Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
iram 2
iri 1
iru 1
is 7933
isai 42
isbah 1
isbak 1
Frequency    [«  »]
8724 ik
8706 gij
7945 dat
7933 is
7660 niet
6228 der
6208 uw

Bijbel

IntraText - Concordances

is

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7933

     Book Chapter: Verse
4501 Jer 12:8 | 8      Mijn erfenis is Mij geworden als een leeuw 4502 Jer 12:9 | 9      Mijn erfenis is Mij een gesprenkelde vogel; 4503 Jer 12:11 | tot Mij; het ganse land is verwoest, omdat er niemand 4504 Jer 12:11 | verwoest, omdat er niemand is, die het ter harte neemt. ~ 4505 Jer 12:12 | andere einde des lands; er is      geen vrede voor enig 4506 Jer 13:4 | hebt, die aan uw lenden is, en maak u op, en ga henen 4507 Jer 13:17 | HEEREN kudde gevankelijk is weggevoerd. 4508 Jer 13:18 | kroon uwer heerlijkheid, is nedergedaald. ~ 4509 Jer 13:19 | zijn toegesloten, en er is niemand, die ze opent; het 4510 Jer 13:19 | ze opent; het ganse Juda is weggevoerd, het is geheel 4511 Jer 13:19 | Juda is weggevoerd, het is geheel en al weggevoerd. ~ 4512 Jer 13:20 | het noorden komen! waar is de kudde, die u gegeven 4513 Jer 14:1 | dat tot Jeremia geschied is, over de zaken der grote 4514 Jer 14:4 | Omdat het aardrijk gescheurd is, dewijl er geen regen op 4515 Jer 14:4 | er geen regen op de aarde is; de akkerlieden zijn beschaamd, 4516 Jer 14:5 | omdat er geen jong gras is. ~ 4517 Jer 14:6 | versmachten, omdat er geen kruid is. ~ 4518 Jer 14:17 | der dochter Mijns volks is gebroken met      een grote 4519 Jer 14:17 | plage, die zeer smartelijk is. ~ 4520 Jer 14:19 | er geen genezing voor ons is? Men wacht naar vrede, maar      4521 Jer 14:19 | naar vrede, maar      daar is niets goeds, en naar tijd 4522 Jer 14:19 | genezing, maar ziet, daar is verschrikking. ~ 4523 Jer 15:9 | Zij, die zeven baarde, is zwak geworden; zij heeft 4524 Jer 15:9 | ziel uitgeblazen, haar zon is ondergegaan, als het nog 4525 Jer 15:9 | als het nog dag was; zij is beschaamd en schaamrood 4526 Jer 15:14 | niet kent; want een vuur is aangestoken in Mijn toorn, 4527 Jer 15:16 | ze opgegeten, en Uw woord is mij geweest tot vreugde 4528 Jer 15:18 | 18      Waarom is mijn pijn steeds durende, 4529 Jer 16:10 | kwaad over ons, en welke is onze misdaad, en      welke 4530 Jer 16:10 | onze misdaad, en      welke is onze zonde, die wij tegen 4531 Jer 16:21 | zullen weten, dat Mijn Naam is HEERE. ~  ~  ~  ~ ~ 4532 Jer 17:1 | 1      De zonde van Juda is geschreven met een ijzeren 4533 Jer 17:5 | zegt de HEERE: Vervloekt is de man, die op een mens 4534 Jer 17:7 | Gezegend daarentegen is de man, die op den HEERE 4535 Jer 17:7 | wiens vertrouwen de HEERE is! ~ 4536 Jer 17:8 | die aan het water geplant is, en zijn wortelen uitschiet 4537 Jer 17:9 | 9      Arglistig is het hart, meer dan enig 4538 Jer 17:9 | enig ding, ja, dodelijk is het, wie zal het kennen? ~ 4539 Jer 17:11 | broedt ze niet uit, alzo is hij, die rijkdom vergadert, 4540 Jer 17:12 | hoogheid van het eerste aan, is de plaats onzes heiligdoms. ~ 4541 Jer 17:15 | zij zeggen tot mij: Waar is het woord des HEEREN? Laat 4542 Jer 17:16 | het; wat uit mijn lippen is gegaan, is voor Uw      4543 Jer 17:16 | uit mijn lippen is gegaan, is voor Uw      aangezicht 4544 Jer 18:1 | dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, zeggende: ~ 4545 Jer 18:10 | indien het doet, dat kwaad is in Mijn ogen, dat het naar 4546 Jer 18:12 | Doch zij zeggen: Het is buiten hoop; maar wij zullen 4547 Jer 18:15 | weg, die niet opgehoogd is; ~ 4548 Jer 19:2 | voor de deur der Zonnepoort is, en roep aldaar uit de woorden, 4549 Jer 19:5 | noch in Mijn      hart is opgekomen? ~ 4550 Jer 20:2 | in de gevangenis, dewelke is in de bovenste poort van 4551 Jer 20:2 | aan het huis des HEEREN is. ~ 4552 Jer 20:8 | tot smaad en tot schimp is. ~ 4553 Jer 20:11 | 11      Maar de HEERE is met mij als een verschrikkelijk 4554 Jer 20:15 | geboodschapt heeft, zeggende: U is een jonge zoon geboren, 4555 Jer 20:17 | moeder mijn graf geweest is, of haar baarmoeder als 4556 Jer 20:17 | die eeuwiglijk zwanger is! ~ 4557 Jer 21:1 | dat van den HEERE geschied is tot Jeremia, als koning 4558 Jer 21:14 | verteren al wat rondom haar is. ~  ~ 4559 Jer 22:10 | over dien, die weggegaan is, want hij zal nimmermeer 4560 Jer 22:11 | regeerde, die uit deze plaats is uitgegaan: Hij zal daar      4561 Jer 22:14 | zich vensteren uit, en het is bedekt met ceder, en aangestreken 4562 Jer 22:16 | toen ging het hem wel; is dat niet Mij te kennen? 