Book Chapter: Verse

2501 Job   6:6   |      onsmakelijke gegeten zonder zout? Is er smaak in het witte des
2502 Job   6:11  |                                 11 Wat is mijn kracht, dat ik hopen
2503 Job   6:11  |              dat ik hopen zou? Of welk is mijn einde, dat ik mijn
2504 Job   6:12  |                                     12 Is mijn kracht stenen kracht?
2505 Job   6:12  |             mijn kracht stenen kracht? Is mijn vlees staal? ~
2506 Job   6:13  |                                     13 Is dan mijn hulp niet in mij,
2507 Job   6:13  |              mijn hulp niet in mij, en is de wijsheid uit mij verdreven? ~
2508 Job   6:14  |                Aan hem, die versmolten is, zou van zijn vriend weldadigheid
2509 Job   6:25  |            bestraffen, dat van ulieden is? ~
2510 Job   7:5   |                           5 Mijn vlees is met het gewormte en met
2511 Job   7:5   |               stofs bekleed; mijn huid is gekliefd en verachtelijk
2512 Job   7:7   |                dat mijn leven een wind is; mijn oog zal niet wederkomen,
2513 Job   7:17  |                                 17 Wat is de mens, dat Gij hem groot
2514 Job   8:12  |                nog in zijn groenigheid is, hoewel het niet afgesneden
2515 Job   8:16  |                                 16 Hij is sappig voor de zon, en zijn
2516 Job   8:19  |                            19 Zie, dat is vreugde zijns wegs; en uit
2517 Job   9:2   |          Waarlijk, ik weet, dat het zo is; want hoe zou de mens rechtvaardig
2518 Job   9:4   |                                  4 Hij is wijs van hart, en sterk
2519 Job   9:19  |               de kracht komt, zie, Hij is sterk; en zo het aan het
2520 Job   9:22  |                                 22 Dat is een ding, daarom zeg ik:
2521 Job   9:24  |                rechteren; zo niet, wie is Hij dan? ~
2522 Job   9:27  |                  27 Indien mijn zeggen is: Ik zal mijn klacht vergeten,
2523 Job   9:32  |                            32 Want Hij is niet een man, als ik, dien
2524 Job   9:33  |                                  33 Er is geen scheidsman tussen ons,
2525 Job  10:1   |                            1 Mijn ziel is verdrietig over mijn leven;
2526 Job  10:3   |                                      3 Is het U goed, dat Gij verdrukt,
2527 Job  10:7   |                                  7 Het is Uw wetenschap, dat ik niet
2528 Job  10:7   |                goddeloos ben; nochtans is er niemand, die uit Uw hand
2529 Job  10:13  |            weet, dat dit bij U geweest is. ~
2530 Job  11:4   |             gij hebt gezegd: Mijn leer is zuiver, en ik ben rein in
2531 Job  11:8   |                                  8 Zij is als de hoogten der hemelen,
2532 Job  11:9   |                  9 Langer dan de aarde is haar maat, en breder dan
2533 Job  11:12  |          veulen eens woudezels geboren is. ~
2534 Job  11:14  |           Indien er ondeugd in uw hand is, doe die verre weg; en laat
2535 Job  12:4   |               die zijn vriend een spot is, maar roepende tot God,
2536 Job  12:4   |              rechtvaardige en oprechte is een spot. ~
2537 Job  12:5   |                                  5 Hij is een verachte fakkel, naar
2538 Job  12:5   |            mening desgenen, die gerust is; hij is gereed met den voet
2539 Job  12:5   |           desgenen, die gerust is; hij is gereed met den voet te struikelen. ~
2540 Job  12:10  |               10 In Wiens hand de ziel is van al wat leeft, en de
2541 Job  12:12  |                     12 In de stokouden is de wijsheid, en in de langheid
2542 Job  12:13  |                             13 Bij Hem is wijsheid en macht; Hij heeft
2543 Job  12:16  |                             16 Bij Hem is kracht en wijsheid; Zijns
2544 Job  12:16  |              kracht en wijsheid; Zijns is de dwalende, en die doet
2545 Job  12:24  |              het woeste, waar geen weg is. ~
2546 Job  12:25  |            duisternis, waar geen licht is; en Hij doet hen dwalen,
2547 Job  13:19  |                                 19 Wie is hij, die met mij twist?
2548 Job  14:1   |                 van een vrouw geboren, is kort van dagen, en zat van
2549 Job  14:5   |             getal zijner maanden bij U is, en Gij zijn bepalingen
2550 Job  14:7   |              als hij afgehouwen wordt, is er verwachting, dat hij
2551 Job  14:10  |               sterft, als hij verzwakt is, en de mens geeft den geest,
2552 Job  14:10  |             mens geeft den geest, waar is hij dan? ~
2553 Job  14:14  |               14 Als een man gestorven is, zal hij weder leven? Ik
2554 Job  14:17  |                    17 Mijn overtreding is in een bundeltje verzegeld,
2555 Job  15:9   |         verstaat gij, dat bij ons niet is? ~
2556 Job  15:10  |                           10 Onder ons is ook een grijze, ja, een
2557 Job  15:14  |                                 14 Wat is de mens, dat hij zuiver
2558 Job  15:14  |               zou zijn, en die geboren is van een vrouw, dat hij rechtvaardig
2559 Job  15:16  |                     16 Hoeveel te meer is een man gruwelijk en stinkende,
2560 Job  15:21  |             geluid der verschrikkingen is in zijn oren; in den vrede
2561 Job  15:23  |               dat bij zijn hand gereed is de dag der duisternis. ~
2562 Job  15:32  |               32 Als zijn dag nog niet is, zal hij vervuld worden;
2563 Job  16:8   |             rimpelachtig gemaakt hebt, is tot een getuige; en mijn
