Book Chapter: Verse
1 Exo 4:10 | zwaar van mond, en zwaar van tong. ~
2 Exo 11:7 | Israels zal niet een hond zijn tong verroeren, van de mensen
3 Joz 7:21 | sikkelen zilvers, en een gouden tong, welker gewicht was vijftig
4 Joz 7:24 | overkleed, en de gouden tong, en zijn zonen, en zijn
5 Joz 10:21 | vrede; niemand had zijn tong tegen de kinderen Israels
6 Joz 15:2 | van de Zoutzee was, van de tong af, die tegen het zuiden
7 Joz 15:5 | noorden, zal zijn van de tong der zee, van het uiterste
8 Joz 18:19 | deze landpale zijn aan de tong der Zoutzee noordwaarts,
9 Ric 6:5 | Gideon: Al wie met zijn tong uit het water zal lekken,
10 2Sa 23:2 | en Zijn rede is op mijn tong geweest. ~
11 Job 5:21 | 21 Tegen den gesel der tong zult gij verborgen wezen,
12 Job 6:30 | 30 Zou onrecht op mijn tong wezen? Zou mijn gehemelte
13 Job 15:5 | ongerechtigheid, en gij hebt de tong der arglistigen verkoren. ~
14 Job 20:12 | dat verbergt, onder zijn tong, ~
15 Job 20:16 | adderen zal hij zuigen; de tong der slang zal hem doden. ~
16 Job 27:4 | spreken, en indien mijn tong bedrog zal uitspreken! ~
17 Job 29:10 | vorsten verstak zich, en hun tong kleefde aan hun gehemelte. ~
18 Job 33:2 | mijn mond opengedaan; mijn tong spreekt onder mijn gehemelte. ~
19 Job 39:20 | den angel trekken, of zijn tong met een koord, dat gij laat
20 Psa 5:10 | is een open graf, met hun tong vleien zij. ~
21 Psa 10:7 | bedriegerijen, en list; onder zijn tong is moeite en ongerechtigheid. ~
22 Psa 12:4 | lippen, de grootsprekende tong. ~
23 Psa 12:5 | overhand hebben met onze tong; onze lippen zijn onze!
24 Psa 15:3 | 3Die met zijn tong niet achterklapt, zijn metgezellen
25 Psa 22:16 | als een potscherf, en mijn tong kleeft aan mijn gehemelte;
26 Psa 35:14 | 14 Nun. Bewaar uw tong van het kwaad, en uw lippen
27 Psa 36:28 | 28 Zo zal mijn tong vermelden Uw gerechtigheid,
28 Psa 38:30 | vermeldt wijsheid, en zijn tong spreekt het recht. ~
29 Psa 40:2 | ik niet zondige met mijn tong; ik zal mijn mond met een
30 Psa 40:4 | toen sprak ik met mijn tong: ~
31 Psa 45:2 | uit van een Koning; mijn tong is een pen eens vaardigen
32 Psa 50:19 | gij in het kwade, en uw tong koppelt bedrog. ~
33 Psa 51:16 | mijns heils! zo zal mijn tong Uw gerechtigheid vrolijk
34 Psa 52:4 | 4 Uw tong denkt enkel schade als een
35 Psa 52:6 | van verslinding, en een tong des bedrogs. ~
36 Psa 55:10 | Verslind hen, HEERE! deel hun tong; want ik zie wrevel en twist
37 Psa 57:5 | spiesen en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard. ~
38 Psa 64:4 | 4 Die hun tong scherpen als een zwaard,
39 Psa 64:9 | 9 En hun tong zal hen doen aanstoten tegen
40 Psa 66:17 | werd verhoogd onder mijn tong. ~
41 Psa 68:24 | Opdat gij uw voet, ja, de tong uwer honden, moogt steken
42 Psa 71:24 | 24 Ook zal mijn tong Uw gerechtigheid den gansen
43 Psa 73:9 | tegen den hemel, en hun tong wandelt op de aarde. ~
44 Psa 78:36 | mond, en logen Hem met hun tong.
45 Psa 109:2 | gesproken met een valse tong. ~
46 Psa 119:172 | 172 Mijn tong zal spraak houden van Uw
47 Psa 120:2 | lippen, van de bedriegelijke tong. ~
48 Psa 120:3 | 3Wat zal U de bedriegelijke tong geven, of wat zal zij U
49 Psa 126:2 | vervuld met lachen, en onze tong met gejuich; toen zeide
50 Psa 137:6 | 6Mijn tong kleve aan mijn gehemelte,
51 Psa 139:4 | er nog geen woord op mijn tong is, zie, HEERE! Gij weet
52 Psa 140:4 | 4 Zij scherpen hun tong, als een slang; heet addervergift
53 Psa 140:12 | 12 Een man van kwade tong zal op de aarde niet bevestigd
54 Spre 6:17 | Hoge ogen, een valse tong, en handen, die onschuldig
55 Spre 6:24 | voor het gevlei der vreemde tong. ~
56 Spre 10:20 | 20 De tong des rechtvaardigen is uitgelezen
57 Spre 10:31 | wijsheid voort; maar de tong der verkeerdheden zal uitgeroeid
58 Spre 12:18 | onbedachtelijk uitspreekt; maar de tong der wijzen is medicijn. ~
