1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7933
Book Chapter: Verse
5001 Eze 27:27 | die in het midden van u is, zullen vallen in het hart
5002 Eze 27:32 | weeklagen, zeggende: Wie is geweest als Tyrus, als de
5003 Eze 28:15 | ongerechtigheid in u gevonden is. ~
5004 Eze 29:3 | die daar zegt: Mijn rivier is de mijne, en ik heb
5005 Eze 29:9 | omdat hij zegt: De rivier is mijn, en ik heb die gemaakt. ~
5006 Eze 30:3 | 3 Want de dag is nabij, ja, de dag des HEEREN
5007 Eze 30:3 | nabij, ja, de dag des HEEREN is nabij, een wolkige dag,
5008 Eze 31:18 | verslagenen door het zwaard. Dat is Farao, en zijn ganse menigte,
5009 Eze 32:16 | 16 Dat is het klaaglied, en dat zullen
5010 Eze 32:20 | zwaard zullen zij vallen; zij is aan het zwaard overgegeven;
5011 Eze 32:22 | 22 Daar is Assur met haar gansen hoop,
5012 Eze 32:23 | des kuils, en haar hoop is rondom haar graf; zij zijn
5013 Eze 32:24 | 24 Daar is Elam met haar ganse menigte
5014 Eze 32:25 | een schrik van hen gegeven is in het land der levenden;
5015 Eze 32:25 | kuil zijn nedergedaald; hij is geleid in het midden der
5016 Eze 32:26 | 26 Daar is Mesech, en Tubal, met haar
5017 Eze 32:27 | nochtans op hun beenderen is, omdat der helden schrik
5018 Eze 32:27 | land der levenden geweest is. ~
5019 Eze 32:29 | 29 Daar is Edom, haar koningen en al
5020 Eze 33:4 | neemt hem weg, diens bloed is op zijn hoofd. ~
5021 Eze 33:5 | waarschuwen, zijn bloed is op hem; maar hij, die zich
5022 Eze 33:6 | bazuin, zodat het volk niet is gewaarschuwd; en het zwaard
5023 Eze 33:6 | ziel uit hen weg; die is wel in zijn ongerechtigheid
5024 Eze 33:17 | volks: De weg des Heeren is niet recht; daar toch hun
5025 Eze 33:17 | hun eigen weg niet recht is. ~
5026 Eze 33:20 | zegt gij: De weg des Heeren is niet recht; Ik zal ulieden
5027 Eze 33:21 | zeggende: De stad is geslagen. ~
5028 Eze 33:24 | onzer zijn velen; het land is ons gegeven tot een
5029 Eze 33:27 | die in het open veld is, het wild gedierte overgeve,
5030 Eze 33:32 | een, die schoon van stem is, of die wel speelt; daarom
5031 Eze 33:33 | het midden van hen geweest is. ~ ~ ~ ~ ~
5032 Eze 34:5 | verstrooid, omdat er geen herder is; en zij zijn als het wild
5033 Eze 34:6 | gansen aardbodem; en er is niemand, die er naar vraagt,
5034 Eze 34:8 | zijn, omdat er geen herder is, en Mijn herders naar Mijn
5035 Eze 34:12 | zijner verspreide schapen is, alzo zal Ik Mijn schapen
5036 Eze 34:18 | 18 Is het u te weinig, dat gij
5037 Eze 34:19 | met uw voeten vertreden is, en drinken, wat met uw
5038 Eze 34:19 | met uw voeten vermodderd is? ~
5039 Eze 35:14 | het ganse land verblijd is, alzo zal Ik u de verwoesting
5040 Eze 35:15 | Israels, omdat zij verwoest is, alzo zal Ik aan u doen;
5041 Eze 36:23 | onder de heidenen ontheiligd is, dien gij in het midden
5042 Eze 36:35 | land, dat verwoest was, is geworden als een hof van
5043 Eze 37:11 | verdord, en onze verwachting is verloren, wij zijn
5044 Eze 37:19 | in Efraims hand geweest is, en van de stammen Israels,
5045 Eze 38:8 | land, dat wedergebracht is van het zwaard, dat vergaderd
5046 Eze 38:8 | het zwaard, dat vergaderd is uit vele volken, op de bergen
5047 Eze 38:12 | uit de heidenen verzameld is, dat vee en have verkregen
5048 Eze 39:8 | spreekt de Heere HEERE; dit is de dag, van welken Ik gesproken
5049 Eze 40:45 | den weg naar het zuiden is, is voor de priesteren,
5050 Eze 40:45 | weg naar het zuiden is, is voor de priesteren, die
5051 Eze 40:46 | den weg naar het noorden is, is voor de priesteren,
5052 Eze 40:46 | weg naar het noorden is, is voor de priesteren, die
5053 Eze 41:4 | en hij zeide tot mij: Dit is de heiligheid der heiligheden. ~
5054 Eze 41:22 | En hij sprak tot mij: Dit is de tafel, die voor
5055 Eze 42:13 | schuldoffer, want de plaats is heilig. ~
5056 Eze 42:14 | tot hetgeen voor het volk is. ~
5057 Eze 43:7 | tot mij: Mensenkind! dit is de plaats Mijns troons,
5058 Eze 43:12 | 12 Dit is de wet van het huis: op
5059 Eze 43:12 | heiligheden zijn; ziet, dit is de wet van het huis. ~
5060 Eze 43:13 | rondom een span; en dit is de rug des altaars. ~
5061 Eze 44:2 | God Israels, door dezelve is ingegaan; daarom zal
5062 Eze 44:6 | zegt de Heere HEERE: Het is te veel voor ulieden, vanwege