4563 Jer 22:21 | Ik zal niet horen. Dit is uw weg van uw jeugd af, 4564 Jer 22:28 | 28      Is dan deze man Chonia een 4565 Jer 22:28 | verstrooid, afgodisch beeld? Of is hij een vat, waaraan men 4566 Jer 23:10 | 10      Want het land is vol overspelers, want het 4567 Jer 23:10 | verdorren, omdat hun loop boos is, en hun macht niet recht. ~ 4568 Jer 23:15 | van Jeruzalems profeten is de huichelarij      uitgegaan 4569 Jer 23:19 | HEEREN, een grimmigheid is uitgegaan, ja, een pijnlijk 4570 Jer 23:26 | 26      Hoe lang? Is er dan een droom in het 4571 Jer 23:28 | profeet, bij welken een droom is, die vertelle den droom; 4572 Jer 23:28 | en bij welken Mijn woord is, die spreke Mijn woord waarachtiglijk; 4573 Jer 23:29 | 29      Is Mijn woord niet alzo, als 4574 Jer 23:33 | vragen zal, zeggende: Wat is des HEEREN last? Zo zult 4575 Jer 25:1 | dat tot Jeremia geschied is over het ganse volk van 4576 Jer 25:3 | tot op dezen dag toe (dit is het drie en twintigste jaar) 4577 Jer 25:3 | drie en twintigste jaar) is het woord des HEEREN tot 4578 Jer 25:13 | wat in dit boek geschreven is, wat Jeremia geprofeteerd 4579 Jer 25:18 | een vloek, gelijk      het is te dezen dage; ~ 4580 Jer 25:29 | die naar Mijn Naam genoemd is, begin Ik te plagen, en 4581 Jer 25:38 | verlaten; want hunlieder land is geworden tot een verwoesting, 4582 Jer 26:11 | zeggende: Aan dezen man is een oordeel des doods, want 4583 Jer 26:14 | het goed, en als het recht is in uw ogen; ~ 4584 Jer 26:16 | profeten: Aan dezen man is geen oordeel des doods, 4585 Jer 27:5 | ze aan welken het recht is in Mijn      ogen. ~ 4586 Jer 27:18 | des HEEREN woord bij hen is, laat hen nu bij den HEERE 4587 Jer 29:25 | het volk, dat te Jeruzalem is, en tot Zefanja, den zoon 4588 Jer 29:26 | allen man, die onzinnig is, en zich voor een profeet      4589 Jer 30:1 | dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, zeggende: ~ 4590 Jer 30:5 | stem der verschrikking; er is vrees en geen vrede. ~ 4591 Jer 30:7 | O wee! want die dag is zo groot, dat zijns gelijke 4592 Jer 30:7 | zijns gelijke niet geweest is; en het is een tijd van 4593 Jer 30:7 | niet geweest is; en het is een tijd van benauwdheid 4594 Jer 30:12 | zegt de HEERE: Uw breuk is dodelijk, uw plage is smartelijk. ~ 4595 Jer 30:12 | breuk is dodelijk, uw plage is smartelijk. ~ 4596 Jer 30:13 | 13      Er is niemand, die uw zaak oordeelt, 4597 Jer 30:15 | breuk, dat uw smart dodelijk is? Om de grootheid uwer ongerechtigheid, 4598 Jer 30:17 | noemen: De verdrevene. Het is Sion, zeggen zij; niemand 4599 Jer 30:21 | tot Mij genaken; want wie is hij, die met zijn hart borg      4600 Jer 30:23 | HEEREN, een grimmigheid is uitgegaan, een aanhoudend 4601 Jer 31:3 | 3      De HEERE is mij verschenen van verre 4602 Jer 31:9 | tot een Vader, en Efraim is Mijn eerstgeborene. ~ 4603 Jer 31:15 | Zo zegt de HEERE: Er is een stem gehoord in Rama, 4604 Jer 31:16 | ogen van tranen; want er is loon voor uw arbeid, spreekt 4605 Jer 31:17 | 17      En er is verwachting voor uw nakomelingen, 4606 Jer 31:20 | 20      Is niet Efraim Mij een dierbare 4607 Jer 31:20 | Efraim Mij een dierbare zoon, is hij Mij niet een troetelkind? 4608 Jer 31:33 | 33      Maar dit is het verbond, dat Ik na die 4609 Jer 31:35 | HEERE der      heirscharen is Zijn Naam: ~ 4610 Jer 32:1 | dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, in het tiende 4611 Jer 32:2 | huis des konings van Juda is. ~ 4612 Jer 32:6 | zeide: Des HEEREN woord is tot mij geschied, zeggende: ~ 4613 Jer 32:7 | mijn veld, dat bij Anathoth is, want gij hebt het recht 4614 Jer 32:8 | toch mijn veld, hetwelk is bij Anathoth, dat in het      4615 Jer 32:8 | het      land van Benjamin is; want gij hebt het erfrecht, 4616 Jer 32:9 | het veld, dat bij Anathoth is; en ik woog hem het geld 4617 Jer 32:17 | uitgestrekten arm; geen ding is U te wonderlijk. ~ 4618 Jer 32:18 | geweldige God, Wiens Naam is      HEERE der heirscharen! ~ 4619 Jer 32:20 | een Naam gemaakt, als Hij is te dezen dage! ~ 4620 Jer 32:24 | in te nemen, en de stad is gegeven in de hand der Chaldeen, 4621 Jer 32:24 | wat Gij gesproken hebt, is geschied, en zie, Gij ziet 4622 Jer 32:25 | der Chaldeen hand gegeven is. ~ 4623 Jer 32:31 | en tot Mijn grimmigheid is Mij deze stad geweest, van 4624 Jer 32:34 | dat naar Mijn Naam genoemd is, om dat te