1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7945
Book Chapter: Verse
7501 Kol 2:18 | 18 Dat dan niemand u overheerse
7502 Kol 3:20 | gehoorzaam in alles, want dat is de Heere welbehagelijk. ~
7503 Kol 3:23 | En al wat gij doet, doet dat van harte als den Heere
7504 Kol 3:24 | 24 Wetende, dat gij van den Heere zult ontvangen
7505 Kol 3:25 | zal het onrecht dragen, dat hij gedaan heeft; en er
7506 Kol 4:1 | recht en gelijk, wetende, dat ook gij een Heere hebt in
7507 Kol 4:3 | Biddende meteen ook voor ons, dat God ons de deur des Woords
7508 Kol 4:13 | ik geef hem getuigenis, dat hij groten ijver heeft over
7509 Kol 4:16 | zal gelezen zijn, maakt, dat hij ook in de gemeente der
7510 Kol 4:16 | Laodicensen gelezen worde, en dat ook gij dien leest, die
7511 Kol 4:17 | aangenomen hebt in de Heere, dat gij die vervult. ~
7512 1The 1:7 | 7 Alzo dat gij voorbeelden geworden
7513 1The 1:8 | alle plaatsen is uw geloof, dat gij op God hebt, uitgegaan,
7514 1The 2:1 | broeders, onzen ingang tot u, dat die niet ijdel is geweest; ~
7515 1The 2:4 | God beproefd zijn geweest, dat ons het Evangelie zou toebetrouwd
7516 1The 2:8 | onze eigen zielen, daarom dat gij ons lief geworden waart. ~
7517 1The 2:12 | 12 En betuigden, dat gij zoudt wandelen, waardiglijk
7518 1The 2:13 | ook God zonder ophouden, dat, als gij het Woord der prediking
7519 1The 2:13 | ons ontvangen hebt, gij dat aangenomen hebt, niet als
7520 1The 2:13 | waarlijk is) als Gods Woord, dat ook werkt in u, die gelooft. ~
7521 1The 2:16 | spreken tot de heidenen, dat zij zalig mochten worden;
7522 1The 3:3 | verdrukkingen; want gij weet zelven, dat wij hiertoe gesteld zijn. ~
7523 1The 3:4 | waren, voorzeiden wij u, dat wij zouden verdrukt worden,
7524 1The 3:6 | uw geloof en liefde, en dat gij altijd goede gedachtenis
7525 1The 4:1 | wandelen en Gode behagen, dat gij daarin meer overvloedig
7526 1The 4:3 | van God, uw heiligmaking: dat gij u onthoudt van de hoererij; ~
7527 1The 4:4 | 4 Dat een iegelijk van u wete
7528 1The 4:6 | 6 Dat niemand zijn broeder vertrede,
7529 1The 4:9 | hebt gij niet van node, dat ik u schrijve; want gijzelven
7530 1The 4:10 | wij vermanen u, broeders, dat gij meer overvloedig wordt; ~
7531 1The 4:11 | 11 En dat gij u benaarstigt stil te
7532 1The 4:13 | broeders, ik wil niet, dat gij onwetende zijt van degenen,
7533 1The 4:14 | Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan,
7534 1The 4:15 | 15 Want dat zeggen wij u door het Woord
7535 1The 4:15 | door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven
7536 1The 5:1 | hebt gij niet van node, dat men u schrijve. ~
7537 1The 5:2 | gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal
7538 1The 5:4 | zijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zou
7539 1The 5:10 | gestorven is, opdat wij, hetzij dat wij waken, hetzij dat wij
7540 1The 5:10 | hetzij dat wij waken, hetzij dat wij slapen, te zamen met
7541 1The 5:15 | 15 Ziet, dat niemand kwaad voor kwaad
7542 1The 5:27 | bezweer ulieden bij den Heere, dat deze zendbrief al den heiligen
7543 2The 1:3 | uw geloof zeer wast, en dat de liefde eens iegelijken
7544 2The 1:4 | 4 Alzo dat wij zelven van u roemen
7545 2The 1:11 | ook altijd bidden voor u, dat onze God u waardig achte
7546 2The 2:2 | 2 Dat gij niet haastelijk bewogen
7547 2The 2:3 | 3 Dat u niemand verleide op enigerlei
7548 2The 2:3 | want die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij,