2564 Job  16:14  |                met breuk op breuk; Hij is tegen mij aangelopen als
2565 Job  16:16  |                     16 Mijn aangezicht is gans bemodderd van wenen,
2566 Job  16:16  |           wenen, en over mijn oogleden is des doods schaduw. ~
2567 Job  16:17  |             geen wrevel in mijn handen is, en mijn gebed zuiver is. ~
2568 Job  16:17  |               is, en mijn gebed zuiver is. ~
2569 Job  16:19  |              Ook nu, zie, in den hemel is mijn Getuige, en mijn Getuige
2570 Job  17:1   |                           1 Mijn geest is verdorven, mijn dagen worden
2571 Job  17:7   |                               7 Daarom is mijn oog door verdriet verdonkerd,
2572 Job  17:9   |                 en die rein van handen is, zal in sterkte toenemen. ~
2573 Job  17:12  |              zij in den dag; het licht is nabij den ondergang vanwege
2574 Job  18:2   |                             2 Hoe lang is het, dat gijlieden een einde
2575 Job  18:10  |                           10 Zijn touw is in de aarde verborgen, en
2576 Job  18:12  |         hongerig wezen, en het verderf is bereid aan zijn zijde. ~
2577 Job  18:15  |                 waar zij de zijne niet is; zijn woning zal met zwavel
2578 Job  18:21  |        woningen des verkeerden, en dit is de plaats desgenen die God
2579 Job  19:7   |         verhoord; ik schreeuw, doch er is geen recht. ~
2580 Job  19:17  |                           17 Mijn adem is mijn huisvrouw vreemd; en
2581 Job  19:29  |            zwaard; want de grimmigheid is over de misdaden des zwaards;
2582 Job  20:2   |              antwoorden, en over zulks is mijn verhaasten in mij. ~
2583 Job  20:5   |           goddelozen van nabij geweest is, en de vreugde des huichelaars
2584 Job  20:7   |            hadden, zullen zeggen: Waar is hij? ~
2585 Job  20:12  |                kwaad in zijn mond zoet is, hij dat verbergt, onder
2586 Job  20:26  |              vuur, dat niet opgeblazen is, zal hem verteren; den overigen
2587 Job  20:29  |                                 29 Dit is het deel des goddelozen
2588 Job  21:4   |                                      4 Is (mij aangaande) mijn klacht
2589 Job  21:8   |                             8 Hun zaad is bestendig met hen voor hun
2590 Job  21:9   |                vreze, en de roede Gods is op hen niet. ~
2591 Job  21:15  |                                 15 Wat is de Almachtige, dat wij Hem
2592 Job  21:16  |                 16 Doch ziet, hun goed is niet in hun hand; de raad
2593 Job  21:16  |                 de raad der goddelozen is verre van mij. ~
2594 Job  21:21  |              zijner maanden afgesneden is? ~
2595 Job  21:28  |             Want gij zult zeggen: Waar is het huis van den prins,
2596 Job  21:28  |            huis van den prins, en waar is de tent van de woningen
2597 Job  21:32  |            naar de graven gebracht, en is gedurig in den aardhoop. ~
2598 Job  21:33  |             die voor hem geweest zijn, is geen getal. ~
2599 Job  21:34  |          antwoorden overtreding overig is? ~  ~  ~  ~
2600 Job  22:3   |                                      3 Is het voor den Almachtige
2601 Job  22:4   |                                      4 Is het om uw vreze, dat Hij
2602 Job  22:5   |                                      5 Is niet uw boosheid groot,
2603 Job  22:12  |                                     12 Is niet God in de hoogte der
2604 Job  22:16  |               tijd niet was; een vloed is over hun grond uitgestort; ~
2605 Job  22:18  |                met goed gevuld; daarom is de raad der goddelozen verre
2606 Job  22:20  |               onze stand niet verdelgd is, maar het vuur hun overblijfsel
2607 Job  22:30  |         bevrijden, die niet onschuldig is, want hij wordt bevrijd
2608 Job  23:2   |                            2 Ook heden is mijn klacht wederspannigheid;
2609 Job  23:2   |           wederspannigheid; mijn plage is zwaar boven mijn zuchten. ~
2610 Job  23:8   |              Zie, ga ik voorwaarts, zo is Hij er niet, of achterwaarts,
2611 Job  23:10  |              kent den weg, die bij mij is; Hij beproeve mij; als goud
2612 Job  23:13  |                                13 Maar is Hij tegen iemand, wie zal
2613 Job  23:14  |                dat over mij bescheiden is; en diergelijke dingen zijn
2614 Job  24:5   |              ten roof; het vlakke veld is hem tot spijs, en den jongeren. ~
2615 Job  24:9   |            borst, en dat over den arme is, nemen zij te pand. ~
2616 Job  24:14  |            nooddruftige; en des nachts is hij als een dief. ~
2617 Job  24:17  |                 17 Want de morgenstond is hun te zamen de schaduw
2618 Job  24:18  |                                 18 Hij is licht op het vlakke der
2619 Job  24:18  |          vlakke der wateren; vervloekt is hun deel op de aarde; hij
2620 Job  24:20  |              vergeet hem, het gewormte is hem zoet, zijns wordt niet
2621 Job  24:22  |               kracht; staat hij op, zo is men des levens niet zeker. ~
2622 Job  24:24  |          weinig tijds verheven, daarna is er niemand van hen; zij
2623 Job  24:25  |               25 Indien het nu zo niet is, wie zal mij leugenachtig
2624 Job  25:4   |              die van een vrouw geboren is? ~
2625 Job  25:6   |              min de mens, die een made is, en des mensen kind, die
2626 Job  25:6   |              mensen kind, die een worm is! ~
