Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
noodzakelijke 1
noodzaken 1
nooit 24
noorden 114
noordenwind 2
noorder 1
noorderhoek 8
Frequency    [«  »]
115 overige
115 tweede
114 gebod
114 noorden
114 paarden
114 staat
114 tong

Bijbel

IntraText - Concordances

noorden

    Book Chapter: Verse
1 Exo 40:22 | des tabernakels tegen het noorden, buiten den voorhang. ~ 2 Num 2:25 | legers van Dan zal tegen het noorden zijn, naar hun heiren; en 3 Num 33:7 | zal u de landpale van het noorden deze zijn: van de grote 4 Num 34:5 | en aan den hoek van het noorden, twee duizend ellen; dat 5 Deu 2:3 | omgetogen; keert u naar het noorden; ~ 6 Deu 3:27 | het westen, en naar het noorden, en naar het zuiden, en 7 Joz 8:11 | legerden zich tegen het noorden van Ai; en er was een dal 8 Joz 8:13 | ganse leger, dat aan het noorden der stad was, en zijn lage 9 Joz 11:2 | koningen, die tegen het noorden op het gebergte, en op het 10 Joz 13:3 | landpale van Ekron tegen het noorden, dat den Kanaanieten toegerekend 11 Joz 15:5 | aan de zijde tegen het noorden, zal zijn van de tong der 12 Joz 15:6 | en zal doorgaan van het noorden naar Beth-araba; en deze 13 Joz 15:8 | Refaieten is, tegen het noorden. ~ 14 Joz 15:10 | den berg Jearim van het noorden; deze is Chesalon; en zij 15 Joz 16:6 | bij Michmetath, van het noorden, en deze landpale keert 16 Joz 17:9 | landpale van Manasse is aan het noorden der beek, en haar uitgangen 17 Joz 17:10 | het zuiden, en tegen het noorden was het van Manasse, en 18 Joz 17:10 | zijn landpale; en aan het noorden stieten zij aan Aser, en 19 Joz 18:5 | op zijn landpale van het noorden. ~ 20 Joz 18:12 | zijde van Jericho van het noorden, en gaat op door het gebergte 21 Joz 18:16 | der Refaiten is tegen het noorden; en gaat af door het dal 22 Joz 18:17 | 17 En strekt zich van het noorden, en gaat uit te En-semes; 23 Joz 18:18 | tegenover Araba naar het noorden, en gaat af te Araba. ~ 24 Joz 19:14 | keert zich om tegen het noorden naar Hannathon, en haar 25 Joz 25:30 | berg van Efraim, aan het noorden van den berg Gaas. ~ 26 Ric 2:9 | berg van Efraim, tegen het noorden van den berg Gaas; ~ 27 Ric 6:1 | Midianieten had tegen het noorden, achter den heuvel More, 28 Ric 11:1 | en trokken over naar het noorden; en zij zeiden tot Jeftha: 29 Ric 20:19 | gehouden wordt tegen het noorden van het huis Gods, tegen 30 1Sa 14:5 | tand was gelegen tegen het noorden, tegenover Michmas, en de 31 1Kon 7:25| runderen; drie ziende naar het noorden, en drie ziende naar het 32 1Kro 9:24| tegen het westen, tegen het noorden, en tegen het zuiden. ~ 33 1Kro 27:14| is uitgekomen tegen het noorden; ~ 34 1Kro 27:17| zes Levieten; tegen het noorden des daags vier; tegen het 35 2Kro 4:4 | runderen, drie ziende naar het noorden, en drie ziende naar het 36 Job 26:7 | 7 Hij breidt het noorden uit over het woeste; Hij 37 Job 36:55 | 22 Als van het noorden het goud komt; maar bij 38 Psa 48:3 | Sion, aan de zijden van het noorden; de stad des groten Konings. ~ 39 Psa 89:13 | 13 Het noorden en het zuiden, die hebt 40 Psa 107:3 | van het westen, van het noorden en van de zee. ~ 41 Pred 1:6 | en zij gaat om naar het noorden; de wind gaat steeds omgaande, 42 Pred 11:3 | zuiden, of als hij naar het noorden valt, in de plaats, waar 43 Jes 14:13 | aan de zijden van het      noorden. ~ 44 Jes 14:31 | Palestina! want van het noorden komt een rook, en er is 45 Jes 41:25 | Ik verwek een van het noorden, en hij zal opkomen van 46 Jes 43:6 | Ik zal zeggen tot het noorden: Geef; en tot het zuiden: 47 Jes 49:12 | komen; en zie, die van het noorden en van het westen, en geen 48 Jer 1:13 | welks voorste deel tegen het noorden is. ~ 49 Jer 1:14 | HEERE zeide tot mij: Van het noorden zal zich dit kwaad opdoen 50 Jer 1:15 | der koninkrijken van het noorden, spreekt de HEERE; en zij 51 Jer 3:12 | deze woorden uit tegen het noorden, en zeg: Bekeer u, gij afgekeerde 52 Jer 3:18 | komen uit het land van het noorden, in het land, dat Ik uw 53 Jer 4:6 | breng een kwaad aan van het noorden, en een grote breuk. ~ 54 Jer 6:1 | een kwaad uit      van het noorden, en een grote breuk. ~ 55 Jer 6:22 | volk uit het land van het noorden, en een grote natie zal 56 Jer 10:22 | beven uit het land van het noorden; dat men de steden van Juda 57 Jer 13:20 | en zie, die daar