59 Spre 12:19 | eeuwigheid; maar een valse tong is maar voor een ogenblik. ~
60 Spre 15:2 | 2 De tong der wijzen maakt de wetenschap
61 Spre 15:4 | 4 De medicijn der tong is een boom des levens;
62 Spre 16:1 | harten; maar het antwoord der tong is van den HEERE. ~
63 Spre 17:4 | het oor tot de verkeerde tong. ~
64 Spre 17:20 | die verkeerd is met zijn tong, zal in het kwaad vallen. ~
65 Spre 18:21 | leven zijn in het geweld der tong; en een ieder, die ze liefheeft,
66 Spre 21:6 | om schatten met een valse tong, is een voortgedrevene ijdelheid
67 Spre 21:23 | Die zijn mond en zijn tong bewaart, bewaart zijn ziel
68 Spre 25:15 | overreed; en een zachte tong breekt het gebeente. ~
69 Spre 25:23 | aangezicht de verborgen tong. ~
70 Spre 26:28 | 28 Een valse tong haat degenen, die zij verbrijzelt;
71 Spre 28:23 | vinden, meer dan die met de tong vleit. ~
72 Spre 31:26 | met wijsheid; en op haar tong is leer der goeddadigheid. ~
73 Hoo 4:11 | honig en melk is onder uw tong, en de reuk uwer klederen
74 Jes 3:8 | is gevallen, dewijl hun tong en handelingen tegen den
75 Jes 5:24 | 24 Daarom, gelijk de tong des vuurs den stoppel verteert,
76 Jes 28:11 | lippen, en door een andere tong tot dit volk spreken; ~
77 Jes 30:27 | zijn vol gramschap, en Zijn tong, als een verterend vuur; ~
78 Jes 32:4 | wetenschap verstaan, en de tong der stamelenden zal vaardig
79 Jes 33:19 | horen kan, van belachelijke tong, hetwelk men niet verstaan
80 Jes 35:6 | springen als een hert, en de tong des stommen zal juichen;
81 Jes 41:17 | water, maar er is geen, hun tong versmacht van dorst; Ik,
82 Jes 45:23 | zal gebogen worden, alle tong Mij zal zweren. ~
83 Jes 50:4 | Heere HEERE heeft Mij een tong der geleerden gegeven, opdat
84 Jes 54:17 | zal niet gelukken, en alle tong, die in gericht tegen u
85 Jes 58:4 | mond wijd open en steekt de tong lang uit? Zijt gij niet
86 Jes 60:3 | lippen spreken valsheid, uw tong dicht onrecht. ~
87 Jer 9:3 | En zij spannen hun tong als hun boog tot leugen;
88 Jer 9:5 | waarheid niet; zij leren hun tong leugen spreken, zij maken
89 Jer 9:8 | 8 Hun tong is een moordpijl, zij spreekt
90 Jer 18:18 | laat ons hem slaan met de tong, en laat ons niet luisteren
91 Jer 23:31 | spreekt de HEERE, die hun tong nemen, en spreken: Hij heeft
92 Klaa 1:114| 4 Daleth. De tong van het zoogkind kleeft
93 Eze 3:5 | van spraak en zwaar van tong, maar tot het huis Israels; ~
94 Eze 3:6 | van spraak en zwaar van tong, welker woorden gij niet
95 Eze 3:26 | 26 En Ik zal uw tong aan uw gehemelte doen kleven,
96 Dan 3:29 | dat alle volk, natie en tong, die lastering spreekt tegen
97 Hos 7:16 | vanwege de gramschap hunner tong; dat is hunlieder bespotting
98 Mic 6:12 | leugen spreken, en haar tong bedriegelijk is in haar
99 Zep 3:13 | mond zal geen bedriegelijke tong gevonden worden; maar zij
100 Zac 14:12 | holen; een eens iegelijks tong zal in hun mond uitteren.
101 Mark 7:33 | hebbende, raakte Hij zijn tong aan; ~
102 Mark 7:35 | geopend, en de band zijner tong werd los, en hij sprak recht. ~
103 Luk 1:64 | zijn mond geopend, en zijn tong losgemaakt; en hij sprak,
104 Luk 16:24 | water dope, en verkoele mijn tong; want ik lijd smarten in
105 Hand 2:26 | mijn hart verblijd; en mijn tong verheugt zich; ja, ook mijn
106 Rom 14:11 | knie zich buigen, en alle tong zal God belijden. ~
107 Fili 2:11 | 11 En alle tong zou belijden, dat Jezus
108 Jako 1:26 | godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom houdt, maar
109 Jako 3:5 | 5 Alzo is ook de tong een klein lid, en roemt
110 Jako 3:6 | 6 De tong is ook een vuur, een wereld
111 Jako 3:6 | ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld,
112 Jako 3:8 | 8 Maar de tong kan geen mens temmen; zij
113 1Pet 3:10 | dagen zien, die stille zijn tong van het kwaad, en zijn lippen,
114 1Joh 3:18 | den woorde, noch met de tong, maar met de daad en waarheid. ~
|