2627 Job  26:2   |                dien, die zonder kracht is, en behouden den arm, die
2628 Job  26:2   |                arm, die zonder sterkte is? ~
2629 Job  26:3   |            heeft, en de zaak, alzo zij is, ten volle bekend gemaakt? ~
2630 Job  26:4   |               verhaald? En wiens geest is van u uitgegaan? ~
2631 Job  26:6   |                               6 De hel is naakt voor Hem, en geen
2632 Job  26:6   |               voor Hem, en geen deksel is er voor het verderf. ~
2633 Job  27:8   |                             8 Want wat is de verwachting des huichelaars,
2634 Job  27:11  |                 wat bij den Almachtige is, zal ik niet verhelen. ~
2635 Job  27:13  |                                 13 Dit is het deel des goddelozen
2636 Job  27:14  |         kinderen vermenigvuldigen, het is ten zwaarde; en zijn spruiten
2637 Job  27:19  |            doet hij zijn ogen open, zo is hij er niet. ~
2638 Job  28:1   |                      1 Gewisselijk, er is voor het zilver een uitgang,
2639 Job  28:8   |               betreden, de felle leeuw is daarover niet heengegaan. ~
2640 Job  28:12  |               gevonden worden? En waar is de plaats des verstands? ~
2641 Job  28:14  |                14 De afgrond zegt: Zij is in mij niet; en de zee zegt:
2642 Job  28:14  |              niet; en de zee zegt: Zij is niet bij mij. ~
2643 Job  28:17  |             niet gelijk waarderen; ook is zij niet te verwisselen
2644 Job  28:18  |              want de trek der wijsheid is meerder dan der Robijnen. ~
2645 Job  28:20  |             van waar komt zij, en waar is de plaats des verstands? ~
2646 Job  28:21  |                            21 Want zij is verholen voor de ogen aller
2647 Job  28:21  |               het gevogelte des hemels is zij verborgen. ~
2648 Job  28:28  |               Zie, de vreze des HEEREN is de wijsheid, en van het
2649 Job  28:28  |                van het kwade te wijken is het verstand. ~  ~  ~  ~
2650 Job  30:15  |                                 15 Men is met verschrikkingen tegen
2651 Job  30:15  |               edele ziel, en mijn heil is als een wolk voorbijgegaan. ~
2652 Job  30:18  |            Door de veelheid der kracht is mijn kleed veranderd; Hij
2653 Job  30:24  |                de hand niet uitsteken; is er bij henlieden geschrei
2654 Job  30:27  |                Mijn ingewand ziedt, en is niet stil; de dagen der
2655 Job  30:30  |                           30 Mijn huid is zwart geworden over mij,
2656 Job  30:30  |             over mij, en mijn gebeente is ontstoken van dorrigheid. ~
2657 Job  30:31  |                              31 Hierom is mijn harp tot een rouwklage
2658 Job  31:2   |                             2 Want wat is het deel Gods van boven,
2659 Job  31:3   |                                      3 Is niet het verderf voor den
2660 Job  31:7   |               gang uit den weg geweken is, en mijn hart mijn ogen
2661 Job  31:7   |               hart mijn ogen nagevolgd is, en aan mijn handen iets
2662 Job  31:9   |                 9 Zo mijn hart verlokt is geweest tot een vrouw, of
2663 Job  31:11  |                            11 Want dat is een schandelijke daad, en
2664 Job  31:11  |              schandelijke daad, en het is een misdaad bij de rechters. ~
2665 Job  31:12  |                            12 Want dat is een vuur, hetwelk tot de
2666 Job  31:18  |              Want van mijn jonkheid af is hij bij mij opgetogen, als
2667 Job  31:27  |                27 En mijn hart verlokt is geweest in het verborgen,
2668 Job  31:35  |              hoorde! Zie, mijn oogmerk is, dat de Almachtige mij antwoorde,
2669 Job  32:8   |              de geest, die in den mens is, en de inblazing des Almachtigen,
2670 Job  32:12  |                u gegeven heb, ziet, er is niemand, die Job overreedde,
2671 Job  32:19  |                     19 Ziet, mijn buik is als de wijn, die niet geopend
2672 Job  32:19  |              de wijn, die niet geopend is; gelijk nieuwe lederen zakken
2673 Job  33:3   |              mijner lippen, wat zuiver is, uitspreken. ~
2674 Job  33:12  |                antwoord ik u; want God is meerder dan een mens. ~
2675 Job  33:23  |                                     23 Is er dan bij Hem een Gezant,
2676 Job  34:4   |             kiezen voor ons, wat recht is; laat ons kennen onder ons
2677 Job  34:4   |              kennen onder ons wat goed is. ~
2678 Job  34:6   |               in mijn recht; mijn pijl is smartelijk zonder overtreding. ~
2679 Job  34:7   |                              7 Wat man is er, gelijk Job? Hij drinkt
2680 Job  34:16  |               Zo er dan verstand bij u is, hoor dit; neig de oren
2681 Job  34:22  |                                  22 Er is geen duisternis, en er is
2682 Job  34:22  |              is geen duisternis, en er is geen schaduw des doods,
2683 Job  35:2   |               hebt: Mijn gerechtigheid is meerder dan Gods? ~
2684 Job  35:10  |                Maar niemand zegt: Waar is God, mijn Maker, Die de
2685 Job  35:14  |               Hem niet aanschouwen; er is nochtans gericht voor Zijn
2686 Job  35:15  |              Maar nu, dewijl het niets is, dat Zijn toorn Job bezocht
2687 Job  36:4   |        valsheid zijn; een, die oprecht is van gevoelen, is bij u. ~
2688 Job  36:4   |               oprecht is van gevoelen, is bij u. ~