7549 2The 2:3 | de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens
7550 2The 2:4 | als God geeerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als
7551 2The 2:4 | zichzelven vertonende, dat hij God is. ~
7552 2The 2:5 | 5 Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij u zijnde, u
7553 2The 2:10 | verloren gaan; daarvoor dat zij de liefde der waarheid
7554 2The 2:11 | een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; ~
7555 2The 2:13 | van den Heere bemind zijt, dat u God van den beginne verkoren
7556 2The 3:4 | vertrouwen van u in den Heere, dat gij, hetgeen wij u bevelen,
7557 2The 3:6 | onzen Heere Jezus Christus, dat gij u onttrekt van een iegelijk
7558 2The 3:9 | 9 Niet, dat wij de macht niet hebben,
7559 2The 3:10 | hebben wij u dit bevolen, dat, zo iemand niet wil werken,
7560 2The 3:11 | 11 Want wij horen, dat sommigen onder u ongeregeld
7561 2The 3:12 | onzen Heere Jezus Christus, dat zij met stilheid werkende,
7562 1Tim 1:3 | Gelijk ik u vermaand heb, dat gij te Efeze zoudt blijven,
7563 1Tim 1:8 | 8 Doch wij weten, dat de wet goed is, zo iemand
7564 1Tim 1:9 | 9 En hij dit weet, dat den rechtvaardigen de wet
7565 1Tim 1:11 | heerlijkheid des zaligen Gods, dat mij toebetrouwd is. ~
7566 1Tim 1:12 | Christus Jezus, onzen Heere, dat Hij mij getrouw geacht heeft,
7567 1Tim 1:15 | alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld
7568 1Tim 1:18 | u, mijn zoon Timotheus, dat gij naar de profetieen,
7569 1Tim 2:1 | vermaan dan voor alle dingen, dat gedaan worden smekingen,
7570 1Tim 2:3 | 3 Want dat is goed en aangenaam voor
7571 1Tim 2:4 | 4 Welke wil, dat alle mensen zalig worden,
7572 1Tim 2:8 | 8 Ik wil dan, dat de mannen bidden in alle
7573 1Tim 2:9 | 9 Desgelijks ook, dat de vrouwen, in een eerbaar
7574 1Tim 2:12 | laat de vrouw niet toe, dat zij lere, noch over den
7575 1Tim 2:12 | den man heerse, maar wil, dat zij in stilheid zij. ~
7576 1Tim 3:10 | 10 En dat deze ook eerst beproefd
7577 1Tim 3:10 | eerst beproefd worden, en dat zij daarna dienen, zo zij
7578 1Tim 3:12 | 12 Dat de diakenen ener vrouwe
7579 1Tim 4:1 | de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen
7580 1Tim 4:16 | leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven
7581 1Tim 5:4 | heeft, of kindskinderen, dat die leren eerst aan hun
7582 1Tim 5:4 | wedervergelding te doen; want dat is goed en aangenaam voor
7583 1Tim 5:9 | 9 Dat een weduwe gekozen worde
7584 1Tim 5:14 | 14 Ik wil dan, dat de jonge weduwen huwelijken,
7585 1Tim 5:16 | gelovige vrouw weduwen heeft, dat die haar genoegzame hulp
7586 1Tim 5:16 | genoegzame hulp doe, en dat de Gemeente niet bezwaard
7587 1Tim 5:17 | 17 Dat de ouderlingen, die wel
7588 1Tim 5:21 | de uitverkoren engelen, dat gij deze dingen onderhoudt,
7589 1Tim 6:5 | waarheid beroofd zijn, menende, dat de godzaligheid een gewin
7590 1Tim 6:7 | gebracht, het is openbaar, dat wij ook niet kunnen iets
7591 1Tim 6:14 | 14 Dat gij dit gebod houdt, onbevlekt
7592 1Tim 6:17 | deze tegenwoordige wereld, dat zij niet hoogmoedig zijn,
7593 1Tim 6:18 | 18 Dat zij weldadig zijn, rijk
7594 2Tim 1:1 | naar de belofte des levens, dat in Christus Jezus is, ~
7595 2Tim 1:5 | breng het ongeveinsd geloof, dat in u is, hetwelk eerst gewoond
7596 2Tim 1:5 | Eunice; en ik ben verzekerd, dat het ook in u woont. ~
7597 2Tim 1:6 | oorzaak ik u indachtig maak, dat gij opwekt de gave Gods,
7598 2Tim 1:12 | heb, en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is, mijn pand,