5063 Eze 44:9 | der kinderen Israels is. ~
5064 Eze 44:25 | die geens mans geweest is, zullen zij zich mogen verontreinigen. ~
5065 Eze 44:31 | aas, noch wat verscheurd is van het gevogelte, of van
5066 Eze 45:9 | zegt de Heere HEERE: Het is te veel voor u, gij vorsten
5067 Eze 45:13 | 13 Dit is het hefoffer, dat gijlieden
5068 Eze 45:14 | bath uit een kor, hetwelk is een homer van tien bath,
5069 Eze 46:9 | poort, door dewelke hij is ingegaan, maar recht voor
5070 Eze 46:17 | den vorst wederkeren; het is immers zijn erfenis,
5071 Eze 46:20 | En hij zeide tot mij: Dit is de plaats, alwaar de priesters
5072 Eze 47:16 | tussen de landpale van Hamath is; Hazar Hattichon, dat aan
5073 Eze 47:16 | aan de landpale van Havran is. ~
5074 Eze 48:14 | noch overdragen; want het is een heiligheid den HEERE. ~
5075 Eze 48:15 | Maar de vijf duizend, dat is hetgeen overgelaten is in
5076 Eze 48:15 | dat is hetgeen overgelaten is in de breedte, voor aan
5077 Eze 48:22 | landpale van Benjamin is, zal des vorsten zijn. ~
5078 Eze 48:29 | 29 Dit is het land, dat gijlieden
5079 Eze 48:35 | dien dag af zijn: De HEERE Is ALDAAR. ~
5080 Dan 2:3 | gedroomd; en mijn geest is ontsteld om dien droom te
5081 Dan 2:5 | tot de Chaldeen: De zaak is mij ontgaan; indien gij
5082 Dan 2:8 | dat de zaak mij ontgaan is. ~
5083 Dan 2:9 | kennen geeft, ulieder vonnis is enerlei; daarom hebt gij
5084 Dan 2:10 | den koning, en zeiden: Er is geen mens op den aardbodem,
5085 Dan 2:10 | te kennen geven; daarom is er geen koning, grote
5086 Dan 2:11 | zaak die de koning begeert, is te zwaar; en er is niemand
5087 Dan 2:11 | begeert, is te zwaar; en er is niemand anders, die dezelve
5088 Dan 2:11 | woning bij het vlees niet is. ~
5089 Dan 2:20 | in eeuwigheid, want Zijn is de wijsheid en de kracht. ~
5090 Dan 2:22 | weet, wat in het duister is, want het licht woont bij
5091 Dan 2:28 | 28 Maar er is een God in den hemel, Die
5092 Dan 2:30 | 30 Mij nu, mij is de verborgenheid geopenbaard,
5093 Dan 2:30 | door wijsheid, die in mij is boven alle levenden; maar
5094 Dan 2:36 | 36 Dit is de droom; zijn uitlegging
5095 Dan 2:45 | zonder handen afgehouwen is geworden, die het ijzer,
5096 Dan 2:45 | geschieden zal; de droom nu is gewis, en zijn uitlegging
5097 Dan 2:45 | gewis, en zijn uitlegging is zeker. ~
5098 Dan 2:47 | antwoordde Daniel en zeide: Het is de waarheid, dat ulieder
5099 Dan 2:47 | ulieder God een God der goden is, en een Heere der koningen,
5100 Dan 3:14 | antwoordde en zeide tot hen: Is het met opzet, Sadrach,
5101 Dan 3:15 | dat ik gemaakt heb, zo is het wel; maar zo gijlieden
5102 Dan 3:15 | brandenden vuurs; en wie is de God, Die ulieden uit
5103 Dan 3:17 | onze God, Dien wij eren, is machtig ons te verlossen
5104 Dan 3:24 | zeiden tot den koning: Het is gewis, o koning! ~
5105 Dan 3:25 | midden des vuurs, en er is geen verderf aan hen; en
5106 Dan 3:25 | de gedaante des vierden is gelijk eens zoons der
5107 Dan 3:29 | drekhoop gesteld worde; want er is geen ander God, Die alzo
5108 Dan 4:3 | Zijn wonderen! Zijn Rijk is een eeuwig Rijk, en Zijn
5109 Dan 4:3 | Rijk, en Zijn heerschappij is van geslacht tot geslacht. ~
5110 Dan 4:6 | 6 Daarom is er een bevel van mij gesteld,
5111 Dan 4:8 | inkwam, wiens naam Beltsazar is, naar den naam mijns gods,
5112 Dan 4:8 | geest der heilige goden is; en ik vertelde den droom
5113 Dan 4:9 | geest der heilige goden in u is, zo zeg de gezichten mijns
5114 Dan 4:17 | 17 Deze zaak is in het besluit der wachters,
5115 Dan 4:17 | wachters, en deze begeerte is in het woord der heiligen;
5116 Dan 4:18 | geest der heilige goden in u is. ~
5117 Dan 4:19 | Daniel, wiens naam Beltsazar is, bij een uur lang, en zijn
5118 Dan 4:22 | geworden; want uw grootheid is zo gewassen, dat zij reikt
5119 Dan 4:24 | 24 Dit is de beduiding, o koning!
5120 Dan 4:24 | beduiding, o koning! en dit is een besluit des Allerhoogsten,
5121 Dan 4:26 | 26 Dat er ook gezegd is, dat men den stam met de
5122 Dan 4:30 | Sprak de koning, en zeide: Is dit niet het grote Babel,
5123 Dan 4:31 | wordt gezegd: Het koninkrijk is van u gegaan. ~
5124 Dan 4:34 | omdat Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij,
