Book Chapter: Verse

6501 Hand   9:16 |               van David, die vervallen is, en hetgeen daarvan verbroken
6502 Hand   9:16 |              hetgeen daarvan verbroken is, weder opbouwen, en Ik zal
6503 Hand   9:17 |           welken Mijn Naam aangeroepen is, spreekt de Heere, Die dit
6504 Hand   9:29 |           hetgeen den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het
6505 Hand   9:37 |               Johannes, die toegenaamd is Markus, zouden medenemen. ~
6506 Hand  10:12 |               daar naar Filippi, welke is de eerste stad van dit deel
6507 Hand  11:3  |               doden, en dat deze Jezus is de Christus, Dien ik, zeide
6508 Hand  11:7  |               dat er een andere Koning is, namelijk Jezus. ~
6509 Hand  11:24 |              heeft en alles wat daarin is; Deze, zijnde een Heere
6510 Hand  11:27 |         mochten; hoewel Hij niet verre is van een iegelijk van ons. ~
6511 Hand  11:33 |                             33 En alzo is Paulus uit het midden van
6512 Hand  12:5  |        betuigende den Joden, dat Jezus is de Christus. ~
6513 Hand  12:15 |              15 Maar indien er geschil is over een woord, en namen,
6514 Hand  12:15 |               over de wet, die onder u is, zo zult gij zelven toezien;
6515 Hand  13:2  |               of er een Heiligen Geest is. ~
6516 Hand  13:4  |          Dengene, Die na hem kwam, dat is, in Christus Jezus. ~
6517 Hand  13:28 |                riepen, zeggende: Groot is de Diana de Efezeren! ~
6518 Hand  13:34 |          omtrent twee uren lang: Groot is de Diana der Efezeren! ~
6519 Hand  13:35 |             mannen van Efeze! wat mens is er toch, die niet weet,
6520 Hand  13:35 |             dat uit den hemel gevallen is? ~
6521 Hand  13:36 |             onwedersprekelijk zijn, zo is het behoorlijk dat gij stil
6522 Hand  13:40 |            heden, alzo er geen oorzaak is, waardoor wij reden zullen
6523 Hand  14:10 |                beroerd; want zijn ziel is in hem. ~
6524 Hand  14:32 |             Zijner genade, Die machtig is u op te bouwen, en u een
6525 Hand  14:35 |              dat Hij gezegd heeft: Het is zaliger te geven, dan te
6526 Hand  15:11 |             Den man, wiens deze gordel is, zullen de Joden alzo te
6527 Hand  15:22 |                                 22 Wat is er dan te doen? Het is gans
6528 Hand  15:22 |             Wat is er dan te doen? Het is gans nodig, dat de menigte
6529 Hand  15:24 |              mogen weten, dat er niets is aan hetgeen, waarvan zij,
6530 Hand  15:25 |           hetgeen den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het
6531 Hand  15:28 |             mannen, komt te hulp! Deze is de mens, die tegen het volk,
6532 Hand  15:37 |             zeide hij tot den overste: Is het mij geoorloofd tot u
6533 Hand  16:5  |                de hogepriester getuige is, en de gehele raad der ouderlingen;
6534 Hand  16:10 |               al hetgeen u geordineerd is te doen. ~
6535 Hand  16:22 |           aarde met zulk een, want het is niet behoorlijk, dat hij
6536 Hand  16:25 |               honderd, die daar stond: Is het ulieden geoorloofd een
6537 Hand  16:26 |              doen hebt; want deze mens is een Romein. ~
6538 Hand  17:5  |              hogepriester was; want er is geschreven: Den overste
6539 Hand  17:8  |                 dat er geen opstanding is, noch engel, noch geest,
6540 Hand  17:19 |               zijnde, vraagde hij: Wat is het dat gij mij hebt te
6541 Hand  17:27 |             zijnde, dat hij een Romein is. ~
6542 Hand  17:29 |             den dood of banden waardig is. ~
6543 Hand  18:14 |              in de profeten geschreven is; ~
6544 Hand  19:5  |             onbehoorlijks in dezen man is, dat zij hem beschuldigen. ~
6545 Hand  19:11 |          sterven; maar indien er niets is van hetgeen, waarvan dezen
6546 Hand  19:14 |               verhaald, zeggende: Hier is een zeker man van Felix
6547 Hand  20:1  |          Agrippa zeide tot Paulus: Het is u geoorloofd voor uzelven
6548 Hand  20:4  |              volk te Jeruzalem geweest is, weten al de Joden; ~
6549 Hand  20:6  |                tot de vaderen geschied is; ~
6550 Hand  20:14 |              wat vervolgt gij Mij? Het is u hard, tegen de prikkels
6551 Hand  20:26 |              van deze dingen verborgen is; want dit is in geen hoek
6552 Hand  20:26 |          dingen verborgen is; want dit is in geen hoek geschied. ~
6553 Hand  21:5  |              langs Cilicie en Pamfylie is, doorgevaren zijnde, kwamen
6554 Hand  21:25 |            gelijkerwijs het mij gezegd is. ~
6555 Hand  21:33 |            spijze nemen, en zeide: Het is heden de veertiende dag,
6556 Hand  21:44 |         stukken van het schip. En alzo is het geschied, dat zij allen
6557 Hand  22:4  |                tot elkander: Deze mens is gewisselijk een doodslager,
6558 Hand  22:4  |                hij uit de zee ontkomen is. ~
6559 Hand  22:22 |                deze sekte aangaat, ons is bekend, dat zij overal tegengesproken
6560 Hand  22:27 |              Want het hart dezes volks is dik geworden, en met de
6561 Hand  22:28 |             Gods den heidenen gezonden is, en dezelve zullen horen. ~
6562 Rom   1:3   |               Zijn Zoon,, Die geworden is uit het zaad van David,
6563 Rom   1:4   |                Die krachtelijk bewezen is te zijn de Zoon van God,
6564 Rom   1:9   |                             9 Want God is mijn Getuige, Welken ik
6565 Rom   1:12  |                                 12 Dat is, om mede vertroost te worden
6566 Rom   1:15  |                 15 Alzo hetgeen in mij is, dat is volvaardig, om u