7599 2Tim 1:14 | 14 Bewaar het goede pand, dat u toebetrouwd is, door den
7600 2Tim 1:15 | 15 Gij weet dit, dat allen, die in Azie zijn,
7601 2Tim 1:18 | 18 De Heere geve hem, dat hij barmhartigheid vinde
7602 2Tim 2:2 | onder vele getuigen, betrouw dat aan getrouwe mensen, welke
7603 2Tim 2:8 | 8 Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden
7604 2Tim 2:14 | en betuig voor den Heere, dat zij geen woordenstrijd voeren,
7605 2Tim 2:18 | zijn afgeweken, zeggende, dat de opstanding alrede geschied
7606 2Tim 2:23 | zonder lering zijn, wetende, dat zij twistingen voortbrengen. ~
7607 2Tim 3:1 | 1 En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan
7608 2Tim 3:15 | 15 En dat gij van kinds af de heilige
7609 2Tim 4:5 | van een evangelist, maak, dat men van uw dienst ten volle
7610 2Tim 5:5 | zoudt te recht brengen, en dat gij van stad tot stad zoudt
7611 2Tim 5:9 | aan het getrouwe woord, dat naar de leer is, opdat hij
7612 2Tim 5:16 | 16 Zij belijden, dat zij God kennen, maar zij
7613 Tit 1:5 | zoudt te recht brengen, en dat gij van stad tot stad zoudt
7614 Tit 1:9 | aan het getrouwe woord, dat naar de leer is, opdat hij
7615 Tit 1:16 | 16 Zij belijden, dat zij God kennen, maar zij
7616 Tit 2:2 | 2 Dat de oude mannen nuchter zijn,
7617 Tit 2:3 | oude vrouwen insgelijks, dat zij in haar dracht zijn,
7618 Tit 2:3 | gelijk den heiligen betaamt, dat zij geen lasteraarsters
7619 Tit 2:6 | jonge mannen insgelijks, dat zij matig zijn. ~
7620 Tit 2:9 | Vermaan den dienstknechten, dat zij hun eigen heren onderdanig
7621 Tit 2:9 | eigen heren onderdanig zijn, dat zij in alles welbehagelijk
7622 Tit 2:12 | 12 En onderwijst ons, dat wij, de goddeloosheid en
7623 Tit 2:15 | bestraf met allen ernst. Dat niemand u verachte. ~ ~
7624 Tit 3:1 | 1 Vermaan hen, dat zij aan de overheden en
7625 Tit 3:1 | machten onderdanig zijn, dat zij hun gehoorzaam zijn,
7626 Tit 3:1 | zij hun gehoorzaam zijn, dat zij tot alle goed werk bereid
7627 Tit 3:2 | 2 Dat zij niemand lasteren, geen
7628 Tit 3:8 | en deze dingen wil ik, dat gij ernstelijk bevestigt,
7629 Tit 3:11 | 11 Wetende, dat de zodanige verkeerd is,
7630 Tit 3:14 | 14 En dat ook de onzen leren, goede
7631 File 1:7 | vertroosting over uw liefde, dat de ingewanden der heiligen
7632 File 1:12 | 12 Doch gij, neem hem, dat is mijn ingewanden, weder
7633 File 1:18 | heeft, of schuldig is, reken dat mij toe. ~
7634 File 1:19 | opdat ik u niet zegge, dat gij ook uzelven mij daartoe
7635 File 1:21 | gehoorzaamheid; en ik weet, dat gij doen zult ook boven
7636 File 1:22 | een herberg; want ik hoop, dat ik door uw gebeden ulieden
7637 Heb 1:6 | de wereld, zegt Hij: En dat alle engelen Gods Hem aanbidden. ~
7638 Heb 2:6 | zeggende: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of des
7639 Heb 2:6 | gedenkt, of des mensen zoon, dat Gij hem bezoekt! ~
7640 Heb 2:8 | onderworpen. Want daarin, dat Hij hem alle dingen heeft
7641 Heb 2:8 | heeft Hij niets uitgelaten, dat hem niet onderworpen zij;
7642 Heb 2:8 | doch nu zien wij nog niet, dat hem alle dingen onderworpen
7643 Heb 2:10 | Welken alle dingen zijn, dat Hij, vele kinderen tot de
7644 Heb 2:14 | het geweld des doods had, dat is, den duivel; ~
7645 Heb 3:10 | Daarom was Ik vertoornd over dat geslacht, en sprak: Altijd
7646 Heb 3:12 | 12 Ziet toe, broeders, dat niet te eniger tijd in iemand
7647 Heb 3:18 | welken heeft Hij gezworen, dat zij in Zijn rust niet zouden
7648 Heb 3:19 | 19 En wij zien, dat zij niet hebben kunnen ingaan
7649 Heb 4:1 | 1 Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de
7650 Heb 4:6 | 6 Dewijl dan blijft, dat sommigen in dezelve rust
7651 Heb 5:12 | hebt wederom van node, dat men u lere, welke de eerste
7652 Heb 6:10 | God is niet onrechtvaardig dat Hij uw werk zou vergeten,
7653 Heb 6:11 | 11 Maar wij begeren, dat een iegelijk van u dezelfde
7654 Heb 6:18 | welke het onmogelijk is dat God liege, een sterke vertroosting
7655 Heb 7:5 | van het volk, naar de wet, dat is, van hun broederen, hoewel
7656 Heb 7:8 | van welken getuigd wordt, dat hij leeft. ~
7657 Heb 7:11 | wat nood was het nog, dat een ander priester naar
7658 Heb 7:14 | 14 Want het is openbaar, dat onze Heere uit Juda gesproten
7659 Heb 7:27 | de zonden des volks; want dat heeft Hij eenmaal gedaan,
7660 Heb 8:1 | waarvan wij spreken, is, dat wij hebben zodanigen Hogepriester,