verontreinigen. ~ 4625 Jer 32:35 | geboden, noch in Mijn hart is opgekomen, dat zij dezen 4626 Jer 32:36 | waar gij van zegt: Zij is gegeven in de hand des konings 4627 Jer 32:43 | land, waarvan gij zegt: Het is woest, dat er geen mens 4628 Jer 32:43 | geen mens noch beest in is; het is in der Chaldeen 4629 Jer 32:43 | mens noch beest in is; het is in der Chaldeen hand gegeven. ~ 4630 Jer 33:2 | Hij het bevestige, HEERE is Zijn Naam; ~ 4631 Jer 33:5 | tegen de Chaldeen, maar het is om die te vullen met dode 4632 Jer 33:10 | plaats (waarvan gij zegt: Zij is woest, dat er geen mens 4633 Jer 33:10 | geen mens en geen beest in is), in de steden van Juda, 4634 Jer 33:10 | inwoner, en geen beest in is, zal wederom gehoord worden, ~ 4635 Jer 33:11 | heirscharen, want de      HEERE is goed, want Zijn goedertierenheid 4636 Jer 33:11 | want Zijn goedertierenheid is in eeuwigheid! de stem dergenen, 4637 Jer 33:12 | deze plaats, die zo woest is, dat er geen mens, zelfs 4638 Jer 33:12 | zelfs tot het vee toe, in is, mitsgaders in al derzelver 4639 Jer 33:16 | Jeruzalem zeker wonen; en deze is, die haar roepen zal: De 4640 Jer 33:24 | het geen volk      meer is voor hun aangezicht. ~ 4641 Jer 33:25 | Indien Mijn verbond niet is van dag en nacht; indien 4642 Jer 34:1 | dat tot Jeremia geschied is van den HEERE (als Nebukadrezar, 4643 Jer 34:8 | dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, nadat de 4644 Jer 34:15 | en hadt gedaan, dat recht is in Mijn ogen, vrijheid uitroepende, 4645 Jer 34:15 | dat naar Mijn Naam genoemd is. ~ 4646 Jer 35:1 | dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, in de dagen 4647 Jer 35:4 | Jigdalia, den man Gods; welke is bij de kamer der oversten, 4648 Jer 35:4 | kamer der oversten, die daar is boven de kamer      van 4649 Jer 35:11 | 11      Maar het is geschied, als Nebukadrezar, 4650 Jer 36:7 | zijn bozen weg; want groot is de toorn en de      grimmigheid, 4651 Jer 37:7 | ter hulpe uitgetogen      is, zal wederkeren in zijn 4652 Jer 37:14 | En Jeremia zeide: Het is vals, ik wil niet tot de 4653 Jer 37:17 | het verborgen, en zeide: Is er ook een woord van den 4654 Jer 37:17 | En Jeremia zeide:      Er is; en hij zeide: Gij zult 4655 Jer 38:5 | Zedekia zeide: Ziet, hij is in uw hand; want de koning 4656 Jer 38:9 | geen brood meer in de stad is. ~ 4657 Jer 38:21 | weigert uit te gaan, zo is dit het woord, dat de HEERE 4658 Jer 40:1 | dat van den HEERE geschied is tot Jeremia, nadat Nebuzaradan, 4659 Jer 40:3 | niet gehoorzaamd; daarom is      ulieden deze zaak geschied. ~ 4660 Jer 40:4 | hand waren; indien het goed is in uw ogen met mij naar 4661 Jer 40:4 | stellen; maar indien het kwaad is in uw ogen met mij naar 4662 Jer 40:4 | het; zie, het ganse land is voor uw aangezicht, waarhenen 4663 Jer 40:4 | goed en recht in uw ogen is te      gaan, ga daar. ~ 4664 Jer 40:5 | waar het in uw ogen recht is te gaan, ga er henen. En 4665 Jer 41:9 | geslagen had, henenwierp, is dezelfde, dien de koning 4666 Jer 41:12 | grote water, dat bij Gibeon is. ~ 4667 Jer 41:17 | Geruth-Chimham, dat bij Bethlehem is, om voort te trekken, dat 4668 Jer 42:18 | toorn, en Mijn grimmigheid is uitgestort over de inwoners 4669 Jer 43:9 | Farao's huis te Tachpanhes is, voor de ogen der Joodse 4670 Jer 43:13 | Beth-Semes, hetwelk in Egypteland is, verbreken; en hij zal de 4671 Jer 44:6 | 6      Daarom is Mijn grimmigheid en Mijn 4672 Jer 44:6 | geworden zijn, gelijk het is te dezen dage. ~ 4673 Jer 44:17 | al hetgeen uit onzen mond is uitgegaan, rokende aan Melecheth 4674 Jer 44:21 | daaraan niet gedacht, en is het niet in Zijn hart opgekomen? ~ 4675 Jer 44:22 | gruwelen, die gij deedt; daarom is uw land geworden tot een 4676 Jer 44:22 | niemand in woont, gelijk het is te dezen dage; ~ 4677 Jer 44:23 | niet hebt gewandeld; daarom is u dit kwaad wedervaren, 4678 Jer 44:23 | kwaad wedervaren, gelijk het is te dezen dage. ~ 4679 Jer 46:1 | profeet Jeremia geschied is tegen de heidenen. ~ 4680 Jer 46:5 | vlucht, en zien niet om; er is schrik van rondom, spreekt 4681 Jer 46:7 | 7      Wie is deze, die optrekt als een 4682 Jer 46:10 | 10      Maar deze dag is des HEEREN, des HEEREN der 4683 Jer 46:11 | vermenigvuldigt gij de medicijnen, er is geen heling voor u. ~ 4684 Jer 46:12 | schande gehoord, en het land is vol van uw gekrijt; want 4685 Jer 46:14 | verteerd, wat      rondom u is. ~ 4686 Jer 46:17 | Farao, de koning van Egypte, is