Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
sterfelijke 4
sterfelijken 1
sterft 50
sterk 128
sterke 89
sterken 62
sterker 24
Frequency    [«  »]
129 vrezen
129 zagen
128 beschaamd
128 sterk
128 verstand
127 voorwaar
126 elk

Bijbel

IntraText - Concordances

sterk

    Book Chapter: Verse
1 Gen 37:56 | Egyptenaren; want de honger was sterk in Egypteland. ~ 2 Gen 37:57 | kopen; want de honger was sterk in alle landen. ~ 3 Gen 43:20 | akker, dewijl de honger sterk over hen geworden was; zo 4 Gen 45:14 | 14 Issaschar is een sterk gebeende ezel, nederliggende 5 Exo 1:19 | Egyptische vrouwen; want zij zijn sterk; eer de vroedvrouw tot haar 6 Exo 12:33 | En de Egyptenaars hielden sterk aan bij het volk, haastende, 7 Exo 19:19 | bazuin gaande was, en zeer sterk werd, sprak Mozes; en God 8 Num 13:18 | dat daarin woont, of het sterk zij of zwak, of het weinig 9 Num 13:28 | 28 Behalve dat het een sterk volk is, hetwelk in dat 10 Deu 1:38 | staat, die zal daarin komen; sterk denzelven, want hij zal 11 Deu 31:6 | 6 Weest sterk en hebt goeden moed, en 12 Deu 31:7 | ogen van gans Israel: Wees sterk en heb goeden moed, want 13 Deu 31:23 | van Nun, en zeide: Zijt sterk en heb goeden moed, want 14 Joz 1:6 | 6 Wees sterk en heb goeden moed! want 15 Joz 1:7 | 7 Alleenlijk wees sterk en heb zeer goeden moed, 16 Joz 1:9 | het u niet bevolen? wees sterk en heb goeden moed, en verschrik 17 Joz 1:18 | worden, alleenlijk wees sterk en heb goeden moed! ~  ~  ~ 18 Joz 4:24 | HEEREN kennen zouden, dat zij sterk is; opdat gijlieden den 19 Joz 10:2 | en al haar mannen waren sterk. ~ 20 Joz 10:25 | niet en ontzet u niet, zijt sterk en hebt goeden moed; want 21 Joz 14:11 | 11 Ik ben nog heden zo sterk, gelijk als ik was ten dage, 22 Joz 17:13 | als de kinderen Israels sterk werden, zo maakten zij de 23 Joz 17:18 | ijzeren wagens, al zijn zij sterk. ~ 24 Joz 24:6 | 6 Zo weest zeer sterk, om te bewaren en om te 25 Ric 1:28 | het geschiedde, als Israel sterk werd, dat hij de Kanaanieten 26 Ric 3:10 | zijn hand, dat zijn hand sterk werd over Cuschan Rischataim. ~ 27 Ric 5:2 | de hand der Midianieten sterk werd over Israel, maakten 28 Ric 7:1 | Midianieten? En zij twistten sterk met hem. ~ 29 Ric 15:28 | gedenk toch mijner, en sterk mij toch alleenlijk ditmaal, 30 Ric 18:5 | dochter tot zijn schoonzoon: Sterk uw hart met een bete broods, 31 Ric 18:8 | vader van de jonge vrouw: Sterk toch uw hart. En zij vertoefden, 32 1Sa 4:9 | 9 Zijt sterk, en weest mannen, gij Filistijnen, 33 2Sa 2:7 | 7 En nu, laat uw handen sterk zijn, en zijt dapper, dewijl 34 2Sa 10:11 | zeide: Zo de Syriers mij te sterk zullen zijn, zo zult gij 35 2Sa 10:11 | de kinderen Ammons u te sterk zullen zijn, zo zal ik komen 36 2Sa 10:12 | 12 Wees sterk, en laat ons sterk zijn 37 2Sa 10:12 | Wees sterk, en laat ons sterk zijn voor ons volk, en voor 38 2Sa 13:28 | het u geboden heb? Zijt sterk en weest dapper. ~ 39 2Sa 15:12 | En de verbintenis werd sterk, en het volk kwam toe en 40 1Kon 2:2 | der ganse aarde, zo wees sterk, en wees een man. ~ 41 1Kon 13:7 | Kom met mij naar huis, en sterk u, en ik zal u een