Book Chapter: Verse
1 Gen 17:26 | vijftig rechtvaardigen zal vinden, zo zal Ik de ganse plaats
2 Gen 17:28 | Ik er vijf en veertig zal vinden. ~
3 Gen 17:30 | zo Ik aldaar dertig zal vinden. ~
4 Gen 18:11 | moede werden, om de deur te vinden. ~
5 Gen 28:32 | 32 Bij wien gij uw goden vinden zult, laat hem niet leven!
6 Gen 29:19 | spreken tot Ezau, als gij hem vinden zult. ~
7 Gen 30:8 | hij zeide: Om genade te vinden in de ogen mijns heren! ~
8 Gen 30:15 | Waartoe dat? laat mij genade vinden in mijns heren ogen! ~
9 Gen 31:11 | broederen: Laat mij genade vinden in uw ogen; en wat gij tot
10 Gen 37:38 | Zouden wij wel een man vinden als deze, in welken Gods
11 Gen 43:25 | behouden; laat ons genade vinden in de ogen mijns heren,
12 Exo 16:25 | het heden op het veld niet vinden. ~
13 Num 31:76 | gewaar worden, als zij u vinden zal! ~
14 Num 34:27 | En de bloedwreker hem zal vinden buiten de palen zijner vrijstad;
15 Deu 4:29 | HEERE, uw God, zoeken, en vinden; als gij Hem zoeken zult
16 Deu 24:1 | indien zij geen genade zal vinden in zijn ogen, omdat hij
17 Ric 4:54 | Zouden zij dan de buit niet vinden en delen? een liefje, of
18 Ric 8:33 | hem, gelijk als uw hand vinden zal. ~
19 Ric 16:8 | waar hij gelegenheid zou vinden. Als hij nu kwam aan het
20 Ric 16:9 | waar ik gelegenheid zal vinden. ~
21 Rut 2:2 | wiens ogen ik genade zal vinden. En zij zeide tot haar:
22 Rut 2:13 | zij zeide: Laat mij genade vinden in uw ogen, mijn heer, dewijl
23 1Sa 1:18 | Laat uw dienstmaagd genade vinden in uw ogen! Alzo ging die
24 1Sa 9:13 | stad komt, zo zult gij hem vinden, eer hij opgaat op de hoogte
25 1Sa 9:13 | als heden zult gij hem vinden. ~
26 1Sa 10:2 | zo zult gij twee mannen vinden bij het graf van Rachel,
27 1Sa 10:3 | daar zullen u drie mannen vinden, opgaande tot God naar Beth-El;
28 1Sa 10:7 | komen, doe gij, wat uw hand vinden zal, want God zal met u
29 1Sa 23:17 | mijn vader, zal u niet vinden, maar gij zult koning worden
30 1Sa 25:8 | deze jongelingen genade vinden in uw ogen, want wij zijn
31 1Sa 25:8 | zoon David, hetgeen uw hand vinden zal. ~
32 2Sa 15:25 | stad; indien ik genade zal vinden in des HEEREN ogen, zo zal
33 2Sa 16:4 | mij neder, laat mij genade vinden in uw ogen, mijn heer koning! ~
34 1Kon 18:5 | misschien zullen wij gras vinden, opdat wij de paarden en
35 2Kon 7:9 | zal ons de ongerechtigheid vinden; daarom nu, komt, laat ons
36 2Kro 21:16| van Ziz; en gij zult hen vinden in het einde des dals, voor
37 2Kro 30:9 | kinderen barmhartigheid vinden voor het aangezicht dergenen,
38 2Kro 32:4 | Assyrie komen, en veel waters vinden? ~
39 Ezra 4:15| uwer vaderen, zo zult gij vinden in het boek der kronieken,
40 Ezra 7:16| zilver en goud, dat gij vinden zult in het ganse landschap
41 Job 3:22 | verheugen, als zij het graf vinden; ~
42 Job 11:7 | gij de onderzoeking Gods vinden? Zult gij tot de volmaaktheid
43 Job 11:7 | volmaaktheid toe den Almachtige vinden? ~
44 Job 20:8 | droom, dat men hem niet vinden zal, en hij zal verjaagd
45 Job 23:3 | of ik wist, dat ik Hem vinden zou, ik zou tot Zijn stoel
46 Job 34:11 | ieders weg doet Hij het hem vinden. ~
47 Psa 21:9 | Uw hand zal alle vijanden vinden; uw rechterhand zal uw haters
48 Psa 21:9 | rechterhand zal uw haters vinden. ~
49 Spre 1:13| kostelijk goed zullen wij vinden, onze huizen zullen wij
50 Spre 1:28| zoeken, maar zullen Mij niet vinden; ~
51 Spre 2:5 | en zult de kennis van God vinden. ~
52 Spre 4:22| het leven dengenen, die ze vinden, en een medicijn voor hun
53 Spre 6:33| Plage en schande zal hij vinden, en zijn smaad zal niet
54 Spre 8:9 | degenen, die wetenschap vinden. ~
55 Spre 8:17| vroeg zoeken, zullen Mij vinden. ~
56 Spre 16:20| verstandelijk let, zal het goede vinden; en die op den HEERE vertrouwt,
57 Spre 17:20| hart, zal het goede niet vinden; en die verkeerd is met
58 Spre 19:8 | verstandigheid waar, om het goede te vinden. ~
59 Spre 20:6 | zal een recht trouwen man vinden? ~
60 Spre 21:21| rechtvaardigheid en eer vinden. ~