6567 Rom   1:15  |            Alzo hetgeen in mij is, dat is volvaardig, om u ook, die
6568 Rom   1:16  |                Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid
6569 Rom   1:17  |              geloof; gelijk geschreven is: Maar de rechtvaardige zal
6570 Rom   1:19  |              hetgeen van God kennelijk is, in hen openbaar is; want
6571 Rom   1:19  |          kennelijk is, in hen openbaar is; want God heeft het hun
6572 Rom   1:21  |               en hun onverstandig hart is verduisterd geworden; ~
6573 Rom   1:25  |               Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid, amen. ~
6574 Rom   2:2   |             oordeel Gods naar waarheid is, over degenen, die zulke
6575 Rom   2:11  |                             11 Want er is geen aanneming des persoons
6576 Rom   2:24  |            heidenen, gelijk geschreven is. ~
6577 Rom   2:25  |                 25 Want de besnijdenis is wel nut, indien gij de wet
6578 Rom   2:25  |            overtreder der wet zijt, zo is uw besnijdenis voorhuid
6579 Rom   2:27  |            voorhuid, die uit de natuur is, als zij de wet volbrengt,
6580 Rom   2:28  |                            28 Want die is niet een Jood, die het in
6581 Rom   2:28  |                die het in het openbaar is; noch die is de besnijdenis,
6582 Rom   2:28  |              het openbaar is; noch die is de besnijdenis, die het
6583 Rom   2:28  |              het openbaar in het vlees is; ~
6584 Rom   2:29  |                            29 Maar die is een Jood, die het in het
6585 Rom   2:29  |               die het in het verborgen is, en de besnijdenis des harten,
6586 Rom   2:29  |              geest, niet in de letter, is de besnijdenis; wiens lof
6587 Rom   2:29  |            besnijdenis; wiens lof niet is uit de mensen, maar uit
6588 Rom   3:1   |                                 1 Welk is dan het voordeel van den
6589 Rom   3:1   |         voordeel van den Jood? Of welk is de nuttigheid der besnijdenis? ~
6590 Rom   3:2   |               in alle manier; want dit is wel het eerste, dat hun
6591 Rom   3:3   |                             3 Want wat is het, al zijn sommigen ongelovig
6592 Rom   3:4   |    leugenachtig; gelijk als geschreven is: Opdat Gij gerechtvaardigd
6593 Rom   3:5   |                 wat zullen wij zeggen? Is God onrechtvaardig, als
6594 Rom   3:7   |              mijn leugen overvloediger is geworden, tot Zijn heerlijkheid,
6595 Rom   3:8   |               verdoemenis rechtvaardig is. ~
6596 Rom   3:10  |                   10 Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig,
6597 Rom   3:10  |               Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook
6598 Rom   3:11  |                                  11 Er is niemand, die verstandig
6599 Rom   3:11  |                niemand, die verstandig is, er is niemand, die God
6600 Rom   3:11  |         niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt. ~
6601 Rom   3:12  |            zijn zij onnut geworden; er is niemand, die goed doet,
6602 Rom   3:12  |             niemand, die goed doet, er is ook niet tot een toe. ~
6603 Rom   3:13  |                            13 Hun keel is een geopend graf; met hun
6604 Rom   3:13  |              zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen. ~
6605 Rom   3:14  |                     14 Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid; ~
6606 Rom   3:16  |             Vernieling en ellendigheid is in hun wegen; ~
6607 Rom   3:18  |                                  18 Er is geen vreze Gods voor hun
6608 Rom   3:20  |             voor Hem; want door de wet is de kennis der zonde. ~
6609 Rom   3:21  |                             21 Maar nu is de rechtvaardigheid Gods
6610 Rom   3:22  |            allen, die geloven; want er is geen onderscheid. ~
6611 Rom   3:24  |      verlossing, die in Christus Jezus is; ~
6612 Rom   3:26  |               uit het geloof van Jezus is. ~
6613 Rom   3:27  |                                27 Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten.
6614 Rom   3:27  |               Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten. Door wat wet?
6615 Rom   3:29  |                                     29 Is God een God der Joden alleen?
6616 Rom   3:29  |               God der Joden alleen? en is Hij het niet ook der heidenen?
6617 Rom   3:30  |              Nademaal Hij een enig God is, Die de besnijdenis rechtvaardigen
6618 Rom   4:2   |              de werken gerechtvaardigd is, zo heeft hij roem, maar
6619 Rom   4:3   |           Abraham geloofde God, en het is hem gerekend tot rechtvaardigheid. ~
6620 Rom   4:8   |                                8 Zalig is de man, welken de Heere
6621 Rom   4:9   |                Deze zaligspreking dan, is die alleen over de besnijdenis,
6622 Rom   4:9   |            Abraham het geloof gerekend is tot rechtvaardigheid. ~
6623 Rom   4:10  |                                 10 Hoe is het hem dan toegerekend?
6624 Rom   4:13  |                     13 Want de belofte is niet door de wet aan Abraham
6625 Rom   4:14  |              zijn, erfgenamen zijn, zo is het geloof ijdel geworden,
6626 Rom   4:15  |              toorn; want waar geen wet is, daar is ook geen overtreding. ~
6627 Rom   4:15  |            want waar geen wet is, daar is ook geen overtreding. ~
6628 Rom   4:16  |                              16 Daarom is zij uit het geloof, opdat
6629 Rom   4:16  |             niet alleen dat uit de wet is, maar ook dat uit het geloof