5125 Dan 4:34 | heerschappij, en Zijn Koninkrijk is van geslacht tot geslacht; ~
5126 Dan 4:35 | inwoners der aarde, en er is niemand, die Zijn hand afslaan,
5127 Dan 4:37 | paden gerichten zijn; en Hij is machtig te vernederen
5128 Dan 5:11 | 11 Er is een man in uw koninkrijk,
5129 Dan 5:11 | geest der heilige goden is, want in de dagen uws vaders
5130 Dan 5:11 | want in de dagen uws vaders is bij hem gevonden licht,
5131 Dan 5:11 | wijsheid der goden is; daarom stelde hem de koning
5132 Dan 5:14 | de geest der goden in u is, en dat er licht, en verstand,
5133 Dan 5:21 | de Allerhoogste, Heerser is over de koninkrijken der
5134 Dan 5:23 | Wiens hand uw adem is, en bij Wien al uw paden
5135 Dan 5:24 | 24 Toen is dat deel der hand van Hem
5136 Dan 5:25 | 25 Dit nu is het schrift, dat daar getekend
5137 Dan 5:25 | schrift, dat daar getekend is: MENE, MENE, TEKEL, UPHARSIN. ~
5138 Dan 5:26 | 26 Dit is de uitlegging dezer woorden:
5139 Dan 5:28 | PERES; uw koninkrijk is verdeeld, en het is den
5140 Dan 5:28 | koninkrijk is verdeeld, en het is den Meden en den Perzen
5141 Dan 6:13 | antwoordde en zeide: Het is een vaste rede, naar de
5142 Dan 6:16 | Meden en der Perzen wet is, dat geen gebod noch ordonnantie,
5143 Dan 6:23 | onschuld in mij gevonden is; ook heb ik, o koning!
5144 Dan 6:27 | 27 Van mij is een bevel gegeven, dat men
5145 Dan 6:27 | God van Daniel; want Hij is de levende God, en
5146 Dan 6:27 | eeuwigheden, en Zijn koninkrijk is niet verderfelijk, en Zijn
5147 Dan 6:27 | verderfelijk, en Zijn heerschappij is tot het einde toe. ~
5148 Dan 7:14 | zouden; Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij,
5149 Dan 7:28 | 28 Tot hiertoe is het einde dezer rede. Wat
5150 Dan 8:2 | welke in het landschap Elam is) ik zag dan in een gezicht,
5151 Dan 8:21 | Die harige bok nu, is de koning van Griekenland;
5152 Dan 8:21 | welke tussen zijn ogen is, is de eerste koning. ~
5153 Dan 8:21 | welke tussen zijn ogen is, is de eerste koning. ~
5154 Dan 8:26 | en morgen, dat er gezegd is, is de waarheid; en gij,
5155 Dan 8:26 | morgen, dat er gezegd is, is de waarheid; en gij, sluit
5156 Dan 9:7 | 7 Bij U, o Heere! is de gerechtigheid, maar bij
5157 Dan 9:7 | aangezichten, gelijk het is te deze dage; bij de mannen
5158 Dan 9:8 | 8 O Heere! bij ons is de beschaamdheid der aangezichten,
5159 Dan 9:11 | niet gehoorzaamden; daarom is over ons uitgestort die
5160 Dan 9:11 | die eed, die geschreven is in de wet van Mozes,
5161 Dan 9:12 | kwaad, hetwelk niet geschied is onder den gansen hemel,
5162 Dan 9:12 | gelijk aan Jeruzalem geschied is. ~
5163 Dan 9:13 | wet van Mozes geschreven is, alzo is al dat kwaad over
5164 Dan 9:13 | Mozes geschreven is, alzo is al dat kwaad over ons gekomen;
5165 Dan 9:14 | want de HEERE, onze God, is rechtvaardig in al Zijn
5166 Dan 9:15 | Naam gemaakt, gelijk hij is te dezen dage; wij hebben
5167 Dan 9:17 | heiligdom, dat verwoest is; om des HEEREN wil. ~
5168 Dan 9:18 | die naar Uw Naam genoemd is; want wij werpen onze smekingen
5169 Dan 9:19 | Want Uw stad, en Uw volk is naar Uw Naam genoemd. ~
5170 Dan 9:23 | het begin uwer smekingen is het woord uitgegaan, en
5171 Dan 10:1 | geopenbaard, en die zaak is de waarheid, doch in een
5172 Dan 10:4 | der grote rivier, welke is Hiddekel. ~
5173 Dan 10:14 | dagen, want het gezicht is nog voor vele dagen. ~
5174 Dan 10:17 | kracht in mij, en geen adem is in mij overgebleven. ~
5175 Dan 10:21 | geven, hetgeen getekend is in het geschrift der waarheid;
5176 Dan 10:21 | geschrift der waarheid; en er is niet een, die zich met Mij
5177 Dan 11:5 | die een van zijn vorsten is, zal sterk worden; doch
5178 Dan 11:36 | gramschap voleind zij, want het is vastelijk besloten, het
5179 Dan 12:1 | zal, als er niet geweest is, sinds dat er een volk
5180 Dan 12:1 | er een volk geweest is, tot op dienzelven tijd
5181 Dan 12:12 | 12 Welgelukzalig is hij, die verwacht en raakt
5182 Hos 1:1 | des HEEREN, dat geschied is tot Hosea, den zoon van
5183 Hos 2:1 | omdat zij Mijn vrouw niet is, en Ik haar Man niet ben;
5184 Hos 2:12 | en haar halssieraad, en is haar boelen nagegaan,
5185 Hos 4:1 | van God in het land is; ~
5186 Hos 4:4 | bestraffe iemand; want uw volk is als die met den priester