geschenk 42 1Kon 17:17| zijn krankheid werd zeer sterk, totdat geen adem in hem 43 1Kon 18:2 | vertonen. En de honger was sterk in Samaria. ~ 44 1Kon 20:22| zeide tot hem: Ga heen, sterk u; en bemerk, en zie, wat 45 2Kon 3:26| zag, dat hem de strijd te sterk was, nam hij tot zich zevenhonderd 46 2Kon 27:3 | als de honger in de stad sterk werd, en het volk des lands 47 1Kro 5:24| Hodavja, en Jahdiel; mannen sterk van kracht, mannen van naam, 48 1Kro 20:12| Indien mij de Syriers te sterk worden, zo zult gij mij 49 1Kro 20:12| de kinderen Ammons u te sterk worden, zo zal ik u verlossen. ~ 50 1Kro 20:13| 13 Wees sterk, en laat ons sterk zijn 51 1Kro 20:13| Wees sterk, en laat ons sterk zijn voor ons volk, en voor 52 1Kro 23:13| heeft over Israel. Wees sterk en heb goeden moed, vrees 53 1Kro 29:7 | in eeuwigheid, indien hij sterk wezen zal, om Mijn geboden 54 1Kro 29:10| ten heiligdom bouwt; wees sterk, en doe het. ~ 55 1Kro 29:20| tot zijn zoon Salomo: Wees sterk, en heb goeden moed, en 56 1Kro 30:12| alles groot te maken en sterk te maken. ~ 57 2Kro 13:1 | koninkrijk bevestigd had, en hij sterk geworden was, dat hij de 58 2Kro 14:7 | vergaderd, en hebben zich sterk gemaakt tegen Rehabeam, 59 2Kro 16:7 | 7 Daarom weest gij sterk, en laat uw handen niet 60 2Kro 17:9 | de ganse aarde, om Zich sterk te bewijzen aan degenen, 61 2Kro 20:11| voor uw aangezicht; weest sterk en doet het, en de HEERE 62 2Kro 25:8 | gij gaat, doe het, wees sterk ten strijde; God zal u doen 63 2Kro 26:15| wonderlijk geholpen, totdat hij sterk was. ~ 64 2Kro 26:16| 16 Maar als hij sterk geworden was, verhief zich 65 2Kro 30:21| den HEERE, dag op dag, met sterk luidende instrumenten des 66 2Kro 32:7 | 7 Zijt sterk, en hebt een goeden moed, 67 Ezra 9:12| in eeuwigheid; opdat gij sterk wordt, en het goede des 68 Ezra 10:4 | zullen met u zijn; wees sterk en doe het. ~ 69 Neh 6:9 | zal gedaan worden; nu dan, sterk mijn handen! ~ 70 Job 9:4 | Hij is wijs van hart, en sterk van kracht; wie heeft zich 71 Job 9:19 | kracht komt, zie, Hij is sterk; en zo het aan het recht 72 Psa 24:8 | Koning der ere? De HEERE, sterk en geweldig, de HEERE, geweldig 73 Psa 27:14 | Wacht op den HEERE, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, 74 Psa 31:25 | 25 Zijt sterk, en Hij zal ulieder hart 75 Psa 52:9 | zijns rijkdoms; hij was sterk geworden door zijn beschadigen. ~ 76 Psa 68:29 | heeft uw sterkte geboden; sterk, o God, wat Gij aan ons 77 Psa 89:14 | arm met macht; Uw hand is sterk, Uw rechterhand is hoog. ~ 78 Psa 90:10 | zeventig jaren, of, zo wij zeer sterk zijn, tachtig jaren; en 79 Psa 147:13 | de grendelen uwer poorten sterk; Hij zegent uw kinderen 80 Spre 6:3 | ga, onderwerp uzelven, en sterk uw naaste. ~ 81 Spre 14:26| vreze des HEEREN is een sterk vertrouwen, en Hij zal Zijn 82 Spre 23:11| Want hun Verlosser is sterk; Die zal hun twistzaak tegen 83 Spre 24:5 | 5      Een wijs man is sterk; en een man van wetenschap 84 Hoo 8:6 | Uw arm; want de liefde is sterk als de dood; de ijver is 85 Jes 27:1 | Zijn hard, en groot, en sterk zwaard bezoeken den Leviathan, 86 Jes 35:4 | onbedachtzamen