6630 Rom   4:16  |                uit het geloof Abrahams is, welke een vader is van
6631 Rom   4:16  |           Abrahams is, welke een vader is van ons allen; ~
6632 Rom   4:20  |         getwijfeld door ongeloof; maar is gesterkt geweest in het
6633 Rom   4:22  |                              22 Daarom is het hem ook tot rechtvaardigheid
6634 Rom   4:23  |                                  23 Nu is het niet alleen om zijnentwil
6635 Rom   4:23  |                dat het hem toegerekend is; ~
6636 Rom   4:25  |                  25 Welke overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt
6637 Rom   5:5   |              in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest,
6638 Rom   5:5   |                Heiligen Geest, Die ons is gegeven. ~
6639 Rom   5:6   |             wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen
6640 Rom   5:8   |            Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren. ~
6641 Rom   5:12  |           zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood;
6642 Rom   5:12  |             tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd
6643 Rom   5:13  |           toegerekend, als er geen wet is. ~
6644 Rom   5:14  |              Adam, welke een voorbeeld is Desgenen, Die komen zou. ~
6645 Rom   5:15  |                gelijk de misdaad, alzo is ook de genadegift, want
6646 Rom   5:15  |               velen gestorven zijn, zo is veel meer de genade Gods,
6647 Rom   5:15  |               door de genade, die daar is van een mens Jezus Christus,
6648 Rom   5:16  |              die gezondigd heeft, alzo is de gift; want de schuld
6649 Rom   5:16  |                de gift; want de schuld is wel uit een misdaad tot
6650 Rom   5:16  |        verdoemenis, maar de genadegift is uit vele misdaden tot rechtvaardigmaking. ~
6651 Rom   5:18  |              misdaad de schuld gekomen is over alle mensen tot verdoemenis;
6652 Rom   5:20  |                         20 Maar de wet is bovendien ingekomen, opdat
6653 Rom   5:20  |              de zonde meerder geworden is, daar is de genade veel
6654 Rom   5:20  |              meerder geworden is, daar is de genade veel meer overvloedig
6655 Rom   6:4   |         Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des
6656 Rom   6:6   |                mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam der zonde
6657 Rom   6:7   |                   7 Want die gestorven is, die is gerechtvaardigd
6658 Rom   6:7   |             Want die gestorven is, die is gerechtvaardigd van de zonde. ~
6659 Rom   6:10  |              10 Want dat Hij gestorven is, dat is Hij der zonde eenmaal
6660 Rom   6:10  |              dat Hij gestorven is, dat is Hij der zonde eenmaal gestorven;
6661 Rom   6:21  |                Want het einde derzelve is de dood. ~
6662 Rom   6:23  |               de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift
6663 Rom   6:23  |                maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door
6664 Rom   7:2   |               die onder den man staat, is aan den levenden man verbonden
6665 Rom   7:2   |                indien de man gestorven is, zo is zij vrijgemaakt van
6666 Rom   7:2   |                de man gestorven is, zo is zij vrijgemaakt van de wet
6667 Rom   7:3   |                indien de man gestorven is, zo is zij vrij van de wet,
6668 Rom   7:3   |                de man gestorven is, zo is zij vrij van de wet, alzo
6669 Rom   7:3   |             dat zij geen overspeelster is, als zij eens anderen mans
6670 Rom   7:4   |              Die van de doden opgewekt is, opdat wij Gode vruchten
6671 Rom   7:7   |             Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Dat zij verre.
6672 Rom   7:8   |           gewrocht; want zonder de wet is de zonde dood.
6673 Rom   7:9   |             maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend
6674 Rom   7:9   |               het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden,
6675 Rom   7:10  |                ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden. ~
6676 Rom   7:12  |                                12 Alzo is dan de wet heilig, en het
6677 Rom   7:12  |               wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig,
6678 Rom   7:13  |                                     13 Is dan het goede mij de dood
6679 Rom   7:13  |               zij verre. Maar de zonde is mij de dood geworden; opdat
6680 Rom   7:14  |           weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk,
6681 Rom   7:16  |               de wet toe, dat zij goed is. ~
6682 Rom   7:18  |               ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed
6683 Rom   7:18  |            goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede
6684 Rom   7:23  |               zonde, die in mijn leden is. ~
6685 Rom   8:1   |                                   1 Zo is er dan nu geen verdoemenis
6686 Rom   8:5   |               bedenken, dat des vleses is; maar die naar den Geest
6687 Rom   8:5   |              bedenken, dat des Geestes is. ~
6688 Rom   8:6   |                het bedenken des vleses is de dood; maar het bedenken
6689 Rom   8:6   |               het bedenken des Geestes is het leven en vrede; ~
6690 Rom   8:7   |        bedenken des vleses vijandschap is tegen God; want het onderwerpt
6691 Rom   8:10  |             indien Christus in ulieden is, zo is wel het lichaam dood
6692 Rom   8:10  |             Christus in ulieden is, zo is wel het lichaam dood om
6693 Rom   8:10  |              zonden wil; maar de geest is leven om der gerechtigheid
