Book Chapter: Verse
1 Gen 18:20 | Ziet toch, deze stad is nabij, om derwaarts te vluchten,
2 Gen 25:25 | Toen zeide hij: Stel het nabij mij, dat ik van het wildbraad
3 Gen 25:25 | zegene. En hij stelde het nabij hem, en hij at; hij bracht
4 Gen 41:10 | het land Gosen wonen, en nabij mij wezen, gij en uw zonen,
5 Exo 14:10 | 10 Als Farao nabij gekomen was, zo hieven de
6 Exo 29:10 | 10 En gij zult den var nabij brengen voor de tent der
7 Num 24:17 | aanschouw Hem, maar niet nabij. Er zal een ster voortkomen
8 Deu 4:7 | er, hetwelk de goden zo nabij zijn als de HEERE, onze
9 Deu 13:7 | volken, die rondom u zijn, nabij u, of verre van u, van het
10 Deu 22:2 | En indien uw broeder niet nabij u is, of gij hem niet kent,
11 Deu 30:14 | 14 Want dit woord is zeer nabij u, in uw mond, en in uw
12 Deu 32:17 | kenden; nieuwe, die van nabij gekomen waren, voor dewelke
13 Deu 32:35 | de dag huns ondergangs is nabij, en de dingen, die hun zullen
14 2Sa 13:11 | 11 Als zij ze nu tot hem nabij bracht, dat hij ate, zo
15 1Kon 2:1 | Als nu de dagen van David nabij waren, dat hij sterven zou,
16 1Kon 8:46| vijands land, dat verre of nabij is. ~
17 1Kon 8:59| HEERE gesmeekt heb, mogen nabij zijn voor den HEERE, onzen
18 1Kon 21:2 | een kruidhof, dewijl hij nabij mijn huis is; en ik zal
19 2Kro 7:36| in een land, dat verre of nabij is; ~
20 Est 30:14 | des konings kamerlingen nabij, en zij haastten Haman tot
21 Est 50:1 | konings woord en zijn wet nabij gekomen was, dat men het
22 Est 52:7 | Ahasveros waren, dien, die nabij, en dien, die verre waren, ~
23 Job 17:12 | in den dag; het licht is nabij den ondergang vanwege de
24 Job 20:5 | gejuich de goddelozen van nabij geweest is, en de vreugde
25 Psa 22:12 | mij, want benauwdheid is nabij; want er is geen helper. ~
26 Psa 35:19 | 19 Koph. De HEERE is nabij de gebrokenen van harte,
27 Psa 73:28 | aangaande, het is mij goed nabij God te wezen; ik zet mijn
28 Psa 75:2 | wij loven, dat Uw Naam nabij is; men vertelt Uw wonderen. ~
29 Psa 85:10 | Zekerlijk, Zijn heil is nabij degenen, die Hem vrezen,
30 Psa 119:151| 151 Maar Gij, HEERE! zijt nabij, en al Uw geboden zijn waarheid. ~
31 Psa 145:18 | 18 Koph. De HEERE is nabij allen, die Hem aanroepen,
32 Psa 148:14 | Israels, des volks, dat nabij Hem is. Hallelujah! ~ ~
33 Spre 10:14| dwazen is de verstoring nabij. ~
34 Spre 27:10| Beter is een gebuur die nabij is, dan een broeder, die
35 Pred 4:17| Gods ingaat, en zijt liever nabij om te horen, dan om der
36 Jes 13:6 | want de dag des HEEREN is nabij; hij komt als een verwoesting
37 Jes 13:22 | paleizen; hun tijd toch is nabij om te komen, en hun
38 Jes 30:4 | zullen gekomen zijn tot nabij Chanes; ~
39 Jes 33:13 | gedaan heb; en gijlieden, die nabij zijt, bekent Mijn macht! ~
40 Jes 46:13 | breng Mijn gerechtigheid nabij, zij zal niet verre wezen,
41 Jes 50:8 | 8 Hij is nabij, Die Mij rechtvaardigt,
42 Jes 51:5 | Mijn gerechtigheid is nabij, Mijn heil trekt uit, en
43 Jes 55:6 | roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. ~
44 Jes 56:6 | roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. ~
45 Jes 57:1 | gerechtigheid; want Mijn heil is nabij om te komen, en Mijn gerechtigheid
46 Jes 58:19 | verre zijn, en dengenen, die nabij zijn, zegt de HEERE, en
47 Jer 12:2 | zij vrucht; Gij zijt wel nabij in hun mond, maar verre
48 Jer 23:23 | Ben Ik een God van nabij, spreekt de HEERE, en niet
49 Jer 25:26 | koningen van het noorden, die nabij en die verre zijn, den een
50 Jer 48:16 | 16 Moabs verderf is nabij om te komen, en zijn kwaad
51 Jer 48:24 | Moabs land, die verre en die nabij zijn. ~
52 Eze 6:12 | de pest sterven, en die nabij is, zal door het zwaard
53 Eze 7:7 | de dag der beroerte is nabij, en er is geen wederklank
54 Eze 11:3 | zeggen: Men moet geen huizen nabij bouwen; deze stad zou de
55 Eze 12:23 | hen: De dagen zijn nabij gekomen, en het woord van
56 Eze 22:5 | 5 Die nabij en verre van u zijn, zullen
57 Eze 23:5 | boelen, op de Assyriers, die nabij waren; ~
58 Eze 23:12 | vorsten en overheden, die nabij waren, bekleed met volkomen