7661 Heb 8:3 | waarom het noodzakelijk was, dat ook Deze wat had, dat Hij
7662 Heb 8:3 | was, dat ook Deze wat had, dat Hij zou offeren. ~
7663 Heb 8:5 | zou: Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar
7664 Heb 8:7 | 7 Want indien dat eerste verbond onberispelijk
7665 Heb 8:9 | 9 Niet naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt
7666 Heb 8:10 | Want dit is het verbond, dat Ik met het huis Israels
7667 Heb 8:13 | het eerste oud gemaakt; dat nu oud gemaakt is en verouderd,
7668 Heb 9:8 | Heilige Geest dit beduidde, dat de weg des heiligdoms nog
7669 Heb 9:11 | niet met handen gemaakt, dat is, niet van dit maaksel, ~
7670 Heb 9:16 | is, daar is het noodzaak, dat de dood des testamentmakers
7671 Heb 9:23 | Zo was het dan noodzaak, dat wel de voorbeeldingen der
7672 Heb 9:24 | ingegaan in het heiligdom, dat met handen gemaakt is, hetwelk
7673 Heb 10:4 | Want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren en
7674 Heb 10:16 | had: Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na
7675 Heb 10:20 | heeft door het voorhangsel, dat is, door Zijn vlees; ~
7676 Heb 10:25 | maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij
7677 Heb 10:25 | zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert. ~
7678 Heb 10:27 | oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden. ~
7679 Heb 10:34 | blijdschap aangenomen, wetende, dat gij hebt in uzelven een
7680 Heb 11:3 | het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord
7681 Heb 11:3 | Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet,
7682 Heb 11:4 | getuigenis bekomen heeft, dat hij rechtvaardig was, alzo
7683 Heb 11:5 | werd niet gevonden, daarom dat hem God weggenomen had;
7684 Heb 11:5 | heeft hij getuigenis gehad, dat hij Gode behaagde. ~
7685 Heb 11:6 | God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is
7686 Heb 11:12 | Daarom zijn ook van een, en dat een verstorvene, zovelen
7687 Heb 11:12 | hemels, en als het zand, dat aan den oever der zee is,
7688 Heb 11:13 | omhelsd, en hebben beleden, dat zij gasten en vreemdelingen
7689 Heb 11:14 | zeggen, betonen klaarlijk, dat zij een vaderland zoeken. ~
7690 Heb 11:15 | 15 En indien zij aan dat vaderland gedacht hadden,
7691 Heb 11:16 | begerig naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom
7692 Heb 11:18 | genoemd worden) overleggende, dat God machtig was, hem ook
7693 Heb 11:23 | verborgen, overmits zij zagen, dat het kindeken schoon was;
7694 Heb 12:10 | voor een korten tijd, naar dat het hun goed dacht, gekastijd;
7695 Heb 12:13 | niet verdraaid worde, maar dat het veelmeer genezen worde. ~
7696 Heb 12:15 | 15 Toeziende, dat niet iemand verachtere van
7697 Heb 12:15 | verachtere van de genade Gods; dat niet enige wortel der bitterheid,
7698 Heb 12:16 | 16 Dat niet iemand zij een hoereerder,
7699 Heb 12:17 | 17 Want gij weet, dat hij ook daarna, de zegening
7700 Heb 12:19 | welke die ze hoorden, baden, dat het woord tot hen niet meer
7701 Heb 12:24 | het bloed der besprenging, dat betere dingen spreekt dan
7702 Heb 12:25 | 25 Ziet toe, dat gij Dien, Die spreekt, niet
7703 Heb 13:1 | 1 Dat de broederlijke liefde blijve. ~
7704 Heb 13:9 | leringen; want het is goed, dat het hart gesterkt wordt
7705 Heb 13:15 | een offerande des lofs, dat is, de vrucht der lippen,
7706 Heb 13:17 | geven zullen; opdat zij dat doen mogen met vreugde en
7707 Heb 13:17 | niet al zuchtende; want dat is u niet nuttig. ~
7708 Heb 13:18 | ons; want wij vertrouwen, dat wij een goed geweten hebben,
7709 Heb 13:19 | 19 En ik bid u te meer, dat gij dit doet, opdat ik te
7710 Heb 13:23 | 23 Weet, dat de broeder Timotheus losgelaten
7711 Jako 1:3 | 3 Wetende, dat de beproeving uws geloofs
7712 Jako 1:5 | van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die
7713 Jako 1:6 | 6 Maar dat hij ze begere in geloof,
7714 Jako 1:7 | Want die mens mene niet, dat hij iets ontvangen zal van
7715 Jako 1:21 | zachtmoedigheid het Woord, dat in u geplant wordt, hetwelk
7716 Jako 1:26 | Indien iemand onder u dunkt, dat hij godsdienstig is, en
7717 Jako 2:14 | broeders, indien iemand zegt, dat hij het geloof heeft, en
7718 Jako 2:14 | heeft de werken niet? Kan dat geloof hem zaligmaken? ~
7719 Jako 2:16 | lichaams, wat nuttigheid is dat? ~
7720 Jako 2:19 | 19 Gij gelooft, dat God een enig God is; gij