2689 Job  36:5   |                             5 Zie, God is geweldig, nochtans versmaadt
2690 Job  36:5   |           versmaadt Hij niet; geweldig is Hij in kracht des harten. ~
2691 Job  36:18  |                18 Omdat er grimmigheid is, wacht u, dat Hij u misschien
2692 Job  36:22  |         verhoogt door Zijn kracht; wie is een Leraar, gelijk Hij? ~
2693 Job  36:26  |                            26 Zie, God is groot, en wij begrijpen
2694 Job  36:26  |             wij begrijpen het niet; er is ook geen onderzoeking van
2695 Job  36:39  |             plasregens des regens; dan is er de plasregen Zijner sterke
2696 Job  36:49  |     wonderheden Desgenen, Die volmaakt is in wetenschappen? ~
2697 Job  36:54  |              licht niet als het helder is in den hemel, als de wind
2698 Job  36:55  |                goud komt; maar bij God is een vreselijke majesteit! ~
2699 Job  36:56  |                wij niet uitvinden; Hij is groot van kracht; doch door
2700 Job  37:2   |                                  2 Wie is hij, die den raad verduistert
2701 Job  37:19  |                                19 Waar is de weg, daar het licht woont?
2702 Job  37:19  |                 En de duisternis, waar is haar plaats? ~
2703 Job  37:24  |                                24 Waar is de weg, daar het licht verdeeld
2704 Job  37:26  |              op het land, waar niemand is, op de woestijn, waarin
2705 Job  37:26  |             woestijn, waarin geen mens is; ~
2706 Job  37:38  |              38 Als het stof doorgoten is tot vastigheid, en de kluiten
2707 Job  38:3   |             dwalen, omdat er geen eten is? ~
2708 Job  38:11  |                uitspeurt op de bergen, is zijn weide; en hij zoekt
2709 Job  38:14  |                omdat zijn kracht groot is, en zult gij uw arbeid op
2710 Job  38:19  |                niet waren; haar arbeid is te vergeefs, omdat zij zonder
2711 Job  38:19  |                 omdat zij zonder vreze is. ~
2712 Job  38:21  |                        21 Als het tijd is, verheft zij zich in de
2713 Job  38:23  |                pracht van zijn gesnuif is een verschrikking. ~
2714 Job  38:24  |            graaft in den grond, en het is vrolijk in zijn kracht;
2715 Job  38:27  |               en gelooft niet, dat het is het geluid der bazuin. ~
2716 Job  38:30  |                                     30 Is het naar uw bevel, dat de
2717 Job  38:33  |            waar verslagenen zijn, daar is hij. ~
2718 Job  38:35  |                                     35 Is het twisten met den Almachtige
2719 Job  39:11  |               11 Zie toch, zijn kracht is in zijn lenden, en zijn
2720 Job  39:12  |              het hem lust, zijn staart is als een ceder; de zenuwen
2721 Job  39:14  |                                 14 Hij is een hoofdstuk der wegen
2722 Job  40:1   |                              1 Niemand is zo koen, dat hij hem opwekken
2723 Job  40:1   |              hij hem opwekken zou; wie is dan hij, die zich voor Mijn
2724 Job  40:2   |             Wat onder den gansen hemel is, is het Mijne. ~
2725 Job  40:2   |             onder den gansen hemel is, is het Mijne. ~
2726 Job  40:5   |           opendoen? Rondom zijn tanden is verschrikking. ~
2727 Job  40:7   |                              7 Het een is zo na aan het andere, dat
2728 Job  40:14  |             vlees kleven samen; elkeen is vast in hem, het wordt niet
2729 Job  40:15  |                           15 Zijn hart is vast gelijk een steen; ja,
2730 Job  40:24  |                         24 Op de aarde is niets met hem te vergelijken,
2731 Job  40:24  |               vergelijken, die gemaakt is om zonder schrik te wezen. ~
2732 Job  40:25  |                aanziet alles, wat hoog is, hij is een koning over
2733 Job  40:25  |                alles, wat hoog is, hij is een koning over alle jonge
2734 Job  41:3   |                                  3 Wie is hij, zegt Gij, die den raad
2735 Job  41:7   |           Themaniet, zeide: Mijn toorn is ontstoken tegen u, en tegen
2736 Psa   1:1   |                         1Welgelukzalig is de man, die niet wandelt
2737 Psa   1:2   |                        2Maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij
2738 Psa   3:9   |                              9Het heil is des HEEREN; Uw zegen is
2739 Psa   3:9   |                is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela. ~  ~
2740 Psa   5:10  |                    10 Want in hun mond is niets rechts, hun binnenste
2741 Psa   5:10  |            niets rechts, hun binnenste is enkel verderving, hun keel
2742 Psa   5:10  |             enkel verderving, hun keel is een open graf, met hun tong
2743 Psa   6:4   |                        4 Ja, mijn ziel is zeer verschrikt; en Gij,
2744 Psa   6:6   |                      6 Want in de dood is Uwer geen gedachtenis; wie
2745 Psa   6:8   |                             8 Mijn oog is doorknaagd van verdriet,
2746 Psa   6:8   |               doorknaagd van verdriet, is veroud, vanwege al mijn
2747 Psa   7:3   |              terwijl er geen verlosser is. ~
2748 Psa   7:4   |              er onrecht in mijn handen is; ~
2749 Psa   7:9   |             oprechtigheid, die bij mij is. ~
2750 Psa   7:11  |                         11 Mijn schild is bij God, Die de oprechten
2751 Psa   7:12  |                                 12 God is een rechtvaardige Rechter,
2752 Psa   7:15  |                           15 Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid,
