Book Chapter: Verse
1 Gen 1:13 | het was morgen geweest, de derde dag. ~
2 Gen 2:14 | 14 En de naam der derde rivier is Hiddekel; deze
3 Gen 6:16 | met onderste, tweede en derde verdiepingen maken. ~
4 Gen 29:19 | ook den tweede, ook den derde, ook allen, die de kudden
5 Gen 46:23 | Efraim kinderen, van het derde gelid; ook werden de zonen
6 Exo 19:1 | 1 In de derde maand, na het uittrekken
7 Exo 20:5 | aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde lid dergenen,
8 Exo 28:19 | 19 En de derde rij, een Hyacinth, Agaat
9 Exo 34:30 | de kindskinderen, in het derde en vierde lid. ~
10 Exo 39:12 | 12 En de derde rij van een Hyacinth, Agaat,
11 Num 2:24 | heiren. En zij zullen de derde optrekken. ~
12 Num 14:18 | aan de kinderen, in het derde en in het vierde lid. ~
13 Num 15:6 | meelbloem, gemengd met olie, een derde deel van een hin. ~
14 Num 15:7 | wijn ten drankoffer, een derde deel van een hin, zult gij
15 Num 28:14 | hin tot een var, en een derde deel van een hin tot een
16 Deu 5:9 | de kinderen, en aan het derde, en aan het vierde lid dergenen,
17 Deu 23:8 | zullen geboren worden in het derde geslacht, elk van die zal
18 Deu 26:12 | inkomen te vertienen, in het derde jaar, zijnde een jaar der
19 Joz 19:10 | 10 Daarna kwam het derde lot op voor de kinderen
20 1Sa 3:8 | HEERE Samuel wederom, ten derde maal; en hij stond op, en
21 1Sa 17:13 | zijn tweede Abinadab, en de derde Samma. ~
22 1Sa 19:21 | voer Saul voort en zond de derde boden, en die profeteerden
23 2Sa 3:3 | Nabal, den Karmeliet; en de derde, Absalom, de zoon van Maacha,
24 2Sa 18:2 | David het volk uit, een derde deel onder de hand van Joab,
25 2Sa 18:2 | de hand van Joab, en een derde deel onder de hand van Abisai,
26 2Sa 18:2 | Zeruja, Joabs broeder, en een derde deel onder de hand van Ithai,
27 1Kon 6:6 | ellen in haar breedte, en de derde van zeven ellen in haar
28 1Kon 6:8 | van de middelste tot de derde. ~
29 1Kon 15:28| Baesa doodde hem, in het derde jaar van Asa, den koning
30 1Kon 15:33| 33 In het derde jaar van Asa, koning van
31 1Kon 18:1 | geschiedde tot Elia, in het derde jaar, zeggende: Ga heen,
32 1Kon 22:2 | Maar het geschiedde in het derde jaar, als Josafat, de koning
33 2Kon 1:13| hij een hoofdman van de derde vijftigen met zijn vijftigen.
34 2Kon 1:13| zijn vijftigen. Zo ging de derde hoofdman van vijftigen op,
35 2Kon 11:5 | die gij doen zult: een derde deel van u, die op den sabbat
36 2Kon 11:6 | 6 En een derde deel zal zijn aan de poort
37 2Kon 11:6 | aan de poort Sur; en een derde deel aan de poort achter
38 2Kon 20:1 | Het geschiedde nu in het derde jaar van Hosea, den zoon
39 2Kon 21:29| uitspruit; maar zaait in het derde jaar, en maait, en plant
40 1Kro 2:13| den tweede, en Simea, den derde, ~
41 1Kro 3:2 | 2 De derde Absalom, de zoon van Maacha,
42 1Kro 3:15| Johanan, de tweede Jojakim, de derde Zedekia, de vierde Sallum. ~
43 1Kro 8:1 | den tweede, en Ahrah, den derde, ~
44 1Kro 8:39| tweede, en Elifelet, de derde. ~
45 1Kro 12:9 | Obadja de tweede; Eliab de derde; ~
46 1Kro 24:19| Amarja de tweede, Jahaziel de derde, en Jekameam de vierde. ~
47 1Kro 25:8 | 8 Het derde voor Harim, het vierde voor
48 1Kro 25:23| Amarja de tweede, Jahaziel de derde, Jekameam de vierde. ~
49 1Kro 26:10| 10 Het derde voor Zakkur; zijn zonen
50 1Kro 27:2 | Jediael de tweede, Zebadja de derde, Jathniel de vierde, ~
51 1Kro 27:4 | Jozabad de tweede, Joah de derde, en Sachar de vierde, en
52 1Kro 27:11| was de tweede, Tebalja de derde, Zecharja de vierde; al
53 1Kro 28:5 | 5 De derde overste des heirs in de
54 1Kro 28:5 | overste des heirs in de derde maand was Benaja, de zoon
55 2Kro 16:10| zich te Jeruzalem, in de derde maand, in het vijftiende
56 2Kro 18:7 | 7 In het derde jaar nu zijner regering
57 2Kro 23:17| die gij doen zult: een derde deel van u, die op den sabbat
58 2Kro 23:18| 5 En een derde deel zal zijn aan het huis
59 2Kro 23:18| huis des konings; en een derde deel aan de Fondamentpoort;
60 2Kro 27:5 | in het tweede en in het derde jaar. ~
61 2Kro 31:7 | 7 In de derde maand begonnen zij den grond
