Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
leefde 49
leefden 2
leefdet 2
leeft 124
leeftijd 2
leeftocht 9
leeftochts 1
Frequency    [«  »]
125 stelde
124 dergenen
124 keerde
124 leeft
124 maakten
124 viel
123 tegemoet

Bijbel

IntraText - Concordances

leeft

    Book Chapter: Verse
1 Gen 6:19 | 19 En gij zult van al wat leeft, van alle vlees, twee van 2 Gen 19:7 | voor u bidden, opdat gij leeft; maar zo gij haar niet wedergeeft, 3 Gen 38:15 | worden: zo waarlijk als Farao leeft! indien gij van hier zult 4 Gen 38:16 | niet, zo waarlijk als Farao leeft, zo zijt gij verspieders! ~ 5 Gen 39:7 | onze maagschap, zeggende: Leeft uw vader nog; hebt gij nog 6 Gen 39:27 | oude, waarvan gij zeidet? Leeft hij nog? ~ 7 Gen 39:28 | knecht, onzen vader, hij leeft nog; en zij neigden het 8 Gen 41:3 | broederen: Ik ben Jozef! leeft mijn vader nog? En zijn 9 Gen 41:26 | zij hem, zeggende: Jozef leeft nog, ja, ook is hij regeerder 10 Gen 41:28 | genoeg! mijn zoon Jozef leeft nog! ik zal gaan, en hem 11 Gen 42:30 | gezien heb, dat gij nog leeft! ~ 12 Deu 4:1 | lere te doen; opdat gij leeft, en henen inkomt, en erft 13 Deu 5:33 | zult gij gaan; opdat gij leeft, en dat het u welga, en 14 Deu 8:1 | waarnemen om te doen, opdat gij leeft, en vermenigvuldigt, en 15 Deu 8:3 | niet alleen van het brood leeft, maar dat de mens leeft 16 Deu 8:3 | leeft, maar dat de mens leeft van alles, wat uit des HEEREN 17 Deu 12:1 | gijlieden op den aardbodem leeft. ~ 18 Deu 16:20 | zult gij najagen; opdat gij leeft, en erfelijk bezit het land, 19 Deu 31:13 | God, al de dagen, die gij leeft op het land, naar hetwelk 20 Ric 7:19 | zo waarlijk als de HEERE leeft, zo gij hen hadt laten leven, 21 Rut 3:13 | waarachtig als de HEERE leeft; leg u neder tot den morgen 22 1Sa 1:26 | zo waarachtig als uw ziel leeft, mijn heer! Ik ben die vrouw, 23 1Sa 14:39 | waarachtig als de HEERE leeft, Die Israel verlost, alware 24 1Sa 14:45 | waarachtig als de HEERE leeft, als er een haar van zijn 25 1Sa 17:55 | Zo waarachtig als uw ziel leeft, o koning! ik weet het niet. ~ 26 1Sa 19:6 | waarachtig als de HEERE leeft, hij zal niet gedood worden! ~ 27 1Sa 20:3 | waarachtig als de HEERE leeft, en uw ziel leeft, er is 28 1Sa 20:3 | HEERE leeft, en uw ziel leeft, er is maar als een schrede 29 1Sa 20:21 | ding, zo waarlijk de HEERE leeft! ~ 30 1Sa 25:26 | waarachtig als de HEERE leeft, en uw ziel leeft, het is 31 1Sa 25:26 | HEERE leeft, en uw ziel leeft, het is de HEERE, Die u 32 1Sa 25:34 | de HEERE, de God Israels, leeft, Die mij verhinderd heeft, 33 1Sa 26:10 | waarachtig als de HEERE leeft, de HEERE zal hem slaan, 34 1Sa 26:16 | waarachtig als de HEERE leeft, gijlieden zijt kinderen 35 1Sa 28:10 | waarachtig als de HEERE leeft, indien u een straf om deze 36 1Sa 29:6 | waarachtig als de HEERE leeft, dat gij oprecht zijt, en 37 2Sa 2:27 | zeide: Zo waarachtig als God leeft, ten ware dat gij gesproken 38 2Sa 4:9 | waarachtig als De HEERE leeft, Die mijn ziel uit alle 39 2Sa 11:11 | liggen? Zo waarachtig