Book Chapter: Verse
1 Gen 1:29 | boomvrucht is; het zij u tot spijze! ~
2 Gen 1:30 | al het groene kruid tot spijze gegeven. En het was alzo. ~
3 Gen 2:9 | het gezicht, en goed tot spijze; en den boom des levens
4 Gen 3:6 | dat die boom goed was tot spijze, en dat hij een lust was
5 Gen 6:21 | gij, neem voor u van alle spijze, die gegeten wordt, en verzamel
6 Gen 6:21 | opdat zij u en hun tot spijze zij. ~
7 Gen 9:3 | dat levend is, zij u tot spijze; Ik heb het u al gegeven,
8 Gen 14:11 | Sodom en Gomorra, en al hun spijze, en trokken weg. ~
9 Gen 36:40 | opperste korf was van alle spijze van Farao, die bakkerswerk
10 Gen 37:35 | 35 En dat zij alle spijze van deze aankomende goede
11 Gen 37:35 | onder de hand van Farao, tot spijze in de steden, en bewaren
12 Gen 37:36 | 36 Zo zal de spijze zijn tot voorraad voor het
13 Gen 37:48 | 48 En hij vergaderde alle spijze der zeven jaren, die in
14 Gen 37:48 | Egypteland was, en deed de spijze in de steden; de spijze
15 Gen 37:48 | spijze in de steden; de spijze van het veld van elke stad,
16 Gen 38:7 | Uit het land Kanaan; om spijze te kopen. ~
17 Gen 38:10 | knechten zijn gekomen, om spijze te kopen. ~
18 Gen 39:2 | wederom, koopt ons een weinig spijze. ~
19 Gen 39:4 | wij zullen aftrekken, en u spijze kopen; ~
20 Gen 39:20 | gewisselijk afgekomen, om spijze te kopen. ~
21 Gen 39:22 | onze hand afgebracht, om spijze te kopen; wij weten niet,
22 Gen 40:1 | zakken dezer mannen met spijze, naar dat zij zullen kunnen
23 Gen 40:25 | weder. koopt ons een weinig spijze; ~
24 Gen 41:23 | dragende koren, en brood, en spijze voor zijn vader op den weg. ~
25 Gen 43:24 | zaad des velds, en tot uw spijze en van degenen, die in uw
26 Lev 11:34 | 34 Van alle spijze, die men eet, waarop het
27 Lev 11:39 | van de dieren, die u tot spijze zijn, iets zal gestorven
28 Lev 19:23 | zijn, en alle geboomte ter spijze geplant zult hebben, zo
29 Lev 21:6 | vuurofferen des HEEREN, de spijze huns Gods; daarom zullen
30 Lev 21:8 | hem heiligen, omdat hij de spijze uws Gods offert; hij zal
31 Lev 21:17 | zijn, zal naderen, om de spijze zijns Gods te offeren. ~
32 Lev 22:7 | dingen eten; want dat is zijn spijze. ~
33 Lev 22:11 | huis, die zullen van zijn spijze eten. ~
34 Lev 22:13 | zijn, zo zal zij van de spijze haars vaders eten; maar
35 Lev 24:6 | des lands zal voor u tot spijze zijn, voor u, en voor uw
36 Lev 24:7 | al de inkomst daarvan tot spijze zijn. ~
37 Lev 24:37 | woeker geven, en gij zult uw spijze niet op overwinst geven. ~
38 Num 28:2 | hen: Mijn offerande, Mijn spijze voor Mijn vuurofferen, Mijn
39 Num 28:24 | daags, zeven dagen lang, de spijze des vuuroffers bereiden
40 Deu 2:6 | 6 Spijze zult gij voor geld van hen
41 Deu 2:28 | 28 Verkoop mij spijze voor geld, dat ik ete, en
42 Deu 20:19 | van het veld is des mensen spijze), opdat het voor uw aangezicht
43 Deu 20:20 | dat het geen geboomte ter spijze is, dat zult gij verderven
44 Deu 23:19 | van geld, met woeker van spijze, met woeker van enig ding,
45 Deu 28:26 | de beesten der aarde tot spijze zijn; en niemand zal ze
46 Deu 31:17 | hen verbergen, dat zij ter spijze zijn, en vele kwaden en
47 Ric 13:14 | 14 En hij zeide tot hen: Spijze ging uit van den eter, en
48 1Sa 14:24 | Vervloekt zij de man, die spijze eet tot aan den avond, opdat
49 1Sa 20:24 | was, zat de koning bij de spijze, om te eten. ~
50 1Sa 20:27 | gisteren noch heden tot de spijze gekomen? ~
51 2Sa 13:5 | met brood spijzige, en de spijze voor mijn ogen toemake,
52 2Sa 13:7 | broeder Amnon, en maak hem een spijze. ~
53 2Sa 13:10 | Amnon tot Thamar: Breng de spijze in de kamer, dat ik van
54 1Kon 4:22 | 22 De spijze nu van Salomo was voor een
55 1Kon 5:9 | doen, dat gij mijn huis spijze geeft. ~
56 1Kon 5:11 | twintig duizend kor tarwe, tot spijze van zijn huis, en twintig
57 1Kon 10:5 | 5 En de spijze zijner tafel, en het zitten
58 2Kro 10:4 | 4 En de spijze zijner tafel, en het zitten
59 2Kro 12:23 | verspreidde, denwelken hij spijze gaf in overvloed; en hij