6694 Rom   8:18  |              tegenwoordigen tijds niet is te waarderen tegen de heerlijkheid,
6695 Rom   8:20  |                   20 Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen,
6696 Rom   8:22  |                zamen als in barensnood is tot nu toe. ~
6697 Rom   8:24  |             hoop nu, die gezien wordt, is geen hoop; want hetgeen
6698 Rom   8:31  |                zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? ~
6699 Rom   8:33  |                uitverkorenen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt. ~
6700 Rom   8:34  |                                 34 Wie is het, die verdoemt? Christus
6701 Rom   8:34  |                 die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja,
6702 Rom   8:34  |         Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook
6703 Rom   8:34  |             gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die
6704 Rom   8:34  |              meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechter hand
6705 Rom   8:34  |              ook ter rechter hand Gods is, Die ook voor ons bidt. ~
6706 Rom   8:36  |                  36 (Gelijk geschreven is: Want om Uwentwil worden
6707 Rom   8:39  |              van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen
6708 Rom   9:2   |                hart een gedurige smart is. ~
6709 Rom   9:4   |               Israelieten zijn, welker is de aanneming tot kinderen,
6710 Rom   9:5   |          vaders, en uit welke Christus is, zoveel het vlees aangaat,
6711 Rom   9:5   |             het vlees aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen
6712 Rom   9:8   |                                  8 Dat is, niet de kinderen des vleses,
6713 Rom   9:9   |                             9 Want dit is het woord der beloftenis:
6714 Rom   9:10  |      alleenlijk deze, maar ook Rebekka is daarvan een bewijs, als
6715 Rom   9:11  |                 dat naar de verkiezing is, vast bleve, niet uit de
6716 Rom   9:13  |                   13 Gelijk geschreven is: Jakob heb Ik liefgehad,
6717 Rom   9:14  |             Wat zullen wij dan zeggen? Is er onrechtvaardigheid bij
6718 Rom   9:16  |                                  16 Zo is het dan niet desgenen, die
6719 Rom   9:30  |   rechtvaardigheid, die uit het geloof is. ~
6720 Rom   9:31  |                rechtvaardigheid zocht, is tot de wet der rechtvaardigheid
6721 Rom   9:33  |                   33 Gelijk geschreven is: Ziet, Ik leg in Sion een
6722 Rom  10:1   |               tot God voor Israel doe, is tot hun zaligheid. ~
6723 Rom  10:4   |               4 Want het einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid
6724 Rom  10:5   |       rechtvaardigheid, die uit de wet is, zeggende: De mens, die
6725 Rom  10:6   |   rechtvaardigheid, die uit het geloof is, spreekt aldus: Zeg niet
6726 Rom  10:6   |              hemel opklimmen? Hetzelve is Christus van boven afbrengen. ~
6727 Rom  10:7   |           afgrond nederdalen? Hetzelve is Christus uit de doden opbrengen. ~
6728 Rom  10:8   |             Maar wat zegt zij? Nabij u is het Woord, in uw mond en
6729 Rom  10:8   |                mond en in uw hart. Dit is het Woord des geloofs, hetwelk
6730 Rom  10:12  |                             12 Want er is geen onderscheid, noch van
6731 Rom  10:12  |              van Griek; want eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde
6732 Rom  10:15  |              worden? Gelijk geschreven is: Hoe liefelijk zijn de voeten
6733 Rom  10:17  |                                  17 Zo is dan het geloof uit het gehoor,
6734 Rom  10:18  |           gehoord? Ja toch, hun geluid is over de gehele aarde uitgegaan,
6735 Rom  11:5   |                                 5 Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen
6736 Rom  11:6   |              En indien het door genade is, zo is het niet meer uit
6737 Rom  11:6   |          indien het door genade is, zo is het niet meer uit de werken;
6738 Rom  11:6   |              uit de werken; anderszins is de genade geen genade meer;
6739 Rom  11:6   |             genade meer; en indien het is uit de werken, zo is het
6740 Rom  11:6   |               het is uit de werken, zo is het geen genade meer; anderszins
6741 Rom  11:6   |                genade meer; anderszins is het werk geen werk meer. ~
6742 Rom  11:8   |                   8 (Gelijk geschreven is: God heeft hun gegeven een
6743 Rom  11:11  |               verre; maar door hun val is de zaligheid den heidenen
6744 Rom  11:12  |              indien hun val de rijkdom is der wereld, en hun vermindering
6745 Rom  11:15  |               verwerping de verzoening is der wereld, wat zal de aanneming
6746 Rom  11:16  |           eerstelingen heilig zijn, zo is ook het deeg heilig, en
6747 Rom  11:16  |                indien de wortel heilig is, zo zijn ook de takken heilig. ~
6748 Rom  11:20  |                                 20 Het is wel; zij zijn door ongeloof
6749 Rom  11:21  |                                21 Want is het, dat God de natuurlijke
6750 Rom  11:23  |               ingeent worden; want God is machtig om dezelve weder
6751 Rom  11:25  |               deel over Israel gekomen is, totdat de volheid der heidenen
6752 Rom  11:26  |              worden; gelijk geschreven is: De Verlosser zal uit Sion
6753 Rom  11:27  |                              27 En dit is hun een verbond van Mij,
6754 Rom  11:34  |              des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? ~