5187 Hos 4:6 | 6 Mijn volk is uitgeroeid, omdat het zonder
5188 Hos 4:6 | omdat het zonder kennis is; dewijl gij de kennis verworpen
5189 Hos 4:13 | omdat derzelver schaduw goed is; daarom hoereren uw dochteren,
5190 Hos 4:16 | 16 Want Israel is onbandig, als een onbandige
5191 Hos 4:17 | 17 Efraim is vergezeld met de afgoden;
5192 Hos 4:18 | Hunlieder zuiperij is afvallig; zij doen niet
5193 Hos 4:18 | hoereren; hun schilden (het is een schande!) beminnen het
5194 Hos 5:3 | Ik ken Efraim, en Israel is voor Mij niet verborgen;
5195 Hos 5:3 | en Israel verontreinigd is. ~
5196 Hos 5:4 | de geest der hoererijen is in het midden van hen, en
5197 Hos 5:9 | bekend gemaakt, dat gewis is. ~
5198 Hos 5:11 | 11 Efraim is verdrukt, hij is verpletterd
5199 Hos 5:11 | Efraim is verdrukt, hij is verpletterd met recht; want
5200 Hos 6:3 | te kennen; Zijn uitgang is bereid als de dageraad;
5201 Hos 6:4 | dewijl uw weldadigheid is als een morgenwolk, en als
5202 Hos 6:8 | 8 Gilead is een stad van werkers der
5203 Hos 6:8 | der ongerechtigheid; zij is betreden van bloed. ~
5204 Hos 6:9 | op iemand wachten, alzo is het gezelschap der priesteren;
5205 Hos 6:10 | het huis Israels; aldaar is Efraims hoererij, Israel
5206 Hos 6:10 | Efraims hoererij, Israel is verontreinigd. ~
5207 Hos 7:4 | bakoven, die heet gemaakt is van den bakker; die ophoudt
5208 Hos 7:5 | 5 Het is de dag onzes konings; de
5209 Hos 7:7 | hun koningen vallen; er is niemand onder hen, die tot
5210 Hos 7:8 | zich met de volken; Efraim is een koek, die niet is omgekeerd; ~
5211 Hos 7:8 | Efraim is een koek, die niet is omgekeerd; ~
5212 Hos 7:9 | hij merkt het niet; ook is de grauwigheid op hem verspreid,
5213 Hos 7:11 | 11 Want Efraim is als een botte duif, zonder
5214 Hos 7:12 | tuchtigen, gelijk gehoord is in hun vergadering. ~
5215 Hos 7:16 | gramschap hunner tong; dat is hunlieder bespotting
5216 Hos 8:5 | u verstoten; Mijn toorn is tegen hen ontstoken; hoe
5217 Hos 8:6 | 6 Want dat is ook uit Israel; een werkmeester
5218 Hos 8:6 | heeft het gemaakt, en het is geen God, maar het zal tot
5219 Hos 8:8 | 8 Israel is verslonden; nu zijn zij
5220 Hos 8:9 | die alleen voor zichzelven is; die van Efraim hebben boelen
5221 Hos 9:7 | gewaar worden; de profeet is een dwaas, de man des geestes
5222 Hos 9:7 | dwaas, de man des geestes is onzinnig; om de grootheid
5223 Hos 9:7 | grootheid uwer ongerechtigheid is de haat ook groot. ~
5224 Hos 9:8 | De wachter van Efraim is met mijn God, maar de profeet
5225 Hos 9:8 | mijn God, maar de profeet is een vogelvangersstrik, op
5226 Hos 9:13 | 13 Efraim is, gelijk als Ik Tyrus aanzag,
5227 Hos 9:13 | Tyrus aanzag, die geplant is in een liefelijke woonplaats;
5228 Hos 9:15 | 15 Al hun boosheid is te Gilgal, want daar heb
5229 Hos 9:16 | 16 Efraim is geslagen, hunlieder wortel
5230 Hos 9:16 | geslagen, hunlieder wortel is verdord, zij zullen geen
5231 Hos 10:1 | 1 Israel is een uitgeledigde wijnstok,
5232 Hos 10:5 | omdat zij van hetzelve is weggevaren. ~
5233 Hos 10:7 | De koning van Samaria is afgehouwen, als schuim op
5234 Hos 10:10 | 10 Het is in Mijn lust, dat Ik ze
5235 Hos 10:11 | Dewijl Efraim een vaars is, gewend gaarne te dorsen,
5236 Hos 10:12 | braakland; dewijl het tijd is den HEERE te zoeken, totdat
5237 Hos 10:15 | boosheid; Israels koning is in den dageraad ten enenmale
5238 Hos 11:8 | stellen als Zeboim? Mijn hart is in Mij omgekeerd, al Mijn
5239 Hos 11:8 | omgekeerd, al Mijn berouw is te zamen ontstoken. ~
5240 Hos 12:6 | God der heirscharen; HEERE is Zijn gedenknaam. ~
5241 Hos 12:8 | In des koopmans hand is een bedriegelijke weegschaal,
5242 Hos 12:12 | 12 Zekerlijk is Gilead ongerechtigheid,
5243 Hos 13:1 | verheven in Israel; maar hij is schuldig geworden aan den
5244 Hos 13:1 | geworden aan den Baal en is gestorven. ~
5245 Hos 13:4 | dan Mij alleen, want er is geen Heiland dan Ik. ~
5246 Hos 13:8 | die van jongen beroofd is, en scheurde het slot huns
5247 Hos 13:9 | bedorven, o Israel! want in Mij is uw hulp. ~
5248 Hos 13:10 | 10 Waar is uw koning nu? Dat hij u
5249 Hos 13:12 | Efraims ongerechtigheid is samengebonden, zijn zonde
5250 Hos 13:12 | samengebonden, zijn zonde is opgelegd. ~
5251 Hos 13:13 | zullen hem aankomen; hij is een onwijs kind; want anders
