Book Chapter: Verse
1 Gen 23:43 | 43 Zie, ik sta bij de waterfontein;
2 Gen 25:43 | 43 Nu dan, mijn zoon! hoor
3 Gen 27:78 | 43 En die man brak gans zeer
4 Gen 28:43 | 43 Toen antwoordde Laban en
5 Gen 33:43 | 43 De vorst Magdiel, de vorst
6 Gen 37:43 | 43 En hij deed hem rijden op
7 Gen 39 | 43 ~
8 Exo 12:43 | 43 Voorts zeide de HEERE tot
9 Exo 28:43 | 43 Aaron nu en zijn zonen zullen
10 Exo 29:43 | 43 En daar zal Ik komen tot
11 Exo 39:43 | 43 Mozes nu bezag het ganse
12 Lev 11:43 | 43 Maakt uw zielen niet verfoeilijk
13 Lev 13:43 | 43 Als de priester hem zal
14 Lev 14:43 | 43 Maar indien die plaag wederkeert,
15 Lev 22:74 | 43 Opdat uw geslachten weten,
16 Lev 24:43 | 43 Gij zult geen heerschappij
17 Lev 25:43 | 43 Als het land om hunnentwil
18 Num 1:43 | 43 Waren hun getelden van den
19 Num 3:43 | 43 En alle eerstgeborenen,
20 Num 4:43 | 43 Van dertig jaren oud en
21 Num 7:43 | 43 Zijn offerande was: een
22 Num 14:43 | 43 Want de Amalekieten, en
23 Num 16:43 | 43 Mozes nu en Aaron kwamen
24 Num 26:43 | 43 Al de geslachten der Suhamieten,
25 Num 31:43 | 43 (Het halve deel nu der vergadering
26 Num 32:43 | 43 En zij verreisden van Funon,
27 Deu 1:43 | 43 Doch als ik tot u sprak,
28 Deu 4:43 | 43 Bezer in de woestijn, in
29 Deu 28:43 | 43 De vreemdeling, die in het
30 Deu 32:43 | 43 Juicht, gij heidenen, met
31 Joz 10:43 | 43 Toen keerde Jozua weder,
32 Joz 15:43 | 43 En Jiftah, en Asna, en Nezib, ~
33 Joz 19:43 | 43 En Elon, en Timnatha, en
34 Joz 22:16 | 43 Alzo gaf de HEERE aan Israel
35 Ric 8:43 | 43 Toen nam hij het volk, en
36 Ric 19:43 | 43 Zij omringden Benjamin,
37 1Sa 14:43 | 43 Saul dan zeide tot Jonathan:
38 1Sa 17:43 | 43 De Filistijn nu zeide tot
39 1Sa 20:43 | 43 Daarna stond hij op, en
40 1Sa 25:43 | 43 Ook nam David Ahinoam van
41 2Sa 19:43 | 43 En de mannen van Israel
42 2Sa 22:43 | 43 Toen vergruisde ik hen als
43 1Kon 1:43| 43 En Jonathan antwoordde en
44 1Kon 2:43| 43 Waarom dan hebt gij den
45 1Kon 7:43| 43 Mitsgaders de tien stellingen,
46 1Kon 8:43| 43 Hoor Gij in den hemel, de
47 1Kon 11:43| 43 Daarna ontsliep Salomo met
48 1Kon 18:43| 43 En hij zeide tot zijn jongen:
49 1Kon 20:43| 43 En de koning van Israel
50 1Kon 22:43| 43 En hij wandelde in al den
51 2Kon 4:43| 43 Doch zijn dienaar zeide:
52 1Kro 1:43| 43 Dit nu zijn de koningen,
53 1Kro 2:43| 43 De kinderen van Hebron nu
54 1Kro 4:43| 43 En zij sloegen de overigen
55 1Kro 6:43| 43 Den zoon van Jahath, den
56 1Kro 9:43| 43 En Moza gewon Bina; wiens
57 1Kro 11:43| 43 Hanan, de zoon van Maacha,
58 1Kro 16:43| 43 Alzo toog het ganse volk
59 Ezra 2:43| 43 De Nethinim. De kinderen
60 Ezra 10:43| 43 Van de kinderen van Nebo:
61 Neh 7:43 | 43 De Levieten: de kinderen
62 Neh 12:43 | 43 En zij offerden deszelven
63 Psa 18:43 | 43 Toen vergruisde ik hen als
64 Psa 43 | 43 ~
