Book Chapter: Verse
1 Exo 6:11 | daartoe ben ik onbesneden van lippen. ~
2 Exo 6:29 | Zie, ik ben onbesneden van lippen; hoe zal dan Farao naar
3 Lev 5:4 | hebben, onbedacht met zijn lippen uitsprekende, om kwaad te
4 Num 30:6 | zijn, of de uitspraak harer lippen, waarmede zij haar ziel
5 Num 30:8 | mitsgaders de uitspraak harer lippen, waarmede zij haar ziel
6 Num 30:12 | niets van al wat uit haar lippen gegaan is, van haar gelofte,
7 Deu 23:23 | 23 Wat uit uw lippen gaat, zult gij houden en
8 1Sa 1:13 | alleenlijk roerden zich haar lippen, maar haar stem werd niet
9 2Kon 20:20 | doch het is een woord der lippen): Er is raad en macht tot
10 2Kon 21:28 | is, zo Mijn gebit in uw lippen, en Ik zal u doen wederkeren
11 Job 2:10 | alles zondigde Job met zijn lippen niet. ~
12 Job 8:21 | met gelach vervulle, en uw lippen met gejuich. ~
13 Job 11:5 | och, of God sprak, en Zijn lippen tegen u opende; ~
14 Job 13:6 | op de twistingen mijner lippen. ~
15 Job 15:6 | verdoemt u, en niet ik; en uw lippen getuigen tegen u. ~
16 Job 16:5 | mond, en de beweging mijner lippen zou zich inhouden. ~
17 Job 23:12 | 12 Het gebod Zijner lippen heb ik ook niet weggedaan;
18 Job 27:4 | 4 Indien mijn lippen onrecht zullen spreken,
19 Job 32:20 | lucht krijge; ik zal mijn lippen openen, en zal antwoorden. ~
20 Job 33:3 | en de wetenschap mijner lippen, wat zuiver is, uitspreken. ~
21 Psa 12:3 | zijn naaste, met vleiende lippen; zij spreken met een dubbel
22 Psa 12:4 | snijde af alle vleiende lippen, de grootsprekende tong. ~
23 Psa 12:5 | hebben met onze tong; onze lippen zijn onze! Wie is heer over
24 Psa 16:4 | offeren, en hun namen op mijn lippen niet nemen. ~
25 Psa 17:1 | gebed, met onbedriegelijke lippen gesproken. ~
26 Psa 17:4 | mij, naar het woord Uwer lippen, gewacht voor de paden des
27 Psa 21:3 | en de uitspraak zijner lippen hebt Gij niet geweerd. Sela. ~
28 Psa 31:19 | 19 Laat de valse lippen stom worden, die hard spreken
29 Psa 35:14 | tong van het kwaad, en uw lippen van bedrog te spreken. ~
30 Psa 41:10 | grote gemeente; zie, mijn lippen bedwing ik niet; HEERE!
31 Psa 45:3 | genade is uitgestort in Uw lippen; daarom heeft U God gezegend
32 Psa 51:17 | 17 Heere, open mijn lippen, zo zal mijn mond Uw lof
33 Psa 59:8 | mond; zwaarden zijn op hun lippen; want wie hoort het? ~
34 Psa 59:13 | monds, om het woord hunner lippen; en laat hen gevangen worden
35 Psa 63:4 | beter dan het leven; mijn lippen zouden U prijzen. ~
36 Psa 63:6 | roemen met vrolijk zingende lippen. ~
37 Psa 66:14 | 14 Die mijn lippen hebben geuit, en mijn mond
38 Psa 71:23 | 23 Mijn lippen zullen juichen, wanneer
39 Psa 89:35 | ontheiligen, en hetgeen uit Mijn lippen gegaan is, zal Ik niet veranderen. ~
40 Psa 106:33 | onbedachtelijk voortbracht met zijn lippen. ~
41 Psa 119:13 | 13 Ik heb met mijn lippen verteld al de rechten Uws
42 Psa 119:171 | 171 Mijn lippen zullen Uw lof overvloediglijk
43 Psa 120:2 | red mijn ziel van de valse lippen, van de bedriegelijke tong. ~
44 Psa 140:4 | addervergift is onder hun lippen. Sela. ~
45 Psa 140:10 | omringen, de overlast hunner lippen overdekke hen. ~
46 Psa 141:3 | mond, behoed de deur mijner lippen. ~
47 Spre 4:24 | doe de verdraaidheid der lippen verre van u. ~
48 Spre 5:2 | bedachtzaamheid behoudt, en uw lippen wetenschap bewaren. ~
49 Spre 5:3 | 3 Want de lippen der vreemde vrouw druppen
50 Spre 7:21 | aan door het gevlei harer lippen. ~
51 Spre 8:6 | spreken, en de opening Mijner lippen zal enkel billijkheid zijn. ~
52 Spre 8:7 | de goddeloosheid is Mijn lippen een gruwel. ~
53 Spre 10:8 | aan; maar die dwaas is van lippen, zal omgeworpen worden. ~
54 Spre 10:10 | smart aan; en een dwaas van lippen zal omgeworpen worden. ~
55 Spre 10:13 | 13 In de lippen des verstandigen wordt wijsheid
56 Spre 10:18 | haat bedekt, is van valse lippen, en die een kwaad gerucht
57 Spre 10:19 | overtreding niet; maar die zijn lippen wederhoudt, is kloek verstandig. ~
58 Spre 10:21 | 21 De lippen des rechtvaardigen voeden