7721 Jako 2:20 | gij weten, o ijdel mens, dat het geloof zonder de werken
7722 Jako 2:22 | 22 Ziet gij wel, dat het geloof mede gewrocht
7723 Jako 2:24 | 24 Ziet gij dan nu, dat een mens uit de werken gerechtvaardigd
7724 Jako 3:1 | mijn broeders, wetende, dat wij te meerder oordeel zullen
7725 Jako 4:4 | overspeleressen, weet gij niet, dat de vriendschap der wereld
7726 Jako 4:5 | 5 Of meent gij, dat de Schrift tevergeefs zegt:
7727 Jako 4:15 | 15 In plaats dat gij zoudt zeggen: Indien
7728 Jako 4:15 | zullen, zo zullen wij dit of dat doen. ~
7729 Jako 5:11 | einde des Heeren gezien, dat de Heere zeer barmhartig
7730 Jako 5:13 | iemand onder u in lijden? Dat hij bidde. Is iemand goedsmoeds?
7731 Jako 5:13 | bidde. Is iemand goedsmoeds? Dat hij psalmzinge. ~
7732 Jako 5:14 | Is iemand krank onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen
7733 Jako 5:14 | ouderlingen der Gemeente, en dat zij over hem bidden, hem
7734 Jako 5:17 | wij; en hij bad een gebed, dat het niet zou regenen; en
7735 Jako 5:20 | 20 Die wete, dat degene, die een zondaar
7736 1Pet 1:11 | voren getuigde, het lijden, dat op Christus komen zou, en
7737 1Pet 1:12 | Denwelken geopenbaard is, dat zij niet zichzelven, maar
7738 1Pet 1:16 | 16 Daarom dat er geschreven is: Zijt heilig,
7739 1Pet 1:18 | 18 Wetende dat gij niet door vergankelijke
7740 1Pet 1:25 | eeuwigheid; en dit is het Woord, dat onder u verkondigd is. ~ ~ ~
7741 1Pet 2:3 | gij anders gesmaakt hebt, dat de Heere goedertieren is. ~
7742 1Pet 2:11 | inwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke
7743 1Pet 2:15 | alzo is het de wil van God, dat gij, weldoende, den mond
7744 1Pet 2:19 | 19 Want dat is genade, indien iemand
7745 1Pet 2:20 | weldoet, en daarover lijdt, dat is genade bij God. ~
7746 1Pet 3:9 | zegent daarentegen; wetende, dat gij daartoe geroepen zijt,
7747 1Pet 3:10 | het kwaad, en zijn lippen, dat zij geen bedrog spreken; ~
7748 1Pet 3:17 | 17 Want het is beter, dat gij, weldoende, (indien
7749 1Pet 3:20 | toebereid werd; waarin weinige (dat is acht) zielen behouden
7750 1Pet 4:1 | dezelfde gedachte, namelijk dat wie in het vlees geleden
7751 1Pet 4:3 | Want het is ons genoeg, dat wij den voorgaande tijd
7752 1Pet 4:15 | 15 Doch dat niemand van u lijde als
7753 1Pet 4:17 | 17 Want het is de tijd, dat het oordeel beginne van
7754 1Pet 4:19 | lijden naar den wil van God, dat zij hun zielen Hem, als
7755 1Pet 5:9 | in het geloof, wetende, dat hetzelfde lijden aan uw
7756 1Pet 5:12 | vermanende en betuigende, dat deze is de waarachtige genade
7757 2Pet 1:4 | ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de
7758 2Pet 1:10 | verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer
7759 2Pet 1:13 | in deze tabernakel ben, dat ik u opwekke door vermaning; ~
7760 2Pet 1:14 | 14 Alzo ik weet, dat de aflegging mijns tabernakels
7761 2Pet 1:15 | doen bij alle gelegenheid, dat gij na mijn uitgang van
7762 2Pet 1:19 | hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet
7763 2Pet 1:19 | vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als
7764 2Pet 1:20 | 20 Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift
7765 2Pet 2:21 | Want het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid
7766 2Pet 2:21 | niet gekend hadden, dan dat zij, dien gekend hebbende,
7767 2Pet 2:21 | afkeren van het heilige gebod, dat hun overgegeven was. ~
7768 2Pet 3:3 | 3 Dit eerst wetende, dat in het laatste der dagen
7769 2Pet 3:4 | toekomst? Want van dien dag, dat de vaders ontslapen zijn,
7770 2Pet 3:5 | willens is dit hun onbekend, dat door het woord Gods de hemelen
7771 2Pet 3:8 | niet onbekend, geliefden, dat een dag bij den Heere is
7772 2Pet 3:9 | belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar
7773 2Pet 3:9 | over ons, niet willende, dat enigen verloren gaan, maar
7774 2Pet 3:9 | enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen. ~
7775 2Pet 3:14 | deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk
7776 2Pet 3:17 | voren wetende, wacht u, dat gij niet door de verleiding
7777 1Joh 1:2 | en verkondigen ulieden dat eeuwige Leven, Hetwelk bij
7778 1Joh 1:3 | gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij u, opdat
7779 1Joh 1:5 | hebben, en wij u verkondigen, dat God een Licht is, en gans