maar een gedruis; hij heeft 4687 Jer 46:18 | spreekt de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen; hij 4688 Jer 46:20 | 20      Egypte is een zeer schone vaarze; 4689 Jer 46:21 | de dag huns verderfs      is over hen gekomen, de tijd 4690 Jer 46:23 | de HEERE, hoewel het niet is te onderzoeken; want zij 4691 Jer 46:24 | De dochter van Egypte is beschaamd; zij is gegeven 4692 Jer 46:24 | Egypte is beschaamd; zij is gegeven in de hand des volks 4693 Jer 47:5 | 5   Kaalheid is op Gaza gekomen; Askelon 4694 Jer 47:5 | op Gaza gekomen; Askelon is uitgeroeid, met het overblijfsel 4695 Jer 48:1 | Wee over Nebo, want zij is verstoord; Kirjathaim is 4696 Jer 48:1 | is verstoord; Kirjathaim is beschaamd, zij is ingenomen; 4697 Jer 48:1 | Kirjathaim is beschaamd, zij is ingenomen; de stad des hogen 4698 Jer 48:1 | des hogen vertreks      is beschaamd en verschrikt. ~ 4699 Jer 48:2 | Moabs roem van Hesbon is er niet meer; zij hebben 4700 Jer 48:3 | 3      Er is een stem des gekrijts van 4701 Jer 48:4 | 4      Moab is verbroken; haar kleine kinderen 4702 Jer 48:11 | 11      Moab is van zijn jeugd aan gerust 4703 Jer 48:11 | zijn heffe stil gelegen, en is van vat in vat niet geledigd, 4704 Jer 48:11 | gewandeld in gevangenis; daarom is zijn smaak in      hem gebleven, 4705 Jer 48:13 | het huis Israels beschaamd is geworden vanwege Beth-El, 4706 Jer 48:15 | 15      Moab is verstoord, en uit zijn steden 4707 Jer 48:15 | keur zijner jongelingen is ter slachting afgegaan, 4708 Jer 48:15 | spreekt de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen. ~ 4709 Jer 48:16 | 16      Moabs verderf is nabij om te komen, en zijn 4710 Jer 48:17 | zijn naam kent; zegt: Hoe is de sterke staf, de sierlijke 4711 Jer 48:18 | want Moabs verstoorder is tegen u opgetogen, hij heeft 4712 Jer 48:19 | ontkomene vrouw; zeg: Wat is er geschied? ~ 4713 Jer 48:20 | 20      Moab is beschaamd, want hij is verslagen; 4714 Jer 48:20 | Moab is beschaamd, want hij is verslagen; huilt en krijt! 4715 Jer 48:20 | Arnon, dat Moab verstoord is. ~ 4716 Jer 48:21 | 21      En het oordeel is gekomen over het vlakke 4717 Jer 48:25 | 25      Moabs hoorn is afgesneden, en zijn arm 4718 Jer 48:27 | 27      Want is u niet Israel ter belaching 4719 Jer 48:29 | Moabs hovaardij gehoord (hij is zeer hovaardig), zijn trotsheid, 4720 Jer 48:32 | zee; maar de verstoorder is      gevallen op uw zomervruchten 4721 Jer 48:33 | uit Moabs land, weggenomen is; want Ik heb den wijn doen 4722 Jer 48:36 | gemaakt had,      verloren is. ~ 4723 Jer 48:37 | insnijdingen, en op de lenden is een zak. ~ 4724 Jer 48:38 | Moab, en op al haar straten is overal misbaar; want Ik 4725 Jer 48:39 | 39      Hoe is hij verslagen! zij huilen; 4726 Jer 48:41 | Elk een der steden is gewonnen, en elk een der 4727 Jer 48:41 | elk een der vastigheden is ingenomen; en het hart van 4728 Jer 48:41 | ener vrouw, die in nood is. ~ 4729 Jer 48:45 | van Hesbon; maar een vuur is uitgegaan van Hesbon, en 4730 Jer 48:46 | Moab! het volk van Kamos is verloren; want uw zonen 4731 Jer 48:47 | spreekt de HEERE. Tot hiertoe is Moabs oordeel.   ~ 4732 Jer 49:1 | hij geen erfgenaam? Waarom is dan Malcham erfgenaam van 4733 Jer 49:3 | Huil, o Hesbon! want Ai is verstoord; krijt, gij dochteren 4734 Jer 49:4 | gij op uw dalen? Uw dal is weggevloten, gij afkerige 4735 Jer 49:7 | HEERE der heirscharen alzo: Is er dan geen wijsheid meer 4736 Jer 49:7 | wijsheid meer te Theman? Is de raad vergaan van de verstandigen? 4737 Jer 49:7 | vergaan van de verstandigen? Is hunlieder wijsheid onnut 4738 Jer 49:10 | kunnen versteken; zijn zaad is verstoord, ook zijn broeders, 4739 Jer 49:10 | en zijn naburen, en hij is er niet      meer. ~ 4740 Jer 49:12 | welker oordeel het niet is den beker te drinken, zullen 4741 Jer 49:14 | gehoord van den HEERE, en er is een gezant geschikt onder 4742 Jer 49:19 | en wie daartoe verkoren is,      dien zal Ik tegen 4743 Jer 49:19 | haar bestellen; want wie is Mij gelijk, en wie zou Mij 4744 Jer 49:19 | zou Mij dagvaarden, en wie is die herder, die voor Mijn 4745 Jer 49:21 | gekrijt, welks geluid gehoord is bij de Schelfzee. ~ 4746 Jer 49:22 | vrouw, die in      nood is. ~ 4747 Jer 49:23 | Tegen Damaskus. Beschaamd is Hamath en Arpad; omdat zij 4748 Jer 49:23 | zij gesmolten; bij de zee is bekommernis, men kan er 4749 Jer 49:24 | 24      Damaskus is slap geworden, zij heeft 4750 Jer 49:25 | 25      