Book Chapter: Verse
1 Gen 23:67 | ter vrouw, en hij had haar lief. Alzo werd Izak getroost
2 Gen 23:95 | 28 En Izak had Ezau lief; want het wildbraad was
3 Gen 23:95 | maar Rebekka had Jakob lief. ~
4 Gen 27:18 | 18 En Jakob had Rachel lief; en hij zeide: Ik zal u
5 Gen 31:3 | hij had de jonge dochter lief, en sprak naar het hart
6 Gen 34:3 | 3 En Israel had Jozef lief, boven al zijn zonen; want
7 Gen 40:20 | en zijn vader heeft hem lief. ~
8 Exo 21:5 | mijn vrouw en mijn kinderen lief, ik wil niet vrij uitgaan; ~
9 Deu 10:12 | wegen te wandelen, en Hem lief te hebben, en den HEERE,
10 Deu 10:15 | gehad aan uw vaderen, om die lief te hebben, en heeft hun
11 Deu 11:13 | gebiede, om den HEERE, uw God, lief te hebben, en Hem te dienen,
12 Deu 30:6 | zaad, om den HEERE, uw God, lief te hebben met uw ganse hart
13 Deu 30:16 | heden, den HEERE, uw God, lief te hebben, in Zijn wegen
14 Ric 13:16 | mij maar, en hebt mij niet lief; gij hebt den kinderen mijns
15 Ric 15:4 | daarna, dat hij een vrouw lief kreeg, aan de beek Sorek,
16 Ric 15:15 | zult gij zeggen: Ik heb u lief, daar uw hart niet met mij
17 1Sa 1:5 | deel, want hij had Hanna lief; doch de HEERE had haar
18 1Sa 18:16 | Israel en Juda had David lief; want hij ging uit en hij
19 1Sa 18:20 | dochter van Saul, had David lief. Toen dat Saul te kennen
20 1Sa 18:22 | al zijn knechten hebben u lief; word dan nu des konings
21 1Sa 18:28 | dochter van Saul, had hem lief. ~
22 1Sa 20:17 | liefhad; want hij had hem lief met de liefde zijner ziel. ~
23 2Sa 12:24 | Salomo; en de HEERE had hem lief. ~
24 2Sa 13:1 | Amnon, Davids zoon, haar lief kreeg. ~
25 2Sa 13:4 | van mijn broeder Absalom, lief. ~
26 1Kon 3:3 | En Salomo had den HEERE lief, wandelende in de inzettingen
27 1Kon 11:1 | had veel vreemde vrouwen lief, en dat benevens de dochter
28 2Kro 2:11| Daarom dat de HEERE Zijn volk lief heeft, heeft Hij u over
29 Neh 13:26 | gelijk hij, en hij zijn God lief was, en God hem ten koning
30 Psa 11:7 | Hij heeft gerechtigheden lief; Zijn aangezicht aanschouwt
31 Psa 26:8 | 8 HEERE! ik heb lief de woning van Uw huis, en
32 Psa 31:24 | 24 Hebt den HEERE lief, gij, al Zijn gunstgenoten!
33 Psa 33:5 | gerechtigheid en gericht lief; de aarde is vol van de
34 Psa 34:5 | gerechtigheid en gericht lief; de aarde is vol van de
35 Psa 38:28 | de HEERE heeft het recht lief, en zal Zijn gunstgenoten
36 Psa 45:8 | 8 Gij hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid;
37 Psa 52:6 | 6 Gij hebt lief alle woorden van verslinding,
38 Psa 99:4 | des Konings, die het recht lief heeft. Gij hebt billijkheden
39 Psa 116:1 | 1 Ik heb lief, want de HEERE hoort mijn
40 Psa 119:97 | 97 Mem. Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn
41 Psa 119:113| ranken, maar heb Uw wet lief. ~
42 Psa 119:119| heb ik Uw getuigenissen lief. ~
43 Psa 119:127| Daarom heb ik Uw geboden lief, meer dan goud, ja, meer
44 Psa 119:140| en Uw knecht heeft het lief. ~
45 Psa 119:159| Zie aan, dat ik Uw bevelen lief heb, o HEERE! maak mij levend
46 Psa 119:163| van; maar Uw wet heb ik lief. ~
47 Psa 119:167| getuigenissen, en ik heb ze zeer lief. ~
48 Psa 146:8 | heeft de rechtvaardigen lief. ~
49 Spre 4:6 | zij zal u behoeden; heb ze lief, en zij zal u bewaren. ~
