Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
waarhenen 36
waarin 90
waarlijk 62
waarmede 117
waarnaar 1
waarnamen 3
waarneemt 10
Frequency    [«  »]
117 spijze
117 strijd
117 vreze
117 waarmede
116 gansen
116 samaria
115 44

Bijbel

IntraText - Concordances

waarmede

    Book Chapter: Verse
1 Gen 24:18 | derzelver namen naar de namen, waarmede zijn vader die genoemd had. ~ 2 Gen 25:41 | haatte Jakob om dien zegen, waarmede zijn vader hem gezegend 3 Exo 3:9 | Ik gezien de verdrukking, waarmede de Egyptenaars hen verdrukken. ~ 4 Exo 4:17 | dan dezen staf in uw hand, waarmede gij die tekenen doen zult. ~ 5 Exo 10:26 | dienen; want wij weten niet, waarmede wij den HEERE, onzen God, 6 Exo 17:5 | neem uw staf in uw hand, waarmede gij de rivier sloegt, en 7 Exo 28:7 | hebben aan zijn beide einden, waarmede hij samengevoegd zal worden. ~ 8 Lev 5:3 | naar al zijn onreinigheid, waarmede hij onrein wordt; en het 9 Lev 11:32 | vel, of zak, of alle vat, waarmede werk gedaan wordt; het zal 10 Lev 25:40 | vaderen met hun overtredingen, waarmede zij tegen Mij overtreden 11 Num 4:14 | leggen al zijn gereedschap, waarmede zij aan hetzelve dienen, 12 Num 10:32 | het goede geschieden zal, waarmede de HEERE bij ons weldoen 13 Num 12:11 | toch niet op ons de zonde, waarmede wij zottelijk gedaan, en 14 Num 12:11 | wij zottelijk gedaan, en waarmede wij gezondigd hebben! ~ 15 Num 14:27 | van de kinderen Israels, waarmede zij tegen Mij zijn murmurerende. ~ 16 Num 30:4 | gelofte, en haar verbintenis, waarmede zij haar ziel verbonden 17 Num 30:4 | bestaan, en alle verbintenis, waarmede zij haar ziel verbonden 18 Num 30:5 | en haar verbintenissen, waarmede zij haar ziel verbonden 19 Num 30:6 | uitspraak harer lippen, waarmede zij haar ziel verbonden 20 Num 30:7 | en haar verbintenissen, waarmede zij haar ziel verbonden 21 Num 30:8 | uitspraak harer lippen, waarmede zij haar ziel verbonden 22 Num 30:9 | ener verstotene: alles, waarmede zij haar ziel verbonden 23 Num 30:11 | mitsgaders alle verbintenis, waarmede zij haar ziel verbonden 24 Deu 9:19 | toorn en de grimmigheid waarmede de HEERE zeer op ulieden 25 Deu 22:12 | hoeken uws opperkleeds, waarmede gij u bedekt. ~ 26 Deu 23:19 | met woeker van enig ding, waarmede men woekert. ~ 27 Deu 28:20 | de boosheid uwer werken, waarmede gij Mij verlaten hebt. ~ 28 Deu 28:53 | belegering en in de benauwing, waarmede uw vijanden u zullen benauwen ~ 29 Deu 28:55 | belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u in al uw poorten 30 Deu 28:57 | belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u zal benauwen 31 Deu 28:67 | vermits den schrik uws harten, waarmede gij zult verschrikt zijn, 32 Deu 29:22 | en deszelfs krankheden, waarmede de HEERE het gekrenkt heeft; ~ 33 Joz 23:16 | Wat overtreding is dit, waarmede gijlieden overtreden hebt 34 Ric 5:15 | tot Hem: Och, mijn Heer! waarmede zal ik Israel verlossen? 