Hoe is de beroemde stad niet gelaten, 4751 Jer 49:34 | profeet Jeremia geschied is tegen Elam, in het begin 4752 Jer 50:2 | verbergt het niet; zegt: Babel is ingenomen, Bel is beschaamd, 4753 Jer 50:2 | Babel is ingenomen, Bel is beschaamd, Merodach is verpletterd, 4754 Jer 50:2 | Bel is beschaamd, Merodach is verpletterd, haar      afgoden 4755 Jer 50:12 | 12      Zo is uw moeder zeer beschaamd; 4756 Jer 50:12 | beschaamd; die u gebaard heeft, is schaamrood geworden; ziet, 4757 Jer 50:12 | schaamrood geworden; ziet, zij is geworden de achterste der 4758 Jer 50:15 | zijn afgebroken; want dat is des HEEREN wraak, wreekt 4759 Jer 50:17 | 17      Israel is een verbijsterd lam, dat 4760 Jer 50:22 | 22      Er is een krijgsgeschrei in het 4761 Jer 50:23 | 23      Hoe is de hamer der ganse aarde 4762 Jer 50:23 | afgehouwen en verbroken! Hoe is Babel geworden tot een ontzetting 4763 Jer 50:25 | voortgebracht; want dat is een werk van den HEERE, 4764 Jer 50:27 | wee over hen, want hun dag is gekomen, de tijd hunner 4765 Jer 50:28 | 28      Er is een stem der gevluchten 4766 Jer 50:31 | heirscharen; want uw dag is gekomen, de tijd, dat Ik 4767 Jer 50:34 | Maar hun Verlosser is sterk, HEERE der heirscharen 4768 Jer 50:34 | sterk, HEERE der heirscharen is Zijn Naam; Hij zal hun twist 4769 Jer 50:37 | die in het midden van hen is, dat zij tot wijven worden; 4770 Jer 50:38 | zij uitdrogen; want het is een land van gesneden beelden, 4771 Jer 50:42 | paarden zullen zij rijden; het is toegerust als een man ten      4772 Jer 50:44 | en wie daartoe verkoren is, dien      zal Ik tegen 4773 Jer 50:44 | haar bestellen; want wie is Mij gelijk, en wie zou Mij 4774 Jer 50:44 | zou Mij dagvaarden? En wie is de herder, die voor Mijn 4775 Jer 50:46 | 46      De aarde is bevende geworden van het 4776 Jer 50:46 | van Babel, en het gekrijt is gehoord onder de volken. ~  ~ 4777 Jer 51:5 | hunlieder land vol van schuld is), van den Heilige Israels. ~ 4778 Jer 51:6 | ongerechtigheid; want dit is de tijd der wraak des HEEREN, 4779 Jer 51:8 | 8      Schielijk is Babel gevallen en verbroken; 4780 Jer 51:9 | Babel gemeesterd, maar zij is niet genezen; verlaat haar 4781 Jer 51:9 | reikt tot aan den hemel, en is verheven      tot aan de 4782 Jer 51:11 | opgewekt; want Zijn voornemen is tegen Babel, dat Hij haar 4783 Jer 51:11 | verderve;      want dit is de wraak des HEEREN, de 4784 Jer 51:13 | zijt van schatten! uw einde is gekomen, de maat uwer gierigheid. ~ 4785 Jer 51:16 | Hij Zijn stem geeft, zo is er een gedruis van wateren 4786 Jer 51:17 | 17      Een ieder mens is onvernuftig geworden, zodat 4787 Jer 51:17 | heeft; een ieder goudsmid is beschaamd van het gesneden 4788 Jer 51:17 | want zijn gegoten beeld is leugen, en er      is geen 4789 Jer 51:17 | beeld is leugen, en er      is geen geest in hen. ~ 4790 Jer 51:19 | 19      Jakobs deel is niet gelijk die; want Hij 4791 Jer 51:19 | niet gelijk die; want Hij is de Formeerder van alles, 4792 Jer 51:19 | Formeerder van alles, en Israel is de roede Zijner erfenis; 4793 Jer 51:19 | erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn Naam. ~ 4794 Jer 51:30 | de vestingen, hun macht is bezweken, zij zijn tot wijven 4795 Jer 51:31 | zijn stad van het einde is ingenomen; ~ 4796 Jer 51:33 | Israels: De dochter van Babel is als een dorsvloer, het is 4797 Jer 51:33 | is als een dorsvloer, het is tijd, dat men ze trede; 4798 Jer 51:35 | geweld, dat mij en mijn vlees is aangedaan, zij op Babel! 4799 Jer 51:41 | 41      Hoe is Sesach zo veroverd, en de 4800 Jer 51:41 | ganse aarde ingenomen! Hoe is Babel geworden tot een ontzetting 4801 Jer 51:42 | 42      Een zee is over Babel gerezen, door 4802 Jer 51:42 | de veelheid harer golven is zij bedekt. ~ 4803 Jer 51:44 | toevloeien, want ook Babels muur is      gevallen. ~ 4804 Jer 51:48 | mitsgaders al wat daarin is, zullen juichen over Babel; 4805 Jer 51:49 | Gelijk Babel geweest is tot een val der verslagenen 4806 Jer 51:54 | 54      Er is een stem des gekrijts uit 4807 Jer 51:57 | de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen. ~ 4808 Jer 52:28 | 28      Dit is het volk, dat Nebukadrezar 4809 Klaa 1:1 | die vol volks was, zij is als een weduwe geworden, 4810 Klaa 1:1 | vorstin onder de landschappen, is cijnsbaar      geworden. ~ 4811 Klaa 1:3 | 3      Gimel. Juda is in gevangenis gegaan vanwege 4812 Klaa 1:4 | zijn bedroefd, en zij zelve is in bitterheid. ~ 