Book Chapter: Verse
1 Gen 24:18 | derzelver namen naar de namen, waarmede zijn vader die genoemd had. ~
2 Gen 25:41 | haatte Jakob om dien zegen, waarmede zijn vader hem gezegend
3 Exo 3:9 | Ik gezien de verdrukking, waarmede de Egyptenaars hen verdrukken. ~
4 Exo 4:17 | dan dezen staf in uw hand, waarmede gij die tekenen doen zult. ~
5 Exo 10:26 | dienen; want wij weten niet, waarmede wij den HEERE, onzen God,
6 Exo 17:5 | neem uw staf in uw hand, waarmede gij de rivier sloegt, en
7 Exo 28:7 | hebben aan zijn beide einden, waarmede hij samengevoegd zal worden. ~
8 Lev 5:3 | naar al zijn onreinigheid, waarmede hij onrein wordt; en het
9 Lev 11:32 | vel, of zak, of alle vat, waarmede werk gedaan wordt; het zal
10 Lev 25:40 | vaderen met hun overtredingen, waarmede zij tegen Mij overtreden
11 Num 4:14 | leggen al zijn gereedschap, waarmede zij aan hetzelve dienen,
12 Num 10:32 | het goede geschieden zal, waarmede de HEERE bij ons weldoen
13 Num 12:11 | toch niet op ons de zonde, waarmede wij zottelijk gedaan, en
14 Num 12:11 | wij zottelijk gedaan, en waarmede wij gezondigd hebben! ~
15 Num 14:27 | van de kinderen Israels, waarmede zij tegen Mij zijn murmurerende. ~
16 Num 30:4 | gelofte, en haar verbintenis, waarmede zij haar ziel verbonden
17 Num 30:4 | bestaan, en alle verbintenis, waarmede zij haar ziel verbonden
18 Num 30:5 | en haar verbintenissen, waarmede zij haar ziel verbonden
19 Num 30:6 | uitspraak harer lippen, waarmede zij haar ziel verbonden
20 Num 30:7 | en haar verbintenissen, waarmede zij haar ziel verbonden
21 Num 30:8 | uitspraak harer lippen, waarmede zij haar ziel verbonden
22 Num 30:9 | ener verstotene: alles, waarmede zij haar ziel verbonden
23 Num 30:11 | mitsgaders alle verbintenis, waarmede zij haar ziel verbonden
24 Deu 9:19 | toorn en de grimmigheid waarmede de HEERE zeer op ulieden
25 Deu 22:12 | hoeken uws opperkleeds, waarmede gij u bedekt. ~
26 Deu 23:19 | met woeker van enig ding, waarmede men woekert. ~
27 Deu 28:20 | de boosheid uwer werken, waarmede gij Mij verlaten hebt. ~
28 Deu 28:53 | belegering en in de benauwing, waarmede uw vijanden u zullen benauwen ~
29 Deu 28:55 | belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u in al uw poorten
30 Deu 28:57 | belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u zal benauwen
31 Deu 28:67 | vermits den schrik uws harten, waarmede gij zult verschrikt zijn,
32 Deu 29:22 | en deszelfs krankheden, waarmede de HEERE het gekrenkt heeft; ~
33 Joz 23:16 | Wat overtreding is dit, waarmede gijlieden overtreden hebt
34 Ric 5:15 | tot Hem: Och, mijn Heer! waarmede zal ik Israel verlossen?
35 Ric 8:38 | hem: Waar is nu uw mond, waarmede gij zeidet: Wie is Abimelech,
36 Ric 15:5 | zijn grote kracht zij, en waarmede wij hem zouden machtig worden,
37 Ric 15:6 | uw grote kracht zij, en waarmede gij zoudt kunnen gebonden
38 Ric 15:10 | gesproken; verklaar mij toch nu, waarmede gij zoudt kunnen gebonden
39 Ric 15:13 | gesproken; verklaar mij toch nu, waarmede gij zoudt kunnen gebonden
40 1Sa 6:2 | HEEREN doen? Laat ons weten, waarmede wij ze aan haar plaats zenden
41 1Sa 14:14 | 14 Deze eerste slag nu, waarmede Jonathan en zijn wapendrager
42 1Sa 29:4 | worde in den strijd; want waarmede zou deze zich bij zijn heer
43 2Sa 13:15 | groten haat; want de haat, waarmede hij haar haatte, was groter
44 2Sa 13:15 | was groter dan de liefde, waarmede hij haar had liefgehad;
45 2Sa 21:3 | zal ik ulieden doen, en waarmede zal ik verzoenen, dat gij
46 1Kon 5:3 | bouwen, vanwege de oorlogen, waarmede zij hem omsingelden, totdat
47 1Kon 8:50| en al hun overtredingen, waarmede zij tegen U zullen overtreden
48 1Kon 8:59| En dat deze mijn woorden, waarmede ik voor den HEERE gesmeekt
49 1Kon 15:22| daarvan, zouden wegdragen, waarmede Baesa gebouwd had; en de
50 1Kon 15:26| vaders, en in zijn zonde, waarmede hij Israel had doen zondigen. ~
51 1Kon 15:30| deed, en om zijn terging, waarmede hij den HEERE, den God Israels,
52 1Kon 15:34| Jerobeam, en in zijn zonde, waarmede hij Israel had doen zondigen. ~ ~
53 1Kon 16:13| zonden van Ela, zijn zoon, waarmede zij gezondigd hadden, en
54 1Kon 16:13| zij gezondigd hadden, en waarmede zij Israel hadden doen zondigen,