35 Ric 8:38 | hem: Waar is nu uw mond, waarmede gij zeidet: Wie is Abimelech, 36 Ric 15:5 | zijn grote kracht zij, en waarmede wij hem zouden machtig worden, 37 Ric 15:6 | uw grote kracht zij, en waarmede gij zoudt kunnen gebonden 38 Ric 15:10 | gesproken; verklaar mij toch nu, waarmede gij zoudt kunnen gebonden 39 Ric 15:13 | gesproken; verklaar mij toch nu, waarmede gij zoudt kunnen gebonden 40 1Sa 6:2 | HEEREN doen? Laat ons weten, waarmede wij ze aan haar plaats zenden 41 1Sa 14:14 | 14 Deze eerste slag nu, waarmede Jonathan en zijn wapendrager 42 1Sa 29:4 | worde in den strijd; want waarmede zou deze zich bij zijn heer 43 2Sa 13:15 | groten haat; want de haat, waarmede hij haar haatte, was groter 44 2Sa 13:15 | was groter dan de liefde, waarmede hij haar had liefgehad; 45 2Sa 21:3 | zal ik ulieden doen, en waarmede zal ik verzoenen, dat gij 46 1Kon 5:3 | bouwen, vanwege de oorlogen, waarmede zij hem omsingelden, totdat 47 1Kon 8:50| en al hun overtredingen, waarmede zij tegen U zullen overtreden 48 1Kon 8:59| En dat deze mijn woorden, waarmede ik voor den HEERE gesmeekt 49 1Kon 15:22| daarvan, zouden wegdragen, waarmede Baesa gebouwd had; en de 50 1Kon 15:26| vaders, en in zijn zonde, waarmede hij Israel had doen zondigen. ~ 51 1Kon 15:30| deed, en om zijn terging, waarmede hij den HEERE, den God Israels, 52 1Kon 15:34| Jerobeam, en in zijn zonde, waarmede hij Israel had doen zondigen. ~  ~  53 1Kon 16:13| zonden van Ela, zijn zoon, waarmede zij gezondigd hadden, en 54 1Kon 16:13| zij gezondigd hadden, en waarmede zij Israel hadden doen zondigen, 55 1Kon 16:26| Nebat, en in zijn zonden, waarmede hij Israel had doen zondigen, 56 1Kon 21:22| van Ahia; om de terging, waarmede gij Mij getergd hebt, en 57 1Kon 22:21| de HEERE zeide tot hem: Waarmede? ~ 58 2Kon 14:12| gedaan heeft, en zijn macht, waarmede hij gestreden heeft tegen 59 2Kon 20:19| Wat vertrouwen is dit, waarmede gij vertrouwt? ~ 60 2Kon 21:6 | woorden, die gij gehoord hebt, waarmede Mij de dienaars van den 61 2Kon 25:26| Zijns groten toorns niet af, waarmede Zijn toorn brandde tegen 62 2Kon 25:26| Juda, om al de tergingen, waarmede Manasse Hem getergd had. ~ 63 1Kro 10:13| Saul, in zijn overtreding, waarmede hij overtreden had tegen 64 2Kro 17:6 | Rama, en het hout daarvan, waarmede Baesa gebouwd had; en hij 65 2Kro 19:20| de HEERE zeide tot hem: Waarmede? ~ 66 Ezra 9:11| landen, om hun gruwelen, waarmede zij dat vervuild hebben, 67 Job 21:27 | en de boze verdichtselen, waarmede gij tegen mij geweld doet. ~ 68 Psa 79:12 | in hun schoot hun smaad, waarmede zij U, o Heere! gesmaad 69 Psa 89:52 | 52 Waarmede, o HEERE! Uw vijanden smaden, 70 Psa 89:52 | HEERE! Uw vijanden smaden, waarmede zij de voetstappen Uws gezalfden 71 Psa 109:19 | Die zij hem als een kleed, waarmede hij zich bedekt, en tot 72 Psa 109:19 | bedekt, en tot een gordel, waarmede hij zich steeds omgordt. ~ 73 Psa 119:9 | 9  Beth. Waarmede zal de jongeling zijn pad 74 Hoo 3:11 | koning Salomo, met de kroon, waarmede Hem Zijn moeder kroonde 75 Jes 25:7 | bewindsel des aangezichts, waarmede alle volken bewonden zijn, 76 Jes 25:7 | bewonden zijn, en het deksel, waarmede alle natien bedekt zijn. ~ 77 Jes 29:13 | Mij doen; en hun vreze, waarmede zij Mij      vrezen, mensengeboden 78 Jes 30:23 | Dan