6755 Rom  12:1   |        welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst. ~
6756 Rom  12:3   |                genade, die mij gegeven is, zeg ik een iegelijk, die
6757 Rom  12:3   |              een iegelijk, die onder u is, dat hij niet wijs zij boven
6758 Rom  12:6   |                genade, die ons gegeven is, ~
6759 Rom  12:8   |     eenvoudigheid; die een voorstander is, in naarstigheid; die barmhartigheid
6760 Rom  12:17  |                Bezorgt hetgeen eerlijk is voor alle mensen. ~
6761 Rom  12:18  |                 18 Indien het mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede
6762 Rom  12:18  |               mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede met alle mensen. ~
6763 Rom  12:19  |              den toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de
6764 Rom  13:1   |          gesteld, onderworpen; want er is geen macht dan van God,
6765 Rom  13:4   |                             4 Want zij is Gods dienares, u ten goede.
6766 Rom  13:4   |              niet tevergeefs; want zij is Gods dienares, een wreekster
6767 Rom  13:5   |                               5 Daarom is het nodig onderworpen te
6768 Rom  13:9   |              en zo er enig ander gebod is, wordt in dit woord als
6769 Rom  13:10  |              den naaste geen kwaad. Zo is dan de liefde de vervulling
6770 Rom  13:11  |            tijds weten, dat het de ure is, dat wij nu uit den slaap
6771 Rom  13:11  |             opwaken; want de zaligheid is ons nu nader, dan toen wij
6772 Rom  13:12  |                            12 De nacht is voorbijgegaan, en de dag
6773 Rom  13:12  |               voorbijgegaan, en de dag is nabij gekomen. Laat ons
6774 Rom  14:1   |                 1 Dengene nu, die zwak is in het geloof, neemt aan,
6775 Rom  14:2   |                eten mag, maar die zwak is, eet moeskruiden. ~
6776 Rom  14:4   |           vastgesteld worden, want God is machtig hem vast te stellen. ~
6777 Rom  14:9   |                         9 Want daartoe is Christus ook gestorven,
6778 Rom  14:11  |                             11 Want er is geschreven: Ik leef, zegt
6779 Rom  14:14  |            Jezus, dat geen ding onrein is in zichzelven; dan die acht
6780 Rom  14:14  |               iets onrein te zijn, die is het onrein. ~
6781 Rom  14:15  |              welken Christus gestorven is. ~
6782 Rom  14:17  |               Want het Koninkrijk Gods is niet spijs en drank, maar
6783 Rom  14:18  |         Christus in deze dingen dient, is Gode welbehagelijk, en aangenaam
6784 Rom  14:20  |                zijn wel rein; maar het is kwaad den mens, die met
6785 Rom  14:21  |                                 21 Het is goed geen vlees te eten,
6786 Rom  14:21  |              wordt, of waarin hij zwak is. ~
6787 Rom  14:22  |                uzelven voor God. Zalig is hij, die zichzelven niet
6788 Rom  14:23  |              twijfelt, indien hij eet, is veroordeeld, omdat hij niet
6789 Rom  14:23  |                wat uit het geloof niet is, dat is zonde. ~  ~  ~ 
6790 Rom  14:23  |                het geloof niet is, dat is zonde. ~  ~  ~ 
6791 Rom  15:3   |                 maar gelijk geschreven is: De smadingen dergenen,
6792 Rom  15:4   |                wat te voren geschreven is, dat is tot onze lering
6793 Rom  15:4   |               voren geschreven is, dat is tot onze lering te voren
6794 Rom  15:8   |          Christus een dienaar geworden is der besnijdenis, vanwege
6795 Rom  15:9   |       verheerlijken; gelijk geschreven is: Daarom zal ik U belijden
6796 Rom  15:15  |                die mij van God gegeven is; ~
6797 Rom  15:21  |              21 Maar gelijk geschreven is: Denwelken van Hem niet
6798 Rom  16:1   |               zuster, die een dienares is der Gemeente, die te Kenchreen
6799 Rom  16:1   |             Gemeente, die te Kenchreen is; ~
6800 Rom  16:2   |              van doen hebben; want zij is een voorstandster geweest
6801 Rom  16:5   |             beminde, die de eersteling is van Achaje in Christus. ~
6802 Rom  16:10  |            Groet Apelles, die beproefd is in Christus. Groet hen,
6803 Rom  16:11  |                 die van mijn maagschap is. Groet hen, die van het
6804 Rom  16:19  |              19 Want uw gehoorzaamheid is tot kennis van allen gekomen.
6805 Rom  16:25  |                 25 Hem nu, Die machtig is u te bevestigen, naar mijn
6806 Rom  16:25  |            tijden der eeuwen verzwegen is geweest; ~
6807 Rom  16:26  |                 26 Maar nu geopenbaard is, en door de profetische
6808 Rom  16:26  |            onder al de heidenen bekend is gemaakt; ~
6809 1Kor   1:2  |         Gemeente Gods, die te Korinthe is, den geheiligden in Christus
6810 1Kor   1:4  |             genade Gods, die u gegeven is in Christus Jezus; ~
6811 1Kor   1:6  |      getuigenis van Christus bevestigd is onder u; ~
6812 1Kor   1:9  |                                  9 God is getrouw, door Welken gij
6813 1Kor   1:11 |                            11 Want mij is van u bekend gemaakt, mijn
6814 1Kor   1:13 |                                     13 Is Christus gedeeld? Is Paulus
6815 1Kor   1:13 |                13 Is Christus gedeeld? Is Paulus voor u gekruist?
6816 1Kor   1:18 |             Want het woord des kruises is wel dengenen, die verloren
6817 1Kor   1:18 |              ons, die behouden worden, is het een kracht Gods; ~
6818 1Kor   1:19 |                             19 Want er is geschreven: Ik zal de wijsheid
6819 1Kor   1:20 |                                20 Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde?