59 Eze 30:3 | 3 Want de dag is nabij, ja, de dag des HEEREN is
60 Eze 30:3 | ja, de dag des HEEREN is nabij, een wolkige dag, het zal
61 Dan 9:7 | geheel Israel, die nabij en die verre zijn, in al
62 Joe 1:15 | want de dag des HEEREN is nabij, en zal als een verwoesting
63 Joe 2:1 | HEEREN komt, want hij is nabij. ~
64 Joe 3:14 | want de dag des HEEREN is nabij, in het dal des dorswagens. ~
65 Amos 6:3 | en den stoel des gewelds nabij brengt. ~
66 Oba 1:15 | Want de dag des HEEREN is nabij, over al de heidenen; gelijk
67 Zep 1:7 | want de dag des HEEREN is nabij; want de HEERE heeft een
68 Zep 1:14 | grote dag des HEEREN is nabij; hij is nabij, en zeer haastende;
69 Zep 1:14 | HEEREN is nabij; hij is nabij, en zeer haastende; de stem
70 Matt 2:25| Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. ~
71 Matt 4:17| Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. ~
72 Matt 10:7 | Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. ~
73 Matt 24:32| zo weet gij, dat de zomer nabij is. ~
74 Matt 24:33| zult zien, zo weet, dat het nabij is, voor de deur. ~
75 Matt 26:18| Meester zegt: Mijn tijd is nabij, Ik zal bij u het pascha
76 Matt 26:45| en rust; ziet, de ure is nabij gekomen, en de Zoon des
77 Matt 26:46| laat ons gaan; ziet, hij is nabij, die Mij verraadt. ~
78 Mark 1:15| en het Koninkrijk Gods nabij gekomen; bekeert u, en gelooft
79 Mark 13:28| zo weet gij, dat de zomer nabij is. ~
80 Mark 13:29| geschieden, zo weet, dat het nabij, voor de deur is. ~
81 Mark 14:42| ziet, die Mij verraadt, is nabij. ~
82 Luk 10:9 | Het Koninkrijk Gods is nabij u gekomen. ~
83 Luk 10:11 | dat het Koninkrijk Gods nabij u gekomen is. ~
84 Luk 18:35 | het geschiedde, als Hij nabij Jericho kwam, dat een zeker
85 Luk 18:40 | brengen zou; en als hij nabij Hem gekomen was, vraagde
86 Luk 19:11 | een gelijkenis; omdat Hij nabij Jeruzalem was, en omdat
87 Luk 19:29 | het geschiedde, als Hij nabij Beth-fage en Bethanie gekomen
88 Luk 19:41 | 41 En als Hij nabij kwam, en de stad zag, weende
89 Luk 21:8 | Christus; en de tijd is nabij gekomen, gaat dan hen niet
90 Luk 21:20 | alsdan, dat haar verwoesting nabij gekomen is. ~
91 Luk 21:28 | opwaarts, omdat uw verlossing nabij is. ~
92 Luk 21:30 | uzelven, dat de zomer nu nabij is. ~
93 Luk 21:31 | dat het Koninkrijk Gods nabij is. ~
94 Luk 22:1 | broden, genaamd pascha, was nabij. ~
95 Luk 24:28 | 28 En zij kwamen nabij het vlek, daar zij naar
96 Joha 2:13| het pascha der Joden was nabij, en Jezus ging op naar Jeruzalem. ~
97 Joha 4:5 | Samaria, genaamd Sichar, nabij het stuk land, hetwelk Jakob
98 Joha 6:4 | het feest der Joden, was nabij. ~
99 Joha 6:23| scheepjes van Tiberias, nabij de plaats, waar zij het
100 Joha 7:2 | loof huttenzetting, was nabij. ~
101 Joha 11:18| 18 (Bethanie nu was nabij Jeruzalem, omtrent vijftien
102 Joha 11:55| het pascha der Joden was nabij, en velen uit dat land gingen
103 Joha 19:20| Jezus gekruist werd, was nabij de stad; en het was geschreven
104 Joha 19:42| Joden, overmits het graf nabij was. ~ ~
105 Hand 1:12| de Olijf berg, welke is nabij Jeruzalem, liggende van
106 Hand 5:9 | terwijl deze reisden, en nabij de stad kwamen, klom Petrus
107 Hand 21:8 | Schonehavens, waar de stad Lasea nabij was. ~
108 Rom 10:8 | 8 Maar wat zegt zij? Nabij u is het Woord, in uw mond
109 Rom 13:12 | voorbijgegaan, en de dag is nabij gekomen. Laat ons dan afleggen
110 Efez 2:13| die eertijds verre waart, nabij geworden door het bloed
111 Efez 2:17| verre waart, en dien, die nabij waren. ~
112 Fili 2:27| is ook krank geweest tot nabij den dood; maar God heeft
113 Fili 2:30| van Christus was hij tot nabij den dood gekomen, zijn leven
114 Fili 4:5 | mensen bekend. De Heere is nabij. ~
115 Heb 6:8 | die is verwerpelijk, en nabij de vervloeking, welker einde
116 Heb 8:13 | gemaakt is en verouderd, is nabij de verdwijning. ~ ~
117 1Pet 4:7 | het einde aller dingen is nabij; zijt dan nuchteren, en
118 Open 1:3 | geschreven is; want de tijd is nabij. ~
119 Open 22:10| boeks niet; want de tijd is nabij. ~
|