4813 Klaa 1:6 | En van de dochter Sions is al haar sieraad weggegaan; 4814 Klaa 1:7 | 7      Zain. Jeruzalem is, in de dagen harer ellende 4815 Klaa 1:8 | zwaarlijk gezondigd, daarom is zij als een afgezonderde 4816 Klaa 1:8 | hebben; zij zucht ook, en zij is achterwaarts gekeerd. ~ 4817 Klaa 1:9 | Teth. Haar onreinheid is in haar zomen, zij heeft 4818 Klaa 1:9 | aan haar uiterste, daarom is zij wonderbaarlijk omlaag 4819 Klaa 1:12 | smart, die mij aangedaan is, waarmede de HEERE mij      4820 Klaa 1:14 | juk mijner overtredingen is aangebonden door Zijn hand, 4821 Klaa 1:16 | verkwikken, verre van mij is; mijn kinderen zijn verwoest, 4822 Klaa 1:17 | breidt haar handen uit, daar is geen trooster voor haar; 4823 Klaa 1:17 | tegenpartijders zouden zijn; Jeruzalem is als      een afgezonderde 4824 Klaa 1:18 | 18      Tsade. De HEERE is rechtvaardig, want ik ben 4825 Klaa 1:20 | Aanzie, HEERE, want mij is bange; mijn ingewand is 4826 Klaa 1:20 | is bange; mijn ingewand is beroerd, mijn hart heeft 4827 Klaa 1:20 | kinderen beroofd, van binnen is als de dood. ~ 4828 Klaa 1:22 | zijn vele, en mijn hart is      mat. ~  ~Klaagliederen 4829 Klaa 1:25 | toen de vijand kwam, en Hij is tegen Jakob      ontstoken 4830 Klaa 1:27 | 5      He. De Heere is geworden als een vijand; 4831 Klaa 1:31 | zijn onder de heidenen; er is geen wet; haar profeten      4832 Klaa 1:33 | wordt beroerd; mijn lever is ter aarde uitgeschud, vanwege 4833 Klaa 1:34 | hun moeders zeggen: Waar is koren en wijn, als zij op 4834 Klaa 1:35 | dochter Sions, want uw breuk is      zo groot als de zee, 4835 Klaa 1:37 | dochter Jeruzalems, zeggende: Is dit die stad, waar men van 4836 Klaa 1:38 | hebben haar verslonden; dit is immers de dag, dien wij 4837 Klaa 1:44 | gezetten hoogtijds; en er is niemand aan den dag des 4838 Klaa 1:54 | 10      Daleth. Hij is mij een loerende beer, een 4839 Klaa 1:62 | Toen zeide ik: Mijn sterkte is vergaan, en mijn hoop van 4840 Klaa 1:67 | allen morgen nieuw, Uw trouw is groot. ~ 4841 Klaa 1:68 | 24      Cheth. De HEERE is mijn Deel, zegt mijn ziel, 4842 Klaa 1:69 | 25      Teth. De HEERE is goed dengenen, die Hem verwachten, 4843 Klaa 1:70 | 26      Teth. Het is goed, dat men hope, en stille 4844 Klaa 1:71 | 27      Teth. Het is goed voor een man, dat hij 4845 Klaa 1:73 | stof, zeggende: Misschien is er verwachting. ~ 4846 Klaa 1:93 | ophouden, omdat er geen rust is; ~ 4847 Klaa 1:111| 1      Aleph. Hoe is het goud zo verdonkerd, 4848 Klaa 1:113| maar de dochter mijns volks is als een wrede geworden, 4849 Klaa 1:114| kinderkens eisen brood, er is niemand, die het hun mededeelt. ~ 4850 Klaa 1:116| der dochter mijns volks is groter dan de zonden van 4851 Klaa 1:118| 8      Cheth. Maar nu is hun gedaante verduisterd 4852 Klaa 1:118| kleeft aan hun beenderen, zij is verdord, zij is geworden 4853 Klaa 1:118| beenderen, zij is verdord, zij is geworden als een hout. ~ 4854 Klaa 1:123| 13      Mem. Het is vanwege de zonden harer 4855 Klaa 1:125| riepen tot hen: Wijkt, hier is een onreine wijkt, wijkt, 4856 Klaa 1:128| niet gaan konden; ons einde is genaderd, onze dagen zijn 4857 Klaa 1:128| zijn vervuld, ja, ons einde is gekomen. ~ 4858 Klaa 1:130| de gezalfde des HEEREN, is gevangen in hun groeven; 4859 Klaa 2:1 | HEERE, wat ons geschied is, aanschouw het, en zie onzen 4860 Klaa 2:2 | 2      Ons erfdeel is tot de vreemdelingen gewend, 4861 Klaa 2:8 | Knechten heersen over ons; er is niemand, die ons uit hun 4862 Klaa 2:10 | 10      Onze huid is zwart geworden gelijk een 4863 Klaa 2:15 | harten houdt op, onze rei is in treurigheid veranderd. ~ 4864 Klaa 2:16 | De kroon onzes hoofds is afgevallen; o wee nu onzer, 4865 Klaa 2:17 | 17      Daarom is ons hart mat, om deze dingen 4866 Klaa 2:18 | Sions wil, die verwoest is, waar de vossen op lopen. ~ 4867 Klaa 2:19 | in eeuwigheid, Uw troon is van geslacht tot geslacht. ~ 4868 Eze 1:28 | den boog, die in de wolk is ten dage des plasregens, 4869 Eze 2:5 | het midden van hen geweest is. ~ 4870 Eze 3:7 | want het ganse huis Israels is stijf van voorhoofd, en 4871 Eze 3:21 | omdat hij gewaarschuwd is; en gij hebt uw ziel bevrijd. ~ 4872 Eze 4:14 | Heere, HEERE, zie, mijn ziel is niet verontreinigd geweest; 4873 Eze 4:14 | aas, noch dat verscheurd is, gegeten, en geen      verfoeilijk 4874 Eze 4:14 | geen      verfoeilijk vlees is in mijn mond gekomen. ~ 4875 Eze 5:5 | zegt de Heere HEERE: Dit is