1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7933
Book Chapter: Verse
3501 Spre 15:16 | 16 Beter is weinig met de vreze des
3502 Spre 15:17 | 17 Beter is een gerecht van groen moes,
3503 Spre 15:17 | groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en
3504 Spre 15:19 | De weg des luiaards is als een doornheg; maar het
3505 Spre 15:19 | maar het pad der oprechten is wel gebaand. ~
3506 Spre 15:21 | 21 De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap;
3507 Spre 15:22 | vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der
3508 Spre 15:23 | zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd! ~
3509 Spre 15:24 | 24 De weg des levens is den verstandige naar boven;
3510 Spre 15:29 | 29 De HEERE is ver van de goddelozen; maar
3511 Spre 15:33 | De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en
3512 Spre 16:1 | maar het antwoord der tong is van den HEERE. ~
3513 Spre 16:5 | 5 Al wie hoog is van hart, is den HEERE een
3514 Spre 16:5 | Al wie hoog is van hart, is den HEERE een gruwel; hand
3515 Spre 16:8 | 8 Beter is een weinig met gerechtigheid,
3516 Spre 16:10 | 10 Waarzegging is op de lippen des konings;
3517 Spre 16:12 | 12 Het is der koningen gruwel goddeloosheid
3518 Spre 16:14 | grimmigheid des konings is als de boden des doods;
3519 Spre 16:15 | van des konings aangezicht is leven; en zijn welgevallen
3520 Spre 16:15 | leven; en zijn welgevallen is als een wolk des spaden
3521 Spre 16:16 | 16 Hoeveel beter is het wijsheid te bekomen,
3522 Spre 16:17 | De baan der oprechten is van het kwaad af te wijken;
3523 Spre 16:18 | 18 Hovaardigheid is voor de verbreking, en hoogheid
3524 Spre 16:19 | 19 Het is beter nederig van geest
3525 Spre 16:20 | op den HEERE vertrouwt, is welgelukzalig. ~
3526 Spre 16:22 | dergenen, die het bezitten, is een springader des levens;
3527 Spre 16:22 | maar de tucht der dwazen is dwaasheid. ~
3528 Spre 16:25 | 25 Er is een weg, die iemand recht
3529 Spre 16:27 | kwaad; en op zijn lippen is als brandend vuur. ~
3530 Spre 16:29 | in een weg, die niet goed is. ~
3531 Spre 16:31 | 31 De grijsheid is een sierlijke kroon; zij
3532 Spre 16:32 | 32 De lankmoedige is beter dan de sterke; en
3533 Spre 16:33 | het gehele beleid daarvan is van den HEERE. ~ ~
3534 Spre 17:1 | droge bete, en rust daarbij, is beter, dan een huis vol
3535 Spre 17:3 | 3 De smeltkroes is voor het zilver, en de oven
3536 Spre 17:8 | 8 Het geschenk is in de ogen zijner heren
3537 Spre 17:12 | die van jongen beroofd is, een man tegemoet kome,
3538 Spre 17:14 | Het begin des krakeels is gelijk een, die het water
3539 Spre 17:20 | 20 Wie verdraaid is van hart, zal het goede
3540 Spre 17:20 | vinden; en die verkeerd is met zijn tong, zal in het
3541 Spre 17:24 | aangezicht des verstandigen is wijsheid; maar de ogen des
3542 Spre 17:25 | 25 Een zotte zoon is een verdriet voor zijn vader,
3543 Spre 17:26 | 26 Het is niet goed, den rechtvaardige
3544 Spre 17:26 | zouden om hetgeen recht is. ~
3545 Spre 17:27 | en een man van verstand is kostelijk van geest. ~
3546 Spre 18:4 | springader der wijsheid is een uitstortende beek. ~
3547 Spre 18:5 | 5 Het is niet goed, het aangezicht
3548 Spre 18:7 | 7 De mond des zots is hemzelven een verstoring,
3549 Spre 18:9 | aanstelt in zijn werk, die is een broeder van een doorbrenger. ~
3550 Spre 18:10 | De Naam des HEEREN is een Sterke Toren; de rechtvaardige
3551 Spre 18:11 | 11 Des rijken goed is de stad zijner sterkte,
3552 Spre 18:13 | zal gehoord hebben, dat is hem dwaasheid en schande. ~
3553 Spre 18:17 | 17 Die de eerste is in zijn twistzaak, schijnt
3554 Spre 18:19 | 19 Een broeder is wederspanniger dan een sterke
3555 Spre 18:24 | vriendelijk te houden; want er is een liefhebber, die meer
3556 Spre 19:1 | oprechtheid wandelende, is beter dan de verkeerde van
3557 Spre 19:1 | van lippen, en die een zot is. ~
3558 Spre 19:2 | 2 Ook is de ziel zonder wetenschap
3559 Spre 19:2 | die met de voeten haastig is, zondigt. ~
3560 Spre 19:6 | des prinsen; en een ieder is een vriend desgenen, die
3561 Spre 19:11 | zijn toorn; en zijn sieraad is de overtreding voorbij te
3562 Spre 19:12 | Des konings gramschap is als het brullen eens jongen
3563 Spre 19:12 | leeuws; maar zijn welgevallen is als dauw op het kruid.