5252 Hos 13:14 | pestilentien? hel! waar is uw verderf? Berouw zal van
5253 Hos 14:1 | zal woest worden, want zij is wederspannig geweest tegen
5254 Hos 14:5 | liefhebben; want Mijn toorn is van hem gekeerd. ~
5255 Hos 14:9 | groenende denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden. ~
5256 Hos 14:10 | 10 Wie is wijs? die versta deze dingen;
5257 Hos 14:10 | versta deze dingen; wie is verstandig? die bekenne
5258 Joe 1:1 | des HEEREN, dat geschied is tot Joel, den zoon van Pethuel: ~
5259 Joe 1:2 | alle inwoners des lands! Is dit geschied in uw dagen,
5260 Joe 1:5 | dewijl hij van uw mond is afgesneden. ~
5261 Joe 1:6 | 6 Want een volk is opgekomen over mijn land,
5262 Joe 1:8 | die met een zak omgord is vanwege den man van haar
5263 Joe 1:9 | Spijsoffer en drankoffer is van het huis des HEEREN
5264 Joe 1:10 | 10 Het veld is verwoest, het land treurt;
5265 Joe 1:10 | land treurt; want het koren is verwoest, de most is verdroogd,
5266 Joe 1:10 | koren is verwoest, de most is verdroogd, de olie is flauw. ~
5267 Joe 1:10 | most is verdroogd, de olie is flauw. ~
5268 Joe 1:11 | want de oogst des velds is vergaan. ~
5269 Joe 1:12 | 12 De wijnstok is verdord, de vijgeboom is
5270 Joe 1:12 | is verdord, de vijgeboom is flauw; de granaatappelboom,
5271 Joe 1:12 | verdord; ja de vrolijkheid is verdord van de mensenkinderen. ~
5272 Joe 1:13 | spijsoffer en drankoffer is geweerd van het huis
5273 Joe 1:15 | want de dag des HEEREN is nabij, en zal als een verwoesting
5274 Joe 1:16 | 16 Is niet de spijze voor onze
5275 Joe 1:17 | afgebroken, want het koren is verdord. ~
5276 Joe 2:1 | des HEEREN komt, want hij is nabij. ~
5277 Joe 2:2 | van ouds niet geweest is, en na hetzelve niet meer
5278 Joe 2:3 | brandt een vlam; het land is voor hetzelve als een lusthof,
5279 Joe 2:3 | woeste wildernis, en ook is er geen ontkomen van
5280 Joe 2:4 | De gedaante deszelven is als de gedaante van paarden,
5281 Joe 2:5 | in slagorde gesteld is. ~
5282 Joe 2:10 | 10 De aarde is beroerd voor deszelfs aangezicht,
5283 Joe 2:11 | heir henen; want Zijn leger is zeer groot, want Hij is
5284 Joe 2:11 | is zeer groot, want Hij is machtig, doende Zijn woord;
5285 Joe 2:11 | want de dag des HEEREN is groot en zeer vreselijk,
5286 Joe 2:13 | HEERE, uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig
5287 Joe 2:17 | onder de volken zeggen: Waar is hunlieder God? ~
5288 Joe 3:13 | sikkel aan, want de oogst is rijp geworden; komt aan,
5289 Joe 3:13 | daalt henen af, want de pers is vol, en de perskuipen lopen
5290 Joe 3:13 | want hunlieder boosheid is groot. ~
5291 Joe 3:14 | want de dag des HEEREN is nabij, in het dal des dorswagens. ~
5292 Amos 2:11 | jongelingen tot Nazireen; is dit niet alzo, gij kinderen
5293 Amos 2:13 | wagen drukt, die vol garven is. ~
5294 Amos 2:15 | niet bestaan, en die licht is op zijn voeten, zal zich
5295 Amos 3:5 | als er geen strik voor hem is? Zal men den strik van den
5296 Amos 3:10 | niet te doen, dat recht is, spreekt de HEERE; die in
5297 Amos 4:3 | hetgeen in het paleis gebracht is, wegwerpen, spreekt de HEERE. ~
5298 Amos 4:11 | dat uit den brand gered is; nochtans hebt gij u niet
5299 Amos 4:13 | HEERE, God der heirscharen, is Zijn Naam. ~
5300 Amos 5:2 | De jonkvrouw Israels is gevallen, zij zal niet weder
5301 Amos 5:2 | niet weder opstaan; zij is verlaten op haar land, er
5302 Amos 5:2 | verlaten op haar land, er is niemand, die haar opricht. ~
5303 Amos 5:8 | op den aardbodem, HEERE is Zijn Naam. ~
5304 Amos 5:27 | zegt de HEERE, Wiens Naam is God der heirscharen. ~ ~
5305 Amos 6:10 | zijden van het huis is: Zijn er nog meer bij u?
5306 Amos 7:2 | blijven staan; want hij is klein! ~
5307 Amos 7:5 | blijven staan; want hij is klein! ~
5308 Amos 7:13 | meer profeteren; want dat is des konings heiligdom, en
5309 Amos 7:13 | konings heiligdom, en dat is het huis des koninkrijks. ~
5310 Amos 8:2 | HEERE tot mij: Het einde is gekomen over Mijn volk Israel;
5311 Amos 8:10 | stellen in rouw, als er is over een enigen zoon,
5312 Amos 9:5 | Heere HEERE der heirscharen is het, Die het land aanroert,
5313 Amos 9:6 | op den aardbodem; HEERE is Zijn Naam. ~
5314 Amos 9:11 | vertuinen, en wat aan haar is afgebroken, weder oprichten,