65 Psa 78:43 | 43 Hoe Hij Zijn tekenen stelde
66 Psa 89:43 | 43 Gij hebt de rechterhand
67 Psa 105:43 | 43 Alzo voerde Hij Zijn volk
68 Psa 106:43 | 43 Hij heeft hen menigmaal
69 Psa 107:43 | 43 Wie is wijs? Die neme deze
70 Psa 119:43 | 43 En ruk het woord der waarheid
71 Jes 43 | 43 ~
72 Jer 32:43 | 43 En er zullen velden
73 Jer 43 | 43 ~
74 Jer 48:43 | 43 De vreze, en de kuil,
75 Jer 50:43 | 43 De koning van Babel
76 Jer 51:43 | 43 Haar steden zijn geworden
77 Klaa 1:87| 43 Samech. Gij hebt ons
78 Eze 16:43 | 43 Daarom dat gij niet
79 Eze 20:43 | 43 Daar zult gij dan gedenken
80 Eze 23:43 | 43 Toen zeide Ik van deze,
81 Eze 40:43 | 43 De haardstenen nu waren
82 Eze 43 | 43 ~
83 Dan 2:43 | 43 En dat gij gezien hebt
84 Dan 11:43 | 43 En hij zal heersen
85 Matt 5:43| 43 Gij hebt gehoord, dat er
86 Matt 12:43| 43 En wanneer de onreine geest
87 Matt 13:43| 43 Dan zullen de rechtvaardigen
88 Matt 21:43| 43 Daarom zeg Ik ulieden, dat
89 Matt 22:43| 43 Hij zeide tot hen: Hoe noemt
90 Matt 24:43| 43 Maar weet dit, dat zo de
91 Matt 25:43| 43 Ik was een vreemdeling;
92 Matt 26:43| 43 En komende bij hen, vond
93 Matt 27:43| 43 Hij heeft op God betrouwd;
94 Mark 1:43| 43 En als Hij hem strengelijk
95 Mark 5:43| 43 En Hij gebood hun zeer,
96 Mark 6:43| 43 En zij namen op twaalf volle
97 Mark 9:43| 43 En indien uw hand u ergert,
98 Mark 10:43| 43 Doch alzo zal het onder
99 Mark 12:43| 43 En Jezus, Zijn discipelen
100 Mark 14:43| 43 En terstond, als Hij nog
101 Mark 15:43| 43 Kwam Jozef, die van Arimathea
102 Luk 1:43 | 43 En van waar komt mij dit,
103 Luk 2:43 | 43 En de dagen aldaar voleindigd
104 Luk 4:43 | 43 Maar Hij zeide tot hen:
105 Luk 6:43 | 43 Want het is geen goede boom,
106 Luk 7:43 | 43 En Simon, antwoordende,
107 Luk 8:43 | 43 En een vrouw, die twaalf
108 Luk 9:43 | 43 En zij werden allen verslagen
109 Luk 11:43 | 43 Wee u, Farizeen, want gij
110 Luk 12:43 | 43 Zalig is de dienstknecht,
111 Luk 18:43 | 43 En terstond werd hij ziende,
112 Luk 19:43 | 43 Want er zullen dagen over
113 Luk 20:43 | 43 Totdat Ik Uw vijanden zal
114 Luk 22:43 | 43 En van Hem werd gezien een
115 Luk 23:43 | 43 En Jezus zeide tot hem:
116 Luk 24:43 | 43 En Hij nam het, en at het
117 Joha 1:43| 43 En hij leidde hem tot Jezus.
118 Joha 4:43| 43 En na de twee dagen ging
119 Joha 5:43| 43 Ik ben gekomen in den Naam
120 Joha 6:43| 43 Jezus antwoordde dan, en
121 Joha 7:43| 43 Er werd dan tweedracht onder
122 Joha 8:43| 43 Waarom kent gij Mijn spraak
123 Joha 11:43| 43 En als Hij dit gezegd had,
124 Joha 12:43| 43 Want zij hadden de eer der
125 Hand 2:43| 43 En een vreze kwam over alle
126 Hand 5:43| 43 Dezen geven getuigenis al
127 Hand 7:43| 43 En als de synagoge gescheiden
128 Hand 21:43| 43 Maar de hoofdman, willen
129 1Kor 15:43| 43 Het wordt gezaaid in oneer,
|