3564 Spre 19:13 | 13 Een zotte zoon is zijn vader grote ellende;
3565 Spre 19:14 | 14 Huis en goed is een erve van de vaderen;
3566 Spre 19:14 | maar een verstandige vrouw is van den HEERE. ~
3567 Spre 19:18 | uw zoon, als er nog hoop is; maar verhef uw ziel niet,
3568 Spre 19:19 | 19 Die groot is van grimmigheid, zal straf
3569 Spre 19:22 | De wens des mensen is zijn weldadigheid; maar
3570 Spre 19:22 | weldadigheid; maar de arme is beter dan een leugenachtig
3571 Spre 19:23 | De vreze des HEEREN is ten leven; want men zal
3572 Spre 19:26 | of de moeder verjaagt, is een zoon, die beschaamd
3573 Spre 20:1 | 1 De wijn is een spotter, de sterke drank
3574 Spre 20:1 | spotter, de sterke drank is woelachtig; al wie daarin
3575 Spre 20:2 | De schrik des konings is als het brullen eens jongen
3576 Spre 20:3 | 3 Het is eer voor een man, van twist
3577 Spre 20:5 | raad in het hart eens mans is als diepe wateren; maar
3578 Spre 20:10 | weegsteen, tweeerlei efa is den HEERE een gruwel, ja
3579 Spre 20:14 | 14 Het is kwaad, het is kwaad! zal
3580 Spre 20:14 | 14 Het is kwaad, het is kwaad! zal de koper zeggen;
3581 Spre 20:14 | maar als hij weggegaan is, dan zal hij zich beroemen. ~
3582 Spre 20:15 | 15 Goud is er, en menigte van robijnen;
3583 Spre 20:16 | een vreemde borg geworden is, neem zijn kleed; en pand
3584 Spre 20:17 | Het brood der leugen is den mens zoet; maar daarna
3585 Spre 20:23 | Tweeerlei weegsteen is den HEERE een gruwel, en
3586 Spre 20:23 | bedriegelijke weegschaal is niet goed. ~
3587 Spre 20:25 | 25 Het is een strik des mensen, dat
3588 Spre 20:27 | De ziel des mensen is een lamp des HEEREN, doorzoekende
3589 Spre 20:29 | Der jongelingen sieraad is hun kracht, en der ouden
3590 Spre 20:29 | en der ouden heerlijkheid is de grijsheid. ~
3591 Spre 21:1 | 1 Des konings hart is in de hand des HEEREN als
3592 Spre 21:2 | Alle weg des mensen is recht in zijn ogen; maar
3593 Spre 21:3 | Gerechtigheid en recht te doen is bij den HEERE uitgelezener
3594 Spre 21:5 | van een ieder, die haastig is, alleen tot gebrek. ~
3595 Spre 21:6 | schatten met een valse tong, is een voortgedrevene ijdelheid
3596 Spre 21:8 | 8 De weg des mensen is gans verkeerd en vreemd;
3597 Spre 21:8 | maar het werk des zuiveren is recht. ~
3598 Spre 21:9 | 9 Het is beter te wonen op een hoek
3599 Spre 21:15 | 15 Het is den rechtvaardige een blijdschap
3600 Spre 21:15 | werkers der ongerechtigheid is het verschrikking. ~
3601 Spre 21:18 | 18 De goddeloze is een rantsoen voor de rechtvaardigen,
3602 Spre 21:19 | 19 Het is beter te wonen in een woest
3603 Spre 21:20 | In des wijzen woning is een gewenste schat, en olie;
3604 Spre 21:24 | Die een hovaardig pocher is, zijn naam is spotter; hij
3605 Spre 21:24 | hovaardig pocher is, zijn naam is spotter; hij gaat met hovaardige
3606 Spre 21:27 | Het offer der goddelozen is een gruwel; hoeveel te meer,
3607 Spre 21:30 | 30 Er is geen wijsheid, en er is
3608 Spre 21:30 | is geen wijsheid, en er is geen verstand, en er is
3609 Spre 21:30 | is geen verstand, en er is geen raad tegen den HEERE. ~
3610 Spre 21:31 | strijds; maar de overwinning is des HEEREN. ~ ~
3611 Spre 22:1 | 1 De naam is uitgelezener dan grote rijkdom,
3612 Spre 22:4 | met de vreze des HEEREN, is rijkdom, en eer, en leven. ~
3613 Spre 22:7 | armen; en die ontleent, is des leners knecht. ~
3614 Spre 22:9 | 9 Die goed van oog is, die zal gezegend worden;
3615 Spre 22:11 | aangenaam zijn, diens vriend is de koning. ~
3616 Spre 22:13 | De luiaard zegt: Er is een leeuw buiten; ik mocht
3617 Spre 22:14 | mond der vreemde vrouwen is een diepe gracht; op welken
3618 Spre 22:14 | welken de HEERE vergramd is, zal daarin vallen. ~
3619 Spre 22:15 | 15 De dwaasheid is in het hart des jongen gebonden;
3620 Spre 22:18 | 18 Want het is liefelijk, als gij die in
3621 Spre 22:22 | arme niet, omdat hij arm is; en verbrijzel den ellendige
3622 Spre 22:29 | die vaardig in zijn werk is? Hij zal voor het aangezicht
3623 Spre 23:1 | die voor uw aangezicht is. ~
3624 Spre 23:3 | smakelijke spijzen, want het is een leugenachtig brood. ~
3625 Spre 23:5 | vliegen op hetgeen niets is? Want het zal zich gewisselijk