van het noorden komen! waar is de kudde, 58 Jer 15:12 | ijzer het ijzer van het noorden of koper verbreken? ~ 59 Jer 16:15 | opgevoerd uit het land van het noorden, en uit al de landen waarhenen 60 Jer 23:8 | heeft uit het land van het noorden, en uit al de landen,      61 Jer 25:9 | alle geslachten van het noorden, spreekt de HEERE; en tot 62 Jer 25:26 | En allen koningen van het noorden, die nabij en die verre 63 Jer 31:8 | aanbrengen uit het land van het noorden, en zal hen vergaderen van 64 Jer 46:6 | ontkome niet; tegen het noorden, aan den oever der rivier 65 Jer 46:10 | slachtoffer in het land van het noorden, aan de rivier Frath. ~ 66 Jer 46:20 | slachter komt, hij komt van het noorden. ~ 67 Jer 46:24 | de hand des volks van het noorden. ~ 68 Jer 47:2 | wateren komen op van het noorden, en zullen worden tot een 69 Jer 50:3 | komt tegen haar op van het noorden; dat zal haar land zetten 70 Jer 50:9 | volken uit het land van het noorden verwekken, en tegen Babel 71 Jer 50:41 | daar komt een volk uit het noorden; en een grote natie, en 72 Jer 51:48 | over Babel; want van het noorden zullen haar de verstoorders 73 Eze 1:4 | een stormwind kwam van het noorden af, een grote wolk, en een 74 Eze 8:3 | voorhof, dewelke ziet naar het noorden, alwaar de zitplaats was 75 Eze 8:5 | op naar den weg van het noorden; en ik hief mijn ogen op 76 Eze 8:5 | op naar den weg van het noorden, en ziet, tegen het noorden 77 Eze 8:5 | noorden, en ziet, tegen het noorden aan de      poort van het 78 Eze 8:14 | des HEEREN, die naar het noorden is, en ziet, daar zaten 79 Eze 9:2 | die gekeerd is naar het noorden, en elkeen met zijn verpletterend 80 Eze 20:47 | aangezichten van het zuiden tot het noorden toe. ~ 81 Eze 21:4 | van het zuiden tot het noorden. ~ 82 Eze 26:7 | koning der koningen, van het noorden, tegen Tyrus brengen, met 83 Eze 32:30 | zijn de geweldigen van het Noorden, zij allen, en alle Sidoniers, 84 Eze 38:6 | Togarma, aan de zijden van het noorden, en al zijn benden; vele 85 Eze 38:15 | plaats, uit de zijden van het noorden, gij en vele volken met 86 Eze 39:2 | optrekken uit de zijden van het noorden, en Ik zal u brengen op 87 Eze 40:20 | nu, die den weg naar het noorden zag, aan het buitenste voorhof, 88 Eze 40:23 | tegenover de poort van het noorden en van het oosten; en hij 89 Eze 40:44 | ziende den weg naar het noorden. ~ 90 Eze 40:46 | voorste deel den weg naar het noorden is, is voor de priesteren, 91 Eze 41:11 | ene deur den weg naar het noorden, en de andere deur naar 92 Eze 42:1 | weg naar den weg van het noorden; en hij bracht mij tot de 93 Eze 42:1 | tegenover het gebouw tegen het noorden waren: 94 Eze 42:2 | ellen naar de deur van het noorden; en de breedte was vijftig 95 Eze 42:4 | dezelve waren tegen het noorden. ~ 96 Eze 42:11 | kameren, die den weg naar het noorden waren, naar derzelver lengte, 97 Eze 42:13 | mij: De kameren van het noorden, en de kameren van het zuiden, 98 Eze 46:19 | behorende, die naar het noorden zagen, en ziet, aldaar was 99 Eze 47:17 | landpale van Damaskus, en het noorden noordwaarts, en de landpale 100 Dan 8:4 | westen stiet, en tegen het noorden, en tegen het zuiden, en 101 Dan 11:6 | komen tot den koning van het Noorden, om billijke      voorwaarden 102 Dan 11:7 | plaatsen des konings van het Noorden, en hij      zal tegen dezelve 103 Dan 11:8 | den      koning van het Noorden. ~ 104 Dan 11:11 | tegen den koning van het Noorden, die ook een grote menigte 105 Dan 11:13 | Want de koning van het Noorden zal wederkeren, en hij zal 106 Dan 11:15 | En de koning van het Noorden zal komen, en een wal opwerpen, 107 Dan 11:40 | stoten; en de koning van het Noorden zal tegen hem aanstormen, 108 Dan 11:44 | van het Oosten en van het Noorden zullen hem verschrikken; 109 Joe 2:20 | En Ik zal dien van het noorden verre van ulieden doen vertrekken, 110 Amos 8:12| zee tot zee, en van het noorden tot het oosten; zij zullen 111 Zep 2:13 | hand uitstrekken tegen het Noorden, en Hij zal Assur verdoen; 112 Zac 14:4 | bergs zal wijken naar het noorden, en de helft deszelven naar 113 Luk 13:29 | Oosten en Westen, en van Noorden en Zuiden, en zullen aanzitten 114 Open 21:13| waren drie poorten, van het noorden drie poorten, van het zuiden


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License