7780 1Joh 1:6 | 6 Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem
7781 1Joh 1:8 | 8 Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, zo
7782 1Joh 1:9 | getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve,
7783 1Joh 1:10 | 10 Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben,
7784 1Joh 2:3 | 3 En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo
7785 1Joh 2:5 | geworden; hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn. ~
7786 1Joh 2:6 | 6 Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet
7787 1Joh 2:7 | gebod, maar een oud gebod, dat gij van den beginne gehad
7788 1Joh 2:7 | oud gebod is het woord, dat gij van den beginne gehoord
7789 1Joh 2:9 | 9 Die zegt, dat hij in het licht is, en
7790 1Joh 2:18 | gelijk gij gehoord hebt, dat de antichrist komt, zo zijn
7791 1Joh 2:18 | geworden; waaruit wij kennen, dat het de laatste ure is. ~
7792 1Joh 2:19 | zouden openbaar worden, dat zij niet allen uit ons zijn. ~
7793 1Joh 2:22 | leugenaar, dan die loochent, dat Jezus is de Christus? Deze
7794 1Joh 2:24 | den beginne gehoord hebt, dat blijve in u. Indien in u
7795 1Joh 2:27 | gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar gelijk
7796 1Joh 2:29 | 29 Indien gij weet, dat Hij rechtvaardig is, zo
7797 1Joh 2:29 | rechtvaardig is, zo weet gij, dat een iegelijk, die de rechtvaardigheid
7798 1Joh 3:1 | gegeven heeft, namelijk dat wij kinderen Gods genaamd
7799 1Joh 3:2 | zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard
7800 1Joh 3:5 | 5 En gij weet, dat Hij geopenbaard is, opdat
7801 1Joh 3:7 | 7 Kinderkens, dat u niemand verleide. Die
7802 1Joh 3:11 | den beginne gehoord hebt, dat wij elkander zouden liefhebben. ~
7803 1Joh 3:14 | 14 Wij weten, dat wij overgegaan zijn uit
7804 1Joh 3:15 | doodslager; en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige
7805 1Joh 3:16 | hebben wij de liefde gekend, dat Hij Zijn leven voor ons
7806 1Joh 3:19 | 19 En hieraan kennen wij, dat wij uit de waarheid zijn,
7807 1Joh 3:23 | 23 En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in den Naam
7808 1Joh 3:24 | En hieraan kennen wij, dat Hij in ons blijft, namelijk
7809 1Joh 4:2 | alle geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees
7810 1Joh 4:3 | geest, die niet belijdt, dat Jezus Christus in het vlees
7811 1Joh 4:3 | geest gij gehoord hebt, dat komen zal, en is nu alrede
7812 1Joh 4:9 | jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon
7813 1Joh 4:10 | Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben,
7814 1Joh 4:10 | God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad,
7815 1Joh 4:13 | 13 Hieraan kennen wij, dat wij in Hem blijven, en Hij
7816 1Joh 4:14 | aanschouwd, en getuigen, dat de Vader Zijn Zoon gezonden
7817 1Joh 4:15 | wie beleden zal hebben, dat Jezus de Zoon van God is,
7818 1Joh 4:17 | dag des oordeels, namelijk dat gelijk Hij is, wij ook zijn
7819 1Joh 4:21 | hebben wij van Hem, namelijk dat die God liefheeft, ook zijn
7820 1Joh 5:1 | Een iegelijk, die gelooft, dat Jezus is de Christus, die
7821 1Joh 5:2 | 2 Hieraan kennen wij, dat wij de kinderen Gods liefhebben,
7822 1Joh 5:3 | Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren;
7823 1Joh 5:5 | overwint, dan die gelooft, dat Jezus is de Zoon van God? ~
7824 1Joh 5:6 | Geest is het, Die getuigt, dat de Geest de waarheid is. ~
7825 1Joh 5:11 | de getuigenis, namelijk dat ons God het eeuwige leven
7826 1Joh 5:13 | van God; opdat gij weet, dat gij het eeuwige leven hebt,
7827 1Joh 5:14 | die wij tot Hem hebben, dat zo wij iets bidden naar
7828 1Joh 5:15 | 15 En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij
7829 1Joh 5:15 | ook bidden, zo weten wij, dat wij de beden verkrijgen,
7830 1Joh 5:16 | dezelve zonde zeg ik niet, dat hij zal bidden. ~
7831 1Joh 5:18 | 18 Wij weten, dat een iegelijk, die uit God
7832 1Joh 5:19 | 19 Wij weten, dat wij uit God zijn, en dat
7833 1Joh 5:19 | dat wij uit God zijn, en dat de gehele wereld ligt in
7834 1Joh 5:20 | 20 Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen
7835 1Joh 5:20 | ons het verstand gegeven, dat wij den Waarachtige kennen;
7836 2Joh 1:4 | ben zeer verblijd geweest, dat ik van uw kinderen gevonden
7837 2Joh 1:5 | van den beginne, namelijk dat wij elkander liefhebben. ~
7838 2Joh 1:6 | 6 En dit is de liefde, dat wij wandelen naar Zijn geboden.