3626 Spre 23:6 | niet desgenen, die boos is van oog, en wees niet belust
3627 Spre 23:7 | en drink! maar zijn hart is niet met u; ~
3628 Spre 23:11 | Want hun Verlosser is sterk; Die zal hun twistzaak
3629 Spre 23:15 | Mijn zoon! zo uw hart wijs is, mijn hart zal blijde zijn,
3630 Spre 23:18 | Want zekerlijk, er is een beloning; en uw verwachting
3631 Spre 23:22 | niet, als zij oud geworden is. ~
3632 Spre 23:27 | 27 Want een hoer is een diepe gracht, en een
3633 Spre 23:27 | gracht, en een vreemde vrouw is een enge put. ~
3634 Spre 23:29 | 29 Bij wien is wee? bij wien och arme?
3635 Spre 24:5 | 5 Een wijs man is sterk; en een man van wetenschap
3636 Spre 24:6 | veelheid der raadgevers is de overwinning. ~
3637 Spre 24:7 | 7 Alle wijsheid is voor den dwaze te hoog;
3638 Spre 24:9 | De gedachte der dwaasheid is zonde; en een spotter is
3639 Spre 24:9 | is zonde; en een spotter is den mens een gruwel. ~
3640 Spre 24:10 | uwer benauwdheid, uw kracht is nauw. ~
3641 Spre 24:13 | honig, mijn zoon! want hij is goed, en honigzeem is zoet
3642 Spre 24:13 | hij is goed, en honigzeem is zoet voor uw gehemelte. ~
3643 Spre 24:14 | 14 Zodanig is de kennis der wijsheid voor
3644 Spre 24:23 | in het gericht te kennen, is niet goed. ~
3645 Spre 25:2 | 2 Het is Gods eer een zaak te verbergen;
3646 Spre 25:3 | aan het hart der koningen is geen doorgronding. ~
3647 Spre 25:7 | 7 Want het is beter, dat men tot u zegge:
3648 Spre 25:11 | op zijn pas gesproken, is als gouden appelen in zilveren
3649 Spre 25:12 | bestraffer bij een horend oor, is een gouden oorsiersel, en
3650 Spre 25:13 | 13 Een trouw gezant is dengenen, die hem zenden,
3651 Spre 25:14 | beroemt over een valse gift, is als wolken en wind, waar
3652 Spre 25:14 | wind, waar geen regen bij is. ~
3653 Spre 25:16 | gevonden, eet dat u genoeg is; opdat gij misschien daarvan
3654 Spre 25:18 | valse getuigenis sprekende, is een hamer, en zwaard, en
3655 Spre 25:19 | ten dage der benauwdheid, is als een gebroken tand en
3656 Spre 25:20 | zingt bij een treurig hart, is gelijk hij, die een kleed
3657 Spre 25:21 | eten; en zo hij dorstig is, geef hem water te drinken; ~
3658 Spre 25:24 | 24 Het is beter te wonen op een hoek
3659 Spre 25:25 | tijding uit een ver land is als koud water op een vermoeide
3660 Spre 25:26 | aangezicht des goddelozen, is een beroerde fontein, en
3661 Spre 25:27 | Veel honigs te eten is niet goed; maar de onderzoeking
3662 Spre 25:27 | heerlijkheid van zulke dingen is eer. ~
3663 Spre 25:28 | geest niet wederhouden kan, is een opengebrokene stad zonder
3664 Spre 26:2 | 2 Gelijk de mus is tot wegzweven, gelijk een
3665 Spre 26:2 | vloek, die zonder oorzaak is, niet komen. ~
3666 Spre 26:3 | 3 Een zweep is voor het paard, een toom
3667 Spre 26:7 | van den kreupele op; alzo is een spreuk in den mond der
3668 Spre 26:8 | een slinger bindt, alzo is hij, die den zot eer geeft. ~
3669 Spre 26:9 | hand eens dronkaards, alzo is een spreuk in den mond der
3670 Spre 26:12 | gezien, die wijs in zijn ogen is! Van een zot is meer verwachting
3671 Spre 26:12 | zijn ogen is! Van een zot is meer verwachting dan van
3672 Spre 26:13 | De luiaard zegt: Er is een felle leeuw op den weg,
3673 Spre 26:13 | leeuw op den weg, een leeuw is op de straten. ~
3674 Spre 26:15 | hand in den boezem, hij is te moede, om die weder tot
3675 Spre 26:16 | 16 De luiaard is wijzer in zijn ogen, dan
3676 Spre 26:17 | twist, die hem niet aangaat, is gelijk die een hond bij
3677 Spre 26:19 | 19 Alzo is een man, die zijn naaste
3678 Spre 26:20 | 20 Als er geen hout is, gaat het vuur uit; en als
3679 Spre 26:20 | en als er geen oorblazer is, wordt het gekijf gestild. ~
3680 Spre 26:21 | 21 De dove kool is om de vurige kool, en het
3681 Spre 26:21 | het hout om het vuur; alzo is een kijfachtig man, om twist
3682 Spre 26:26 | haat door bedrog bedekt is, diens boosheid zal in de
3683 Spre 27:3 | 3 Een steen is zwaar, en het zand gewichtig;
3684 Spre 27:3 | de toornigheid des dwazen is zwaarder dan die beide. ~
3685 Spre 27:4 | en overloping van toorn is wreedheid; maar wie zal
3686 Spre 27:5 | Openbare bestraffing is beter dan verborgene liefde. ~
3687 Spre 27:7 | maar aan een hongerige ziel is alle bitter zoet. ~
3688 Spre 27:8 | 8 Gelijk een vogel is, die uit zijn nest omdoolt,