60 Neh 9:25 | olijfgaarden en bomen van spijze, in menigte; en zij hebben
61 Job 6:7 | die zijn als mijn laffe spijze. ~
62 Job 12:11 | het gehemelte voor zich de spijze smaakt? ~
63 Job 20:14 | 14 Zijn spijze zal in zijn ingewand veranderd
64 Job 20:23 | over hem regenen op zijn spijze. ~
65 Job 30:4 | bij de struiken, en welker spijze was de wortel der jeneveren. ~
66 Job 33:20 | zijn ziel de begeerlijke spijze; ~
67 Job 34:3 | gelijk het gehemelte de spijze smaakt. ~
68 Job 36:31 | Hij de volken; Hij geeft spijze ten overvloede. ~
69 Job 38:32 | 32 Van daar speurt hij de spijze op; zijn ogen zien van verre
70 Psa 44:12 | ons over als schapen ter spijze, en Gij verstrooit ons onder
71 Psa 104:27 | wachten op U, dat Gij hun hun spijze geeft te zijner tijd. ~
72 Psa 107:18 | Hun ziel gruwelde van alle spijze, en zij waren tot aan de
73 Spre 13:23 | armen geeft veelheid der spijze; maar daar is een, die verteerd
74 Spre 27:27 | geitenmelk hebben tot uw spijze, tot spijze van uw huis,
75 Spre 27:27 | hebben tot uw spijze, tot spijze van uw huis, en leeftocht
76 Spre 31:15 | nacht is, en geeft haar huis spijze, en haar dienstmaagden het
77 Jes 66:25 | een rund, en stof zal de spijze der slang zijn; zij zullen
78 Jer 7:33 | het gedierte der aarde tot spijze zijn, en niemand zal ze
79 Jer 16:4 | het gedierte der aarde tot spijze zijn. ~
80 Jer 19:7 | het gedierte der aarde tot spijze geven. ~
81 Jer 34:20 | gedierte der aarde tot spijze zijn. ~
82 Klaa 1:19 | den geest gegeven, als zij spijze voor zich zochten, opdat
83 Klaa 1:120| gekookt; zij zijn haar tot spijze geworden in de verbreking
84 Eze 4:10 | 10 Uw spijze nu, die gij eten zult, zal
85 Eze 21:32 | Het vuur zult gij tot spijze zijn, uw bloed zal zijn
86 Eze 23:37 | vuur laten doorgaan, tot spijze. ~
87 Eze 29:5 | des hemels heb Ik u ter spijze gegeven. ~
88 Eze 34:5 | wild gedierte des velds tot spijze geworden, dewijl zij verstrooid
89 Eze 34:8 | wild gedierte des velds tot spijze geworden zijn, omdat
90 Eze 34:10 | zodat zij hun niet meer tot spijze zullen zijn. ~
91 Eze 35:12 | verwoest, zij zijn ons ter spijze gegeven. ~
92 Eze 39:4 | gedierte des velds ter spijze gegeven. ~
93 Eze 47:12 | zijn vrucht zal zijn tot spijze, en zijn blad tot heling. ~
94 Dan 1:15 | jongelingen, die de stukken van de spijze des konings aten. ~
95 Dan 4:12 | vruchten vele, en er was spijze aan denzelve voor allen;
96 Dan 4:21 | vruchten vele waren, en waar spijze aan was voor allen, onder
97 Dan 10:3 | 3 Begeerlijke spijze at ik niet, en vlees of
98 Dan 11:26 | En die de stukken zijner spijze zullen eten, zullen hem
99 Joe 1:16 | 16 Is niet de spijze voor onze ogen afgesneden?
100 Mal 3:10 | het schathuis, opdat er spijze zij in Mijn huis; en beproeft
101 Luk 3:11 | die geen heeft; en die spijze heeft, doe desgelijks. ~
102 Luk 9:12 | herberg nemen mogen, en spijze vinden; want wij zijn hier
103 Luk 12:42 | tijd het bescheiden deel spijze te geven? ~
104 Joha 4:8 | de stad, opdat zij zouden spijze kopen.) ~
105 Hand 21:33 | hen allen, dat zij zouden spijze nemen, en zeide: Het is
106 Hand 21:34 | 34 Daarom vermaan ik u spijze te nemen, want dat dient
107 Hand 21:36 | zijnde, namen ook zelven spijze. ~
108 Hand 21:38 | 38 En als zij met spijze verzadigd waren, lichtten
109 Rom 14:15 | indien uw broeder om der spijze wil bedroefd wordt, zo wandelt
110 Rom 14:15 | Verderf dien niet met uw spijze, voor welken Christus gestorven
111 Rom 14:20 | werk van God niet om der spijze wil. Alle dingen zijn wel
112 1Kor 8:8 | 8 De spijze nu maakt ons Gode niet aangenaam;
113 1Kor 10:30 | indien ik door genade der spijze deelachtig ben, waarom word
114 2Kor 9:10 | Die verlene ook brood tot spijze, en vermenigvuldige uw gezaaisel,
115 Heb 5:12 | node hebben, en niet vaste spijze. ~
116 Heb 5:14 | der volmaakten is de vaste spijze, die door de gewoonheid
117 Heb 12:16 | gelijk Ezau, die om een spijze het recht van zijn eerstgeboorte
|