2753 Psa   7:15  |                van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij
2754 Psa   7:16  |             dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die
2755 Psa   8:2   |               onze Heere! hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde!
2756 Psa   8:5   |                                  5 Wat is de mens, dat Gij zijner
2757 Psa   8:10  |               onze Heere! hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde! ~  ~
2758 Psa   9:7   |      uitgeroeid? Hunlieder gedachtenis is met hen vergaan. ~
2759 Psa   9:16  |         gemaakt hadden; hunlieder voet is gevangen in het net, dat
2760 Psa   9:17  |                            17 De HEERE is bekend geworden; Hij heeft
2761 Psa   9:17  |             recht gedaan; de goddeloze is verstrikt in het werk zijner
2762 Psa  10:4   |        gedachten zijn, dat er geen God is. ~
2763 Psa  10:7   |                            7 Zijn mond is vol van vloek, en bedriegerijen,
2764 Psa  10:7   |               en list; onder zijn tong is moeite en ongerechtigheid. ~
2765 Psa  10:16  |                            16 De HEERE is Koning eeuwiglijk en altoos;
2766 Psa  11:4   |                              4De HEERE is in het paleis Zijner heiligheid,
2767 Psa  11:4   |           heiligheid, des HEEREN troon is in den hemel; Zijn ogen
2768 Psa  11:7   |                         7Want de HEERE is rechtvaardig, Hij heeft
2769 Psa  12:5   |             onze lippen zijn onze! Wie is heer over ons? ~
2770 Psa  14:1   |            dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij verderven
2771 Psa  14:3   |             zij stinkende geworden; er is niemand, die goed doet,
2772 Psa  14:5   |        vervaardheid vervaard; want God is bij het geslacht des rechtvaardigen. ~
2773 Psa  14:6   |                de HEERE zijn Toevlucht is. ~
2774 Psa  15:4   |             ogen de verworpene veracht is, maar hij eert degenen,
2775 Psa  16:3   |                in dewelke al mijn lust is. ~
2776 Psa  16:5   |                             5 De HEERE is het deel mijner erve, en
2777 Psa  16:6   |                 ja, een schone erfenis is mij geworden. ~
2778 Psa  16:8   |               Hij aan mijn rechterhand is, zal ik niet wankelen. ~
2779 Psa  16:9   |                               9 Daarom is mijn hart verblijd, en mijn
2780 Psa  16:11  |                verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht; liefelijkheden
2781 Psa  17:12  |                                 12 Hij is gelijk als een leeuw, die
2782 Psa  17:14  |               welker deel in dit leven is, welker buik Gij vervult
2783 Psa  18:3   |                             3 De HEERE is mijn Steenrots, en mijn
2784 Psa  18:4   |              HEERE aan, Die te prijzen is, en werd verlost van mijn
2785 Psa  18:31  |                            31 Gods weg is volmaakt; de rede des HEEREN
2786 Psa  18:31  |           volmaakt; de rede des HEEREN is doorlouterd; Hij is een
2787 Psa  18:31  |             HEEREN is doorlouterd; Hij is een Schild allen, die op
2788 Psa  18:32  |                            32 Want wie is God, behalve de HEERE? En
2789 Psa  18:32  |               behalve de HEERE? En wie is een Rotssteen, dan alleen
2790 Psa  18:33  |                                 33 Het is God, Die mij met kracht
2791 Psa  18:35  |               met mijn armen verbroken is. ~
2792 Psa  19:6   |                               6 En die is als een bruidegom, uitgaande
2793 Psa  19:6   |               uit zijn slaapkamer; zij is vrolijk als een held, om
2794 Psa  19:7   |                         7 Haar uitgang is van het einde des hemels,
2795 Psa  19:7   |             einden deszelven; en niets is verborgen voor haar hitte. ~
2796 Psa  19:8   |                    8 De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel;
2797 Psa  19:8   |               de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid
2798 Psa  19:9   |             hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de
2799 Psa  19:10  |                 10 De vreze des HEEREN is rein, bestaande tot in eeuwigheid,
2800 Psa  19:12  |        vermaand; in het houden van die is grote loon. ~
2801 Psa  21:2   |                   2 O HEERE! de koning is verblijd over Uw sterkte;
2802 Psa  21:2   |            over Uw sterkte; en hoezeer is hij verheugd over Uw heil! ~
2803 Psa  21:6   |                                6 Groot is zijn eer door Uw heil; majesteit
2804 Psa  22:12  |              van mij, want benauwdheid is nabij; want er is geen helper. ~
2805 Psa  22:12  |          benauwdheid is nabij; want er is geen helper. ~
2806 Psa  22:15  |           vaneen gescheiden; mijn hart is als was, het is gesmolten
2807 Psa  22:15  |              mijn hart is als was, het is gesmolten in het midden
2808 Psa  22:16  |                         16 Mijn kracht is verdroogd als een potscherf,
2809 Psa  22:29  |                 29 Want het koninkrijk is des HEEREN, en Hij heerst
2810 Psa  23:1   |              psalm van David. De HEERE is mijn Herder, mij zal niets
2811 Psa  23:5   |               vet met olie, mijn beker is overvloeiende. ~
2812 Psa  24:1   |              psalm van David. De aarde is des HEEREN, mitsgaders haar
2813 Psa  24:4   |             handen, en zuiver van hart is, die zijn ziel niet opheft