7839 2Joh 1:6 | den beginne gehoord hebt, dat gij in hetzelve zoudt wandelen. ~
7840 2Joh 1:7 | gekomen, die niet belijden, dat Jezus Christus in het vlees
7841 2Joh 1:8 | 8 Ziet toe voor uzelven, dat wij niet verliezen, hetgeen
7842 3Joh 1:2 | voor alle dingen wens ik, dat gij welvaart en gezond zijt,
7843 3Joh 1:4 | meerdere blijdschap dan hierin, dat ik hoor, dat mijn kinderen
7844 3Joh 1:4 | dan hierin, dat ik hoor, dat mijn kinderen in de waarheid
7845 3Joh 1:12 | getuigen ook, en gij weet, dat onze getuigenis waarachtig
7846 Jud 1:3 | schrijven en u te vermanen, dat gij strijdt voor het geloof,
7847 Jud 1:3 | strijdt voor het geloof, dat eenmaal den heiligen overgeleverd
7848 Jud 1:5 | als die dit eenmaal weet, dat de Heere, het volk uit Egypteland
7849 Jud 1:10 | hetgeen zij niet weten, dat lasteren zij; en hetgeen
7850 Jud 1:18 | 18 Dat zij u gezegd hebben, dat
7851 Jud 1:18 | Dat zij u gezegd hebben, dat er in den laatsten tijd
7852 Open 1:11 | hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek, en zend het
7853 Open 2:2 | en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kunt
7854 Open 2:2 | kwaden niet kunt dragen; en dat gij beproefd hebt degenen,
7855 Open 2:2 | hebt degenen, die uitgeven, dat zij apostelen zijn, en zij
7856 Open 2:4 | 4 Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt
7857 Open 2:6 | 6 Maar dit hebt gij, dat gij de werken der Nikolaieten
7858 Open 2:9 | lastering dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn
7859 Open 2:14 | weinige dingen tegen u, dat gij aldaar hebt, die de
7860 Open 2:17 | geven te eten van het manna, dat verborgen is, en Ik zal
7861 Open 2:19 | lijdzaamheid, en uw werken, en dat de laatste meer zijn dan
7862 Open 2:20 | weinige dingen tegen u, dat gij de vrouw Jezabel, die
7863 Open 2:20 | dienstknechten verleiden, dat zij hoereren en afgodenoffer
7864 Open 2:23 | Gemeenten zullen weten, dat Ik het ben, Die nieren en
7865 Open 2:25 | hetgeen gij hebt, houdt dat, totdat Ik zal komen. ~
7866 Open 3:1 | sterren: Ik weet uw werken, dat gij den naam hebt, dat gij
7867 Open 3:1 | dat gij den naam hebt, dat gij leeft, en gij zijt dood. ~
7868 Open 3:2 | en versterk het overige, dat sterven zou; want Ik heb
7869 Open 3:9 | satans, dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn
7870 Open 3:9 | liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen, en aanbidden
7871 Open 3:9 | uw voeten, en bekennen, dat Ik u liefheb. ~
7872 Open 3:11 | Ik kom haastelijk; houd dat gij hebt, opdat niemand
7873 Open 3:12 | des nieuwen Jeruzalems, dat uit den hemel van Mijn God
7874 Open 3:15 | 15 Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch
7875 Open 3:17 | gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk,
7876 Open 3:18 | 18 Ik raad u dat gij van Mij koopt goud,
7877 Open 5:4 | 4 En ik weende zeer, dat niemand waardig gevonden
7878 Open 5:4 | waardig gevonden was, om dat boek te openen, en te lezen,
7879 Open 5:8 | 8 En als Het dat boek genomen had, vielen
7880 Open 5:9 | zeggende: Gij zijt waardig dat boek te nemen, en zijn zegelen
7881 Open 5:12 | een grote stem: Het Lam, Dat geslacht is, is waardig
7882 Open 5:13 | 13 En alle schepsel, dat in den hemel is, en op de
7883 Open 6:4 | een ander paard ging uit, dat rood was; en dien, die daarop
7884 Open 6:4 | te nemen van de aarde; en dat zij elkander zouden doden;
7885 Open 6:11 | gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een kleinen tijd
7886 Open 6:14 | weggeweken, als een boek, dat toegerold wordt; en alle
7887 Open 7:17 | 17 Want het Lam, Dat in het midden des troons
7888 Open 8:3 | leggen op het gouden altaar, dat voor den troon is. ~
7889 Open 8:5 | het wierookvat, en vulde dat met het vuur des altaars,
7890 Open 8:12 | zou verduisterd worden, en dat het derde deel van den dag
7891 Open 9:4 | 4 En hun werd gezegd, dat zij het gras der aarde niet
7892 Open 9:5 | werd macht gegeven, niet dat zij hen zouden doden, maar