5315 Oba 1:1 | gehoord van den HEERE, en er is een gezant geschikt onder
5316 Oba 1:7 | onder u zetten, er is geen verstand in hem. ~
5317 Oba 1:15 | Want de dag des HEEREN is nabij, over al de heidenen;
5318 Oba 1:20 | hetgeen in Sefarad is, zij zullen de steden van
5319 Jona 1:2 | want hunlieder boosheid is opgeklommen voor Mijn aangezicht. ~
5320 Jona 1:6 | hem, en zeide tot hem: Wat is u, gij hardslapende? Sta
5321 Jona 1:8 | dit kwaad overkomt. Wat is uw werk en van waar komt
5322 Jona 1:8 | van waar komt gij? Welk is uw land en van welk volk
5323 Jona 2:9 | zal ik betalen. Het heil is des HEEREN. ~
5324 Jona 3:8 | dat in hun handen is. ~
5325 Jona 4:3 | mijn ziel van mij; want het is mij beter te sterven dan
5326 Jona 4:4 | En de HEERE zeide: Is uw toorn billijk ontstoken? ~
5327 Jona 4:8 | sterven, en zeide: Het is mij beter te sterven dan
5328 Jona 4:9 | Toen zeide God tot Jona: Is uw toorn billijk ontstoken
5329 Jona 4:9 | wonderboom? En hij zeide: Billijk is mijn toorn ontstoken ter
5330 Mic 1:1 | des HEEREN, dat geschied is tot Micha, den Morastiet,
5331 Mic 1:5 | van het huis Israels; wie is het begin van de overtreding
5332 Mic 1:5 | de overtreding van Jakob? Is het niet Samaria? En wie
5333 Mic 1:5 | de hoogten van Juda? Is het niet Jeruzalem? ~
5334 Mic 1:9 | gekomen tot aan Juda; hij is geraakt tot aan de poort
5335 Mic 1:11 | gaat niet uit; rouwklage is te Beth-haezel; hij zal
5336 Mic 1:12 | de inwoneres van Maroth is krank om des goeds wil;
5337 Mic 1:12 | goeds wil; want een kwaad is van den HEERE afgedaald,
5338 Mic 1:13 | inwoners van Lachis! (deze is der dochter Sions het beginsel
5339 Mic 2:1 | macht van hunlieder hand is. ~
5340 Mic 2:7 | Jakobs huis geheten zijt! Is dan de Geest des HEEREN
5341 Mic 2:10 | omdat het verontreinigd is, zal het u verderven, en
5342 Mic 2:11 | 11 Zo er iemand is, die met wind omgaat, en
5343 Mic 2:11 | voor sterken drank! dat is een profeet dezes volks. ~
5344 Mic 3:9 | gruwel hebt, en al wat recht is verkeert; ~
5345 Mic 3:11 | op den HEERE, zeggende: Is de HEERE niet in het
5346 Mic 4:9 | zo groot geschrei maken? Is er geen Koning onder u?
5347 Mic 4:9 | er geen Koning onder u? Is uw Raadgever vergaan, dat
5348 Mic 6:5 | antwoordde; en wat geschied is van Sittim af tot Gilgal
5349 Mic 6:8 | gemaakt, o mens! wat goed is; en wat eist de HEERE van
5350 Mic 6:10 | schaarse efa, dat te verfoeien is? ~
5351 Mic 6:12 | en haar tong bedriegelijk is in haar mond; ~
5352 Mic 7:1 | wijnoogst geschied zijn; er is geen druif om te eten; mijn
5353 Mic 7:2 | 2 De goedertierene is vergaan uit het land, en
5354 Mic 7:2 | vergaan uit het land, en er is niemand oprecht onder de
5355 Mic 7:4 | 4 De beste van hen is als een doorn; de oprechtste
5356 Mic 7:4 | een doorn; de oprechtste is scherper dan een doornheg;
5357 Mic 7:4 | wachters, uw bezoeking, is gekomen; nu zal hunlieder
5358 Mic 7:10 | die tot mij zegt: Waar is de HEERE, uw God? Mijn ogen
5359 Mic 7:18 | 18 Wie is een God gelijk Gij, Die
5360 Nah 1:2 | ijverig God en een wreker is de HEERE, een wreker is
5361 Nah 1:2 | is de HEERE, een wreker is de HEERE, en zeer grimmig;
5362 Nah 1:2 | zeer grimmig; een wreker is de HEERE aan Zijn wederpartijders,
5363 Nah 1:3 | 3 De HEERE is lankmoedig, doch van grote
5364 Nah 1:3 | onschuldig. Des HEEREN weg is in wervelwind, en in storm,
5365 Nah 1:6 | bestaan? Zijn grimmigheid is uitgestort als vuur, en
5366 Nah 1:7 | 7 De HEERE is goed, Hij is ter sterkte
5367 Nah 1:7 | De HEERE is goed, Hij is ter sterkte in den dag der
5368 Nah 1:11 | 11 Van u is een uitgegaan, die kwaad
5369 Nah 1:15 | meer door u doorgaan, hij is gans uitgeroeid. ~ ~
5370 Nah 2:8 | 8 Nineve is wel als een watervijver,
5371 Nah 2:8 | dagen af dat zij geweest is, doch zij zullen vluchten.
5372 Nah 2:9 | zilver, rooft goud, want er is geen einde des voorraads,
5373 Nah 2:10 | 10 Zij is geledigd, ja, uitgeledigd,
5374 Nah 2:10 | schudden, en in al de lenden is smart, en hun aller aangezichten
5375 Nah 2:11 | 11 Waar is nu de woning der leeuwen,
5376 Nah 3:1 | leugen, en verscheuring is! de roof houdt niet op. ~
5377 Nah 3:2 | 2 Er is het geklap der zweep, en
5378 Nah 3:7 | zullen en zeggen: Nineve is verstoord, wie zal medelijden