2814 Psa  24:6   |                                  6 Dat is het geslacht dergenen, die
2815 Psa  24:6   |              Uw aangezicht zoeken, dat is Jakob! Sela. ~
2816 Psa  24:8   |                                  8 Wie is de Koning der ere? De HEERE,
2817 Psa  24:10  |                                 10 Wie is Hij, deze Koning der ere?
2818 Psa  24:10  |             HEERE der heirscharen, Die is de Koning der ere. Sela. ~
2819 Psa  25:8   |                       8 Teth. De HEERE is goed en recht; daarom zal
2820 Psa  25:11  |              ongerechtigheid, want die is groot. ~
2821 Psa  25:12  |                            12 Mem. Wie is de man, die den HEERE vreest?
2822 Psa  25:14  |               verborgenheid des HEEREN is voor degenen, die Hem vrezen;
2823 Psa  26:3   |               Want Uw goedertierenheid is voor mijn ogen, en ik wandel
2824 Psa  26:10  |             handen schandelijk bedrijf is, en welker rechterhand vol
2825 Psa  26:10  |             rechterhand vol geschenken is. ~
2826 Psa  27:1   |              psalm van David. De HEERE is mijn Licht en mijn Heil,
2827 Psa  27:1   |                zou ik vrezen? De HEERE is mijns levens kracht, voor
2828 Psa  28:3   |                hun naasten, maar kwaad is in hun hart. ~
2829 Psa  28:7   |                              7De HEERE is mijn Sterkte en mijn Schild;
2830 Psa  28:8   |                              8De HEERE is hunlieder Sterkte, en Hij
2831 Psa  28:8   |              hunlieder Sterkte, en Hij is de Sterkheid der verlossingen
2832 Psa  29:3   |                   3 De stem des HEEREN is op de wateren, de God der
2833 Psa  29:3   |              der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren. ~
2834 Psa  29:4   |                   4 De stem des HEEREN is met kracht, de stem des
2835 Psa  29:4   |             kracht, de stem des HEEREN is met heerlijkheid. ~
2836 Psa  30:6   |                    6 Want een ogenblik is er in Zijn toorn, maar een
2837 Psa  30:6   |               geween, maar des morgens is er gejuich. ~
2838 Psa  30:10  |                           10 Wat gewin is er in mijn bloed, in mijn
2839 Psa  31:10  |               genadig, HEERE! want mij is bange; van verdriet is doorknaagd
2840 Psa  31:10  |             mij is bange; van verdriet is doorknaagd mijn oog, mijn
2841 Psa  31:11  |                     11 Want mijn leven is verteerd van droefenis,
2842 Psa  31:11  |               van zuchten; mijn kracht is vervallen door mijn ongerechtigheid,
2843 Psa  31:14  |              naspraak van velen; vreze is van rondom, dewijl zij te
2844 Psa  31:20  |                        20 O, hoe groot is Uw goed, dat Gij weggelegd
2845 Psa  32:1   |               van David. Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven,
2846 Psa  32:1   |           vergeven, wiens zonde bedekt is. ~
2847 Psa  32:2   |                        2 Welgelukzalig is de mens, dien de HEERE de
2848 Psa  32:2   |                wiens geest geen bedrog is. ~
2849 Psa  33:4   |                4 Want des HEEREN woord is recht, en al Zijn werk getrouw. ~
2850 Psa  33:5   |              en gericht lief; de aarde is vol van de goedertierenheid
2851 Psa  33:9   |               Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het
2852 Psa  33:12  |                       12 Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE
2853 Psa  33:12  |               volk, welks God de HEERE is; het volk, dat Hij Zich
2854 Psa  33:18  |                18 Ziet, des HEEREN oog is over degenen, die Hem vrezen,
2855 Psa  33:20  |                verbeidt den HEERE: Hij is onze Hulp en ons Schild.
2856 Psa  33:21  |                       21 Want ons hart is in Hem verblijd, omdat wij
2857 Psa  34:4   |                4 Want des HEEREN woord is recht, en al Zijn werk getrouw. ~
2858 Psa  34:5   |              en gericht lief; de aarde is vol van de goedertierenheid
2859 Psa  34:9   |               Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het
2860 Psa  34:12  |                       12 Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE
2861 Psa  34:12  |               volk, welks God de HEERE is; het volk, dat Hij Zich
2862 Psa  34:18  |                18 Ziet, des HEEREN oog is over degenen, die Hem vrezen,
2863 Psa  34:20  |                verbeidt den HEERE: Hij is onze Hulp en ons Schild. ~
2864 Psa  34:21  |                       21 Want ons hart is in Hem verblijd, omdat wij
2865 Psa  35:9   |                ziet, dat de HEERE goed is; welgelukzalig is de man,
2866 Psa  35:9   |           HEERE goed is; welgelukzalig is de man, die op Hem betrouwt. ~
2867 Psa  35:13  |                            13 Mem. Wie is de man, die lust heeft ten
2868 Psa  35:17  |              Het aangezicht des HEEREN is tegen degenen, die kwaad
2869 Psa  35:19  |                      19 Koph. De HEERE is nabij de gebrokenen van
2870 Psa  36:10  |              zullen zeggen: HEERE, wie is U gelijk! U, Die den ellendige
2871 Psa  36:10  |             redt van dien, die sterker is dan hij, en den ellendige
2872 Psa  37:2   |            binnenste van mijn hart: Er is geen vreze Gods voor zijn
2873 Psa  37:3   |  ongerechtigheid bevindt, die te haten is. ~
2874 Psa  37:5   |              op een weg, die niet goed is; het kwaad verwerpt hij
2875 Psa  37:6   |             HEERE! Uw goedertierenheid is tot in de hemelen; Uw waarheid