6820 1Kor   1:20 |              20 Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar
6821 1Kor   1:20 |               de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw?
6822 1Kor   1:25 |                 25 Want het dwaze Gods is wijzer dan de mensen; en
6823 1Kor   1:25 |             mensen; en het zwakke Gods is sterker dan de mensen. ~
6824 1Kor   1:28 |          uitverkoren, en hetgeen niets is, opdat Hij hetgeen iets
6825 1Kor   1:28 |                 opdat Hij hetgeen iets is, te niet zou maken; ~
6826 1Kor   1:30 |                Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid,
6827 1Kor   1:31 |             het zij, gelijk geschreven is: Die roemt, roeme in den
6828 1Kor   2:9  |               9 Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet heeft
6829 1Kor   2:9  |               het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen God
6830 1Kor   2:11 |               weet, hetgeen des mensen is, dan de geest des mensen,
6831 1Kor   2:11 |           geest des mensen, die in hem is? Alzo weet ook niemand,
6832 1Kor   2:11 |              ook niemand, hetgeen Gods is, dan de Geest Gods. ~
6833 1Kor   2:12 |            maar den Geest, Die uit God is, opdat wij zouden weten
6834 1Kor   3:3  |               want dewijl onder u nijd is, en twist, en tweedracht,
6835 1Kor   3:5  |                                  5 Wie is dan Paulus, en wie is Apollos,
6836 1Kor   3:5  |              Wie is dan Paulus, en wie is Apollos, anders dan dienaars,
6837 1Kor   3:7  |                                   7 Zo is dan noch hij, die plant,
6838 1Kor   3:10 |           genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester
6839 1Kor   3:11 |             leggen, dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus. ~
6840 1Kor   3:11 |             hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus. ~
6841 1Kor   3:13 |           hoedanig eens iegelijks werk is, zal het vuur beproeven. ~
6842 1Kor   3:17 |          schenden; want de tempel Gods is heilig, welke gij zijt. ~
6843 1Kor   3:18 |            onder u dunkt, dat hij wijs is in deze wereld, die worde
6844 1Kor   3:19 |               de wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God; want
6845 1Kor   3:19 |             dwaasheid bij God; want er is geschreven: Hij vat de wijzen
6846 1Kor   3:21 |            roeme op mensen; want alles is uwe. ~
6847 1Kor   3:23 |              van Christus, en Christus is Gods. ~  ~  ~ 
6848 1Kor   4:3  |                             3 Doch mij is voor het minste, dat ik
6849 1Kor   4:4  |                 maar Die mij oordeelt, is de Heere. ~
6850 1Kor   4:5  |                de duisternis verborgen is, en openbaren de raadslagen
6851 1Kor   4:6  |               boven hetgeen geschreven is, dat gij niet, de een om
6852 1Kor   4:17 |            mijn lieve en getrouwe zoon is in den Heere, welke u zal
6853 1Kor   4:20 |               Want het Koninkrijk Gods is niet gelegen in woorden,
6854 1Kor   5:1  |                dat er hoererij onder u is, en zodanige hoererij, die
6855 1Kor   5:6  |                              6 Uw roem is niet goed. Weet gij niet,
6856 1Kor   5:7  |              zijt. Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk
6857 1Kor   5:11 |         genaamd zijnde, een hoereerder is, of een gierigaard, of een
6858 1Kor   6:5  |                zeg u dit tot schaamte. Is er dan alzo onder u geen,
6859 1Kor   6:5  |            alzo onder u geen, die wijs is, ook niet een, die zou kunnen
6860 1Kor   6:7  |                                   7 Zo is er dan nu ganselijk gebrek
6861 1Kor   6:13 |               voor de buik, en de buik is voor de spijzen; maar God
6862 1Kor   6:13 |            niet doen. Doch het lichaam is niet voor de hoererij, maar
6863 1Kor   6:16 |         aanhangt, een lichaam met haar is? Want die twee, zegt Hij,
6864 1Kor   6:17 |                die den Heere aanhangt, is een geest met Hem. ~
6865 1Kor   6:18 |               zonde, die de mens doet, is buiten het lichaam, maar
6866 1Kor   6:19 |             ulieder lichaam een tempel is van den Heiligen Geest,
6867 1Kor   6:19 |               Heiligen Geest, Die in u is, Dien gij van God hebt,
6868 1Kor   7:1  |               mij geschreven hebt: het is een mens goed geen vrouw
6869 1Kor   7:8  |      ongetrouwden, en den weduwen: Het is hun goed, indien zij blijven,
6870 1Kor   7:9  |              dat zij trouwen; want het is beter te trouwen dan te
6871 1Kor   7:12 |             heeft, en dezelve tevreden is bij hem te wonen, dat hij
6872 1Kor   7:13 |             man heeft, en hij tevreden is bij haar te wonen, dat zij
6873 1Kor   7:14 |              14 Want de ongelovige man is geheiligd door de vrouw,
6874 1Kor   7:14 |                 en de ongelovige vrouw is geheiligd door den man;
6875 1Kor   7:18 |                                     18 Is iemand, besneden zijnde,
6876 1Kor   7:18 |              geen voorhuid aantrekken; is iemand, in de voorhuid zijnde,
6877 1Kor   7:19 |                      19 De besnijdenis is niets, en de voorhuid is
6878 1Kor   7:19 |               is niets, en de voorhuid is niets, maar de onderhouding
