbracht over Nebukadnezar, 5503 Dan 5:2 | geproefd had, zeide hij, dat men de gouden en zilveren 5504 Dan 5:7 | de koning met kracht riep dat men de sterrekijkers, de 5505 Dan 5:14 | heb toch van u gehoord, dat de geest der goden in u 5506 Dan 5:14 | geest der goden in u is, en dat er licht, en verstand, en 5507 Dan 5:16 | Doch van u heb ik gehoord, dat gij uitleggingen kunt geven, 5508 Dan 5:21 | gemaakt, totdat hij bekende, dat God, de Allerhoogste, Heerser 5509 Dan 5:24 | 24      Toen is dat deel der hand van Hem gezonden, 5510 Dan 5:25 | Dit nu is het schrift, dat daar getekend is: MENE, 5511 Dan 5:29 | riepen overluid van hem, dat hij de derde heerser in 5512 Dan 5:29 | hij de derde heerser in dat koninkrijk was. ~ 5513 Dan 6:2 | En het dacht Darius goed, dat hij over het koninkrijk 5514 Dan 6:4 | die stadhouders, daarom dat een voortreffelijke geest 5515 Dan 6:8 | sterk gebod te      maken, dat al wie in dertig dagen een 5516 Dan 6:9 | en een schrift tekenen, dat niet veranderd worde, naar 5517 Dan 6:10 | tekende de koning Darius dat schrift en gebod. ~ 5518 Dan 6:11 | Toen nu Daniel verstond, dat dit schrift getekend was, 5519 Dan 6:13 | niet een gebod getekend, dat alle man, die in dertig 5520 Dan 6:14 | gesteld, noch op het gebod dat gij      getekend hebt; 5521 Dan 6:16 | koning: Weet, o koning! dat der Meden en der Perzen 5522 Dan 6:16 | Meden en der Perzen wet is, dat geen gebod noch ordonnantie, 5523 Dan 6:23 | der leeuwen toegesloten, dat zij mij niet beschadigd 5524 Dan 6:24 | zeer vrolijk, en zeide, dat men Daniel uit den kuil 5525 Dan 6:27 | mij is een bevel gegeven, dat men in de ganse heerschappij 5526 Dan 7:14 | eer, en het Koninkrijk, dat Hem alle volken, natien 5527 Dan 7:18 | der hoge plaatsen zullen dat Koninkrijk ontvangen, en 5528 Dan 7:21 | 21      Ik had gezien, dat diezelve hoorn krijg voerde 5529 Dan 7:21 | voerde tegen de heiligen, en dat hij die overmocht, ~ 5530 Dan 7:22 | heiligen der hoge plaatsen, en dat de bestemde tijd kwam, dat 5531 Dan 7:22 | dat de bestemde tijd kwam, dat de heiligen het Rijk bezaten. ~ 5532 Dan 7:23 | vierde rijk op aarde zijn, dat verscheiden zal zijn van 5533 Dan 7:24 | nu de tien hoornen: uit dat koninkrijk zullen tien koningen 5534 Dan 7:24 | ander zal na hen opstaan; en dat zal verscheiden zijn van 5535 Dan 7:28 | aan mij; doch ik bewaarde dat woord in mijn hart. ~  ~ 5536 Dan 8:2 | geschiedde nu, toen ik het zag, dat ik in den burg Susan was, 5537 Dan 8:2 | zag dan in een gezicht, dat ik aan den vloed Ulai was. ~ 5538 Dan 8:4 | 4      Ik zag, dat de ram met de hoornen tegen 5539 Dan 8:10 | hij wierp er sommigen van dat heir, namelijk van de sterren, 5540 Dan 8:13 | daar sprak: Tot hoelang zal dat gezicht van het gedurig 5541 Dan 8:13 | verwoestenden afval      zijn, dat zo het heiligdom als het 5542 Dan 8:15 | het geschiedde, toen ik dat gezicht zag, ik Daniel, 5543 Dan 8:22 | 22      Dat er nu vier aan zijn plaats 5544 Dan 8:22 | koninkrijken zullen uit dat volk ontstaan, doch niet 5545 Dan 8:26 | nu van avond en morgen, dat er gezegd is, is de waarheid; 5546 Dan 9:2 | ik, Daniel, in de boeken, dat het getal der jaren, van 5547 Dan 9:10 | Gods, niet gehoorzaamd, dat wij in Zijn wetten wandelen 5548 Dan 9:11 | overtreden, met af te wijken, dat zij Uwer stem niet gehoorzaamden; 5549 Dan 9:13 | geschreven is, alzo is al dat kwaad over ons gekomen; 5550 Dan 9:17 | lichten over Uw heiligdom, dat verwoest is; om des HEEREN 5551 Dan 9:23 | en ik ben gekomen, om u dat te kennen te geven; want 5552 Dan 10:7 | En ik, Daniel, alleen zag dat gezicht, maar de mannen, 5553 Dan 10:7 | die bij mij waren, zagen dat gezicht niet; doch een grote 5554 Dan 10:10 | roerde mij aan, en maakte, dat ik mij bewoog op mijn knieen, 5555 Dan 10:11 | u gezonden; en toen Hij dat woord      tot mij sprak, 5556 Dan 10:12 | van den eersten dag aan, dat gij uw hart begaaft, om 5557 Dan 10:20 | zeide Hij: Weet gij, waarom dat Ik tot u gekomen ben? Doch 5558 Dan 11:4 | zal uitgerukt worden, en dat voor anderen dan deze. ~ 5559 Dan 11:18 | hem doen ophouden, behalve dat hij zijn smaad op hem      5560 Dan 11:24 | komen, en hij zal doen, dat zijn vaders, of de vaders 5561 Dan 12:1 | er niet geweest is, sinds dat er een volk      geweest 5562 Dan 12:6 | Tot hoe lang zal het zijn, dat er een einde van deze wonderen 5563 Dan 12:7 | Die      eeuwiglijk leeft, dat na een bestemden tijd, bestemde 5564 Dan 12:11 | En van dien tijd af, dat het gedurig offer zal weggenomen, 5565 Hos 1:1 | Het woord des HEEREN, dat geschied is tot Hosea, den 5566 Hos 1:5 | te dien dage