3689 Spre 27:8 | zijn nest omdoolt, alzo is een man, die omdoolt uit
3690 Spre 27:9 | verblijdt het hart; alzo is de zoetigheid van iemands
3691 Spre 27:10 | van uw tegenspoed. Beter is een gebuur die nabij is,
3692 Spre 27:10 | is een gebuur die nabij is, dan een broeder, die
3693 Spre 27:10 | broeder, die verre is. ~
3694 Spre 27:13 | een vreemde borg geworden is, neem zijn kleed, en pand
3695 Spre 27:19 | het water het aangezicht is tegen het aangezicht, alzo
3696 Spre 27:19 | tegen het aangezicht, alzo is des mensen hart tegen den
3697 Spre 27:21 | 21 De smeltkroes is voor het zilver, en de oven
3698 Spre 27:21 | oven voor het goud; alzo is een man naar zijn lof te
3699 Spre 27:24 | 24 Want de schat is niet tot in eeuwigheid;
3700 Spre 28:1 | vlieden, waar geen vervolger is; maar elk rechtvaardige
3701 Spre 28:1 | maar elk rechtvaardige is moedig, als een jonge leeuw. ~
3702 Spre 28:3 | die de geringen verdrukt, is een wegvagende regen, zodat
3703 Spre 28:6 | wandelende in zijn oprechtheid, is beter, dan die verkeerd
3704 Spre 28:6 | beter, dan die verkeerd is van wegen, al is hij rijk. ~
3705 Spre 28:6 | verkeerd is van wegen, al is hij rijk. ~
3706 Spre 28:7 | Die de wet bewaart, is een verstandig zoon; maar
3707 Spre 28:7 | die der vraten metgezel is, beschaamt zijn vader. ~
3708 Spre 28:11 | 11 Een rijk man is wijs in zijn ogen; maar
3709 Spre 28:11 | de arme, die verstandig is, doorzoekt hem. ~
3710 Spre 28:12 | opspringen van vreugde, is er grote heerlijkheid; maar
3711 Spre 28:14 | 14 Welgelukzalig is de mens, die geduriglijk
3712 Spre 28:15 | heersende over een arm volk, is een brullende leeuw, en
3713 Spre 28:16 | alle verstand gebrek heeft, is ook veelvoudig in verdrukkingen;
3714 Spre 28:20 | zegeningen; maar die haastig is, om rijk te worden, zal
3715 Spre 28:21 | aangezichten te kennen, is niet goed; want een man
3716 Spre 28:22 | Die zich haast naar goed, is een man van een boos oog;
3717 Spre 28:24 | moeder berooft, en zegt: Het is geen overtreding; die is
3718 Spre 28:24 | is geen overtreding; die is des verdervenden mans gezel. ~
3719 Spre 28:25 | 25 Die grootmoedig is, verwekt gekijf; maar die
3720 Spre 28:26 | zijn hart vertrouwt, die is een zot; maar die in wijsheid
3721 Spre 29:3 | een metgezel der hoeren is, brengt het goed door. ~
3722 Spre 29:4 | die tot geschenken genegen is, verstoort hetzelve. ~
3723 Spre 29:6 | overtreding eens bozen mans is een strik; maar de rechtvaardige
3724 Spre 29:6 | rechtvaardige juicht en is blijde. ~
3725 Spre 29:9 | hetzij dat hij beroerd is of lacht, zo is er toch
3726 Spre 29:9 | beroerd is of lacht, zo is er toch geen rust. ~
3727 Spre 29:15 | dat aan zichzelf gelaten is, beschaamt zijn moeder. ~
3728 Spre 29:18 | Als er geen profetie is, wordt het volk ontbloot;
3729 Spre 29:18 | ontbloot; maar welgelukzalig is hij, die de wet bewaart. ~
3730 Spre 29:20 | haastig in zijn woorden is? Van een zot is meer verwachting
3731 Spre 29:20 | woorden is? Van een zot is meer verwachting dan van
3732 Spre 29:22 | gekijf; en de grammoedige is veelvoudig in overtreding. ~
3733 Spre 29:26 | heersers; maar een ieders recht is van den HEERE. ~
3734 Spre 29:27 | Een ongerechtig man is den rechtvaardige een gruwel;
3735 Spre 29:27 | een gruwel; maar die recht is van weg, is den goddeloze
3736 Spre 29:27 | maar die recht is van weg, is den goddeloze een gruwel. ~ ~ ~ ~ ~
3737 Spre 30:4 | 4 Wie is ten hemel opgeklommen, en
3738 Spre 30:4 | aarde gesteld? Hoe is Zijn Naam, en hoe is de
3739 Spre 30:4 | Hoe is Zijn Naam, en hoe is de Naam Zijns Zoons, zo
3740 Spre 30:5 | 5 Alle rede Gods is doorlouterd; Hij is een
3741 Spre 30:5 | Gods is doorlouterd; Hij is een Schild dengenen, die
3742 Spre 30:9 | verloochene, en zegge: Wie is de HEERE? of dat ik, verarmd
3743 Spre 30:11 | 11 Daar is een geslacht, dat zijn vader
3744 Spre 30:12 | geslacht, dat rein in zijn ogen is, en van zijn drek niet gewassen
3745 Spre 30:12 | zijn drek niet gewassen is; ~
3746 Spre 30:15 | ja, vier zeggen niet: Het is genoeg! ~
3747 Spre 30:16 | het vuur zegt niet: Het is genoeg! ~
3748 Spre 30:20 | 20 Alzo is de weg ener overspelige
3749 Spre 30:22 | hij van brood verzadigd is; ~