55 1Kon 16:26| Nebat, en in zijn zonden, waarmede hij Israel had doen zondigen,
56 1Kon 21:22| van Ahia; om de terging, waarmede gij Mij getergd hebt, en
57 1Kon 22:21| de HEERE zeide tot hem: Waarmede? ~
58 2Kon 14:12| gedaan heeft, en zijn macht, waarmede hij gestreden heeft tegen
59 2Kon 20:19| Wat vertrouwen is dit, waarmede gij vertrouwt? ~
60 2Kon 21:6 | woorden, die gij gehoord hebt, waarmede Mij de dienaars van den
61 2Kon 25:26| Zijns groten toorns niet af, waarmede Zijn toorn brandde tegen
62 2Kon 25:26| Juda, om al de tergingen, waarmede Manasse Hem getergd had. ~
63 1Kro 10:13| Saul, in zijn overtreding, waarmede hij overtreden had tegen
64 2Kro 17:6 | Rama, en het hout daarvan, waarmede Baesa gebouwd had; en hij
65 2Kro 19:20| de HEERE zeide tot hem: Waarmede? ~
66 Ezra 9:11| landen, om hun gruwelen, waarmede zij dat vervuild hebben,
67 Job 21:27 | en de boze verdichtselen, waarmede gij tegen mij geweld doet. ~
68 Psa 79:12 | in hun schoot hun smaad, waarmede zij U, o Heere! gesmaad
69 Psa 89:52 | 52 Waarmede, o HEERE! Uw vijanden smaden,
70 Psa 89:52 | HEERE! Uw vijanden smaden, waarmede zij de voetstappen Uws gezalfden
71 Psa 109:19 | Die zij hem als een kleed, waarmede hij zich bedekt, en tot
72 Psa 109:19 | bedekt, en tot een gordel, waarmede hij zich steeds omgordt. ~
73 Psa 119:9 | 9 Beth. Waarmede zal de jongeling zijn pad
74 Hoo 3:11 | koning Salomo, met de kroon, waarmede Hem Zijn moeder kroonde
75 Jes 25:7 | bewindsel des aangezichts, waarmede alle volken bewonden zijn,
76 Jes 25:7 | bewonden zijn, en het deksel, waarmede alle natien bedekt zijn. ~
77 Jes 29:13 | Mij doen; en hun vreze, waarmede zij Mij vrezen, mensengeboden
78 Jes 30:23 | Dan zal Hij uw zaad, waarmede gij het land bezaaid hebt,
79 Jes 30:26 | verbinden, en de wonde, waarmede het geslagen is, genezen. ~
80 Jes 36:4 | Wat vertrouwen is dit, waarmede gij vertrouwt; ~
81 Jes 37:6 | woorden, die gij gehoord hebt, waarmede Mij de dienaars des konings
82 Jes 50:1 | scheidbrief van ulieder moeder, waarmede Ik haar weggezonden heb?
83 Jer 19:9 | en in de benauwing, waarmede hen hun vijanden, en die
84 Jer 23:6 | dit zal Zijn naam zijn, waarmede men Hem zal noemen: De HEERE:
85 Klaa 1:12| smart, die mij aangedaan is, waarmede de HEERE mij bedroefd
86 Eze 13:12 | Waar is de pleistering, waarmede gij gepleisterd hebt? ~