5379 Nah 3:8 | welker voormuur de zee is, haar muur is van zee. ~
5380 Nah 3:8 | voormuur de zee is, haar muur is van zee. ~
5381 Nah 3:10 | 10 Nog is zij gevankelijk gegaan in
5382 Nah 3:17 | dat hun plaats onbekend is, waar zij geweest zijn. ~
5383 Nah 3:19 | 19 Er is geen samentrekking voor
5384 Nah 3:19 | voor uw breuk, uw plage is smartelijk; allen, die het
5385 Nah 3:19 | klappen; want over wien is uw boosheid niet geduriglijk
5386 Zep 1:1 | HEEREN, hetwelk geschied is tot Zefanja, den zoon van
5387 Zep 1:7 | want de dag des HEEREN is nabij; want de HEERE heeft
5388 Zep 1:11 | het volk van koophandel is uitgehouwen, al de gelddragers
5389 Zep 1:14 | De grote dag des HEEREN is nabij; hij is nabij, en
5390 Zep 1:14 | des HEEREN is nabij; hij is nabij, en zeer haastende;
5391 Zep 2:15 | 15 Dit is die stad, die opspringt
5392 Zep 2:15 | Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden
5393 Zep 2:15 | buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid,
5394 Zep 3:5 | De rechtvaardige HEERE is in het midden van haar,
5395 Zep 3:6 | verstoord, zodat er niemand is, dat er geen inwoner
5396 Zep 3:6 | dat er geen inwoner is. ~
5397 Zep 3:8 | roof; want Mijn oordeel is, de heidenen te verzamelen,
5398 Zep 3:15 | Koning Israels, de HEERE, is in het midden van u, gij
5399 Zep 3:17 | 17 De HEERE uw God, is in het midden van u, een
5400 Zep 3:18 | zijn uit u; de schimping is een last op haar. ~
5401 Zac 1:2 | 2 De HEERE is zeer vertoornd geweest tegen
5402 Zac 1:7 | maand (die de maand Schebat is), in het tweede jaar van
5403 Zac 1:11 | het ganse land zit en het is stil. ~
5404 Zac 2:13 | aangezicht des HEEREN! want Hij is ontwaakt uit Zijn heilige
5405 Zac 3:2 | Die Jeruzalem verkiest; is deze niet een vuurbrand
5406 Zac 4:6 | sprak tot mij, zeggende: Dit is het woord des HEEREN tot
5407 Zac 5:2 | vliegende rol, welker lengte is van twintig ellen, en haar
5408 Zac 5:3 | Toen zeide Hij tot mij: Dit is de vloek, die uitgaan zal
5409 Zac 5:6 | 6 En ik zeide: Wat is dat? En Hij zeide: Dit is
5410 Zac 5:6 | is dat? En Hij zeide: Dit is een efa, die voortkomt.
5411 Zac 5:6 | voortkomt. Verder zeide Hij: Dit is het oog over henlieden in
5412 Zac 5:8 | En Hij zeide: Deze is de goddeloosheid; en Hij
5413 Zac 6:12 | Ziet, een Man, Wiens naam is SPRUITE, Die zal uit Zijn
5414 Zac 7:12 | profeten, waaruit ontstaan is een grote toorn van den
5415 Zac 7:13 | 13 Daarom is het geschied, gelijk als
5416 Zac 8:6 | heirscharen: Omdat het wonderlijk is in de ogen van het overblijfsel
5417 Zac 8:9 | HEEREN der heirscharen gelegd is, dat de tempel gebouwd zou
5418 Zac 8:23 | gehoord, dat God met ulieden is. ~ ~ ~ ~ ~
5419 Zac 9:2 | Sidon, hoewel zij zeer wijs is; ~
5420 Zac 9:9 | komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en rijdende
5421 Zac 9:11 | kuil, daar geen water in is, uitgelaten. ~
5422 Zac 11:2 | sterke woud nedergevallen is. ~
5423 Zac 11:3 | 3 Er is een stem des gehuils der
5424 Zac 11:3 | hun heerlijkheid verwoest is; een stem des gebruls der
5425 Zac 11:3 | van de Jordaan verwoest is. ~
5426 Zac 11:9 | sterve, en wat afgesneden is, dat zij afgesneden, en
5427 Zac 11:12 | gezegd: Indien het goed is in uw ogen, brengt mijn
5428 Zac 11:16 | in dit land; dat gereed is om afgesneden te worden,
5429 Zac 13:7 | den Man, Die Mijn Metgezel is, spreekt de HEERE der heirscharen;
5430 Zac 13:9 | verhoren; Ik zal zeggen: Het is Mijn volk; en het zal zeggen:
5431 Zac 13:9 | het zal zeggen: De HEERE is mijn God. ~ ~
5432 Zac 14:15 | gelijk gener plage geweest is. ~
5433 Zac 14:18 | over dewelke de. regen niet is, niet zal optrekken noch
5434 Mal 1:4 | hetwelk de HEERE vergramd is tot in eeuwigheid. ~
5435 Mal 1:6 | ben Ik dan een Vader, waar is Mijn eer? En ben Ik een
5436 Mal 1:6 | En ben Ik een Heere, waar is Mijn vreze? zegt de HEERE
5437 Mal 1:7 | gij zegt: Des HEEREN tafel is verachtelijk. ~
5438 Mal 1:8 | aanbrengt om te offeren, het is bij u niet kwaad; en als
5439 Mal 1:8 | wat kranks aanbrengt, het is niet kwaad! Brengt dat toch
5440 Mal 1:9 | Hij ons genadig zij; zulks is van uw hand geschied, zal
5441 Mal 1:10 | 10 Wie is er ook onder u, die de deuren
5442 Mal 1:10 | en het spijsoffer is Mij van uw hand niet aangenaam.