3750 Spre 30:23 | dienstmaagd, als zij erfgenaam is van haar vrouw. ~
3751 Spre 30:28 | grijpt met de handen, en is in de paleizen der koningen. ~
3752 Spre 30:31 | die niet tegen te staan is. ~
3753 Spre 31:10 | vinden? Want haar waardij is verre boven de robijnen. ~
3754 Spre 31:14 | 14 He. Zij is als de schepen eens koopmans;
3755 Spre 31:15 | staat op, als het nog nacht is, en geeft haar huis spijze,
3756 Spre 31:18 | dat haar koophandel goed is; haar lamp gaat des nachts
3757 Spre 31:21 | sneeuw; want haar ganse huis is met dubbele klederen gekleed. ~
3758 Spre 31:22 | tapijtsieraad; haar kleding is fijn linnen en purper. ~
3759 Spre 31:23 | 23 Nun. Haar man is bekend in de poorten, als
3760 Spre 31:26 | wijsheid; en op haar tong is leer der goeddadigheid. ~
3761 Spre 31:30 | Schin. De bevalligheid is bedrog, en de schoonheid
3762 Pred 1:2 | ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid. ~
3763 Pred 1:9 | Hetgeen er geweest is, hetzelve zal er zijn, en
3764 Pred 1:9 | zijn, en hetgeen er gedaan is, hetzelve zal er gedaan
3765 Pred 1:9 | worden; zodat er niets nieuws is onder de zon. ~
3766 Pred 1:10 | 10 Is er enig ding, waarvan men
3767 Pred 1:10 | kunnen zeggen: Ziet dat, het is nieuw? Het is alreeds geweest
3768 Pred 1:10 | Ziet dat, het is nieuw? Het is alreeds geweest in de eeuwen,
3769 Pred 1:11 | 11 Er is geen gedachtenis van de
3770 Pred 1:17 | een kwelling des geestes is. ~
3771 Pred 1:18 | Want in veel wijsheid is veel verdriet; en die wetenschap
3772 Pred 2:12 | doen hetgeen alrede gedaan is? ~
3773 Pred 2:16 | zijn; aangezien hetgeen nu is, in de toekomende dagen
3774 Pred 2:17 | zon geschiedt; want het is al ijdelheid en kwelling
3775 Pred 2:19 | beleid heb onder de zon. Dat is ook ijdelheid. ~
3776 Pred 2:21 | 21 Want er is een mens, wiens arbeid in
3777 Pred 2:21 | en in geschikkelijkheid is; nochtans zal hij die overgeven
3778 Pred 2:21 | gearbeid heeft. Dit is ook ijdelheid en een groot
3779 Pred 2:22 | kwellingen zijns harten, dien hij is bearbeidende onder de zon? ~
3780 Pred 2:23 | smarten, en zijn bezigheid is verdriet; zelfs des nachts
3781 Pred 2:23 | zijn hart niet. Datzelve is ook ijdelheid. ~
3782 Pred 2:24 | 24 Is het dan niet goed voor den
3783 Pred 2:24 | dat zulks van de hand Gods is. ~
3784 Pred 2:26 | vreugde den mens, die goed is voor Zijn aangezicht; maar
3785 Pred 2:26 | het geve dien, die goed is voor Gods aangezicht. Dit
3786 Pred 2:26 | voor Gods aangezicht. Dit is ook ijdelheid en kwelling
3787 Pred 3:2 | 2 Er is een tijd om geboren te worden,
3788 Pred 3:12 | niets beters voor henlieden is, dan zich te verblijden,
3789 Pred 3:13 | van al zijn arbeid, Dit is een gave Gods. ~
3790 Pred 3:14 | der eeuwigheid zijn, en er is niet toe te doen, noch is
3791 Pred 3:14 | is niet toe te doen, noch is er af te doen; en God doet
3792 Pred 3:15 | 15 Hetgeen geweest is, dat is nu, en wat wezen
3793 Pred 3:15 | Hetgeen geweest is, dat is nu, en wat wezen zal, dat
3794 Pred 3:15 | nu, en wat wezen zal, dat is alrede geweest; en God zoekt
3795 Pred 3:17 | goddeloze oordelen; want aldaar is de tijd voor alle voornemen,
3796 Pred 3:19 | mensen boven de beesten is geen; want allen zijn zij
3797 Pred 3:22 | heb, dat er niets beters is, dan dat de mens zich verblijde
3798 Pred 3:22 | in zijn werken, want dat is zijn deel; want wie zal
3799 Pred 4:3 | 3 Ja, hij is beter dan die beiden, die
3800 Pred 4:3 | beiden, die nog niet geweest is, die niet gezien heeft het
3801 Pred 4:4 | zijn naaste aanbrengt. Dat is ook ijdelheid en kwelling
3802 Pred 4:6 | Een hand vol met rust is beter, dan beide de vuisten
3803 Pred 4:8 | 8 Daar is er een, en geen tweede;
3804 Pred 4:8 | noch broeder; nochtans is van al zijn arbeid geen
3805 Pred 4:8 | hebben van het goede? Dit is ook ijdelheid, en het is
3806 Pred 4:8 | is ook ijdelheid, en het is een moeilijke bezigheid. ~
3807 Pred 4:10 | wee den ene, die gevallen is, want er is geen tweede
3808 Pred 4:10 | die gevallen is, want er is geen tweede om hem op te
3809 Pred 4:13 | 13 Beter is een arm en wijs jongeling,
3810 Pred 4:14 | zijn koninkrijk geboren is, verarmt. ~
3811 Pred 4:16 | 16 Er is geen einde van al het volk,
3812 Pred 4:16 | verblijden; gewisselijk, dat is ook ijdelheid en kwelling
