Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
leeuwinnen 2
leeuws 13
leg 42
legde 119
legden 38
legdet 1
leger 186
Frequency    [«  »]
120 gestorven
120 gevangenis
119 enig
119 legde
119 nabij
119 rust
118 izak

Bijbel

IntraText - Concordances

legde

    Book Chapter: Verse
1 Gen 14:34 | deelde ze middendoor, en hij legde elks deel tegen het andere 2 Gen 21:6 | hout des brandoffers, en legde het op Izak, zijn zoon; 3 Gen 21:9 | bond zijn zoon Izak, en legde hem op het altaar boven 4 Gen 23:9 | 9 Toen legde de knecht zijn hand onder 5 Gen 23:47 | Milka hem gebaard heeft. Zo legde ik het voorhoofdsiersel 6 Gen 26:11 | maakte zijn hoofdpeluw, en legde zich te slapen te dierzelver 7 Gen 27:73 | 38 En hij legde deze roeden, die hij geschild 8 Gen 34:34 | Jakob zijn klederen, en legde een zak om zijn lenden; 9 Gen 35:14 | 14 Toen legde zij de klederen van haar 10 Gen 35:19 | zich op, en ging heen, en legde haar sluier van zich af, 11 Gen 36:16 | 16 En zij legde zijn kleed bij zich, totdat 12 Gen 37:12 | vertelden ze hem, en hij legde ons onze dromen uit; een 13 Gen 37:12 | onze dromen uit; een ieder legde hij ze uit, naar zijn droom. ~ 14 Gen 37:42 | klederen aantrekken, en legde hem een gouden keten aan 15 Gen 44:14 | zijn rechterhand uit, en legde die op het hoofd van Efraim, 16 Gen 44:17 | op het hoofd van Efraim legde, zo was het kwaad in zijn 17 Gen 45:33 | zonen bevelen te geven, zo legde hij zijn voeten samen op 18 Gen 46:26 | zij balsemden hem, en men legde hem in een kist in Egypte. ~ 19 Exo 2:3 | lijm en met pek; en zij legde het knechtje daarin, en 20 Exo 2:3 | het knechtje daarin, en legde het in de biezen, aan den 21 Exo 40:20 | 20 Voorts nam hij, en legde de getuigenis in de ark, 22 Lev 8:26 | broodkoek, en een vlade; en hij legde ze op dat vet, en op den 23 Num 11:25 | den Geest, die op hem was, legde Hem op de zeventig mannen, 24 Num 16:47 | aangevangen onder het volk; en hij legde reukwerk daarin, en deed 25 Num 17:7 | 7 En Mozes legde deze staven weg, voor het 26 Num 18:7 | 7 En Mozes legde deze staven weg, voor het 27 Num 22:27 | Engel des HEEREN zag, zo legde zij zich neder onder Bileam; 28 Num 23:5 | 5 Toen legde de HEERE het woord in den 29 Num 23:16 | HEERE Bileam ontmoet was, zo legde Hij het woord in zijn mond, 30 Num 27:23 | 23 En hij legde zijn handen op hem, en gaf 31 Deu 10:5 | ging af van den berg, en legde de tafelen in de kist, die 32 Joz 8:14 | hem iemand een achterlage legde van achter de stad. ~ 33 Ric 5:19 | een efa meels; het vlees legde hij in een korf, en het 34 Ric 8:43 | hen in drie hopen, en hij legde lagen in het veld; en hij 35 Ric 8:48 | bomen, en nam hem op, en legde hem op zijn schouder; en 36 Ric 15:3 | met den grendelboom, en legde ze op zijn schouderen, en 37 Rut 3:7 | sloeg zijn voetdeksel op, en legde zich. ~ 38 Rut 3:15 | mat zes maten gerst, en legde ze op haar; daarna ging 39 1Sa 3:5 | neder. En hij ging heen en legde zich neder. ~ 40 1Sa 3:9 | Toen ging Samuel heen en legde zich aan zijn plaats. ~ 41 1Sa 10:25 | schreef het in een boek, en legde het voor het aangezicht 42 1Sa 15:5 | de stad Amalek kwam, zo legde hij een achterlage in het 43 1Sa 17:39 | nooit verzocht; en David legde ze van zich. ~ 44 1Sa 17:40 | gladde stenen uit de beek, en legde ze in de herderstas, die 45 1Sa 17:54 | Jeruzalem; maar zijn wapenen legde hij in zijn tent. ~ 46 1Sa 19:13 | Michal nam een beeld, en zij legde het in het bed, en zij legde 47 1Sa 19:13 | legde het in het bed, en zij legde een geitenvel aan zijn hoofdpeluw, 48 1Sa 21:6 | waren, dat men er warm brood legde, ten dage als dat weggenomen 49 1Sa 21:12 | 12 En David legde deze woorden in zijn hart; 50 1Sa 25:18 | tweehonderd klompen vijgen, en legde die op ezelen. ~ 51 2Sa 8:6 | 6 En David legde bezettingen in Syrie van 52 2Sa 8:14 | 14 En hij legde bezettingen in Edom; in 53 2Sa 8:14 | bezettingen in Edom; in gans Edom legde hij bezettingen; en alle 54 2Sa 11:9 | 9 Maar Uria legde zich neder voor de deur 55 2Sa 12:31 | was, voerde hij uit, en legde het onder zagen, en onder 56 2Sa 13:6 | 6 Amnon dan legde zich, en maakte zich krank. 