Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
vijvers 10
vind 10
vinde 8
vinden 118
vindende 8
vindenstijd 1
vinders 1
Frequency    [«  »]
118 jongen
118 oog
118 rechtvaardigen
118 vinden
117 jonathan
117 regeerde
117 sommigen

Bijbel

IntraText - Concordances

vinden

    Book Chapter: Verse
1 Gen 17:26 | vijftig rechtvaardigen zal vinden, zo zal Ik de ganse plaats 2 Gen 17:28 | Ik er vijf en veertig zal vinden. ~ 3 Gen 17:30 | zo Ik aldaar dertig zal vinden. ~ 4 Gen 18:11 | moede werden, om de deur te vinden. ~ 5 Gen 28:32 | 32 Bij wien gij uw goden vinden zult, laat hem niet leven! 6 Gen 29:19 | spreken tot Ezau, als gij hem vinden zult. ~ 7 Gen 30:8 | hij zeide: Om genade te vinden in de ogen mijns heren! ~ 8 Gen 30:15 | Waartoe dat? laat mij genade vinden in mijns heren ogen! ~ 9 Gen 31:11 | broederen: Laat mij genade vinden in uw ogen; en wat gij tot 10 Gen 37:38 | Zouden wij wel een man vinden als deze, in welken Gods 11 Gen 43:25 | behouden; laat ons genade vinden in de ogen mijns heren, 12 Exo 16:25 | het heden op het veld niet vinden. ~ 13 Num 31:76 | gewaar worden, als zij u vinden zal! ~ 14 Num 34:27 | En de bloedwreker hem zal vinden buiten de palen zijner vrijstad; 15 Deu 4:29 | HEERE, uw God, zoeken, en vinden; als gij Hem zoeken zult 16 Deu 24:1 | indien zij geen genade zal vinden in zijn ogen, omdat hij 17 Ric 4:54 | Zouden zij dan de buit niet vinden en delen? een liefje, of 18 Ric 8:33 | hem, gelijk als uw hand vinden zal. ~ 19 Ric 16:8 | waar hij gelegenheid zou vinden. Als hij nu kwam aan het 20 Ric 16:9 | waar ik gelegenheid zal vinden. ~ 21 Rut 2:2 | wiens ogen ik genade zal vinden. En zij zeide tot haar: 22 Rut 2:13 | zij zeide: Laat mij genade vinden in uw ogen, mijn heer, dewijl 23 1Sa 1:18 | Laat uw dienstmaagd genade vinden in uw ogen! Alzo ging die 24 1Sa 9:13 | stad komt, zo zult gij hem vinden, eer hij opgaat op de hoogte 25 1Sa 9:13 | als heden zult gij hem vinden. ~ 26 1Sa 10:2 | zo zult gij twee mannen vinden bij het graf van Rachel, 27 1Sa 10:3 | daar zullen u drie mannen vinden, opgaande tot God naar Beth-El; 28 1Sa 10:7 | komen, doe gij, wat uw hand vinden zal, want God zal met u 29 1Sa 23:17 | mijn vader, zal u niet vinden, maar gij zult koning worden 30 1Sa 25:8 | deze jongelingen genade vinden in uw ogen, want wij zijn 31 1Sa 25:8 | zoon David, hetgeen uw hand vinden zal. ~ 32 2Sa 15:25 | stad; indien ik genade zal vinden in des HEEREN ogen, zo zal 33 2Sa 16:4 | mij neder, laat mij genade vinden in uw ogen, mijn heer koning! ~ 34 1Kon 18:5 | misschien zullen wij gras vinden, opdat wij de paarden en 35 2Kon 7:9 | zal ons de ongerechtigheid vinden; daarom nu, komt, laat ons 36 2Kro 21:16| van Ziz; en gij zult hen vinden in het einde des dals, voor 37 2Kro 30:9 | kinderen barmhartigheid vinden voor het aangezicht dergenen, 38 2Kro 32:4 | Assyrie komen, en veel waters vinden? ~ 39 Ezra 4:15| uwer vaderen, zo zult gij vinden in het boek der kronieken, 40 Ezra 7:16| zilver en goud, dat gij vinden zult in het ganse landschap 41 Job 3:22 | verheugen, als zij het graf vinden; ~ 42 Job 11:7 | gij de onderzoeking Gods vinden? Zult gij tot de volmaaktheid 43 Job 11:7 | volmaaktheid toe den Almachtige vinden? ~ 44 Job 20:8 | droom, dat men hem niet vinden zal, en hij zal verjaagd 45 Job 23:3 | of ik wist, dat ik Hem vinden zou, ik zou tot Zijn stoel 46 Job 34:11 | ieders weg doet Hij het hem vinden. ~ 47 Psa 21:9 | Uw hand zal alle vijanden vinden; uw rechterhand zal uw haters 48 Psa 21:9 | rechterhand zal uw haters vinden. ~ 49 Spre 1:13| kostelijk goed zullen wij vinden, onze huizen zullen wij 50 Spre 1:28| zoeken, maar zullen Mij niet vinden; ~ 51 Spre 2:5 | en zult de kennis van God vinden. ~ 52 Spre 4:22| het leven dengenen, die ze vinden, en een medicijn voor hun 53 Spre 6:33| Plage en schande zal hij vinden, en zijn smaad zal niet 54 Spre 8:9 | degenen, die wetenschap vinden. ~ 55 Spre 8:17| vroeg zoeken, zullen Mij vinden. ~ 56 Spre 16:20| verstandelijk let, zal het goede vinden; en die op den HEERE vertrouwt, 57 Spre 17:20| hart, zal het goede niet vinden; en die verkeerd is met 58 Spre 19:8 | verstandigheid waar, om het goede te vinden. ~ 59 Spre 