3813 Pred 5:1 | Gods aangezicht; want God is in den hemel, en gij zijt
3814 Pred 5:4 | 4 Het is beter, dat gij niet belooft,
3815 Pred 5:7 | voornemen; want die hoger is dan de hoge, neemt
3816 Pred 5:8 | Het voordeel des aardrijks is voor allen: de koning zelfs
3817 Pred 5:9 | het inkomen niet zat. Dit is ook ijdelheid. ~
3818 Pred 5:11 | De slaap des arbeiders is zoet, hij hebbe weinig of
3819 Pred 5:12 | 12 Er is een kwaad, dat krankheid
3820 Pred 5:13 | hij gewint een zoon, en er is niet met al in zijn hand. ~
3821 Pred 5:14 | Gelijk als hij voortgekomen is uit zijner moeders buik,
3822 Pred 5:15 | 15 Daarom is dit ook een kwaad, dat krankheid
3823 Pred 5:15 | manier, gelijk hij gekomen is, alzo heengaat; en wat voordeel
3824 Pred 5:15 | heengaat; en wat voordeel is het hem, dat hij in den
3825 Pred 5:17 | een goede zaak, die schoon is: te eten en te drinken,
3826 Pred 5:17 | God hem geeft; want dat is zijn deel. ~
3827 Pred 5:18 | van zijn arbeid, datzelve is een gave van God. ~
3828 Pred 6:1 | 1 Er is een kwaad, dat ik gezien
3829 Pred 6:1 | heb onder de zon, en het is veel onder de mensen: ~
3830 Pred 6:2 | vreemd man dat opeet. Dit is ook ijdelheid en een kwade
3831 Pred 6:3 | dat een misdracht beter is dan hij. ~
3832 Pred 6:7 | Al de arbeid des mensen is voor zijn mond; en nochtans
3833 Pred 6:9 | 9 Beter is het aanzien der ogen, dan
3834 Pred 6:9 | der begeerlijkheid. Dit is ook ijdelheid en kwelling
3835 Pred 6:10 | Wat ook iemand zij, alrede is zijn naam genoemd, en het
3836 Pred 6:10 | zijn naam genoemd, en het is bekend, dat hij een mens
3837 Pred 6:10 | bekend, dat hij een mens is; en dat hij niet kan rechten
3838 Pred 6:10 | rechten met dien, die sterker is dan hij. ~
3839 Pred 6:12 | Want wie weet, wat goed is voor den mens in dit leven,
3840 Pred 7:1 | 1 Beter is een goede naam, dan goede
3841 Pred 7:2 | 2 Het is beter te gaan in het klaaghuis,
3842 Pred 7:2 | maaltijds; want in hetzelve is het einde aller mensen,
3843 Pred 7:3 | 3 Het treuren is beter dan het lachen; want
3844 Pred 7:4 | Het hart der wijzen is in het klaaghuis; maar het
3845 Pred 7:5 | 5 Het is beter te horen het bestraffen
3846 Pred 7:6 | der doornen onder een pot is, alzo is het lachen eens
3847 Pred 7:6 | doornen onder een pot is, alzo is het lachen eens zots. Dit
3848 Pred 7:6 | het lachen eens zots. Dit is ook ijdelheid. ~
3849 Pred 7:8 | Het einde van een ding is beter dan zijn begin; de
3850 Pred 7:8 | zijn begin; de lankmoedige is beter dan de hoogmoedige. ~
3851 Pred 7:10 | 10 Zeg niet: Wat is er, dat de vorige dagen
3852 Pred 7:11 | 11 De wijsheid is goed met een erfdeel; en
3853 Pred 7:12 | 12 Want de wijsheid is tot een schaduw, en het
3854 Pred 7:12 | een schaduw, en het geld is tot een schaduw; maar de
3855 Pred 7:12 | uitnemendheid der wetenschap is, dat de wijsheid haar bezitters
3856 Pred 7:15 | dagen mijner ijdelheid; er is een rechtvaardige, die in
3857 Pred 7:15 | gerechtigheid omkomt; daarentegen is er een goddeloze, die in
3858 Pred 7:18 | 18 Het is goed, dat gij daaraan vasthoudt,
3859 Pred 7:20 | 20 Voorwaar, er is geen mens rechtvaardig op
3860 Pred 7:24 | 24 Hetgeen verre af is, en zeer diep, wie zal dat
3861 Pred 7:26 | handen banden zijn; wie goed is voor Gods aangezicht, zal
3862 Pred 8:1 | 1 Wie is gelijk de wijze, en wie
3863 Pred 8:4 | Waar het woord des konings is, daar is heerschappij; en
3864 Pred 8:4 | woord des konings is, daar is heerschappij; en wie zal
3865 Pred 8:6 | het kwaad des mensen veel is over hem. ~
3866 Pred 8:8 | 8 Er is geen mens, die heerschappij
3867 Pred 8:9 | onder de zon geschiedt: er is een tijd, dat de ene mens
3868 Pred 8:10 | gedaan hadden. Dit is ook ijdelheid. ~
3869 Pred 8:11 | boze daad geschiedt, daarom is het hart van de kinderen
3870 Pred 8:14 | 14 Er is nog een ijdelheid, die op
3871 Pred 8:14 | zeg, dat dit ook ijdelheid is. ~
3872 Pred 9:1 | hetgeen voor zijn aangezicht is. ~
3873 Pred 9:3 | 3 Dit is een kwaad onder alles, wat
3874 Pred 9:3 | mensenkinderen vol boosheid is, en dat er in hun leven
3875 Pred 9:4 | dengene, die vergezelschapt is bij alle levenden, is er
3876 Pred 9:4 | vergezelschapt is bij alle levenden, is er hoop; want een levende