2876 Psa  37:7   |                     7 Uw gerechtigheid is als de bergen Gods; Uw oordelen
2877 Psa  37:8   |                         8 Hoe dierbaar is Uw goedertierenheid, o God!
2878 Psa  37:10  |                          10 Want bij U is de fontein des levens; in
2879 Psa  38:7   |         dengene, wiens weg voorspoedig is; over een man, die listige
2880 Psa  38:16  |                de rechtvaardige heeft, is beter dan de overvloed veler
2881 Psa  38:26  |                 en leent; en zijn zaad is tot zegening. ~
2882 Psa  38:31  |                   31 De wet zijns Gods is in zijn hart; zijn gangen
2883 Psa  38:39  |                heil der rechtvaardigen is van den HEERE; hun Sterkte
2884 Psa  39:3   |                mij gedaald, en Uw hand is op mij nedergedaald. ~
2885 Psa  39:4   |                                   4 Er is niets geheels in mijn vlees,
2886 Psa  39:4   |               vanwege Uw gramschap; er is geen vrede in mijn beenderen,
2887 Psa  39:8   |             verachtelijke plage, en er is niets geheels in mijn vlees. ~
2888 Psa  39:10  |                       10 HEERE! voor U is al mijn begeerte; en mijn
2889 Psa  39:10  |              begeerte; en mijn zuchten is voor U niet verborgen. ~
2890 Psa  39:18  |           hinken gereed, en mijn smart is steeds voor mij. ~
2891 Psa  40:2   |            goddeloze nog tegenover mij is. ~
2892 Psa  40:6   |              gesteld, en mijn leeftijd is als niets voor U; immers
2893 Psa  40:6   |               als niets voor U; immers is een ieder mens, hoe vast
2894 Psa  40:8   |                o HEERE! Mijn hoop, die is op U. ~
2895 Psa  40:12  |            smelten als een mot; immers is een ieder mens ijdelheid.
2896 Psa  41:5   |                        5 Welgelukzalig is de man, die den HEERE tot
2897 Psa  41:8   |               kom; in de rol des boeks is van mij geschreven. ~
2898 Psa  41:9   |          welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden mijns ingewands. ~
2899 Psa  42:2   |                        2 Welgelukzalig is hij, die zich verstandiglijk
2900 Psa  42:8   |           tegen mij, hetgeen mij kwaad is, zeggende: ~
2901 Psa  42:18  |               dag tot mij zeggen: Waar is uw God? ~
2902 Psa  42:25  |               dag tot mij zeggen: Waar is uw God? ~
2903 Psa  42:26  |              ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing
2904 Psa  43:5   |              ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing
2905 Psa  44:16  |                        16 Mijn schande is den gansen dag voor mij,
2906 Psa  44:18  |                           18 Dit alles is ons overkomen, nochtans
2907 Psa  44:19  |                            19 Ons hart is niet achterwaarts gekeerd,
2908 Psa  44:26  |                      26 Want onze ziel is in het stof nedergebogen;
2909 Psa  45:2   |              van een Koning; mijn tong is een pen eens vaardigen schrijvers. ~
2910 Psa  45:3   |              de mensenkinderen; genade is uitgestort in Uw lippen;
2911 Psa  45:7   |                     7 Uw troon, o God! is eeuwiglijk en altoos; de
2912 Psa  45:7   |                scepter Uws Koninkrijks is een scepter der rechtmatigheid. ~
2913 Psa  45:12  |        schoonheid; dewijl Hij uw Heere is, zo buig u voor Hem neder. ~
2914 Psa  45:14  |                 14 Des Konings Dochter is geheel verheerlijkt inwendig;
2915 Psa  45:14  |    verheerlijkt inwendig; haar kleding is van gouden borduursel. ~
2916 Psa  46:2   |                                  2 God is ons een Toevlucht en Sterkte;
2917 Psa  46:2   |              Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een
2918 Psa  46:6   |                                  6 God is in het midden van haar,
2919 Psa  46:8   |               De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob
2920 Psa  46:8   |              met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek. Sela. ~
2921 Psa  46:12  |               De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob
2922 Psa  46:12  |              met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek. Sela. ~  ~
2923 Psa  47:3   |                HEERE, de Allerhoogste, is vreselijk, een groot Koning
2924 Psa  47:8   |                             8 Want God is een Koning der ganse aarde;
2925 Psa  47:10  |              der aarde zijn Godes. Hij is zeer verheven! ~  ~
2926 Psa  48:2   |                             2 De HEERE is groot en zeer te prijzen,
2927 Psa  48:3   |                vreugde der ganse aarde is de berg Sion, aan de zijden
2928 Psa  48:4   |                                  4 God is in haar paleizen; Hij is
2929 Psa  48:4   |               is in haar paleizen; Hij is er bekend voor een Hoog
2930 Psa  48:11  |                      11 Gelijk Uw Naam is, o God! alzo is Uw roem
2931 Psa  48:11  |                Uw Naam is, o God! alzo is Uw roem tot aan de einden
2932 Psa  48:11  |              der aarde; Uw rechterhand is vol van gerechtigheid. ~
2933 Psa  48:15  |                       15 Want deze God is onze God eeuwiglijk en altoos;
2934 Psa  49:9   |              de verlossing hunner ziel is te kostelijk, en zal in
2935 Psa  49:12  |              12 Hun binnenste gedachte is, dat hun huizen zullen zijn
2936 Psa  49:13  |                nochtans, die in waarde is, blijft niet; hij wordt
2937 Psa  49:14  |                        14 Deze hun weg is een dwaasheid van hen; nochtans