20:6 | zal een recht trouwen man vinden? ~ 60 Spre 21:21| rechtvaardigheid en eer vinden. ~ 61 Spre 28:23| bestraft, zal achterna gunst vinden, meer dan die met de tong 62 Spre 31:10| een deugdelijke huisvrouw vinden? Want haar waardij is verre 63 Pred 7:14| dat de mens niet zou      vinden iets, dat na hem zal zijn. ~ 64 Pred 7:24| en zeer diep, wie zal dat vinden? ~ 65 Pred 7:27| andere, om de sluitrede te vinden; ~ 66 Pred 11:1 | water, want gij zult het vinden na vele dagen. ~ 67 Pred 12:10| aangename woorden uit te vinden, en het geschrevene is recht, 68 Jes 34:14 | een rustplaats voor zich vinden. ~ 69 Jes 41:12 | zoeken, maar zult hen niet vinden; de lieden, die met u kijven, 70 Jes 55:6 | den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl 71 Jes 56:6 | den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl 72 Jer 2:24 | haar maand zullen zij haar vinden. ~ 73 Jer 6:16 | daarin; zo zult gij rust vinden voor uw ziel; maar zij      74 Jer 10:18 | benauwen, opdat zij het vinden. ~ 75 Jer 14:3 | komen tot de grachten, zij vinden geen water, zij komen met 76 Jer 29:13 | En gij zult Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij zult 77 Klaa 1:6 | de herten, die geen weide vinden, en zij gaan krachteloos 78 Klaa 1:31| wet; haar profeten      vinden ook geen gezicht van den 79 Eze 3:1 | Mensenkind, eet, wat gij vinden zult; eet deze rol, en ga, 80 Dan 6:5 | stadhouders gelegenheid te vinden, tegen Daniel vanwege het 81 Dan 6:5 | gelegenheid noch misdaad vinden, dewijl hij      getrouw 82 Dan 6:6 | Daniel geen gelegenheid vinden, tenzij wij tegen hem iets 83 Dan 6:6 | tenzij wij tegen hem iets vinden in te wet zijns Gods. ~ 84 Hos 2:5 | zij haar paden niet zal vinden. ~ 85 Hos 2:6 | zal hen zoeken, maar niet vinden; dan zal zij zeggen: Ik 86 Hos 5:6 | HEERE te zoeken, maar niet vinden; Hij heeft Zich van hen 87 Hos 12:9 | mij geen ongerechtigheid vinden, die zonde zij. ~ 88 Amos 8:12| zoeken, maar zullen het niet vinden. ~ 89 Matt 7:7 | worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan 90 Matt 7:14| weinigen zijn er, die denzelven vinden. ~ 91 Matt 10:39| Mijnentwil, zal dezelve vinden. ~ 92 Matt 11:29| van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. ~ 93 Matt 16:25| Mijnentwil, die zal hetzelve vinden. ~ 94 Matt 17:27| hebbende, zult gij een stater vinden; neem die, en geef hem aan 95 Matt 21:2 | terstond een ezelin gebonden vinden, en een veulen met haar; 96 Matt 22:9 | zovelen als gij er zult vinden, roept ze tot de bruiloft. ~ 97 Matt 24:46| zijn heer, komende, zal vinden alzo doende. ~ 98 Mark 11:2 | hetzelve komt, zult gij vinden een veulen gebonden, op 99 Mark 11:13| ook iets op denzelven zou vinden; en daarbij gekomen zijnde, 100 Luk 2:12 | zijn: gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden, en liggende 101 Luk 6:7 | beschuldiging tegen Hem mochten vinden. ~ 102 Luk 9:12 | herberg nemen mogen, en spijze vinden; want wij zijn hier in een 103 Luk 11:9 | worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan 104 Luk 12:37 | als hij komt, zal wakende vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat 105 Luk 12:43 | heer, als hij komt, zal vinden, alzo doende. ~ 106 Luk 18:8 | komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde? ~ 107 Luk 19:30 | gij een veulen gebonden vinden, waarop geen mens ooit heeft 108 Joha 7:34| zoeken, en gij zult Mij niet vinden; en waar Ik ben, kunt gij 109 Joha 7:35| dat wij Hem niet zullen vinden? Zal Hij tot de verstrooide 110 Joha 7:36| zoeken, en zult Mij niet vinden; en waar Ik ben, kunt gij 111 Joha 10:9 | ingaan en uitgaan, en weide vinden. ~ 112 Joha 21:6 | van het schip, en gij zult vinden. Zij wierpen het dan, en 113 Hand 11:27| zij Hem immers tasten en vinden mochten; hoewel Hij niet 114 Hand 17:9 | en streden, zeggende: Wij vinden geen kwaad in dezen mens; 115 2Kor 12:20| ik u niet enigszins zal vinden zodanigen als ik wil, en 116 Heb 4:16 | mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter 117 Open 9:6 | zoeken, en zullen dien niet vinden; en zij zullen begeren te 118 Open 18:14| zult hetzelve niet meer vinden. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License