3877 Pred 9:4 | hoop; want een levende hond is beter dan een dode leeuw. ~
3878 Pred 9:5 | meer, maar hun gedachtenis is vergeten. ~
3879 Pred 9:6 | 6 Ook is alrede hun liefde, ook hun
3880 Pred 9:9 | uw ijdele dagen; want dit is uw deel in dit leven, en
3881 Pred 9:10 | dat met uw macht; want er is geen werk, noch verzinning,
3882 Pred 9:11 | de zon, dat de loop niet is der snellen, noch de strijd
3883 Pred 9:16 | Toen zeide ik: Wijsheid is beter dan kracht, hoewel
3884 Pred 9:18 | 18 De wijsheid is beter dan de krijgswapenen,
3885 Pred 10:1 | dwaasheid een man, die kostelijk is van wijsheid en van eer. ~
3886 Pred 10:2 | Het hart des wijzen is tot zijn rechterhand, maar
3887 Pred 10:2 | maar het hart eens zots is tot zijn linkerhand. ~
3888 Pred 10:3 | iegelijk, dat hij dwaas is. ~
3889 Pred 10:4 | uw plaats niet; want het is medicijn, het stilt grote
3890 Pred 10:5 | 5 Er is nog een kwaad, dat ik gezien
3891 Pred 10:10 | stellen; maar de wijsheid is een uitnemende zaak, om
3892 Pred 10:11 | eer der bezwering geschied is, dan is er geen nuttigheid
3893 Pred 10:11 | bezwering geschied is, dan is er geen nuttigheid voor
3894 Pred 10:13 | der woorden zijns monds is dwaasheid, en het einde
3895 Pred 10:13 | en het einde zijns monds is boze dolligheid. ~
3896 Pred 10:16 | land! welks koning een kind is, en welks vorsten tot in
3897 Pred 10:17 | koning een zoon der edelen is, en welks vorsten ter rechter
3898 Pred 11:7 | 7 Verder, het licht is zoet, en het is den ogen
3899 Pred 11:7 | het licht is zoet, en het is den ogen goed de zon te
3900 Pred 11:8 | zijn; en al wat zal gekomen is, is ijdelheid. ~
3901 Pred 11:8 | en al wat zal gekomen is, is ijdelheid. ~
3902 Pred 11:10 | de jeugd, en de jonkheid is ijdelheid. ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
3903 Pred 12:4 | gesloten worden, als er is een nederig geluid der maling,
3904 Pred 12:7 | aarde keert, als het geweest is; en de geest weder tot God
3905 Pred 12:8 | ijdelheden, zegt de prediker; het is al ijdelheid! ~
3906 Pred 12:9 | de prediker wijs geweest is, zo leerde hij het volk
3907 Pred 12:10 | vinden, en het geschrevene is recht, woorden der waarheid. ~
3908 Pred 12:12 | En wat boven dezelve is, mijn zoon! wees gewaarschuwd;
3909 Pred 12:12 | van vele boeken te maken is geen einde, en veel lezens
3910 Pred 12:12 | geen einde, en veel lezens is vermoeiing des vleses. ~
3911 Pred 12:13 | Van alles, wat gehoord is, is het einde van de zaak:
3912 Pred 12:13 | Van alles, wat gehoord is, is het einde van de zaak: Vrees
3913 Pred 12:14 | brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed, of hetzij
3914 Hoo 1:1 | Hooglied, hetwelk van Salomo is. ~
3915 Hoo 1:2 | want Uw uitnemende liefde is beter dan wijn. ~
3916 Hoo 1:3 | zijn goed tot reuk, Uw naam is een olie, die uitgestort
3917 Hoo 1:12 | Koning aan Zijn ronde tafel is, geeft mijn nardus zijn
3918 Hoo 1:13 | 13 Mijn Liefste is mij een bundeltje mirre,
3919 Hoo 1:14 | 14 Mijn Liefste is mij een tros van Cyprus,
3920 Hoo 2:2 | lelie onder de doornen, alzo is Mijn vriendin onder de dochteren. ~
3921 Hoo 2:3 | onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen;
3922 Hoo 2:3 | er onder, en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet. ~
3923 Hoo 2:4 | het wijnhuis, en de liefde is Zijn banier over mij. ~
3924 Hoo 2:8 | 8 Dat is de stem mijns Liefsten,
3925 Hoo 2:9 | 9 Mijn Liefste is gelijk een ree, of een welp
3926 Hoo 2:11 | Want zie, de winter is voorbij, de plasregen is
3927 Hoo 2:11 | is voorbij, de plasregen is over, hij is overgegaan; ~
3928 Hoo 2:11 | de plasregen is over, hij is overgegaan; ~
3929 Hoo 2:14 | stem horen; want uw stem is zoet, en uw gedaante is
3930 Hoo 2:14 | is zoet, en uw gedaante is liefelijk. ~
3931 Hoo 2:16 | 16 Mijn Liefste is mijn, en ik ben Zijn, Die
3932 Hoo 3:6 | 6 Wie is zij, die daar opkomt uit
3933 Hoo 4:1 | tussen uw vlechten; uw haar is als een kudde geiten, die
3934 Hoo 4:2 | voortbrengen, en geen onder hen is jongeloos. ~
3935 Hoo 4:3 | scharlaken snoer, en uw spraak is liefelijk; de slaap uws
3936 Hoo 4:3 | liefelijk; de slaap uws hoofds is als een stuk van een granaatappel
3937 Hoo 4:4 | 4 Uw hals is als Davids toren, die gebouwd