als gij leeft en uw ziel leeft, indien 40 2Sa 11:11 | als gij leeft en uw ziel leeft, indien ik deze zaak doen 41 2Sa 12:5 | waarachtig als de HEERE leeft, de man, die dat gedaan 42 2Sa 14:11 | waarachtig als de HEERE leeft, indien er een van de haren 43 2Sa 14:19 | Zo waarachtig als uw ziel leeft, mijn heer koning, indien 44 2Sa 15:21 | waarachtig als de HEERE leeft, en mijn heer de koning 45 2Sa 15:21 | en mijn heer de koning leeft, in de plaats, waar mijn 46 2Sa 22:47 | 47 De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen; 47 1Kon 1:29| waarachtig als de HEERE leeft, die mijn ziel uit allen 48 1Kon 2:24| waarachtig als de HEERE leeft, Die mij bevestigd heeft, 49 1Kon 3:23| zegt: Dit is mijn zoon, die leeft, maar uw zoon is het, die 50 1Kon 17:1 | de HEERE, de God Israels, leeft, voor Wiens aangezicht ik 51 1Kon 17:12| waarachtig als de HEERE, uw God, leeft, indien ik een koek heb, 52 1Kon 17:23| Elia zeide: Zie, uw zoon leeft. ~ 53 1Kon 18:10| waarachtig als de HEERE, uw God, leeft, zo er een volk of koninkrijk 54 1Kon 18:15| de HEERE der heirscharen leeft, voor Wiens aangezicht ik 55 1Kon 20:32| ziel leven. En hij zeide: Leeft hij dan nog? Hij is mijn 56 1Kon 20:33| zeiden: Uw broeder Benhadad leeft. En hij zeide: Komt, brengt 57 1Kon 21:15| geld te geven; want Naboth leeft niet, maar is dood. ~ 58 1Kon 22:14| waarachtig als de HEERE leeft, hetgeen de HEERE tot mij 59 2Kon 2:2 | waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft ik zal 60 2Kon 2:2 | de HEERE leeft en uw ziel leeft ik zal u niet verlaten! 61 2Kon 2:4 | waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal 62 2Kon 2:4 | de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! 63 2Kon 2:6 | waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal 64 2Kon 2:6 | de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! 65 2Kon 3:14| de HEERE der heirscharen leeft, voor Wiens aangezicht ik 66 2Kon 4:30| waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal 67 2Kon 4:30| de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! 68 2Kon 5:16| waarachtig als de HEERE leeft, voor Wiens aangezicht ik 69 2Kon 5:20| waarachtig als de HEERE leeft, ik zal hem nalopen, en 70 2Kro 19:13| waarachtig als de HEERE leeft, hetgeen mijn God zeggen 71 Job 12:10 | hand de ziel is van al wat leeft, en de geest van alle vlees 72 Job 19:25 | ik weet: mijn Verlosser leeft, en Hij zal de laatste over 73 Job 27:2 | 2 Zo waarachtig als God leeft, Die mijn recht weggenomen 74 Psa 18:47 | 47 De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen, 75 Psa 89:49 | 49 Wat man leeft er, die den dood niet zien 76 Psa 143:2 | knecht; want niemand, die leeft, zal voor Uw aangezicht 77 Psa 145:16 | en verzadigt al wat er leeft, naar Uw welbehagen. ~ 78 Spre 9:6 | Verlaat de slechtigheden, en leeft; en treedt in den weg des 79 Jes 38:16 | Heere, bij deze dingen leeft men, en in dit alles is 80 Jer 4:2 | waarachtig als de HEERE leeft! in waarheid, in recht en 81 Jer 5:2 | waarachtig als de HEERE