van harte: Weest sterk, en vreest niet; ziet, ulieder 87 Jes 39:1 | hij krank geweest en weder sterk   geworden was. ~ 88 Jes 40:26 | krachten, en      omdat Hij sterk van vermogen is; er wordt 89 Jes 41:6 | tot zijn metgezel: Wees sterk! ~ 90 Jes 41:10 | want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun 91 Jes 57:11 | En deze honden zijn sterk van begeerte, zij kunnen 92 Jer 4:12 | een wind komen, die hun te sterk zal zijn. Nu zal Ik ook 93 Jer 5:15 | spreekt de HEERE; het is een sterk volk, het is een zeer oud 94 Jer 20:7 | geworden; Gij zijt mij te sterk geweest, en hebt overmocht; 95 Jer 50:34 | Maar hun Verlosser is sterk, HEERE der heirscharen is 96 Jer 52:6 | als de honger in de stad sterk werd, en het volk des lands 97 Eze 3:14 | maar de hand des HEEREN was sterk op mij. ~ 98 Eze 22:14 | bestaan? zullen uw handen sterk zijn, in de dagen, als Ik 99 Eze 26:17 | gij beroemde stad, die sterk geweest is ter zee, zij 100 Dan 4:11 | De boom werd groot en sterk; en zijn hoogte reikte aan 101 Dan 4:20 | gezien hebt, die groot en sterk geworden was, en wiens hoogte 102 Dan 4:22 | o koning! die groot en sterk zijt geworden; want uw grootheid 103 Dan 6:8 | ordonnantie te stellen, en een sterk gebod te      maken, dat 104 Dan 7:7 | schrikkelijk en gruwelijk, en zeer sterk; en het had grote ijzeren 105 Dan 8:8 | uitermate groot; maar toen hij sterk geworden was, brak die grote 106 Dan 8:24 | En zijn kracht zal sterk worden, doch niet door zijn 107 Dan 10:19 | gewenste man! vrede zij u, wees sterk, ja, wees sterk! En terwijl 108 Dan 10:19 | u, wees sterk, ja, wees sterk! En terwijl Hij met mij 109 Dan 11:5 | van zijn vorsten is, zal sterk worden; doch een ander zal 110 Amos 2:9 | der cederen, en hij was sterk als de eiken; maar Ik heb 111 Jona 3:8 | zakken bedekt zijn, en zullen sterk tot God roepen; en zij zullen 112 Nah 2:1 | vesting; bezichtig den weg; sterk de lenden, versterk de kracht 113 Zac 6:3 | hagelvlekkige paarden, die sterk waren. ~ 114 Zac 8:9 | heirscharen: Laat uw handen sterk zijn, gijlieden, die in 115 Zac 8:13 | vreest niet, laat uw handen sterk zijn. ~ 116 Mal 3:13 | woorden zijn tegen Mij te sterk geworden, zegt de HEERE; 117 Hand 3:4 | 4 En Petrus, sterk op hem ziende, met Johannes, 118 Hand 3:12| dit, of wat ziet gij zo sterk op ons, alsof wij door onze 119 Hand 6:45| raast. Doch zij bleef er sterk bij, dat het alzo was. En 120 Rom 15:1 | 1 Maar wij, die sterk zijn, zijn schuldig de zwakheden 121 1Kor 16:13| houdt u mannelijk, zijt sterk. ~ 122 2Kor 3:7 | aangezicht van Mozes niet konden sterk aanzien, om de heerlijkheid 123 2Kor 3:13| kinderen Israels niet zouden sterk zien op het einde van hetgeen 124 2Kor 13:9 | wanneer wij zwak zijn, en gij sterk zijt. En wij wensen ook 125 Kol 4:2 | 2 Houdt sterk aan in het gebed, en waakt 126 Heb 11:34 | hebben gekregen, in den krijg sterk geworden zijn, heirlegers 127 1Joh 2:14| jongelingen, want gij zijt sterk, en het Woord Gods blijft 128 Open 18:8 | vuur verbrand worden; want sterk is de Heere God, Die haar


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License