3938 Hoo 4:4 | Davids toren, die gebouwd is tot ophanging van wapentuig,
3939 Hoo 4:7 | schoon, Mijn vriendin, en er is geen gebrek aan u. ~
3940 Hoo 4:10 | 10 Hoe schoon is uw uitnemende liefde, Mijn
3941 Hoo 4:10 | o bruid! hoeveel beter is uw uitnemende liefde dan
3942 Hoo 4:11 | honigzeem; honig en melk is onder uw tong, en de reuk
3943 Hoo 4:11 | en de reuk uwer klederen is als de reuk van Libanon. ~
3944 Hoo 5:2 | volmaakte! want Mijn hoofd is vervuld met dauw, Mijn
3945 Hoo 5:9 | 9 Wat is uw Liefste meer dan een
3946 Hoo 5:9 | schoonste onder de vrouwen! wat is uw Liefste meer dan een
3947 Hoo 5:10 | 10 Mijn Liefste is blank en rood, Hij draagt
3948 Hoo 5:11 | 11 Zijn hoofd is van het fijnste goud, van
3949 Hoo 5:14 | met turkoois; Zijn buik is als blinkend elpenbeen,
3950 Hoo 5:15 | dichtste goud; Zijn gestalte is als de Libanon, uitverkoren
3951 Hoo 5:16 | 16 Zijn gehemelte is enkel zoetigheid, en al
3952 Hoo 5:16 | zoetigheid, en al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk
3953 Hoo 5:16 | zoetigheid, en al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk een
3954 Hoo 5:16 | gans begeerlijk. Zulk een is mijn Liefste; ja, zulk een
3955 Hoo 5:16 | mijn Liefste; ja, zulk een is mijn Vriend, gij dochters
3956 Hoo 6:1 | 1 Waar is uw Liefste heengegaan, o
3957 Hoo 6:2 | 2 Mijn Liefste is afgegaan in Zijn hof, tot
3958 Hoo 6:3 | Liefsten, en mijn Liefste is mijn, Die onder de lelien
3959 Hoo 6:5 | Mij geweld aan; uw haar is als een kudde geiten, die
3960 Hoo 6:6 | voortbrengen, en onder dezelve is geen jongeloos. ~
3961 Hoo 6:9 | 9 Een enige is Mijn duive, Mijn volmaakte,
3962 Hoo 6:9 | enige harer moeder, zij is de zuivere dergenen, die
3963 Hoo 6:10 | 10 Wie is zij, die er uitziet als
3964 Hoo 6:13 | gijlieden de Sulammith aan? Zij is als een rei van twee heiren. ~ ~ ~
3965 Hoo 7:2 | 2 Uw navel is als een ronde beker, dien
3966 Hoo 7:2 | drank ontbreekt; uw buik is als een hoop tarwe, rondom
3967 Hoo 7:4 | 4 Uw hals is als een elpenbenen toren,
3968 Hoo 7:4 | van Bath-rabbim; uw neus is als de toren van Libanon,
3969 Hoo 7:5 | 5 Uw hoofd op u is als Karmel, en de haarband
3970 Hoo 7:5 | hoofds als purper; de koning is als gebonden op de galerijen.
3971 Hoo 7:7 | 7 Deze uw lengte is te vergelijken bij een palmboom,
3972 Hoo 7:10 | Liefsten, en Zijn genegenheid is tot mij. ~
3973 Hoo 8:5 | 5 Wie is zij, die daar opklimt uit
3974 Hoo 8:6 | op Uw arm; want de liefde is sterk als de dood; de ijver
3975 Hoo 8:6 | sterk als de dood; de ijver is hard als het graf; haar
3976 Hoo 8:9 | 9 Zo zij een muur is, wij zullen een paleis van
3977 Hoo 8:9 | bouwen; en zo zij een deur is, wij zullen haar rondom
3978 Hoo 8:12 | wijngaard, dien ik heb, is voor mijn aangezicht; de
3979 Jes 1:5 | meer maken; het ganse hoofd is krank, en het ganse hart
3980 Jes 1:5 | krank, en het ganse hart is mat. ~
3981 Jes 1:6 | voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan hetzelve;
3982 Jes 1:6 | verbonden zijn, en geen derzelve is met olie verzacht. ~
3983 Jes 1:7 | 7 Uw aardrijk is een verwoesting, uw steden
3984 Jes 1:7 | tegenwoordigheid, en een verwoesting is er, als een omkering door
3985 Jes 1:8 | En de dochter van Sion is overgebleven als een hutje
3986 Jes 1:13 | vergeefs offer, het reukwerk is Mij een gruwel; de nieuwe
3987 Jes 1:13 | vergaderingen vermag Ik niet, het is ongerechtigheid, zelfs
3988 Jes 1:21 | 21 Hoe is de getrouwe stad tot een
3989 Jes 1:22 | 22 Uw zilver is geworden tot schuim; uw
3990 Jes 1:22 | geworden tot schuim; uw wijn is vermengd met water. ~
3991 Jes 2:7 | 7 En hun land is vervuld met zilver en goud,
3992 Jes 2:7 | goud, en hunner schatten is geen einde; hun land is
3993 Jes 2:7 | is geen einde; hun land is ook vervuld met paarden,
3994 Jes 2:7 | paarden, en hunner wagenen is geen einde. ~
3995 Jes 2:8 | 8 Ook is hun land vervuld met afgoden;
3996 Jes 2:22 | wiens adem in zijn neus is, want waarin is hij te achten? ~ ~
3997 Jes 2:22 | zijn neus is, want waarin is hij te achten? ~ ~
3998 Jes 3:3 | dien, die kloek ter tale is. ~
3999 Jes 3:7 | geen heelmeester wezen; er is ook geen brood en geen kleed
4000 Jes 3:8 | heeft aangestoten, en Juda is gevallen, dewijl hun tong
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7933 |