geschieden, dat Ik Israels boog verbreken 5567 Hos 1:10 | zijn als het zand der zee, dat niet gemeten noch geteld 5568 Hos 1:10 | en het zal geschieden, dat ter plaatse, waar tot hen 5569 Hos 2:5 | zal een heiningmuur maken, dat zij haar paden niet zal 5570 Hos 2:7 | Zij bekent toch niet, dat Ik haar het koren, en den 5571 Hos 2:7 | goud vermenigvuldigd heb, dat zij tot den Baal gebruikt 5572 Hos 2:11 | zijn mij een hoerenloon, dat mij mijn boelen gegeven 5573 Hos 2:15 | geschieden, spreekt de HEERE, dat gij Mij noemen zult: Mijn 5574 Hos 2:20 | te dien dage geschieden, dat Ik verhoren zal, spreekt 5575 Hos 2:22 | Gij zijt Mijn volk; en dat zal zeggen: O, mijn God! ~  ~ 5576 Hos 4:6 | heb Ik u ook verworpen, dat gij Mij het priesterambt 5577 Hos 4:12 | hoererijen verleidt hen, dat zij van onder hun God weghoereren. ~ 5578 Hos 4:14 | snoodste hoeren; het volk dan, dat geen verstand heeft zal 5579 Hos 4:15 | o Israel! wilt hoereren, dat immers Juda niet schuldig 5580 Hos 5:3 | voor Mij niet verborgen; dat gij, o Efraim! nu hoereert, 5581 Hos 5:9 | Israels heb Ik bekend gemaakt, dat gewis is. ~ 5582 Hos 7:2 | zeggen niet in hun hart, dat Ik al hunner boosheid gedachtig 5583 Hos 7:16 | de gramschap hunner tong; dat is hunlieder      bespotting 5584 Hos 8:6 | 6      Want dat is ook uit Israel; een werkmeester 5585 Hos 8:14 | vuur zenden in zijn steden, dat zal haar paleizen      verteren. ~  ~ 5586 Hos 9:4 | als treurbrood; allen, die dat zouden eten, zouden      5587 Hos 9:12 | er hen toch van beroven, dat zij onder de mensen niet 5588 Hos 10:10 | Het is in Mijn lust, dat Ik ze zal binden; en volken 5589 Hos 11:3 | maar zij bekenden niet, dat Ik ze genas. ~ 5590 Hos 13:10 | Waar is uw koning nu? Dat hij u behoude in al uw steden! 5591 Joe 1:1 | Het woord des HEEREN, dat geschied is tot Joel, den 5592 Joe 2:5 | verteert; als een machtig volk, dat in      slagorde gesteld 5593 Joe 2:12 | Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween, 5594 Joe 2:17 | tot een smaadheid,      dat de heidenen over hen zouden 5595 Joe 2:19 | en den most, en de olie, dat gij daarvan verzadigd zult 5596 Joe 2:25 | afgegeten; Mijn groot heir, dat Ik onder u gezonden heb. ~ 5597 Joe 2:27 | En gij zult weten, dat Ik in het midden van Israel 5598 Joe 2:27 | midden van Israel ben, en dat Ik de HEERE, uw God, ben, 5599 Joe 2:28 | daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten 5600 Joe 2:31 | en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke 5601 Joe 2:32 | HEERE      gezegd heeft; en dat, bij de overgeblevenen, 5602 Joe 3:2 | en Mijn erfdeel Israel, dat zij onder de      heidenen 5603 Joe 3:3 | meisje verkocht om wijn, dat zij mochten drinken. ~ 5604 Joe 3:16 | Jeruzalem Zijn stem geven, dat hemel en aarde beven zullen; 5605 Joe 3:17 | En gijlieden zult weten, dat Ik de HEERE, uw God ben, 5606 Joe 3:18 | te dien dage geschieden dat de bergen van zoeten wijn 5607 Joe 3:21 | hunlieder bloed reinigen, dat Ik niet gereinigd had; en 5608 Amos 1:3 | Damaskus, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij 5609 Amos 1:4 | huis van Hazael zenden, dat zal de paleizen van Benhadad 5610 Amos 1:6 | Gaza, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij 5611 Amos 1:7 | zenden in den muur van Gaza, dat zal haar paleizen verteren. ~ 5612 Amos 1:9 | Tyrus, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij 5613 Amos 1:10 | zenden in den muur van Tyrus, dat zal haar paleizen verteren. ~ 5614 Amos 1:11 | Edom, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat hij 5615 Amos 1:11 | barmhartigheden      verdorven; en dat zijn toorn eeuwiglijk verscheurt, 5616 Amos 1:12 | een vuur zenden in Theman, dat zal de paleizen van Bozra 5617 Amos 1:13 | Ammons, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij 5618 Amos 1:14 | aansteken in den muur van Rabba, dat zal haar paleizen verteren; 5619 Amos 2:1 | Moab, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat hij 5620 Amos 2:2 | een vuur in Moab zenden, dat zal de paleizen van Kerioth 5621 Amos 2:4 | Juda, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij 5622 Amos 2:5 | een vuur in Juda zenden, dat zal Jeruzalems paleizen 5623 Amos 2:6 | Israel, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij 5624 Amos 2:7 | Die er naar hijgen, dat het stof der aarde op het 5625 Amos 3:1 | 1      Hoort dit woord, dat de HEERE tegen ulieden spreekt, 5626 Amos 3:1 | tegen het ganse geslacht, dat Ik uit Egypteland heb opgevoerd, 5627 Amos 3:3 | te zamen wandelen, tenzij dat zij bijeengekomen zijn? ~ 5628 Amos 3:4 | zijn stem verheffen, tenzij dat