leeft! zo zweren zij toch valselijk. ~ 82 Jer 12:16 | waarachtig als de HEERE leeft! gelijk als zij Mijn volk 83 Jer 16:14 | waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels 84 Jer 16:15 | waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels 85 Jer 23:7 | waarachtig als de HEERE leeft, Die de kinderen Israels 86 Jer 23:8 | waarachtig als de HEERE leeft, Die het zaad van het huis 87 Jer 35:7 | dagen; opdat gij veel dagen leeft in het land,      alwaar 88 Jer 38:16 | waarachtig als de HEERE leeft, Die ons deze ziel gemaakt 89 Jer 44:26 | waarachtig als de Heere HEERE leeft! ~ 90 Eze 18:32 | HEERE; daarom bekeert u en leeft. ~  ~  ~  ~ ~ 91 Dan 12:7 | Dien, Die      eeuwiglijk leeft, dat na een bestemden tijd, 92 Hos 4:15 | waarachtig als de HEERE leeft. ~ 93 Amos 5:4 | huis Israels: Zoekt Mij, en leeft. ~ 94 Amos 5:6 | Zoekt den HEERE, en leeft; opdat Hij niet doorbreke 95 Amos 5:14| niet het boze, opdat gij leeft; en alzo zal de HEERE, de 96 Amos 8:14| waarachtig als uw God van Dan leeft, en de weg van Ber-seba 97 Amos 8:14| en de weg van Ber-seba leeft! en zij zullen vallen, en 98 Luk 12:15 | overvloed gelegen, dat iemand leeft uit zijn goederen. ~ 99 Luk 24:23 | hadden, die zeggen, dat Hij leeft. ~ 100 Joha 4:50| tot hem: Ga heen, uw zoon leeft. En de mens geloofde het 101 Joha 4:51| boodschapten, zeggende: Uw kind leeft! ~ 102 Joha 4:53| hem gezegd had: Uw zoon leeft. En hij geloofde zelf, en 103 Joha 11:26| 26 En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal 104 Rom 6:10 | eenmaal gestorven; en dat Hij leeft, dat leeft Hij Gode. ~ 105 Rom 6:10 | gestorven; en dat Hij leeft, dat leeft Hij Gode. ~ 106 Rom 7:1 | zo langen tijd als hij leeft? ~ 107 Rom 7:3 | mans wordt, terwijl de man leeft, zo zal zij een overspeelster 108 Rom 8:13 | indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar 109 Rom 14:7 | 7 Want niemand van ons leeft zichzelven, en niemand sterft 110 1Kor 7:39| zo langen tijd haar man leeft; maar indien haar man ontslapen 111 2Kor 13:4 | gekruist is door zwakheid, zo leeft Hij nochtans door de kracht 112 2Kor 13:11| getroost, zijt eensgezind, leeft in vrede; en de God der 113 Gal 2:14 | zijt, naar heidense wijze leeft, en niet naar Joodse wijze, 114 Gal 2:20 | niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu 115 Efez 6:3 | u welga, en dat gij lang leeft op de aarde. ~ 116 Heb 7:8 | welken getuigd wordt, dat hij leeft. ~ 117 Heb 7:25 | God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden. ~ 118 Heb 9:17 | wanneer de testamentmaker leeft. ~ 119 Open 3:1 | gij den naam hebt, dat gij leeft, en gij zijt dood. ~ 120 Open 4:9 | Die in alle eeuwigheid leeft; ~ 121 Open 4:10| zat, en aanbaden Hem, Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen 122 Open 5:14| en aanbaden Dengene, Die leeft in alle eeuwigheid. ~  ~ 123 Open 10:6 | hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid, Die 124 Open 15:7 | Die in alle eeuwigheid leeft. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License