Book Chapter: Verse
1 Gen 8:9 | het hol van haar voet; zo keerde zij weder tot hem in de
2 Gen 8:12 | liet de duif uit; maar zij keerde niet meer weder tot hem. ~
3 Gen 17:33 | Abraham te spreken; en Abraham keerde weder naar zijn plaats. ~ ~
4 Gen 18:25 | 25 En Hij keerde deze steden om, en die ganse
5 Gen 21:19 | 19 Toen keerde Abraham weder tot zijn jongeren,
6 Gen 28:55 | en Laban trok heen, en keerde weder tot zijn plaats. ~ ~
7 Gen 30:16 | 16 Alzo keerde Ezau dien dag wederom zijns
8 Gen 34:30 | 30 En hij keerde weder tot zijn broederen,
9 Gen 35:1 | broederen aftoog, en hij keerde in tot een man van Adullam,
10 Gen 35:22 | 22 En hij keerde weder tot Juda, en zeide:
11 Gen 38:24 | hen af, en weende; daarna keerde hij weder tot hen, en sprak
12 Gen 46:14 | 14 Daarna keerde Jozef weder in Egypte, hij
13 Exo 4:18 | Toen ging Mozes heen, en keerde weder tot Jethro, zijn schoonvader,
14 Exo 4:20 | voerde hen op een ezel, en keerde weder in Egypteland; en
15 Exo 5:22 | 22 Toen keerde Mozes weder tot den HEERE,
16 Exo 7:23 | 23 En Farao keerde zich om, en ging naar zijn
17 Exo 10:6 | tot op dezen dag. En hij keerde zich om, en ging uit van
18 Exo 10:19 | 19 Toen keerde de HEERE een zeer sterken
19 Exo 32:31 | 31 Zo keerde Mozes weder tot den HEERE,
20 Exo 33:31 | 31 Zo keerde Mozes weder tot den HEERE,
21 Exo 34:11 | zijn vriend spreekt; daarna keerde hij weder tot het leger;
22 Num 16:50 | 50 En Aaron keerde weder tot Mozes aan de deur
23 Num 24:25 | Bileam op, en ging heen, en keerde weder tot zijn plaats. Balak
24 Deu 9:15 | 15 Toen keerde ik mij, en ging van den
25 Deu 10:5 | 5 En ik keerde mij, en ging af van den
26 Joz 7:26 | zijnde tot op dezen dag. Alzo keerde Zich de HEERE van de hittigheid
27 Joz 8:20 | naar de woestijn vluchtte, keerde zich tegen degenen, die
28 Joz 8:24 | allen vernield waren; zo keerde zich gans Israel naar Ai,
29 Joz 10:15 | 15 Toen keerde Jozua weder, en gans Israel
30 Joz 10:21 | 21 Zo keerde al het volk tot Jozua in
31 Joz 10:38 | 38 Toen keerde Jozua, en gans Israel met
32 Joz 10:43 | 43 Toen keerde Jozua weder, en gans Israel
33 Joz 11:10 | 10 En Jozua keerde weder ter zelver tijd, en
34 Joz 23:32 | van den priester Eleazar, keerde wederom met de oversten
35 Ric 3:19 | 19 Maar hijzelf keerde wederom van de gesneden
36 Ric 5:14 | 14 Toen keerde zich de HEERE tot hem, en
37 Ric 6:13 | sloeg haar, dat zij viel, en keerde haar om, het onderste boven,
38 Ric 6:15 | hoorde, zo aanbad hij; en hij keerde weder tot het leger van
39 Ric 14:4 | en hij nam fakkelen, en keerde staart aan staart, en deed
40 Ric 17:26 | sterker waren dan hij, zo keerde hij om, en kwam weder tot
41 Rut 1:6 | haar schoondochters, en keerde weder uit de velden van
42 1Sa 7:17 | 17 Doch hij keerde weder naar Rama; want daar