61 Spre 28:23| bestraft, zal achterna gunst vinden, meer dan die met de tong
62 Spre 31:10| een deugdelijke huisvrouw vinden? Want haar waardij is verre
63 Pred 7:14| dat de mens niet zou vinden iets, dat na hem zal zijn. ~
64 Pred 7:24| en zeer diep, wie zal dat vinden? ~
65 Pred 7:27| andere, om de sluitrede te vinden; ~
66 Pred 11:1 | water, want gij zult het vinden na vele dagen. ~
67 Pred 12:10| aangename woorden uit te vinden, en het geschrevene is recht,
68 Jes 34:14 | een rustplaats voor zich vinden. ~
69 Jes 41:12 | zoeken, maar zult hen niet vinden; de lieden, die met u kijven,
70 Jes 55:6 | den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl
71 Jes 56:6 | den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl
72 Jer 2:24 | haar maand zullen zij haar vinden. ~
73 Jer 6:16 | daarin; zo zult gij rust vinden voor uw ziel; maar zij
74 Jer 10:18 | benauwen, opdat zij het vinden. ~
75 Jer 14:3 | komen tot de grachten, zij vinden geen water, zij komen met
76 Jer 29:13 | En gij zult Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij zult
77 Klaa 1:6 | de herten, die geen weide vinden, en zij gaan krachteloos
78 Klaa 1:31| wet; haar profeten vinden ook geen gezicht van den
79 Eze 3:1 | Mensenkind, eet, wat gij vinden zult; eet deze rol, en ga,
80 Dan 6:5 | stadhouders gelegenheid te vinden, tegen Daniel vanwege het
81 Dan 6:5 | gelegenheid noch misdaad vinden, dewijl hij getrouw
82 Dan 6:6 | Daniel geen gelegenheid vinden, tenzij wij tegen hem iets
83 Dan 6:6 | tenzij wij tegen hem iets vinden in te wet zijns Gods. ~
84 Hos 2:5 | zij haar paden niet zal vinden. ~
85 Hos 2:6 | zal hen zoeken, maar niet vinden; dan zal zij zeggen: Ik
86 Hos 5:6 | HEERE te zoeken, maar niet vinden; Hij heeft Zich van hen
87 Hos 12:9 | mij geen ongerechtigheid vinden, die zonde zij. ~
88 Amos 8:12| zoeken, maar zullen het niet vinden. ~
89 Matt 7:7 | worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan
90 Matt 7:14| weinigen zijn er, die denzelven vinden. ~
91 Matt 10:39| Mijnentwil, zal dezelve vinden. ~
92 Matt 11:29| van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. ~
93 Matt 16:25| Mijnentwil, die zal hetzelve vinden. ~
94 Matt 17:27| hebbende, zult gij een stater vinden; neem die, en geef hem aan
95 Matt 21:2 | terstond een ezelin gebonden vinden, en een veulen met haar;
96 Matt 22:9 | zovelen als gij er zult vinden, roept ze tot de bruiloft. ~
97 Matt 24:46| zijn heer, komende, zal vinden alzo doende. ~
98 Mark 11:2 | hetzelve komt, zult gij vinden een veulen gebonden, op
99 Mark 11:13| ook iets op denzelven zou vinden; en daarbij gekomen zijnde,
100 Luk 2:12 | zijn: gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden, en liggende
101 Luk 6:7 | beschuldiging tegen Hem mochten vinden. ~
102 Luk 9:12 | herberg nemen mogen, en spijze vinden; want wij zijn hier in een
103 Luk 11:9 | worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan
104 Luk 12:37 | als hij komt, zal wakende vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat
105 Luk 12:43 | heer, als hij komt, zal vinden, alzo doende. ~
106 Luk 18:8 | komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde? ~
107 Luk 19:30 | gij een veulen gebonden vinden, waarop geen mens ooit heeft
108 Joha 7:34| zoeken, en gij zult Mij niet vinden; en waar Ik ben, kunt gij
109 Joha 7:35| dat wij Hem niet zullen vinden? Zal Hij tot de verstrooide
110 Joha 7:36| zoeken, en zult Mij niet vinden; en waar Ik ben, kunt gij
111 Joha 10:9 | ingaan en uitgaan, en weide vinden. ~
112 Joha 21:6 | van het schip, en gij zult vinden. Zij wierpen het dan, en
113 Hand 11:27| zij Hem immers tasten en vinden mochten; hoewel Hij niet
114 Hand 17:9 | en streden, zeggende: Wij vinden geen kwaad in dezen mens;
115 2Kor 12:20| ik u niet enigszins zal vinden zodanigen als ik wil, en
116 Heb 4:16 | mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter
117 Open 9:6 | zoeken, en zullen dien niet vinden; en zij zullen begeren te
118 Open 18:14| zult hetzelve niet meer vinden. ~
|