hij wat gevangen hebbe? ~ 5629 Amos 3:6 | de stad geblazen worden, dat het volk niet siddere? zal 5630 Amos 3:6 | een kwaad in de stad zijn, dat de HEERE niet doet? ~ 5631 Amos 3:10 | zij weten niet te doen, dat recht is, spreekt de HEERE; 5632 Amos 3:11 | Heere HEERE: De vijand! en dat rondom het land! die zal 5633 Amos 3:14 | 14      Dat Ik, ten dage als Ik Israels 5634 Amos 4:2 | gezworen bij Zijn heiligheid, dat er, ziet, dagen over ulieden 5635 Amos 4:2 | over ulieden zullen komen, dat men u zal optrekken met 5636 Amos 4:11 | waart als een vuurbrand, dat uit den brand gered is; 5637 Amos 5:1 | 1      Hoort dit woord, dat Ik over ulieden ophef, een 5638 Amos 5:6 | van Jozef als een vuur, dat vertere, zodat er niemand 5639 Amos 5:12 | 12      Want Ik weet, dat uw overtredingen menigvuldig, 5640 Amos 5:19 | hem ontmoette een beer; of dat hij kwam in een huis, en 5641 Amos 6:9 | zullen overgelaten zijn, dat zij sterven zullen. ~ 5642 Amos 7:2 | zouden hebben afgegeten, dat ik zeide: Heere HEERE! vergeef 5643 Amos 7:4 | de Heere HEERE riep uit, dat Hij wilde twisten met vuur; 5644 Amos 7:13 | niet meer profeteren; want dat is des konings heiligdom, 5645 Amos 7:13 | des konings heiligdom, en dat is het huis des koninkrijks. ~ 5646 Amos 8:4 | nooddruftige opslokt! en dat om te vernielen de ellendigen 5647 Amos 8:5 | de nieuwe maan overgaan, dat wij leeftocht mogen verkopen? 5648 Amos 8:5 | verkopen? en de sabbat, dat wij koren mogen openen? 5649 Amos 8:6 | 6      Dat wij de armen voor geld mogen 5650 Amos 8:9 | spreekt de Heere HEERE, dat Ik de zon op den middag 5651 Amos 8:11 | spreekt de Heere HEERE, dat Ik een honger in het land 5652 Amos 9:1 | Hij zeide: Sla dien knoop, dat de posten beven, en doorkloof 5653 Amos 9:4 | vandaar het zwaard gebieden, dat het hen dode; en Ik zal 5654 Amos 9:5 | Die het land aanroert, dat het versmelte, en allen, 5655 Amos 9:5 | daarin wonen, treuren; en dat het geheel oprijze als een 5656 Amos 9:8 | tegen dit zondig koninkrijk, dat Ik het van den aardbodem 5657 Amos 9:8 | aardbodem verdelge; behalve dat Ik het huis Jakobs niet 5658 Amos 9:13 | komen, spreekt de HEERE, dat de ploeger den maaier, en 5659 Amos 9:15 | uitgerukt uit hun land, dat Ik hunlieden gegeven heb, 5660 Oba 1:8 | zijn, spreekt de HEERE, dat Ik de wijzen uit Edom, en 5661 Jona 1:6 | die God aan ons gedenken, dat wij niet vergaan. ~ 5662 Jona 1:10 | Want de mannen wisten, dat hij van des HEEREN aangezicht 5663 Jona 1:12 | van ulieden; want ik weet, dat deze grote storm ulieden 5664 Jona 3:8 | weg, en van het geweld, dat in hun      handen is. ~ 5665 Jona 3:9 | hittigheid Zijns toorns, dat wij niet vergingen! ~ 5666 Jona 3:10 | En God zag hun werken, dat zij zich bekeerden van hun 5667 Jona 3:10 | berouwde God over het kwaad, dat Hij gesproken had hun te 5668 Jona 4:2 | naar Tarsis; want ik wist, dat Gij      een genadig en 5669 Jona 4:7 | die stak den wonderboom, dat hij verdorde. ~ 5670 Jona 4:8 | geschiedde, als de zon oprees, dat God een stillen oostenwind 5671 Jona 4:8 | stak op het hoofd van Jona, dat hij amechtig werd; en hij 5672 Mic 1:1 | Het woord des HEEREN, dat geschied is tot Micha, den 5673 Mic 1:1 | Jehizkia, koningen van Juda; dat hij gezien heeft over Samaria 5674 Mic 2:7 | des HEEREN verkort? Zijn dat Zijn werken? Doen Mijn woorden 5675 Mic 2:10 | zal het u verderven, en dat met een geweldige verderving. ~ 5676 Mic 2:11 | wijn en voor sterken drank! dat is een profeet dezes volks. ~ 5677 Mic 4:1 | dagen zal het geschieden, dat de berg van het huis des 5678 Mic 4:9 | Is uw Raadgever vergaan, dat u smart, als van een barende 5679 Mic 4:12 | verstaan Zijn raadslag niet; dat Hij hen vergaderd heeft 5680 Mic 5:2 | overgeven, tot den tijd toe, dat zij, die baren zal, gebaard 5681 Mic 5:6 | droppelen op het kruid, dat naar geen man wacht, noch 5682 Mic 5:7 | vertreedt en verscheurt hij, dat niemand redde. ~ 5683 Mic 5:9 | geschieden, spreekt de HEERE, dat Ik uw paarden uit het midden 5684 Mic 5:12 | midden van u uitroeien, dat gij u niet meer zult nederbuigen 5685 Mic 6:10 | goddeloosheid en een schaarse efa, dat te verfoeien is? ~ 5686 Nah 1:14 | heeft de HEERE bevolen, dat er van uw naam niemand meer 5687 Nah 2:8 | watervijver, van de dagen af dat zij geweest is, doch zij 5688 Nah 3:7 | En het zal geschieden, dat allen, die u zien, van u 5689 Nah 3:17 | vliegen      zij weg, alzo dat hun plaats onbekend is, 5690 Zep 1:8 | slachtoffer des HEEREN, dat Ik bezoeking zal doen over 5691 Zep 1:17 | zal de mensen bang maken, dat zij zullen gaan als de blinden; 5692 Zep 2:1 | doorzoek