43 1Sa 10:9 | toen hij zijn schouder keerde, om van Samuel te gaan,
44 1Sa 13:17 | drie hopen; de ene hoop keerde zich op den weg naar Ofra,
45 1Sa 13:18 | 18 En een hoop keerde zich naar den weg van Beth-horon;
46 1Sa 13:18 | Beth-horon; en een hoop keerde zich naar den weg der landpale,
47 1Sa 15:31 | 31 Toen keerde Samuel wederom Saul na;
48 1Sa 23:28 | 28 Toen keerde zich Saul van David na te
49 1Sa 26:25 | David op zijn weg, en Saul keerde weder naar zijn plaats. ~ ~
50 1Sa 27:9 | kemels, en klederen, en keerde weder en kwam tot Achis. ~
51 2Sa 1:22 | gedreven; en Sauls zwaard keerde niet ledig weder. ~
52 2Sa 2:30 | 30 Joab keerde ook weder van achter Abner,
53 2Sa 3:16 | weg, keer weder. En hij keerde weder. ~
54 2Sa 10:14 | kwamen in de stad. En Joab keerde weder van de kinderen Ammons,
55 2Sa 11:4 | onreinigheid gezuiverd), daarna keerde zij weder naar haar huis. ~
56 2Sa 12:31 | kinderen Ammons. Daarna keerde David, en al het volk, weder
57 2Sa 14:24 | aangezicht niet zie. Alzo keerde Absalom in zijn huis, en
58 2Sa 18:16 | de bazuin, en al het volk keerde af van Israel achterna te
59 2Sa 19:15 | 15 Toen keerde de koning weder, en kwam
60 2Sa 19:39 | Barzillai, en zegende hem; alzo keerde hij weder naar zijn plaats. ~
61 2Sa 20:22 | naar zijn tenten; en Joab keerde weder naar Jeruzalem tot
62 2Sa 22:38 | vijanden, en verdelgde hen, en keerde niet weder, totdat ik ze
63 2Sa 23:10 | zelven dage; en het volk keerde wederom hem na, alleenlijk
64 1Kon 10:13| van den koning Salomo; zo keerde zij en toog in haar land,
65 1Kon 13:10| door een anderen weg, en keerde niet weder door den weg,
66 1Kon 13:19| 19 En hij keerde met hem wederom, en at brood
67 1Kon 13:33| 33 Na deze geschiedenis keerde zich Jerobeam niet van zijn
68 1Kon 19:21| 21 Zo keerde hij weder van achter hem
69 1Kon 21:4 | zich neder op zijn bed, en keerde zijn aangezicht om, en at
70 2Kon 2:13| van hem afgevallen was, en keerde weder, en stond aan den
71 2Kon 2:24| 24 En hij keerde zich achterom, en hij zag
72 2Kon 2:25| berg Karmel; en van daar keerde hij weder naar Samaria. ~
73 2Kon 4:31| stem, noch opmerking. Zo keerde hij weder hem tegemoet,
74 2Kon 5:15| 15 Toen keerde hij weder tot den man Gods,
75 2Kon 8:29| 29 Toen keerde Joram, de koning wederom,
76 2Kon 9:23| 23 Toen keerde Joram zijn hand, en vlood,
77 2Kon 15:14| mitsgaders gijzelaars; en hij keerde weder naar Samaria. ~
78 2Kon 16:20| vijftig zilveren sikkels; alzo keerde de koning van Assyrie weder,
79 2Kon 21:36| Assyrie, en toog henen, en keerde weder; en hij bleef te Nineve. ~
80 2Kon 22:2 | 2 Toen keerde hij zijn aangezicht om naar
81 2Kon 25:20| mensenbeenderen op dezelve. Daarna keerde hij weder naar Jeruzalem. ~
82 2Kon 25:26| 26 Nochtans keerde zich de HEERE van den brand
83 2Kon 26:1 | knecht drie jaren; daarna keerde hij zich om, en rebelleerde