62 Neh 10:32 | geboden op, ons opleggende een derde deel van een sikkel in het
63 Est 1:3 | 3 In het derde jaar zijner regering maakte
64 Est 49:2 | ter zelfder tijd, in de derde maand (zij is de maand Sivan),
65 Job 41:14 | tweede Kezia, en den naam der derde Keren-Happuch. ~
66 Jes 19:24 | dien dage zal Israel de derde wezen met de Egyptenaren
67 Jes 37:30 | uitspruit; maar zaait in het derde jaar, en maait, en plant
68 Eze 5:2 | 2 Een derde deel zult gij in het midden
69 Eze 5:2 | worden; dan zult gij een derde deel nemen, slaande met
70 Eze 5:2 | rondom hetzelve, en een derde deel zult gij in den wind
71 Eze 5:12 | 12 Een derde deel van u zal van de pestilentie
72 Eze 5:12 | u te niet worden; en een derde deel zal in het zwaard vallen
73 Eze 5:12 | vallen rondom u; en een derde deel zal Ik in alle
74 Eze 10:14 | aangezicht eens mensen, en het derde het aangezicht eens
75 Eze 31:1 | in het elfde jaar, in de derde maand, op den eersten der
76 Eze 46:14 | van een efa, en olie een derde deel van een hin, om de
77 Dan 1:1 | 1 In het derde jaar des koninkrijks van
78 Dan 2:39 | uwe; daarna een ander, het derde koninkrijk van koper, hetwelk
79 Dan 5:7 | zijn hals, en hij zal de derde heerser in dit koninkrijk
80 Dan 5:16 | uw hals, en gij zult de derde heerser in dit koninkrijk
81 Dan 5:29 | overluid van hem, dat hij de derde heerser in dat koninkrijk
82 Dan 8:1 | 1 In het derde jaar des koninkrijks van
83 Dan 10:1 | 1 In het derde jaar van Kores, den koning
84 Zac 13:8 | den geest geven; maar het derde deel zal daarin overblijven. ~
85 Zac 13:9 | 9 En Ik zal dat derde deel in het vuur brengen,
86 Matt 20:3 | uitgegaan zijnde omtrent de derde ure, zag hij anderen, ledig
87 Matt 22:26| Desgelijks ook de tweede, en de derde, tot de zevende toe. ~
88 Mark 12:21| liet geen zaad na; en de derde desgelijks. ~
89 Mark 15:25| 25 En het was de derde ure, en zij kruisigden Hem. ~
90 Luk 12:38 | nacht wake, en komt in de derde wake, en vindt hen alzo,
91 Luk 20:31 | 31 En de derde nam dezelve vrouw; en desgelijks
92 Luk 24:21 | dit alles, is het heden de derde dag, van dat deze dingen
93 Joha 21:14| 14 Dit was nu de derde maal, dat Jezus Zijn discipelen
94 Hand 2:15| vermoedt; want het is eerst de derde ure van de dag. ~
95 Hand 14:9 | nederstortende, viel van de derde zoldering nederwaarts, en
96 Hand 17:23| tweehonderd schutters, tegen de derde ure des nachts; ~
97 1Kor 12:28| ten tweede profeten, ten derde leraars, daarna krachten,
98 2Kor 13:1 | 1 Dit is de derde maal, dat ik tot u kom;
99 Open 4:7 | een kalf gelijk, en het derde dier had het aangezicht
100 Open 6:5 | 5 En toen Het het derde zegel geopend had, hoorde
101 Open 6:5 | geopend had, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom en zie!
102 Open 8:7 | de aarde geworpen; en het derde deel der bomen is verbrand,
103 Open 8:8 | de zee geworpen; en het derde deel der zee is bloed geworden. ~
104 Open 8:9 | 9 En het derde deel der schepselen in de
105 Open 8:9 | hadden, is gestorven; en het derde deel der schepen is vergaan. ~
106 Open 8:10| 10 En de derde engel heeft gebazuind, en
107 Open 8:10| hemel, en is gevallen op het derde deel der rivieren, en op
108 Open 8:11| wordt genoemd Alsem; en het derde deel der wateren werd tot
109 Open 8:12| heeft gebazuind, en het derde deel der zon werd geslagen,
110 Open 8:12| zon werd geslagen, en het derde deel der maan, en het derde
111 Open 8:12| derde deel der maan, en het derde deel der sterren; opdat
112 Open 8:12| deel der sterren; opdat het derde deel derzelve zou verduisterd
113 Open 8:12| verduisterd worden, en dat het derde deel van den dag niet zou
114 Open 9:15| en jaar, opdat zij het derde deel der mensen zouden doden. ~
115 Open 9:18| Door deze drie werd het derde deel der mensen gedood,
116 Open 11:14| is weggegaan; ziet, het derde wee komt haast. ~
117 Open 12:4 | En zijn staart trok het derde deel der sterren des hemels,
118 Open 14:9 | 9 En een derde engel is hen gevolgd, zeggende
119 Open 16:4 | 4 En de derde engel goot zijn fiool uit
120 Open 21:19| het tweede Saffier, het derde Chalcedon, het vierde Smaragd. ~
|