nauw, gij volk, dat met geen lust bevangen wordt! ~ 5693 Zep 2:5 | land! en Ik zal u verdoen, dat      er geen inwoner zal 5694 Zep 2:7 | overblijfsel van het huis van Juda, dat zij daarin weiden; des avonds 5695 Zep 2:10 | 10      Dat zullen zij hebben in plaats 5696 Zep 3:6 | straten eenzaam gemaakt, dat niemand daardoor gaat; hun 5697 Zep 3:6 | verstoord, zodat er niemand is, dat er      geen inwoner is. ~ 5698 Zac 1:19 | deze? En Hij zeide tot mij: Dat zijn de hoornen, welke Juda, 5699 Zac 1:21 | En Hij sprak, zeggende: Dat zijn de hoornen, die Juda 5700 Zac 1:21 | tegen het land van Juda, om dat te verstrooien. ~  ~  ~  ~ ~ 5701 Zac 2:9 | Alzo zult gijlieden weten, dat de HEERE der heirscharen 5702 Zac 2:11 | wonen; en gij zult weten, dat de HEERE      der heirscharen 5703 Zac 4:9 | voleinden; opdat gij weet, dat de HEERE der heirscharen 5704 Zac 4:10 | de hand van Zerubbabel; dat zijn de ogen des      HEEREN, 5705 Zac 5:4 | de HEERE der heirscharen, dat hij kome in het huis van 5706 Zac 5:5 | op, en zie, wat dit zij, dat er voortkomt. ~ 5707 Zac 5:6 | En ik zeide: Wat is dat? En Hij zeide: Dit is een 5708 Zac 5:11 | bouwen in het land Sinear; dat zij daar gevestigd en gesteld 5709 Zac 6:15 | en gijlieden zult weten, dat de HEERE der heirscharen 5710 Zac 7:1 | jaar van den koning Darius, dat het woord des HEEREN geschiedde 5711 Zac 8:8 | zal hen herwaarts brengen, dat zij in het midden van Jeruzalem 5712 Zac 8:9 | der heirscharen gelegd is, dat de tempel gebouwd zou worden. ~ 5713 Zac 8:20 | Nog zal het geschieden, dat de volken, en de inwoners 5714 Zac 8:23 | in die dagen geschieden, dat tien mannen, uit allerlei 5715 Zac 8:23 | want wij hebben gehoord, dat God met ulieden is. ~  ~  ~  ~ ~ 5716 Zac 9:12 | ook heden verkondig Ik, dat Ik u dubbel zal wedergeven; ~ 5717 Zac 11:5 | zegt: Geloofd zij de HEERE, dat ik rijk geworden ben; en 5718 Zac 11:9 | meer weiden; wat sterft, dat sterve, en wat afgesneden 5719 Zac 11:9 | sterve, en wat afgesneden is, dat zij afgesneden, en dat de 5720 Zac 11:9 | dat zij afgesneden, en dat de overgeblevenen de een 5721 Zac 11:11 | op mij wachtten, bekend, dat het des HEEREN woord was. ~ 5722 Zac 11:16 | herder verwekken in dit land; dat gereed is om afgesneden 5723 Zac 12:3 | te dien dage geschieden, dat Ik Jeruzalem stellen zal 5724 Zac 12:9 | te dien dage geschieden, dat Ik zal zoeken te verdelgen 5725 Zac 13:2 | de HEERE der heirscharen, dat Ik uitroeien zal uit het 5726 Zac 13:2 | land de namen der afgoden, dat zij niet meer gedacht zullen 5727 Zac 13:3 | iemand meer profeteert, dat zijn vader en zijn moeder, 5728 Zac 13:4 | geschieden te dien dage, dat die profeten beschaamd zullen 5729 Zac 13:9 | 9   En Ik zal dat derde deel in het vuur brengen, 5730 Zac 14:1 | de dag komt den HEERE, dat uw roof zal uitgedeeld worden 5731 Zac 14:6 | te dien dage geschieden, dat er niet zal zijn het kostelijke 5732 Zac 14:7 | geschieden, ten tijde des avonds, dat het licht zal wezen. ~ 5733 Zac 14:8 | te dien dage geschieden, dat er levende wateren uit Jeruzalem 5734 Zac 14:13 | te dien dage geschieden, dat er een groot gedruis van 5735 Zac 14:16 | En het zal geschieden, dat al de overgeblevenen van 5736 Mal 1:7 | verontreinigen wij U? Daarmede, dat gij zegt: Des HEEREN tafel 5737 Mal 1:8 | het is niet kwaad! Brengt dat toch uw vorst; zal hij een      5738 Mal 1:9 | het aangezicht van God, dat Hij ons genadig zij; zulks 5739 Mal 1:13 | ook hetgeen geroofd is, en dat kreupel en krank is; gij      5740 Mal 1:14 | Heere belooft, en offert, dat verdorven is! want Ik ben 5741 Mal 2:4 | Dan zult gij weten, dat Ik dit gebod tot u gezonden 5742 Mal 2:13 | tweede doet gijlieden ook, dat gij het altaar des HEEREN 5743 Mal 2:14 | nu zegt: Waarom? Daarom dat de HEERE een Getuige geweest 5744 Mal 2:15 | wacht u met uw geest, en dat niemand      trouwelooslijk 5745 Mal 2:16 | HEERE, de God Israels, zegt, dat Hij het verlaten haat, alhoewel 5746 Mal 2:16 | wacht u met uw geest,      dat gij niet trouwelooslijk 5747 Mal 2:17 | vermoeien wij Hem? Daarmede, dat gij zegt: Al wie kwaad doet, 5748 Mal 3:11 | uwentwil den opeter schelden, dat hij u de vrucht des lands 5749 Mal 3:14 | want wat nuttigheid is het, dat wij Zijn wacht waarnemen, 5750 Mal 3:14 | Zijn wacht waarnemen, en dat wij in het zwart gaan, voor 5751 Mal 4:5 | ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke 5752 Matt 1:20 | hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen Geest; ~ 5753 Matt 2:8 | onderzoekt naarstiglijk naar dat Kindeken, en als gij Het 5754 Matt 2:12 | vermaand zijnde in den droom, dat