6879 1Kor   7:20 |        beroeping, daar hij in geroepen is. ~
6880 1Kor   7:22 |              die in den Heere geroepen is, een dienstknecht zijnde,
6881 1Kor   7:22 |               dienstknecht zijnde, die is een vrijgelatene des Heeren;
6882 1Kor   7:22 |               die vrij zijnde geroepen is, die is een dienstknecht
6883 1Kor   7:22 |                zijnde geroepen is, die is een dienstknecht van Christus. ~
6884 1Kor   7:24 |          iegelijk, waarin hij geroepen is, broeders, die blijve in
6885 1Kor   7:26 |             het, zeg ik, den mens goed is alzo te zijn. ~
6886 1Kor   7:29 |                dat de tijd voorts kort is; opdat ook die vrouwen hebben,
6887 1Kor   7:33 |                   33 Maar die getrouwd is, bekommert zich met de dingen
6888 1Kor   7:34 |               geest; maar die getrouwd is, bekommert zich met de dingen
6889 1Kor   7:35 |          hetgeen wel voegt, en bekwaam is, om den Heere wel aan te
6890 1Kor   7:39 |                           39 Een vrouw is door de wet verbonden, zo
6891 1Kor   7:39 |              indien haar man ontslapen is, zo is zij vrij, om te trouwen,
6892 1Kor   7:39 |              haar man ontslapen is, zo is zij vrij, om te trouwen,
6893 1Kor   7:40 |                            40 Maar zij is gelukkiger, indien zij alzo
6894 1Kor   8:3  |              iemand God liefheeft, die is van Hem gekend. ~
6895 1Kor   8:4  |             weten, dat een afgod niets is in de wereld, en dat er
6896 1Kor   8:4  |               en dat er geen ander God is dan een. ~
6897 1Kor   8:7  |                        7 Doch in allen is de kennis niet; maar sommigen,
6898 1Kor   8:7  |               dat den afgoden geofferd is; en hun geweten, zwak zijnde,
6899 1Kor   8:10 |            geweten deszelven, die zwak is, niet gestijfd worden, om
6900 1Kor   8:11 |               zal de broeder, die zwak is, door uw kennis verloren
6901 1Kor   8:11 |              welken Christus gestorven is? ~
6902 1Kor   9:3  |               onderzoek over mij doen, is deze. ~
6903 1Kor   9:9  |               Want in de wet van Mozes is geschreven: Gij zult een
6904 1Kor   9:10 |           onzentwil? Want om onzentwil is dat geschreven; overmits
6905 1Kor   9:11 |            geestelijke gezaaid hebben, is het een grote zaak, zo wij
6906 1Kor   9:11 |               het uwe, dat lichamelijk is, maaien? ~
6907 1Kor   9:16 |              Evangelie verkondige, het is mij geen roem; want de nood
6908 1Kor   9:16 |                geen roem; want de nood is mij opgelegd. En wee mij,
6909 1Kor   9:17 |          indien onwillig, de uitdeling is mij evenwel toebetrouwd. ~
6910 1Kor  10:13 |               dan menselijke; doch God is getrouw, Die u niet zal
6911 1Kor  10:16 |              wij dankzeggende zegenen, is die niet een gemeenschap
6912 1Kor  10:16 |             Het brood, dat wij breken, is dat niet een gemeenschap
6913 1Kor  10:17 |                      17 Want een brood is het, zo zijn wij velen een
6914 1Kor  10:18 |             Israel, dat naar het vlees is: hebben niet degenen, die
6915 1Kor  10:19 |                dan? Dat een afgod iets is, of dat het afgodenoffer
6916 1Kor  10:19 |              dat het afgodenoffer iets is? ~
6917 1Kor  10:24 |          Niemand zoeke dat zijns zelfs is; maar een iegelijk zoeke
6918 1Kor  10:24 |         iegelijk zoeke dat des anderen is. ~
6919 1Kor  10:26 |                       26 Want de aarde is des Heeren, en de volheid
6920 1Kor  10:28 |           iemand tot ulieden zegt: Dat is afgodenoffer; eet het niet,
6921 1Kor  10:28 |            gewetens wil. Want de aarde is des Heeren, en de volheid
6922 1Kor  11:3  |                 dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en
6923 1Kor  11:5  |             haar eigen hoofd; want het is een en hetzelfde, alsof
6924 1Kor  11:6  |           indien een vrouw niet gedekt is, dat zij ook geschoren worde;
6925 1Kor  11:6  |                 maar indien het lelijk is voor een vrouw geschoren
6926 1Kor  11:7  |                en de heerlijkheid Gods is; maar de vrouw is de heerlijkheid
6927 1Kor  11:7  |    heerlijkheid Gods is; maar de vrouw is de heerlijkheid des mans. ~
6928 1Kor  11:8  |                          8 Want de man is uit de vrouw niet, maar
6929 1Kor  11:8  |              vrouw niet, maar de vrouw is uit den man. ~
6930 1Kor  11:9  |                             9 Want ook is de man niet geschapen om
6931 1Kor  11:11 |                            11 Nochtans is noch de man zonder de vrouw,
6932 1Kor  11:12 |      gelijkerwijs de vrouw uit den man is, alzo is ook de man door
6933 1Kor  11:12 |             vrouw uit den man is, alzo is ook de man door de vrouw;
6934 1Kor  11:13 |            Oordeelt gij onder uzelven: is het betamelijk, dat de vrouw
6935 1Kor  11:14 |              draagt, het hem een oneer is? ~
6936 1Kor  11:15 |           draagt, dat het haar een eer is; omdat het lange haar voor
6937 1Kor  11:15 |              haar voor een deksel haar is gegeven? ~
6938 1Kor  11:20 |              dan bijeen samenkomt, dat is niet des Heeren avondmaal
6939 1Kor  11:21 |               eigen avondmaal; en deze is hongerig, en de andere is