2938 Psa  49:21  |              21 De mens, die in waarde is, en geen verstand heeft,
2939 Psa  50:6   |           gerechtigheid; want God Zelf is Rechter. Sela. ~
2940 Psa  50:10  |              al het gedierte des wouds is Mijn, de beesten op duizend
2941 Psa  50:11  |          bergen, en het wild des velds is bij Mij. ~
2942 Psa  50:12  |               u niet zeggen; want Mijn is de wereld en haar volheid. ~
2943 Psa  50:18  |                gij met hem; en uw deel is met de overspelers. ~
2944 Psa  51:5   |           overtredingen, en mijn zonde is steeds voor mij. ~
2945 Psa  51:6   |        gezondigd, en gedaan, dat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig
2946 Psa  52:2   |              tot hem gezegd had: David is gekomen ten huize van Achimelech. ~
2947 Psa  52:11  |              Naam verwachten; want hij is goed voor Uw gunstgenoten. ~
2948 Psa  53:2   |            dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God; zij verderven
2949 Psa  53:2   |        bedrijven gruwelijk onrecht; er is niemand, die goed doet. ~
2950 Psa  53:4   |                     4Een ieder van hen is teruggekeerd, te zamen zijn
2951 Psa  53:4   |             zij stinkende geworden, er is niemand, die goed doet,
2952 Psa  54:6   |                             6Ziet, God is mij een Helper; de Heere
2953 Psa  54:6   |               mij een Helper; de Heere is onder degenen, die mijn
2954 Psa  54:8   |               o HEERE! loven, want Hij is goed. ~
2955 Psa  55:11  |            ongerechtigheid en overlast is binnen in haar. ~
2956 Psa  55:12  |                    12 Enkel verderving is binnen in haar; en list
2957 Psa  55:13  |                            13 Want het is geen vijand, die mij hoont,
2958 Psa  55:13  |               het hebben gedragen; het is mijn hater niet, die zich
2959 Psa  55:20  |              hen gans geen verandering is, en zij God niet vrezen. ~
2960 Psa  55:22  |                           22 Zijn mond is gladder dan boter, maar
2961 Psa  55:22  |              dan boter, maar zijn hart is krijg; zijn woorden zijn
2962 Psa  56:10  |               weet ik, dat God met mij is. ~
2963 Psa  57:5   |                            5 Mijn ziel is in het midden der leeuwen,
2964 Psa  57:8   |                            8 Mijn hart is bereid, o God! mijn hart
2965 Psa  57:8   |               bereid, o God! mijn hart is bereid; ik zal zingen, en
2966 Psa  57:11  |               Want Uw goedertierenheid is groot tot aan de hemelen,
2967 Psa  58:6   |        belezers, desgenen, die ervaren is met bezweringen om te gaan. ~
2968 Psa  58:12  |                mens zal zeggen: Immers is er vrucht voor den rechtvaardige;
2969 Psa  58:12  |              den rechtvaardige; immers is er een God, Die op de aarde
2970 Psa  59:10  |              ik op U wachten; want God is mijn Hoog Vertrek. ~
2971 Psa  59:14  |             hen weten, dat God heerser is in Jakob, ja, tot aan de
2972 Psa  59:18  |               ik psalmzingen; want God is mijn Hoog Vertrek, de God
2973 Psa  60:9   |                               9 Gilead is mijn, en Manasse is mijn,
2974 Psa  60:9   |             Gilead is mijn, en Manasse is mijn, en Efraim is de sterkte
2975 Psa  60:9   |             Manasse is mijn, en Efraim is de sterkte mijns hoofds;
2976 Psa  60:9   |             sterkte mijns hoofds; Juda is mijn wetgever. ~
2977 Psa  60:10  |                                10 Moab is mijn waspot; op Edom zal
2978 Psa  60:13  |       benauwdheid, want 's mensen heil is ijdelheid. ~
2979 Psa  61:3   |               als mijn hart overstelpt is; leid mij op een rotssteen,
2980 Psa  62:2   |                               2 Immers is mijn ziel stil tot God;
2981 Psa  62:2   |             ziel stil tot God; van Hem is mijn heil. ~
2982 Psa  62:3   |                               3 Immers is Hij mijn Rotssteen en mijn
2983 Psa  62:6   |               zwijg Gode; want van Hem is mijn verwachting. ~
2984 Psa  62:7   |                                  7 Hij is immers mijn Rotssteen en
2985 Psa  62:8   |                               8 In God is mijn Heil en mijn Eer; de
2986 Psa  62:8   |                sterkte, mijn Toevlucht is in God. ~
2987 Psa  62:9   |              voor Zijn aangezicht; God is ons een Toevlucht. Sela. ~
2988 Psa  62:12  |          gehoord: dat de sterkte Godes is. ~
2989 Psa  62:13  |             goedertierenheid, o Heere! is Uwe; want Gij zult een iegelijk
2990 Psa  63:4   |               Want Uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn
2991 Psa  64:7   |      doorzoeken zij, wat te doorzoeken is; zelfs het binnenste eens
2992 Psa  65:2   |                           2 De lofzang is in stilheid tot U, o God!
2993 Psa  65:5   |                        5 Welgelukzalig is hij, dien Gij verkiest,
2994 Psa  65:10  |             grotelijks; de rivier Gods is vol waters; wanneer Gij
2995 Psa  66:5   |                en ziet Gods daden; Hij is vreselijk van werking aan
2996 Psa  68:5   |          velden rijdt, omdat Zijn Naam is HEERE; en springt op van
2997 Psa  68:6   |                                  6 Hij is een Vader der wezen, en
2998 Psa  68:16  |                       16 De berg Basan is een berg Gods; de berg Basan
2999 Psa  68:16  |               berg Gods; de berg Basan is een bultige berg. ~
3000 Psa  68:18  |         duizenden verdubbeld. De Heere is onder hen, een Sinai in