84 1Kro 10:14| daarom doodde Hij hem, en keerde het koninkrijk tot David,
85 1Kro 16:43| iegelijk in zijn huis; en David keerde zich, om zijn huis te gaan
86 1Kro 21:3 | derkinderen Ammons. Toen keerde David wederom met al het
87 2Kro 10:12| koning gebracht had; zo keerde zij, en toog naar haar land,
88 2Kro 13:12| hij zich verootmoedigde, keerde de toorn des HEEREN van
89 2Kro 20:1 | Josafat, de koning van Juda, keerde met vrede weder naar zijn
90 2Kro 23:6 | 6 En hij keerde weder om zich te laten genezen
91 2Kro 25:24| mitsgaders gijzelaars, en hij keerde weder naar Samaria. ~
92 2Kro 34:7 | land van Israel; daarna keerde hij weder naar Jeruzalem. ~
93 2Kro 35:22| 22 Doch Josia keerde zijn aangezicht niet van
94 2Kro 36:22| 22 Doch Josia keerde zijn aangezicht niet van
95 Neh 2:15 | brak aan den muur; en ik keerde weder, en kwam in de Dalpoort;
96 Neh 2:15 | kwam in de Dalpoort; alzo keerde ik wederom. ~
97 Est 30:12 | 12 Daarna keerde Mordechai wederom tot de
98 Psa 18:38 | en trof hen aan; en ik keerde niet weder, totdat ik hen
99 Psa 36:13 | met vasten, en mijn gebed keerde weder in mijn boezem. ~
100 Psa 105:25 | 25 Hij keerde hun hart om, dat zij Zijn
101 Psa 105:29 | 29 Hij keerde hun wateren in bloed, en
102 Psa 114:3 | het, en vlood; de Jordaan keerde achterwaarts. ~
103 Pred 2:20| 20 Daarom keerde ik mij om, om mijn hart
104 Pred 7:25| 25 Ik keerde mij om, en mijn hart, om
105 Pred 9:11| 11 Ik keerde mij, en zag onder de zon,
106 Jes 37:37 | Assyrie, en toog henen, en keerde weder; en hij bleef te Nineve. ~
107 Jes 38:2 | 2 Toen keerde Hizkia zijn aangezicht om
108 Eze 20:22 | 22 Doch Ik keerde Mijn hand af, en deed het
109 Matt 21:12| kochten in den tempel, en keerde om de tafelen der wisselaars,
110 Mark 5:30| die van Hem uitgegaan was, keerde Zich om in de schare, en
111 Mark 11:15| die de duiven verkochten, keerde Hij om; ~
112 Luk 1:56 | omtrent drie maanden, en keerde weder tot haar huis. ~
113 Luk 2:20 | 20 En de herders keerde wederom, verheerlijkende
114 Luk 4:1 | vol des Heiligen Geestes, keerde wederom van de Jordaan,
115 Luk 4:14 | 14 En Jezus keerde wederom, door de kracht
116 Luk 8:37 | het schip gegaan zijnde, keerde wederom. ~
117 Luk 8:55 | 55 En haar geest keerde weder, en zij is terstond
118 Luk 17:15 | ziende, dat hij genezen was, keerde wederom, met grote stemme
119 Joha 2:15| wisselaren stortte Hij uit, en keerde de tafelen om. ~
120 Joha 20:14| als zij dit gezegd had, keerde zij zich achterwaarts, en
121 Hand 7:13| Johannes, van hen scheidende, keerde weder naar Jeruzalem. ~
122 Hand 10:18| daarover ontevreden zijnde, keerde zich om, en zeide tot den
123 Gal 1:17 | ging henen naar Arabie, en keerde wederom naar Damaskus. ~
124 Open 1:12| 12 En ik keerde mij om, om te zien de stem,
|