zij niet zouden wederkeren 5755 Matt 2:16 | 16 Als Herodes zag, dat hij van de wijzen bedrogen 5756 Matt 2:22 | 22 Maar als hij hoorde, dat Archelaus in Judea koning 5757 Matt 2:23 | door de profeten gezegd is, dat Hij Nazarener zal geheten 5758 Matt 2:32 | een vader; want ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen 5759 Matt 4:3 | Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden. ~ 5760 Matt 4:4 | leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat. ~ 5761 Matt 4:6 | want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen 5762 Matt 4:6 | engelen van U bevelen zal, en dat zij U op de handen zullen 5763 Matt 4:12 | Als nu Jezus gehoord had, dat Johannes overgeleverd was, 5764 Matt 4:16 | 16 Het volk, dat in duisternis zat, heeft 5765 Matt 5:16 | schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen 5766 Matt 5:17 | 17 Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet 5767 Matt 5:20 | Schriftgeleerden en der Farizeen, dat gij in het Koninkrijk der 5768 Matt 5:21 | 21 Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: 5769 Matt 5:23 | aldaar gedachtig wordt, dat uw broeder iets tegen u 5770 Matt 5:27 | 27 Gij hebt gehoord, dat van de ouden gezegd is: 5771 Matt 5:28 | 28 Maar Ik zeg u, dat zo wie een vrouw aan ziet, 5772 Matt 5:29 | van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en 5773 Matt 5:30 | van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en 5774 Matt 5:32 | 32 Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaten 5775 Matt 5:32 | van hoererij, die maakt, dat zij overspel doet; en zo 5776 Matt 5:33 | Wederom hebt gij gehoord, dat van de ouden gezegd is: 5777 Matt 5:37 | neen; wat boven deze is, dat is uit den boze. ~ 5778 Matt 5:38 | 38 Gij hebt gehoord, dat gezegd is: Oog om oog, en 5779 Matt 5:39 | 39 Maar Ik zeg u, dat gij den boze niet wederstaat; 5780 Matt 5:43 | 43 Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw 5781 Matt 6:1 | 1 Hebt acht, dat gij uw aalmoes niet doet 5782 Matt 6:5 | worden. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben. ~ 5783 Matt 6:7 | heidenen; want zij menen, dat zij door hun veelheid van 5784 Matt 6:16 | vasten. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben. 5785 Matt 6:23 | zijn. Indien dan het licht, dat in u is, duisternis is, 5786 Matt 6:26 | Aanziet de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien, noch maaien, 5787 Matt 6:29 | 29 En Ik zeg u, dat ook Salomo, in al zijn heerlijkheid, 5788 Matt 6:30 | God het gras des velds, dat heden is, en morgen in den 5789 Matt 6:32 | want uw hemelse Vader weet, dat gij al deze dingen behoeft. ~ 5790 Matt 7:4 | broeder zeggen: Laat toe, dat ik den splinter uit uw oog 5791 Matt 7:12 | dingen dan, die gij wilt, dat u de mensen zouden doen, 5792 Matt 7:12 | doet gij hun ook alzo; want dat is de wet en de profeten. ~ 5793 Matt 7:28 | deze woorden geeindigd had, dat de scharen zich ontzetten 5794 Matt 8:4 | Jezus zeide tot hem: Zie, dat gij dit niemand zegt; maar 5795 Matt 8:8 | Heere! ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak zoudt 5796 Matt 8:9 | tot mijn dienstknecht: Doe dat! en hij doet het. ~ 5797 Matt 8:11 | 11 Doch Ik zeg u, dat velen zullen komen van oosten 5798 Matt 8:17 | Opdat vervuld zou worden, dat gesproken was door Jesaja, 5799 Matt 8:21 | Hem: Heere! laat mij toe, dat ik eerst heenga, en mijn 5800 Matt 8:24 | onstuimigheid in de zee, alzo dat het schip van de golven 5801 Matt 8:27 | zeggende: Hoedanig een is Deze, dat ook de winden en de zee 5802 Matt 8:28 | die zeer wreed waren, alzo dat niemand door dien weg kon 5803 Matt 8:31 | uitwerpt, laat ons toe, dat wij in die kudde zwijnen 5804 Matt 8:34 | zij Hem zagen, baden zij, dat Hij uit hun landpalen wilde 5805 Matt 9:6 | Doch opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht 5806 Matt 9:8 | 8 De scharen nu dat ziende, hebben zich verwonderd, 5807 Matt 9:11 | 11 En de Farizeen, dat ziende, zeiden tot Zijn 5808 Matt 9:26 | dit gerucht ging uit door dat gehele land. ~ 5809 Matt 9:28 | zeide tot hen: Gelooft gij, dat Ik dat doen kan? Zij zeiden 5810 Matt 9:28 | hen: Gelooft gij, dat Ik dat doen kan? Zij zeiden tot 5811 Matt 9:30 | verboden, zeggende: Ziet, dat het niemand wete. ~ 5812 Matt 9:31 | Hem ruchtbaar gemaakt door dat gehele land. ~ 5813 Matt 9:38 | dan den Heere des oogstes, dat Hij arbeiders in Zijn oogst 5814 Matt 10:13 | 13 En indien dat huis waardig is, zo kome 5815 Matt 10:14 | woorden horen, uitgaande uit dat huis of uit dezelve stad, 5816 Matt 10:25 | zij den discipel genoeg, dat hij worde gelijk zijn meester, 5817 