Jeruzalem, welke Ik in het 4876 Eze 6:9 | dat van Mij      afgeweken is, en door hun ogen, die hun 4877 Eze 6:12 | 12      Die verre af is, zal door de pest sterven, 4878 Eze 6:12 | pest sterven, en die nabij is, zal door het zwaard vallen; 4879 Eze 6:12 | overgebleven en belegerd is, zal door honger sterven; 4880 Eze 7:2 | land Israels: Het einde is er, het einde is gekomen 4881 Eze 7:2 | Het einde is er, het einde is gekomen over de vier hoeken 4882 Eze 7:3 | 3      Nu is het einde over u; want Ik 4883 Eze 7:5 | kwaad, een enig kwaad, ziet, is gekomen; ~ 4884 Eze 7:6 | 6      Een einde is er gekomen, dat einde is 4885 Eze 7:6 | is er gekomen, dat einde is gekomen, het is opgewaakt 4886 Eze 7:6 | dat einde is gekomen, het is opgewaakt tegen u; ziet, 4887 Eze 7:6 | tegen u; ziet, het kwaad is gekomen! ~ 4888 Eze 7:7 | 7      De morgenstond is tot u gekomen, o inwoner 4889 Eze 7:7 | inwoner des lands, de tijd is gekomen, de dag der beroerte 4890 Eze 7:7 | gekomen, de dag der beroerte is nabij, en er is geen wederklank 4891 Eze 7:7 | beroerte is nabij, en er is geen wederklank der bergen. ~ 4892 Eze 7:10 | dag, ziet, de morgenstond is gekomen, de morgenstond 4893 Eze 7:10 | gekomen, de morgenstond is voortgekomen, de roede heeft 4894 Eze 7:11 | 11      Het geweld is opgerezen tot een roede 4895 Eze 7:12 | 12      De tijd is gekomen, de dag is genaakt; 4896 Eze 7:12 | tijd is gekomen, de dag is genaakt; de koper zij niet 4897 Eze 7:12 | want een brandende toorn is over de gehele menigte van 4898 Eze 7:14 | want Mijn brandende toorn is over de gehele menigte van 4899 Eze 7:15 | 15      Het zwaard is buiten, en de pest, en de 4900 Eze 7:15 | binnen; die op het veld is, zal door het zwaard sterven, 4901 Eze 7:15 | sterven, en die in de stad is, dien zal de honger en de 4902 Eze 7:23 | een keten; want het land is vol van bloedgerichten, 4903 Eze 7:23 | bloedgerichten, en de stad is vol van geweld. ~ 4904 Eze 8:14 | HEEREN, die naar het noorden is, en ziet, daar zaten vrouwen, 4905 Eze 8:17 | mensenkind, dat gezien? Is er iets lichter geacht bij 4906 Eze 9:2 | Hoge poort, die gekeerd is naar het noorden, en elkeen 4907 Eze 9:6 | op denwelken het teken is, en begint van Mijn heiligdom. 4908 Eze 9:9 | huis van Israel en van Juda is gans zeer groot, en het 4909 Eze 9:9 | zeer groot, en het land is met bloed vervuld, en de 4910 Eze 9:9 | bloed vervuld, en de stad is vol van afwijking; want 4911 Eze 10:20 | 20      Dit is het dier, dat ik zag onder 4912 Eze 11:7 | dat vlees, en deze stad is de pot; maar ulieden zal 4913 Eze 11:15 | den HEERE, ditzelve land is ons tot een erfbezitting 4914 Eze 11:23 | tegen het oosten der stad is. ~ 4915 Eze 12:10 | de Heere HEERE: Deze last is tegen den vorst te Jeruzalem, 4916 Eze 12:10 | dat in het midden van hen is. ~ 4917 Eze 12:12 | die in het midden van hen is, zal het gereedschap op 4918 Eze 12:22 | 22      Mensenkind, wat is dit voor een spreekwoord, 4919 Eze 12:27 | Het gezicht dat hij ziet, is voor vele dagen, en hij 4920 Eze 13:10 | Vrede, daar geen vrede is; en dat de een een lemen 4921 Eze 13:12 | tot u gezegd worden: Waar is de pleistering, waarmede 4922 Eze 13:15 | ulieden zeggen: Die wand is er niet meer, en die hem      4923 Eze 13:16 | vredes zien, waar geen vrede is, spreekt de Heere HEERE. ~ 4924 Eze 15:2 | 2   Mensenkind, wat is het hout des wijnstoks meer 4925 Eze 15:2 | onder het hout eens wouds is? ~ 4926 Eze 15:5 | heeft, zodat het verbrand is, zal het dan nog tot een 4927 Eze 15:6 | als het hout des wijnstoks is onder het hout des wouds, 4928 Eze 16:7 | geworden, en uw      haar is gewassen, doch gij waart 4929 Eze 16:16 | daarop gehoereerd; zulks is niet gekomen, en zal niet 4930 Eze 16:19 | een liefelijken reuk; zo is het geschied,      spreekt 4931 Eze 16:20 | geofferd om te verteren; is het wat kleins van uw hoererijen, ~ 4932 Eze 16:23 | 23      Het is ook geschied na al uw boosheid,, 4933 Eze 16:30 | 30      Hoe zwak is uw hart (spreekt de Heere 4934 Eze 16:36 | Omdat uw vergif uitgestort is, en uw schaamte door uw 4935 Eze 16:36 | hoererijen met uw boelen ontdekt is, en met al de drekgoden 4936 Eze 16:44 | zeggende: Zo de moeder is, is haar dochter. ~ 4937 Eze 16:44 | zeggende: Zo de moeder is, is haar dochter. ~ 4938 Eze 16:46 | Uw grote zuster nu is Samaria, zij en haar dochteren, 4939 Eze 16:46 | maar uw zuster, die kleiner is dan gij, die tegen uw rechterhand 4940 Eze 