87 Eze 13:20 | Ik wil aan uw kussens, waarmede gij aldaar de zielen jaagt
88 Eze 16:19 | meelbloem en olie, en honig, waarmede Ik u spijsde, dat hebt gij
89 Eze 20:43 | en aan al uw handelingen waarmede gij u verontreinigd hebt,
90 Eze 36:18 | hadden, en om hun drekgoden, waarmede zij dat verontreinigd hadden. ~
91 Eze 40:42 | men het gereedschap henen, waarmede men het brandoffer en slachtoffer
92 Dan 11:4 | naar zijn heerschappij, waarmede hij heerste; want zijn
93 Mic 6:3 | wat heb Ik u gedaan, en waarmede heb Ik u vermoeid? Betuig
94 Mic 6:6 | 6 Waarmede zal ik den HEERE tegenkomen,
95 Zep 2:8 | scheldwoorden der kinderen Ammons, waarmede zij Mijn volk beschimpt
96 Zep 3:11 | vanwege al uw handelingen, waarmede gij tegen Mij overtreden
97 Zac 13:6 | zeggen: Het zijn de wonden, waarmede ik geslagen ben, in het
98 Zac 14:12 | En dit zal de plage zijn, waarmede de HEERE al de volken plagen
99 Mal 1:6 | Mijns Naams! Maar gij zegt: Waarmede verachten wij Uw Naam? ~
100 Mal 1:7 | verontreinigd brood, en zegt: Waarmede verontreinigen wij U? Daarmede,
101 Mal 2:17 | uw woorden; nog zegt gij: Waarmede vermoeien wij Hem? Daarmede,
102 Matt 5:13| het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden?
103 Matt 6:25| zult; noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult; is het
104 Matt 6:31| wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? ~
105 Matt 20:22| den doop gedoopt worden, waarmede Ik gedoopt worde? Zij zeiden
106 Matt 20:23| drinken, en met den doop, waarmede Ik gedoopt worde, zult gij
107 Mark 3:28| en allerlei lasteringen, waarmede zij zullen gelasterd hebben; ~
108 Mark 9:50| indien het zout onzout wordt, waarmede zult gij dat smakelijk maken?
109 Luk 6:38 | want met dezelfde maat, waarmede gijlieden meet, zal ulieden
110 Luk 12:22 | noch voor het lichaam, waarmede gij u kleden zult. ~
111 Luk 14:34 | zout smakeloos geworden is, waarmede zal het smakelijk gemaakt
112 Joha 13:5 | drogen met den linnen doek, waarmede Hij omgord was. ~
113 Joha 17:26| maken; opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt,
114 2Kor 10:2 | met die vrijmoedigheid, waarmede ik geacht word stoutelijk
115 Efez 2:4 | door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, ~
116 1The 3:9 | vanwege al de blijdschap, waarmede wij ons om uwentwil verblijden
117 Heb 9:8 | 8 Waarmede de Heilige Geest dit beduidde,
|