57 2Sa 13:19 | dien zij aanhad; en zij legde haar hand op haar hoofd, 58 2Sa 13:31 | scheurde zijn klederen, en legde zich neder ter aarde; desgelijks 59 2Sa 14:3 | naar dit woord. En Joab legde de woorden in haar mond. ~ 60 1Kon 3:20| uw dienstmaagd sliep, en legde hem in haar schoot, en haar 61 1Kon 3:20| schoot, en haar doden zoon legde zij in mijn schoot. ~ 62 1Kon 7:51| en het goud, en de vaten legde hij onder de schatten van 63 1Kon 10:17| elk schild; en de koning legde ze in het huis des wouds 64 1Kon 10:26| twaalf duizend ruiteren, en legde ze in de wagensteden en 65 1Kon 13:29| van den man Gods op, en legde dat op den ezel, en voerde 66 1Kon 13:30| 30 En hij legde zijn dood lichaam in zijn 67 1Kon 17:19| hij zelf woonde, en hij legde hem neder op zijn bed. ~ 68 1Kon 18:33| deelde den var in stukken, en legde hem op het hout. ~ 69 1Kon 18:42| voorwaarts ter aarde; daarna legde hij zijn aangezicht tussen 70 1Kon 19:5 | 5 En hij legde zich neder, en sliep onder 71 1Kon 19:6 | alzo at hij, en dronk, en legde zich wederom neder. ~ 72 1Kon 21:4 | vaderen niet geven. En hij legde zich neder op zijn bed, 73 1Kon 21:27| en een zak om zijn vlees legde, en vastte; hij lag ook 74 2Kon 4:11| week in die opperkamer, en legde zich daar neder. ~ 75 2Kon 4:21| 21 En zij ging op, en legde hem op het bed van den man 76 2Kon 4:31| aangezicht doorgegaan; en hij legde den staf op het aangezicht 77 2Kon 4:34| 34 En hij klom op, en legde zich neder op het kind, 78 2Kon 5:23| twee wisselklederen, en hij legde ze op twee van zijn jongens, 79 2Kon 9:13| iegelijk nam zijn kleed, en legde het onder hem, op den hoogsten 80 2Kon 20:14| zult, zal ik dragen. Toen legde de koning van Assyrie Hizkia, 81 2Kon 25:33| niet regeren zou; en hij legde het land een boete op van 82 1Kro 18:6 | 6 En David legde bezetting in Syrie van Damaskus, 83 1Kro 18:13| 13 En hij legde bezetting in Edom, zodat 84 1Kro 19:6 | 6 En David legde bezetting in Syrie van Damaskus, 85 1Kro 19:13| 13 En hij legde bezetting in Edom, zodat 86 2Kro 1:14| duizend ruiteren had; en hij legde ze in de wagensteden, en 87 2Kro 5:1 | het goud, en al de vaten legde hij onder de schatten van 88 2Kro 6:1 | het goud, en al de vaten legde hij onder de schatten van 89 2Kro 10:16| elk schild; en de koning legde ze in het huis des wouds 90 2Kro 10:25| duizend ruiteren; en hij legde ze in de wagensteden, en 91 2Kro 12:11| sterkte deze vastigheden, en legde oversten daarin, en schatten 92 2Kro 18:2 | 2 En hij legde krijgsvolk in alle vaste 93 2Kro 18:2 | vaste steden van Juda, en legde bezettingen in het land 94 2Kro 33:14| en verhief dien zeer; hij legde ook krijgsoversten in alle 95 2Kro 37:3 | af te Jeruzalem; en hij legde het land een boete op van 96 Ezra 5:16| kwam dezelve Sesbazar; hij legde de fondamenten van het huis 97 Ezra 8:17| de plaats Chasifja; en ik legde de woorden in hun mond, 98 Ezra 8:31| desgenen, die ons lagen legde op den weg. ~ 99 Est 56:1 | 1Daarna legde de koning Ahasveros schatting 100 Eze 17:5 | van het zaad des lands, en legde het in een zaadakker; hij 101 Eze 40:42 | een el; op dezelve nu      legde men het gereedschap henen, 102 Matt 27:60| 60 En legde dat in zijn nieuw graf, 103 Mark 6:5 | geen kracht doen; dan Hij legde weinigen zieken de handen 104 Mark 6:19| 19 En Herodias legde op hem toe; en wilde hem 105 Mark 7:32| dat Hij de hand op hem legde. ~ 106 Mark 8:23| en spoog in zijn ogen, en legde de handen op hem, en vraagde 107 Mark 8:25| 25 Daarna legde Hij de handen wederom op 108 Mark 15:46| in dat fijne lijnwaad, en legde Hem in een graf, hetwelk 109 Luk 2:7 | en wond Hem in doeken, en legde Hem neder in de kribbe, 110 Luk 4:40 | bevangen, die tot Hem, en Hij legde een iegelijk van hen de 111 Luk 13:13 | 13 En Hij legde de handen op haar; en zij 112 Luk 23:53 | in een fijn lijnwaad, en legde het in een graf, in een 113 Luk 24:27 | Mozes en van al de profeten, legde Hij hun uit, in al de Schriften, 114 Joha 9:15| En hij zeide tot hen: Hij legde slijk op mijn ogen, en ik 115 Joha 13:4 | op van het avondmaal, en legde Zijn klederen af, en nemende 116 Hand 4:37| en bracht het geld, en legde het aan de voeten der apostelen. ~  ~  ~  117 Hand 22:8 | en als hij gebeden had, legde hij de handen op hem, en 118 2Kor 3:13| deksel op zijn aangezicht legde, opdat de kinderen Israels 119 Open 1:17| aan Zijn voeten; en Hij legde Zijn rechterhand op mij,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License