Matt 10:27 | hoort in het oor, predikt dat op de daken. ~ 5818 Matt 10:34 | 34 Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede 5819 Matt 11:1 | discipelen bevelen te geven, dat Hij van daar voortging, 5820 Matt 11:7 | te aanschouwen? Een riet, dat van den wind ginds en weder 5821 Matt 11:24 | 24 Doch Ik zeg u, dat het den lande van Sodom 5822 Matt 11:25 | des hemels en der aarde! dat Gij deze dingen voor de 5823 Matt 11:29 | op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig 5824 Matt 12:2 | 2 En de Farizeen, dat ziende, zeiden tot Hem: 5825 Matt 12:5 | niet gelezen in de wet, dat de priesters den sabbat 5826 Matt 12:6 | 6 En Ik zeg u, dat Een, meerder dan de tempel, 5827 Matt 12:15 | 15 Maar Jezus, dat wetende, vertrok van daar, 5828 Matt 12:16 | gebood hun scherpelijk, dat zij Hem niet openbaar maken 5829 Matt 12:22 | en Hij genas hem, alzo dat de blinde en stomme beide 5830 Matt 12:25 | hen: Een ieder koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld 5831 Matt 12:25 | een iedere stad, of huis, dat tegen zichzelf verdeeld 5832 Matt 12:29 | zijn vaten ontroven, tenzij dat hij eerst den sterke gebonden 5833 Matt 12:36 | 36 Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel woord, hetwelk 5834 Matt 12:48 | zeide tot dengene die Hem dat zeide: Wie is Mijn moeder, 5835 Matt 13:12 | zal genomen worden, ook dat hij heeft. ~ 5836 Matt 13:17 | Want voorwaar zeg Ik u, dat vele profeten en rechtvaardigen 5837 Matt 13:19 | 19 Als iemand dat Woord des Koninkrijks hoort, 5838 Matt 13:20 | die het Woord hoort, en dat terstond met vreugde ontvangt; ~ 5839 Matt 13:28 | Een vijandig mens heeft dat gedaan. En de dienstknechten 5840 Matt 13:28 | zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij heengaan en datzelve 5841 Matt 13:30 | zeggen: Vergadert eerst dat onkruid, en bindt het in 5842 Matt 13:32 | het wordt een boom, alzo dat de vogelen des hemels komen 5843 Matt 13:47 | geworpen in de zee, en dat allerlei soorten van vissen 5844 Matt 14:9 | hem aanzaten, gebood hij, dat het haar zou gegeven worden; ~ 5845 Matt 14:13 | plaats alleen; en de scharen, dat horende, zijn Hem te voet 5846 Matt 14:35 | kennende, zonden zij in dat gehele omliggende land, 5847 Matt 14:36 | 36 En baden Hem, dat zij alleenlijk den zoom 5848 Matt 15:11 | hetgeen ten monde uitgaat, dat ontreinigt den mens. ~ 5849 Matt 15:12 | zeiden tot Hem: Weet Gij wel, dat de Farizeen deze rede horende, 5850 Matt 15:17 | 17 Verstaat gij nog niet, dat al wat ten monde ingaat, 5851 Matt 15:31 | 31 Alzo dat de scharen zich verwonderden, 5852 Matt 15:33 | in de woestijn bekomen, dat wij zulk een grote schare 5853 Matt 16:1 | verzoekende, begeerden van Hem, dat Hij hun een teken uit den 5854 Matt 16:8 | 8 En Jezus, dat wetende, zeide tot hen: 5855 Matt 16:8 | uzelven, gij kleingelovigen! dat gij geen broden mede genomen 5856 Matt 16:11 | 11 Hoe verstaat gij niet, dat Ik u van geen brood gesproken 5857 Matt 16:11 | gesproken heb, als Ik zeide, dat gij u wachten zoudt van 5858 Matt 16:12 | 12 Toen verstonden zij, dat Hij niet gezegd had, dat 5859 Matt 16:12 | dat Hij niet gezegd had, dat zij zich wachten zouden 5860 Matt 16:13 | zeggende: Wie zeggen de mensen, dat Ik, de Zoon des mensen, 5861 Matt 16:15 | Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? ~ 5862 Matt 16:17 | want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn 5863 Matt 16:18 | 18 En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze 5864 Matt 16:20 | verbood Hij Zijn discipelen, dat zij iemand zeggen zouden, 5865 Matt 16:20 | zij iemand zeggen zouden, dat Hij was Jezus, de Christus. ~ 5866 Matt 16:21 | discipelen te vertonen, dat Hij moest heengaan naar 5867 Matt 17:4 | Jezus: Heere! het is goed, dat wij hier zijn; zo Gij wilt, 5868 Matt 17:10 | dan de Schriftgeleerden, dat Elias eerst moet komen? ~ 5869 Matt 17:12 | 12 Maar Ik zeg u, dat Elias nu gekomen is, en 5870 Matt 17:13 | verstonden de discipelen dat Hij hun van Johannes de 5871 Matt 18:2 | geroepen hebbende, stelde dat in het midden van hen; ~ 5872 Matt 18:6 | ergert, het ware hem nutter, dat een molensteen aan zijn 5873 Matt 18:6 | aan zijn hals gehangen, en dat hij verzonken ware in de 5874 Matt 18:7 | want het is noodzakelijk, dat de ergernissen komen; doch 5875 Matt 18:10 | 10 Ziet toe, dat gij niet een van deze kleinen 5876 Matt 18:10 | veracht. Want Ik zeg ulieden, dat hun engelen, in de hemelen, 5877 Matt 18:11 | gekomen om zalig te maken, dat verloren was. ~ 5878 Matt 18:13 | En indien het geschiedt, dat hij hetzelve vindt, voorwaar 5879 Matt 18:13 | vindt, voorwaar