6940 1Kor  11:21 |              is hongerig, en de andere is dronken. ~
6941 1Kor  11:24 |              en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u
6942 1Kor  11:25 |              en zeide: Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in
6943 1Kor  12:4  |                                4 En er is verscheidenheid der gaven,
6944 1Kor  12:4  |    verscheidenheid der gaven, doch het is dezelfde Geest; ~
6945 1Kor  12:5  |                                5 En er is verscheidenheid der bedieningen,
6946 1Kor  12:5  |                der bedieningen, en het is dezelfde Heere; ~
6947 1Kor  12:6  |                                6 En er is verscheidenheid der werkingen,
6948 1Kor  12:6  |                der werkingen, doch het is dezelfde God, Die alles
6949 1Kor  12:7  |            gegeven tot hetgeen oorbaar is. ~
6950 1Kor  12:12 |            Want gelijk het lichaam een is, en vele leden heeft, en
6951 1Kor  12:14 |                14 Want ook het lichaam is niet een lid, maar vele
6952 1Kor  12:15 |               ik van het lichaam niet; is hij daarom niet van het
6953 1Kor  12:16 |               ik van het lichaam niet; is het daarom niet van het
6954 1Kor  12:31 |               weg, die nog uitnemender is. ~  ~
6955 1Kor  13:4  |                            4 De liefde is lankmoedig, zij is goedertieren;
6956 1Kor  13:4  |              liefde is lankmoedig, zij is goedertieren; de liefde
6957 1Kor  13:4  |                goedertieren; de liefde is niet afgunstig; de liefde
6958 1Kor  13:4  |             niet lichtvaardiglijk, zij is niet opgeblazen; ~
6959 1Kor  13:10 |               dan zal hetgeen ten dele is, te niet gedaan worden. ~
6960 1Kor  13:13 |                doch de meeste van deze is de liefde. ~  ~
6961 1Kor  14:5  |       profeteert; want die profeteert, is meerder dan die vreemde
6962 1Kor  14:10 |               wereld, en geen derzelve is zonder stem. ~
6963 1Kor  14:14 |                wel, maar mijn verstand is vruchteloos. ~
6964 1Kor  14:15 |                                 15 Wat is het dan? Ik zal wel met
6965 1Kor  14:21 |                           21 In de wet is geschreven: Ik zal door
6966 1Kor  14:25 |               dat God waarlijk onder u is. ~
6967 1Kor  14:26 |                                 26 Wat is het dan, broeders? Wanneer
6968 1Kor  14:28 |               indien er geen uitlegger is, dat hij zwijge in de Gemeente;
6969 1Kor  14:30 |               er zit, iets geopenbaard is, dat de eerste zwijge. ~
6970 1Kor  14:33 |                            33 Want God is geen God van verwarring,
6971 1Kor  14:34 |            Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te
6972 1Kor  14:36 |                                     36 Is het Woord Gods van u uitgegaan?
6973 1Kor  14:36 |               Gods van u uitgegaan? Of is het tot u alleen gekomen? ~
6974 1Kor  14:38 |                Maar zo iemand onwetend is, die zij onwetend. ~
6975 1Kor  15:3  |                 dat Christus gestorven is voor onze zonden, naar de
6976 1Kor  15:4  |                           4 En dat Hij is begraven, en dat Hij is
6977 1Kor  15:4  |                is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derden dage,
6978 1Kor  15:5  |                           5 En dat Hij is van Cefas gezien, daarna
6979 1Kor  15:6  |                               6 Daarna is Hij gezien van meer dan
6980 1Kor  15:6  |                het meren deel nog over is, en sommigen ook zijn ontslapen.
6981 1Kor  15:7  |                               7 Daarna is Hij gezien van Jakobus,
6982 1Kor  15:8  |               En ten laatste van allen is Hij ook van mij, als van
6983 1Kor  15:10 |            genade, die aan mij bewezen is, is niet ijdel geweest,
6984 1Kor  15:10 |                die aan mij bewezen is, is niet ijdel geweest, maar
6985 1Kor  15:10 |               genade Gods, Die met mij is. ~
6986 1Kor  15:12 |              Hij uit de doden opgewekt is, hoe zeggen sommigen onder
6987 1Kor  15:12 |              geen opstanding der doden is? ~
6988 1Kor  15:13 |              geen opstanding der doden is, zo is Christus ook niet
6989 1Kor  15:13 |            opstanding der doden is, zo is Christus ook niet opgewekt. ~
6990 1Kor  15:14 |          indien Christus niet opgewekt is, zo is dan onze prediking
6991 1Kor  15:14 |          Christus niet opgewekt is, zo is dan onze prediking ijdel,
6992 1Kor  15:14 |              prediking ijdel, en ijdel is ook uw geloof. ~
6993 1Kor  15:16 |               niet opgewekt worden, zo is ook Christus niet opgewekt. ~
6994 1Kor  15:17 |          indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs,
6995 1Kor  15:17 |          Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo
6996 1Kor  15:20 |                   20 Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, en
6997 1Kor  15:20 |              opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden dergenen,
6998 1Kor  15:21 |           dewijl de dood door een mens is, zo is ook de opstanding
6999 1Kor  15:21 |              dood door een mens is, zo is ook de opstanding der doden
7000 1Kor  15:26 |              die te niet gedaan wordt, is de dood. ~