Book Chapter: Verse
1 Gen 6:19 | 19 En gij zult van al wat leeft, van alle vlees, twee van
2 Gen 19:7 | voor u bidden, opdat gij leeft; maar zo gij haar niet wedergeeft,
3 Gen 38:15 | worden: zo waarlijk als Farao leeft! indien gij van hier zult
4 Gen 38:16 | niet, zo waarlijk als Farao leeft, zo zijt gij verspieders! ~
5 Gen 39:7 | onze maagschap, zeggende: Leeft uw vader nog; hebt gij nog
6 Gen 39:27 | oude, waarvan gij zeidet? Leeft hij nog? ~
7 Gen 39:28 | knecht, onzen vader, hij leeft nog; en zij neigden het
8 Gen 41:3 | broederen: Ik ben Jozef! leeft mijn vader nog? En zijn
9 Gen 41:26 | zij hem, zeggende: Jozef leeft nog, ja, ook is hij regeerder
10 Gen 41:28 | genoeg! mijn zoon Jozef leeft nog! ik zal gaan, en hem
11 Gen 42:30 | gezien heb, dat gij nog leeft! ~
12 Deu 4:1 | lere te doen; opdat gij leeft, en henen inkomt, en erft
13 Deu 5:33 | zult gij gaan; opdat gij leeft, en dat het u welga, en
14 Deu 8:1 | waarnemen om te doen, opdat gij leeft, en vermenigvuldigt, en
15 Deu 8:3 | niet alleen van het brood leeft, maar dat de mens leeft
16 Deu 8:3 | leeft, maar dat de mens leeft van alles, wat uit des HEEREN
17 Deu 12:1 | gijlieden op den aardbodem leeft. ~
18 Deu 16:20 | zult gij najagen; opdat gij leeft, en erfelijk bezit het land,
19 Deu 31:13 | God, al de dagen, die gij leeft op het land, naar hetwelk
20 Ric 7:19 | zo waarlijk als de HEERE leeft, zo gij hen hadt laten leven,
21 Rut 3:13 | waarachtig als de HEERE leeft; leg u neder tot den morgen
22 1Sa 1:26 | zo waarachtig als uw ziel leeft, mijn heer! Ik ben die vrouw,
23 1Sa 14:39 | waarachtig als de HEERE leeft, Die Israel verlost, alware
24 1Sa 14:45 | waarachtig als de HEERE leeft, als er een haar van zijn
25 1Sa 17:55 | Zo waarachtig als uw ziel leeft, o koning! ik weet het niet. ~
26 1Sa 19:6 | waarachtig als de HEERE leeft, hij zal niet gedood worden! ~
27 1Sa 20:3 | waarachtig als de HEERE leeft, en uw ziel leeft, er is
28 1Sa 20:3 | HEERE leeft, en uw ziel leeft, er is maar als een schrede
29 1Sa 20:21 | ding, zo waarlijk de HEERE leeft! ~
30 1Sa 25:26 | waarachtig als de HEERE leeft, en uw ziel leeft, het is
31 1Sa 25:26 | HEERE leeft, en uw ziel leeft, het is de HEERE, Die u
32 1Sa 25:34 | de HEERE, de God Israels, leeft, Die mij verhinderd heeft,
33 1Sa 26:10 | waarachtig als de HEERE leeft, de HEERE zal hem slaan,
34 1Sa 26:16 | waarachtig als de HEERE leeft, gijlieden zijt kinderen
35 1Sa 28:10 | waarachtig als de HEERE leeft, indien u een straf om deze
36 1Sa 29:6 | waarachtig als de HEERE leeft, dat gij oprecht zijt, en
37 2Sa 2:27 | zeide: Zo waarachtig als God leeft, ten ware dat gij gesproken
38 2Sa 4:9 | waarachtig als De HEERE leeft, Die mijn ziel uit alle
39 2Sa 11:11 | liggen? Zo waarachtig als gij leeft en uw ziel leeft, indien
40 2Sa 11:11 | als gij leeft en uw ziel leeft, indien ik deze zaak doen
41 2Sa 12:5 | waarachtig als de HEERE leeft, de man, die dat gedaan
42 2Sa 14:11 | waarachtig als de HEERE leeft, indien er een van de haren
43 2Sa 14:19 | Zo waarachtig als uw ziel leeft, mijn heer koning, indien
44 2Sa 15:21 | waarachtig als de HEERE leeft, en mijn heer de koning
45 2Sa 15:21 | en mijn heer de koning leeft, in de plaats, waar mijn
46 2Sa 22:47 | 47 De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen;
47 1Kon 1:29| waarachtig als de HEERE leeft, die mijn ziel uit allen
48 1Kon 2:24| waarachtig als de HEERE leeft, Die mij bevestigd heeft,
49 1Kon 3:23| zegt: Dit is mijn zoon, die leeft, maar uw zoon is het, die
50 1Kon 17:1 | de HEERE, de God Israels, leeft, voor Wiens aangezicht ik
51 1Kon 17:12| waarachtig als de HEERE, uw God, leeft, indien ik een koek heb,
52 1Kon 17:23| Elia zeide: Zie, uw zoon leeft. ~
53 1Kon 18:10| waarachtig als de HEERE, uw God, leeft, zo er een volk of koninkrijk
54 1Kon 18:15| de HEERE der heirscharen leeft, voor Wiens aangezicht ik
55 1Kon 20:32| ziel leven. En hij zeide: Leeft hij dan nog? Hij is mijn
56 1Kon 20:33| zeiden: Uw broeder Benhadad leeft. En hij zeide: Komt, brengt
57 1Kon 21:15| geld te geven; want Naboth leeft niet, maar is dood. ~
58 1Kon 22:14| waarachtig als de HEERE leeft, hetgeen de HEERE tot mij
59 2Kon 2:2 | waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft ik zal
60 2Kon 2:2 | de HEERE leeft en uw ziel leeft ik zal u niet verlaten!