zeg Ik u, dat hij zich meer verblijdt 5880 Matt 18:14 | Vaders, Die in de hemelen is, dat een van deze kleinen verloren 5881 Matt 18:19 | zij zouden mogen begeren, dat die hun zal geschieden van 5882 Matt 18:25 | betalen, beval zijn heer, dat men hem zou verkopen, en 5883 Matt 18:25 | kinderen, en al wat hij had, en dat de schuld zou betaald worden. ~ 5884 Matt 19:1 | deze woorden geeindigd had, dat Hij vertrok van Galilea, 5885 Matt 19:4 | den mens gemaakt heeft, dat Hij ze gemaakt heeft man 5886 Matt 19:6 | 6 Alzo dat zij niet meer twee zijn, 5887 Matt 19:9 | 9 Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaat, 5888 Matt 19:23 | discipelen: Voorwaar, Ik zeg u, dat een rijke bezwaarlijk in 5889 Matt 19:24 | zeg Ik u: Het is lichter, dat een kemel ga door het oog 5890 Matt 19:24 | het oog van een naald, dan dat een rijke inga in het Koninkrijk 5891 Matt 19:26 | tot hen: Bij de mensen is dat onmogelijk, maar bij God 5892 Matt 19:28 | hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij, die Mij gevolgd zijt, 5893 Matt 19:28 | troon Zijner heerlijkheid, dat gij ook zult zitten op twaalf 5894 Matt 20:10 | eersten komende, meenden, dat zij meer ontvangen zouden; 5895 Matt 20:21 | Zij zeide tot Hem: Zeg, dat deze mijn twee zonen zitten 5896 Matt 20:24 | 24 En als de andere tien dat hoorden, namen zij het zeer 5897 Matt 20:25 | had, zeide Hij: Gij weet, dat de oversten der volken heerschappij 5898 Matt 20:30 | den weg, als zij hoorden, dat Jezus voorbijging, riepen, 5899 Matt 20:32 | en zeide: Wat wilt gij, dat Ik u doe? ~ 5900 Matt 20:33 | Zij zeiden tot Hem: Heere! dat onze ogen geopend worden. ~ 5901 Matt 21:2 | 2 Gaat heen in het vlek, dat tegen u over ligt, en gij 5902 Matt 21:3 | zegt, zo zult gij zeggen, dat de Heere deze van node heeft, 5903 Matt 21:13 | genaamd worden; maar gij hebt dat tot een moordenaarskuil 5904 Matt 21:15 | den Zone Davids! namen zij dat zeer kwalijk; ~ 5905 Matt 21:20 | 20 En de discipelen, dat ziende, verwonderden zich, 5906 Matt 21:31 | hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat de tollenaars en de hoeren 5907 Matt 21:43 | 43 Daarom zeg Ik ulieden, dat het Koninkrijk Gods van 5908 Matt 21:43 | worden, en een volk gegeven, dat zijn vruchten voortbrengt. ~ 5909 Matt 21:45 | hoorden, verstonden zij, dat Hij van hen sprak. ~ 5910 Matt 22:7 | 7 Als nu de koning dat hoorde, werd hij toornig, 5911 Matt 22:16 | zeggende: Meester! wij weten, dat Gij waarachtig zijt, en 5912 Matt 22:21 | hen: Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, 5913 Matt 22:21 | des keizers is, en Gode, dat Gods is. ~ 5914 Matt 22:23 | de Sadduceen, die zeggen, dat er geen opstanding is, en 5915 Matt 22:34 | Farizeen, gehoord hebbende, dat Hij de Sadduceen den mond 5916 Matt 23:3 | Daarom, al wat zij u zeggen, dat gij houden zult, houdt dat 5917 Matt 23:3 | dat gij houden zult, houdt dat en doet het; maar doet niet 5918 Matt 23:14 | huizen der weduwen op, en dat onder den schijn van lang 5919 Matt 23:16 | zal hebben bij den tempel, dat is niets; maar zo wie gezworen 5920 Matt 23:18 | zal hebben bij het altaar, dat is niets; maar zo wie gezworen 5921 Matt 23:19 | de gave, of het altaar, dat de gave heiligt? ~ 5922 Matt 23:31 | getuigt gij tegen uzelven, dat gij kinderen zijt dergenen, 5923 Matt 23:35 | het rechtvaardige bloed, dat vergoten is op de aarde, 5924 Matt 24:4 | zeide tot hen: Ziet toe, dat u niemand verleide. ~ 5925 Matt 24:16 | 16 Dat alsdan, die in Judea zijn, 5926 Matt 24:20 | 20 Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede 5927 Matt 24:24 | en wonderheden doen, alzo dat zij (indien het mogelijk 5928 Matt 24:32 | uitspruiten, zo weet gij, dat de zomer nabij is. ~ 5929 Matt 24:33 | dingen zult zien, zo weet, dat het nabij is, voor de deur. ~ 5930 Matt 24:43 | 43 Maar weet dit, dat zo de heer des huizes geweten 5931 Matt 24:47 | 47 Voorwaar, Ik zeg u, dat hij hem zal zetten over 5932 Matt 25:24 | zeide: Heer, ik kende u, dat gij een hard mens zijt, 5933 Matt 25:26 | dienstknecht! gij wist, dat ik maai, waar ik niet gezaaid 5934 Matt 25:29 | zal genomen worden, ook dat hij heeft. ~ 5935 Matt 25:34 | gezegenden Mijns Vaders! beerft dat Koninkrijk, hetwelk u bereid 5936 Matt 25:40 | gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan. ~ 5937 Matt 26:1 | deze woorden geeindigd had, dat Hij tot Zijn discipelen 5938 Matt 26:2 | 2 Gij weet, dat na twee dagen het pascha 5939 Matt 26:4 | beraadslaagden te zamen, dat zij Jezus met listigheid 5940 Matt 26:8 | 8 En Zijn discipelen, dat ziende, namen het zeer kwalijk, 5941 Matt 26:17 | tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij U bereiden het pascha 5942 Matt 26:21 | Hij: Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden. ~ 5943 Matt 26:26 | discipelen, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam. ~ 5944 Matt 26:28 | 28 Want dat is Mijn bloed, het bloed 5945 Matt 26:29 | 29 En Ik zeg u, dat Ik van nu aan niet zal drinken 5946 Matt 26:34 | hem: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij in dezen zelfden nacht, 5947 Matt 26:42 | voorbij kan gaan, tenzij dat Ik hem drinke, Uw wil geschiede! ~ 5948 Matt 26:53 | 53 Of meent gij, dat Ik Mijn Vader nu niet kan 5949 Matt 26:54 | vervuld worden, die zeggen, dat het alzo geschieden moet? ~ 5950 Matt 26:63 | U bij den levenden God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt 5951 Matt 27:1 | raad genomen tegen Jezus, dat zij Hem doden zouden. ~ 5952 Matt 27:3 | Hem verraden had, ziende, dat Hij veroordeeld was, berouw 5953 Matt 27:4 | zij zeiden: Wat gaat ons dat aan? Gij moogt toezien. ~ 5954 Matt 27:14 | op een enig woord, alzo dat de stadhouder zich zeer 5955 Matt 27:17 | tot hen: Welken wilt gij, dat ik u zal loslaten, Bar-abbas, 5956 Matt 27:18 | 18 Want hij wist, dat zij Hem door nijdigheid 5957 Matt 27:20 | den scharen aangeraden, dat zij zouden Bar-abbas begeren, 5958 Matt 27:21 | van deze twee wilt gij, dat ik u zal loslaten? En zij 5959 Matt 27:24 | 24 Als nu Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar 5960 Matt 27:24 | vorderde, maar veel meer dat er oproer werd, nam hij 5961 Matt 27:32 | Simon; deze dwongen zij, dat hij Zijn kruis droeg. ~ 5962 Matt 27:42 | Hij de Koning Israels is, dat Hij nu afkome van het kruis, 5963 Matt 27:43 | Hij heeft op God betrouwd; dat Hij Hem nu verlosse, indien 5964 Matt 27:46 | ELI, LAMA SABACHTHANI! dat is: Mijn God! Mijn God! 5965 Matt 27:58 | Jezus. Toen beval Pilatus, dat hem het lichaam gegeven 5966 Matt 27:60 | 60 En legde dat in zijn nieuw graf, hetwelk 5967 Matt 27:63 | Heer, wij zijn indachtig, dat deze verleider, nog levende, 5968 Matt 27:64 | 64 Beveel dan, dat het graf verzekerd worde 5969 Matt 28:5 | gijlieden niet; want ik weet, dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd 5970 Matt 28:7 | en zegt Zijn discipelen, dat Hij opgestaan is van de 5971 Matt 28:10 | boodschapt Mijn broederen, dat zij heengaan naar Galilea, 5972 Matt 28:14 | tevreden stellen, en maken, dat gij zonder zorg zijt. ~ 5973 Mark 1:9 | geschiedde in diezelfde dagen, dat Jezus kwam van Nazareth, 5974 Mark 1:17 | Mij na, en Ik zal maken, dat gij vissers der mensen zult 5975 Mark 1:27 | Wat nieuwe leer is deze, dat Hij met macht ook den onreine 5976 Mark 1:44 | 44 En zeide tot hem: Zie, dat gij niemand iets zegt; maar 5977 Mark 1:45 | dingen te verkondigen, en dat woord te verbreiden, alzo 5978 Mark 1:45 | woord te verbreiden, alzo dat Hij niet meer openbaar in 5979 Mark 2:1 | gekomen; en het werd gehoord, dat Hij in huis was. ~ 5980 Mark 2:2 | vergaderden daar velen, alzo dat ook zelfs de plaatsen omtrent 5981 Mark 2:4 | het dak, waar Hij was; en dat opgebroken hebbende, lieten 5982 Mark 2:8 | in Zijn geest bekennende, dat zij alzo in zichzelven overdachten, 5983 Mark 2:10 | Doch opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht 5984 Mark 2:15 | aanzat in deszelfs huis, dat ook vele tollenaren en zondaren 5985 Mark 2:16 | discipelen: Wat is het, dat Hij met de tollenaren en 5986 Mark 2:17 | 17 En Jezus, dat horende, zeide tot hen: 5987 Mark 2:23 | 23 En het geschiedde, dat Hij op een sabbatdag door 5988 Mark 3:9 | zeide tot Zijn discipelen, dat een scheepje steeds omtrent 5989 Mark 3:10 | had er velen genezen, alzo dat Hem al degenen, die enige 5990 Mark 3:12 | Hij gebood hun scherpelijk dat zij Hem niet zouden openbaar 5991 Mark 3:20 | wederom en schare, alzo dat zij ook zelfs niet konden 5992 Mark 3:24 | zichzelf verdeeld is, zo kan dat koninkrijk niet bestaan. ~ 5993 Mark 3:25 | zichzelf verdeeld is, zo kan dat huis niet bestaan. ~ 5994 Mark 3:28 | 28 Voorwaar, Ik zeg u, dat al de zonden den kinderen 5995 Mark 4:1 | grote schare bij Hem, alzo dat Hij, in het schip gegaan 5996 Mark 4:4 | geschiedde in het zaaien, dat het ene deel zaads viel 5997 Mark 4:22 | Want er is niets verborgen, dat niet geopenbaard zal worden; 5998 Mark 4:25 | zal genomen worden, ook dat hij heeft. ~ 5999 Mark 4:27 | uitsproot en lang werd, dat hij zelf niet wist, hoe. ~ 6000 Mark 4:32 | maakt grote takken, alzo dat de vogelen des hemels onder


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7945

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License