7893 Open 9:5 | zij hen zouden doden, maar dat zij zouden van hen gepijnigd
7894 Open 9:13 | hoornen des gouden altaars, dat voor God was, ~
7895 Open 9:18 | rook, en door het sulfer, dat uit hun monden uitging. ~
7896 Open 9:20 | de werken hunner handen, dat zij niet zouden aanbidden
7897 Open 10:2 | zijn hand een boeksken, dat geopend was; en hij zette
7898 Open 10:4 | gesproken hebben, en schrijf dat niet. ~
7899 Open 10:6 | zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn; ~
7900 Open 10:8 | henen, neem het boeksken, dat geopend en in de hand des
7901 Open 10:9 | zeggende tot hem: Geef mij dat boeksken. En hij zeide tot
7902 Open 10:9 | hij zeide tot mij: Neem dat en eet het op; en het zal
7903 Open 10:10 | 10 En ik nam dat boeksken uit de hand des
7904 Open 10:10 | hand des engels, en ik at dat op; en het was in mijn mond
7905 Open 11:2 | En laat het voorhof uit, dat van buiten den tempel is,
7906 Open 11:2 | buiten den tempel is, en meet dat niet, want het is den heidenen
7907 Open 11:7 | geeindigd hebben, zal het beest, dat uit den afgrond opkomt,
7908 Open 11:9 | en zullen niet toelaten, dat hun dode lichamen in graven
7909 Open 11:17 | Die was, en Die komen zal, dat Gij Uw grote kracht hebt
7910 Open 12:12 | heeft groten toorn, wetende, dat hij een kleinen tijd heeft. ~
7911 Open 12:13 | 13 En toen de draak zag, dat hij op de aarde geworpen
7912 Open 13:2 | 2 En het beest dat ik zag, was een pardel gelijk,
7913 Open 13:8 | boek des levens, des Lams, Dat geslacht is, van de grondlegging
7914 Open 13:12 | hetzelve, en het maakt, dat de aarde, en die daarin
7915 Open 13:14 | die op de aarde wonen, dat zij het beest, dat de wond
7916 Open 13:14 | wonen, dat zij het beest, dat de wond des zwaards had,
7917 Open 13:15 | ook zou spreken, en maken, dat allen, die het beeld van
7918 Open 13:16 | 16 En het maakt, dat het aan allen, kleinen en
7919 Open 13:17 | 17 En dat niemand mag kopen of verkopen,
7920 Open 13:17 | kopen of verkopen, dan die dat merkteken heeft, of den
7921 Open 14:3 | ouderlingen; en niemand kon dat gezang leren, dan de honderd
7922 Open 16:5 | Die was, en Die zijn zal, dat Gij dit geoordeeld hebt; ~
7923 Open 16:18 | hoedanige niet is geschied van dat de mensen op de aarde geweest
7924 Open 17:3 | een scharlaken rood beest, dat vol was van namen der gods
7925 Open 17:6 | 6 En ik zag, dat de vrouw dronken was van
7926 Open 17:7 | vrouw en van het beest, dat haar draagt, hetwelk de
7927 Open 17:8 | 8 Het beest, dat gij gezien hebt, was en
7928 Open 17:8 | wereld), ziende het beest, dat was en niet is, hoewel het
7929 Open 17:9 | 9 Hier is het verstand, dat wijsheid heeft. De zeven
7930 Open 17:11 | 11 En het beest, dat was en niet is, die is ook
7931 Open 17:17 | hun in hun harten gegeven, dat zij Zijn mening doen, en
7932 Open 17:17 | zij Zijn mening doen, en dat zij enerlei mening doen,
7933 Open 17:17 | enerlei mening doen, en dat zij hun koninkrijk het beest
7934 Open 19:8 | 8 En haar is gegeven, dat zij bekleed worde met rein
7935 Open 19:10 | hij zeide tot mij: Zie, dat gij dat niet doet; ik ben
7936 Open 19:10 | zeide tot mij: Zie, dat gij dat niet doet; ik ben uw mededienstknecht,
7937 Open 19:13 | was bekleed met een kleed, dat met bloed geverfd was; en
7938 Open 20:12 | ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden
7939 Open 21:23 | de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen;
7940 Open 21:27 | haar zal niet inkomen iets, dat ontreinigt, en gruwelijkheid
7941 Open 22:9 | hij zeide tot mij: Zie, dat gij het niet doet; want
7942 Open 22:11 | 11 Die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe; en
7943 Open 22:11 | onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog vuil worde; en die
7944 Open 22:11 | en die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd
7945 Open 22:11 | worde; en die heilig is, dat hij nog geheiligd worde. ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7945 |