16:46 | tegen uw rechterhand woont, is Sodom en      haar dochteren. ~ 4941 Eze 16:56 | Ja, uw zuster Sodom is in uw mond niet gehoord 4942 Eze 17:12 | Ziet, de koning van Babel is tot Jeruzalem gekomen, en 4943 Eze 18:2 | 2      Wat is ulieden, dat gij dit spreekwoord 4944 Eze 18:5 | Wanneer nu iemand rechtvaardig is, en doet recht en gerechtigheid; ~ 4945 Eze 18:10 | gewonnen, die een inbreker is, die bloed vergiet, die 4946 Eze 18:23 | spreekt de Heere HEERE; is het niet, als hij zich bekeert 4947 Eze 18:25 | gijlieden: De weg des HEEREN is niet recht; hoort nu, o 4948 Eze 18:25 | hoort nu, o huis Israels! is Mijn weg niet recht? Zijn 4949 Eze 18:29 | Israels: De weg des Heeren is niet recht. Zouden Mijn 4950 Eze 19:13 | 13      En nu is hij geplant in een woestijn, 4951 Eze 19:14 | 14      Daartoe is een vuur uitgegaan uit een 4952 Eze 19:14 | aan hem geen sterke roede is tot een scepter, om te heersen. 4953 Eze 19:14 | scepter, om te heersen. Dit is een weeklage,      en is 4954 Eze 19:14 | is een weeklage,      en is tot een weeklage geworden. ~  ~  ~  ~ ~ 4955 Eze 20:6 | hetwelk het      sieraad is van alle landen. ~ 4956 Eze 20:15 | honig, hetwelk het sieraad is van      alle landen; ~ 4957 Eze 20:29 | En Ik zeide tot hen: Wat is die hoogte, waarhenen gij 4958 Eze 20:29 | waarhenen gij gaat? Nochtans is de naam daarvan genoemd 4959 Eze 20:32 | in uw geest opgeklommen is, zal geenszins geschieden, 4960 Eze 20:49 | HEERE, zij zeggen van mij: Is hij niet een verdichter 4961 Eze 21:9 | Het zwaard, het zwaard is gescherpt, en ook geveegd. ~ 4962 Eze 21:10 | 10      Het is gescherpt, opdat het een 4963 Eze 21:10 | een slachting slachte; het is geveegd, opdat het een glinster 4964 Eze 21:10 | zullen vrolijk zijn? het is de roede Mijns Zoons, die 4965 Eze 21:11 | handelen zou; dat zwaard is gescherpt, en dat is geveegd, 4966 Eze 21:11 | zwaard is gescherpt, en dat is geveegd, om hetzelve in 4967 Eze 21:14 | worden ten derden male, het is het zwaard dergenen, die 4968 Eze 21:14 | zullen worden;      het is het zwaard der groten, die 4969 Eze 21:15 | vermenigvuldigen; ach, het is toegemaakt, opdat het glinstere, 4970 Eze 21:15 | opdat het glinstere, het is      ingewonden om te slachten. ~ 4971 Eze 21:16 | waarhenen uw aangezicht gesteld is. ~ 4972 Eze 21:26 | verhogen dien, die nederig is, en vernederen dien, die 4973 Eze 21:26 | vernederen dien, die hoog is. ~ 4974 Eze 21:28 | Het zwaard, het zwaard is uitgetrokken, het is ter      4975 Eze 21:28 | zwaard is uitgetrokken, het is ter      slachting geveegd 4976 Eze 22:24 | land, dat niet gereinigd is, dat zijn plasregen niet 4977 Eze 22:25 | verbintenis harer profeten is in het midden van haar als 4978 Eze 23:4 | waren haar namen: Samaria is Ohola, en      Jeruzalem 4979 Eze 23:20 | bijwijven, welker vlees is als het vlees der ezelen, 4980 Eze 23:20 | ezelen, en welker vloed is als de vloed der paarden. ~ 4981 Eze 23:22 | boelen, van welke uw ziel is afgetrokken, tegen u verwekken, 4982 Eze 23:28 | dergenen, van dewelken uw ziel is afgetrokken. ~ 4983 Eze 23:32 | drinken, die diep en wijd is; gij zult tot belaching 4984 Eze 23:33 | beker van uw zuster Samaria is een beker der verwoesting 4985 Eze 23:37 | hebben overspel gedaan, en er is bloed in haar handen; en 4986 Eze 23:40 | 40      Dit is er ook, dat zij gezonden 4987 Eze 23:44 | een vrouw, die een hoer is; alzo gingen zij in tot 4988 Eze 23:45 | overspeelsters, en bloed is in haar      handen. ~ 4989 Eze 24:6 | pot, welks schuim in hem is, en van welken zijn schuim 4990 Eze 24:6 | welken zijn schuim en niet is uitgegaan! trek stuk bij 4991 Eze 24:7 | 7      Want haar bloed is in het midden van haar; 4992 Eze 24:12 | zij Mij moede gemaakt; nog is haar overvloedig schuim 4993 Eze 24:13 | In uw onreinigheid is schandelijkheid, omdat Ik 4994 Eze 24:20 | hen: Het woord des HEEREN is tot mij geschied, zeggende: ~ 4995 Eze 24:27 | mond bij dien, die ontkomen is, opengedaan worden, en gij 4996 Eze 25:8 | Ziet, het huis van Juda is gelijk al de heidenen; ~ 4997 Eze 26:2 | gezegd heeft: Heah! zij is verbroken, de poort der 4998 Eze 26:2 | de poort der volken; zij is tot mij omgewend; ik zal 4999 Eze 26:2 | zal vervuld worden, zij is verwoest! ~ 5000 Eze 26:17 | stad, die sterk geweest is ter zee, zij en haar     


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7933

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License