59 Spre 10:32 | 32 De lippen des rechtvaardigen weten
60 Spre 12:13 | In de overtreding der lippen is de strik des bozen; maar
61 Spre 12:22 | 22 Valse lippen zijn den HEERE een gruwel;
62 Spre 13:3 | is verstoring, die zijn lippen wijd opendoet. ~
63 Spre 14:3 | roede des hoogmoeds; maar de lippen der wijzen bewaren hen. ~
64 Spre 14:7 | want gij zoudt bij hem geen lippen der wetenschap merken. ~
65 Spre 14:23 | overschot; maar het woord der lippen strekt alleen tot gebrek. ~
66 Spre 15:7 | 7 De lippen der wijzen zullen de wetenschap
67 Spre 16:10 | Waarzegging is op de lippen des konings; zijn mond zal
68 Spre 16:13 | 13 De lippen der gerechtigheid zijn het
69 Spre 16:21 | worden; en de zoetheid der lippen zal de lering vermeerderen. ~
70 Spre 16:23 | verstandig, en zal op zijn lippen de lering vermeerderen. ~
71 Spre 16:27 | graaft kwaad; en op zijn lippen is als brandend vuur. ~
72 Spre 16:30 | verkeerdheden te bedenken; zijn lippen bijtende, volbrengt hij
73 Spre 17:28 | geacht worden, en die zijn lippen toesluit, verstandig. ~ ~ ~ ~ ~
74 Spre 18:6 | 6 De lippen des zots komen in twist,
75 Spre 18:7 | een verstoring, en zijn lippen een strik zijner ziel. ~
76 Spre 18:20 | worden van de inkomst zijner lippen. ~
77 Spre 19:1 | beter dan de verkeerde van lippen, en die een zot is. ~
78 Spre 20:15 | menigte van robijnen; maar de lippen de wetenschap zijn een kostelijk
79 Spre 20:19 | niet met hem, die met zijn lippen verlokt. ~
80 Spre 22:11 | harten liefheeft, wiens lippen aangenaam zijn, diens vriend
81 Spre 22:18 | zij zullen samen op uw lippen gepast worden. ~
82 Spre 23:16 | vreugde opspringen, als uw lippen billijkheden spreken zullen. ~
83 Spre 24:2 | bedenkt verwoesting, en hun lippen spreken moeite. ~
84 Spre 24:26 | 26 Men zal de lippen kussen desgenen, die rechte
85 Spre 26:23 | 23 Brandende lippen, en een boos hart, zijn
86 Spre 26:24 | gelaat zich vreemd met zijn lippen; maar in zijn binnenste
87 Spre 27:2 | een onbekende, en niet uw lippen. ~
88 Pred 10:12 | zijn aangenaam; maar de lippen van een zot verslinden hemzelve. ~
89 Hoo 4:3 | 3 Uw lippen zijn als een scharlaken
90 Hoo 4:11 | 11 Uw lippen, o bruid! druppen van honigzeem;
91 Hoo 5:13 | welriekende torentjes; Zijn lippen zijn als lelien, druppende
92 Hoo 7:9 | Beminde gaat, doende de lippen der slapenden spreken. ~
93 Jes 6:5 | dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden
94 Jes 6:5 | eens volks, dat onrein van lippen is; want mijn ogen hebben
95 Jes 6:7 | zeide: Zie, deze heeft uw lippen aangeroerd; alzo is uw misdaad
96 Jes 11:4 | met den adem Zijner lippen zal Hij den goddeloze doden. ~
97 Jes 28:11 | zal Hij door belachelijke lippen, en door een andere tong
98 Jes 29:13 | mond, en zij Mij met hun lippen eren, doch hun hart verre
99 Jes 30:27 | en de last is zwaar; Zijn lippen zijn vol gramschap, en Zijn
100 Jes 36:5 | doch het is een woord der lippen): Er is raad en macht tot
101 Jes 37:29 | leggen, en Mijn gebit in uw lippen, en Ik zal u doen wederkeren
102 Jes 58:19 | Ik schep de vrucht der lippen, vrede, vrede dengenen,
103 Jes 60:3 | met ongerechtigheid; uw lippen spreken valsheid, uw tong
104 Jer 17:16 | Gij weet het; wat uit mijn lippen is gegaan, is voor Uw
105 Klaa 1:106| 62 Schin. De lippen dergenen, die tegen mij
106 Dan 10:16 | mensenkinderen gelijk, raakte mijn lippen aan, toen deed ik mijn mond
107 Hos 14:3 | betalen de varren onzer lippen. ~
108 Mal 2:6 | werd geen onrecht in zijn lippen gevonden; hij wandelde met
109 Mal 2:7 | 7 Want de lippen der priesters zullen de
110 Matt 15:8 | mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich
111 Mark 7:6 | Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich
112 Rom 3:13 | slangenvenijn is onder hun lippen. ~
113 1Kor 14:21 | andere talen, en door andere lippen tot dit volk spreken, en
114 Heb 13:15 | lofs, dat is, de vrucht der lippen, die Zijn Naam belijden. ~
115 1Pet 3:10 | tong van het kwaad, en zijn lippen, dat zij geen bedrog spreken; ~
|