zal Hij uw zaad, waarmede gij het land bezaaid hebt, 79 Jes 30:26 | verbinden, en de wonde, waarmede het geslagen is, genezen. ~ 80 Jes 36:4 | Wat vertrouwen is dit, waarmede gij vertrouwt; ~ 81 Jes 37:6 | woorden, die gij gehoord hebt, waarmede Mij de dienaars des konings 82 Jes 50:1 | scheidbrief van ulieder moeder, waarmede Ik haar weggezonden heb? 83 Jer 19:9 | en in de benauwing,      waarmede hen hun vijanden, en die 84 Jer 23:6 | dit zal Zijn naam zijn, waarmede men Hem zal noemen: De HEERE: 85 Klaa 1:12| smart, die mij aangedaan is, waarmede de HEERE mij      bedroefd 86 Eze 13:12 | Waar is de pleistering, waarmede gij gepleisterd hebt? ~ 87 Eze 13:20 | Ik wil aan uw kussens, waarmede gij aldaar de zielen jaagt 88 Eze 16:19 | meelbloem en olie, en honig, waarmede Ik u spijsde, dat hebt gij 89 Eze 20:43 | en aan al uw handelingen waarmede gij u verontreinigd hebt, 90 Eze 36:18 | hadden, en om hun drekgoden, waarmede zij dat verontreinigd hadden. ~ 91 Eze 40:42 | men het gereedschap henen, waarmede men het brandoffer en slachtoffer 92 Dan 11:4 | naar zijn heerschappij, waarmede hij      heerste; want zijn 93 Mic 6:3 | wat heb Ik u gedaan, en waarmede heb Ik u vermoeid? Betuig 94 Mic 6:6 | 6      Waarmede zal ik den HEERE tegenkomen, 95 Zep 2:8 | scheldwoorden der kinderen Ammons, waarmede zij Mijn volk beschimpt 96 Zep 3:11 | vanwege al uw handelingen, waarmede gij tegen Mij overtreden 97 Zac 13:6 | zeggen: Het zijn de wonden, waarmede ik geslagen ben, in het 98 Zac 14:12 | En dit zal de plage zijn, waarmede de HEERE al de volken plagen 99 Mal 1:6 | Mijns Naams! Maar gij zegt: Waarmede verachten wij Uw Naam? ~ 100 Mal 1:7 | verontreinigd brood, en zegt: Waarmede verontreinigen wij U? Daarmede, 101 Mal 2:17 | uw woorden; nog zegt gij: Waarmede vermoeien wij Hem? Daarmede, 102 Matt 5:13| het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden? 103 Matt 6:25| zult; noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult; is het 104 Matt 6:31| wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? ~ 105 Matt 20:22| den doop gedoopt worden, waarmede Ik gedoopt worde? Zij zeiden 106 Matt 20:23| drinken, en met den doop, waarmede Ik gedoopt worde, zult gij 107 Mark 3:28| en allerlei lasteringen, waarmede zij zullen gelasterd hebben; ~ 108 Mark 9:50| indien het zout onzout wordt, waarmede zult gij dat smakelijk maken? 109 Luk 6:38 | want met dezelfde maat, waarmede gijlieden meet, zal ulieden 110 Luk 12:22 | noch voor het lichaam, waarmede gij u kleden zult. ~ 111 Luk 14:34 | zout smakeloos geworden is, waarmede zal het smakelijk gemaakt 112 Joha 13:5 | drogen met den linnen doek, waarmede Hij omgord was. ~ 113 Joha 17:26| maken; opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, 114 2Kor 10:2 | met die vrijmoedigheid, waarmede ik geacht word stoutelijk 115 Efez 2:4 | door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, ~ 116 1The 3:9 | vanwege al de blijdschap, waarmede wij ons om uwentwil verblijden 117 Heb 9:8 | 8 Waarmede de Heilige Geest dit beduidde,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License