61 2Kon 2:4 | waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal
62 2Kon 2:4 | de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten!
63 2Kon 2:6 | waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal
64 2Kon 2:6 | de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten!
65 2Kon 3:14| de HEERE der heirscharen leeft, voor Wiens aangezicht ik
66 2Kon 4:30| waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal
67 2Kon 4:30| de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten!
68 2Kon 5:16| waarachtig als de HEERE leeft, voor Wiens aangezicht ik
69 2Kon 5:20| waarachtig als de HEERE leeft, ik zal hem nalopen, en
70 2Kro 19:13| waarachtig als de HEERE leeft, hetgeen mijn God zeggen
71 Job 12:10 | hand de ziel is van al wat leeft, en de geest van alle vlees
72 Job 19:25 | ik weet: mijn Verlosser leeft, en Hij zal de laatste over
73 Job 27:2 | 2 Zo waarachtig als God leeft, Die mijn recht weggenomen
74 Psa 18:47 | 47 De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen,
75 Psa 89:49 | 49 Wat man leeft er, die den dood niet zien
76 Psa 143:2 | knecht; want niemand, die leeft, zal voor Uw aangezicht
77 Psa 145:16 | en verzadigt al wat er leeft, naar Uw welbehagen. ~
78 Spre 9:6 | Verlaat de slechtigheden, en leeft; en treedt in den weg des
79 Jes 38:16 | Heere, bij deze dingen leeft men, en in dit alles is
80 Jer 4:2 | waarachtig als de HEERE leeft! in waarheid, in recht en
81 Jer 5:2 | waarachtig als de HEERE leeft! zo zweren zij toch valselijk. ~
82 Jer 12:16 | waarachtig als de HEERE leeft! gelijk als zij Mijn volk
83 Jer 16:14 | waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels
84 Jer 16:15 | waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels
85 Jer 23:7 | waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels
86 Jer 23:8 | waarachtig als de HEERE leeft, Die het zaad van het huis
87 Jer 35:7 | dagen; opdat gij veel dagen leeft in het land, alwaar
88 Jer 38:16 | waarachtig als de HEERE leeft, Die ons deze ziel gemaakt
89 Jer 44:26 | waarachtig als de Heere HEERE leeft! ~
90 Eze 18:32 | HEERE; daarom bekeert u en leeft. ~ ~ ~ ~ ~
91 Dan 12:7 | Dien, Die eeuwiglijk leeft, dat na een bestemden tijd,
92 Hos 4:15 | waarachtig als de HEERE leeft. ~
93 Amos 5:4 | huis Israels: Zoekt Mij, en leeft. ~
94 Amos 5:6 | Zoekt den HEERE, en leeft; opdat Hij niet doorbreke
95 Amos 5:14| niet het boze, opdat gij leeft; en alzo zal de HEERE, de
96 Amos 8:14| waarachtig als uw God van Dan leeft, en de weg van Ber-seba
97 Amos 8:14| en de weg van Ber-seba leeft! en zij zullen vallen, en
98 Luk 12:15 | overvloed gelegen, dat iemand leeft uit zijn goederen. ~
99 Luk 24:23 | hadden, die zeggen, dat Hij leeft. ~
100 Joha 4:50| tot hem: Ga heen, uw zoon leeft. En de mens geloofde het
101 Joha 4:51| boodschapten, zeggende: Uw kind leeft! ~
102 Joha 4:53| hem gezegd had: Uw zoon leeft. En hij geloofde zelf, en
103 Joha 11:26| 26 En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal
104 Rom 6:10 | eenmaal gestorven; en dat Hij leeft, dat leeft Hij Gode. ~
105 Rom 6:10 | gestorven; en dat Hij leeft, dat leeft Hij Gode. ~
106 Rom 7:1 | zo langen tijd als hij leeft? ~
107 Rom 7:3 | mans wordt, terwijl de man leeft, zo zal zij een overspeelster
108 Rom 8:13 | indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar
109 Rom 14:7 | 7 Want niemand van ons leeft zichzelven, en niemand sterft
110 1Kor 7:39| zo langen tijd haar man leeft; maar indien haar man ontslapen
111 2Kor 13:4 | gekruist is door zwakheid, zo leeft Hij nochtans door de kracht
112 2Kor 13:11| getroost, zijt eensgezind, leeft in vrede; en de God der
113 Gal 2:14 | zijt, naar heidense wijze leeft, en niet naar Joodse wijze,
114 Gal 2:20 | niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu
115 Efez 6:3 | u welga, en dat gij lang leeft op de aarde. ~
116 Heb 7:8 | welken getuigd wordt, dat hij leeft. ~
117 Heb 7:25 | God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden. ~
118 Heb 9:17 | wanneer de testamentmaker leeft. ~
119 Open 3:1 | gij den naam hebt, dat gij leeft, en gij zijt dood. ~
120 Open 4:9 | Die in alle eeuwigheid leeft; ~
121 Open 4:10| zat, en aanbaden Hem, Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen
122 Open 5:14| en aanbaden Dengene, Die leeft in alle eeuwigheid. ~ ~
123 Open 10:6 | hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid, Die
124 Open 15:7 | Die in alle eeuwigheid leeft. ~
|