5443 Mal 1:12 | gij zegt: Des HEEREN tafel is ontreinigd, en haar inkomen,
5444 Mal 1:12 | haar inkomen, haar spijs is verachtelijk. ~
5445 Mal 1:13 | brengt ook hetgeen geroofd is, en dat kreupel en krank
5446 Mal 1:13 | en dat kreupel en krank is; gij brengt ook spijsoffer;
5447 Mal 1:14 | en offert, dat verdorven is! want Ik ben een groot Koning,
5448 Mal 1:14 | heirscharen, en Mijn Naam is vreselijk onder de heidenen. ~ ~
5449 Mal 2:7 | de wet zoeken; want hij is een engel des HEEREN der
5450 Mal 2:14 | HEERE een Getuige geweest is, tussen u en tussen de huisvrouw
5451 Mal 2:14 | de huisvrouw uws verbonds is. ~
5452 Mal 2:17 | zegt: Al wie kwaad doet, is goed in de ogen des HEEREN,
5453 Mal 2:17 | aan zodanigen; of, waar is de God des oordeels? ~ ~
5454 Mal 3:14 | 14 Gij zegt: Het is tevergeefs God te dienen;
5455 Mal 3:14 | dienen; want wat nuttigheid is het, dat wij Zijn wacht
5456 Mal 3:16 | toch op en hoort, en er is een gedenkboek voor Zijn
5457 Matt 1:16 | Maria, uit welke geboren is JEZUS, gezegd Christus. ~
5458 Matt 1:20 | hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen
5459 Matt 1:20 | in haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen Geest; ~
5460 Matt 1:22 | 22 En dit alles is geschied, opdat vervuld
5461 Matt 1:22 | van den Heere gesproken is, door den profeet, zeggende: ~
5462 Matt 1:23 | heten Emmanuel; hetwelk is, overgezet zijnde, God met
5463 Matt 2:2 | 2 Zeggende: Waar is de geboren Koning der Joden?
5464 Matt 2:5 | Judea gelegen; want alzo is geschreven door den profeet: ~
5465 Matt 2:15 | van den Heere gesproken is door den profeet, zeggende:
5466 Matt 2:17 | 17 Toen is vervuld geworden, hetgeen
5467 Matt 2:17 | geworden, hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia,
5468 Matt 2:18 | 18 Een stem is in Rama gehoord, geklag,
5469 Matt 2:21 | Kindeken en Zijn moeder, en is gekomen in het land Israels. ~
5470 Matt 2:22 | openbaring vermaand in den droom, is hij vertrokken in de delen
5471 Matt 2:23 | door de profeten gezegd is, dat Hij Nazarener zal geheten
5472 Matt 2:25 | het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. ~
5473 Matt 2:26 | 3 Want deze is het, van denwelken gesproken
5474 Matt 2:26 | van denwelken gesproken is door Jesaja, den profeet,
5475 Matt 2:28 | 5 Toen is tot hem uitgegaan Jeruzalem
5476 Matt 2:33 | 10 En ook is alrede de bijl aan den wortel
5477 Matt 2:34 | bekering; maar Die na mij komt, is sterker dan ik, Wiens schoenen
5478 Matt 2:35 | 12 Wiens wan in Zijn hand is, en Hij zal Zijn dorsvloer
5479 Matt 2:37 | Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden,
5480 Matt 2:39 | En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit
5481 Matt 2:40 | hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde,
5482 Matt 4:4 | antwoordende, zeide: Er is geschreven: De mens zal
5483 Matt 4:6 | Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn
5484 Matt 4:7 | Jezus zeide tot hem: Er is wederom geschreven: Gij
5485 Matt 4:12 | Johannes overgeleverd was, is Hij wedergekeerd naar Galilea; ~
5486 Matt 4:13 | Nazareth verlaten hebbende, is komen wonen te Kapernaum,
5487 Matt 4:14 | worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet,
5488 Matt 4:16 | schaduwe des doods, denzelven is een licht opgegaan. ~
5489 Matt 4:17 | het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. ~
5490 Matt 5:1 | Jezus, de schare ziende, is geklommen op een berg, en
5491 Matt 5:3 | armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen. ~
5492 Matt 5:10 | gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen. ~
5493 Matt 5:12 | verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen; want
5494 Matt 5:16 | Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken. ~
5495 Matt 5:21 | dat tot de ouden gezegd is: Gij zult niet doden; maar
5496 Matt 5:22 | op zijn broeder toornig is, die zal strafbaar zijn
5497 Matt 5:27 | dat van de ouden gezegd is: Gij zult geen overspel
5498 Matt 5:29 | werpt het van u; want het is u nut, dat een uwer leden
5499 Matt 5:30 | werpt ze van u; want het is u nut, dat een uwer leden
5500 Matt 5:31 | 31 Er is ook gezegd: Zo wie zijn
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7933 |