50 Spre 8:17| 17 Ik heb lief, die Mij liefhebben; en
51 Spre 8:36| Mij haten, hebben den dood lief. ~ ~
52 Spre 12:1 | die heeft de wetenschap lief; maar wie de bestraffing
53 Spre 17:17| vriend heeft te aller tijd lief; en een broeder wordt in
54 Spre 17:19| liefheeft, heeft de overtreding lief; die zijn deur verhoogt,
55 Spre 19:8 | bekomt, heeft zijn ziel lief; hij neemt de verstandigheid
56 Spre 20:13| Heb den slaap niet lief, opdat gij niet arm wordt;
57 Pred 3:8 | 8 Een tijd om lief te hebben, en een tijd om
58 Hoo 1:3 | daarom hebben U de maagden lief. ~
59 Hoo 1:4 | wijn; de oprechten hebben U lief. ~
60 Jes 1:23 | hen heeft de geschenken lief, en zij jagen de vergeldingen
61 Jes 48:14 | verkondigd? De HEERE heeft hem lief, Hij zal Zijn welbehagen
62 Jes 57:6 | en om den Naam des HEEREN lief te hebben, om Hem tot knechten
63 Jes 57:10 | zij hebben het sluimeren lief. ~
64 Jes 58:8 | gij hebt hun leger lief in elke plaats, die gij
65 Jes 62:8 | de HEERE, heb het recht lief, Ik haat den roof in het
66 Jer 2:25 | want ik heb de vreemden lief, en die zal ik nawandelen! ~
67 Hos 9:1 | af; gij hebt hoerenloon lief, op alle dorsvloeren des
68 Amos 5:15| Haat het boze, en hebt lief het goede, en bestelt het
69 Mic 3:2 | goede, en hebben het kwade lief; zij roven hun huid van
70 Mic 6:8 | te doen, en weldadigheid lief te hebben, en ootmoediglijk
71 Zac 8:17 | hebt een valsen eed niet lief; want al deze zijn dingen,
72 Zac 8:19 | de waarheid en den vrede lief. ~
73 Matt 5:44| zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken;
74 Mark 12:6 | nog een zoon had, die hem lief was, zo heeft hij ook dien
75 Mark 12:33| 33 En Hem lief te hebben uit geheel het
76 Mark 12:33| de kracht; en den naaste lief te hebben als zichzelven,
77 Luk 6:27 | hoort: Hebt uw vijanden lief; doet wel dengenen, die
78 Luk 6:32 | Want ook de zondaars hebben lief degenen, die hen liefhebben. ~
79 Luk 6:35 | 35 Maar hebt uw vijanden lief, en doet goed, en leent,
80 Luk 7:5 | Want hij heeft ons volk lief, en heeft zelf ons de synagoge
81 Luk 7:47 | wordt, die heeft weinig lief. ~
82 Joha 3:16| 16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad,
83 Joha 3:35| De Vader heeft den Zoon lief, en heeft alle dingen in
84 Joha 5:20| de Vader heeft den Zoon lief, en toont Hem alles, wat
85 Joha 10:17| Daarom heeft mij de Vader lief, overmits Ik Mijn leven
86 Joha 11:5 | haar zuster, en Lazarus lief. ~
87 Joha 11:36| Joden dan zeiden: Ziet, hoe lief Hij hem had! ~
88 Joha 12:43| hadden de eer der mensen lief, meer dan de eer van God. ~
89 Joha 16:27| Want de Vader Zelf heeft u lief, dewijl gij Mij liefgehad
90 Joha 21:16| van Jonas, hebt gij Mij lief? Hij zeide tot Hem: Ja,
91 Joha 21:17| van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat
92 Joha 21:17| hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere!
93 Rom 12:10 | Hebt elkander hartelijk lief met broederlijke liefde;
94 Rom 13:8 | iets schuldig, dan elkander lief te hebben; want die den
95 2Kor 9:7 | heeft een blijmoedigen gever lief. ~
96 Efez 5:25| mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de
97 Efez 5:28| schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben, gelijk hun eigen
98 Efez 5:28| liefheeft, die heeft zichzelven lief. ~
99 Efez 5:33| hebbe zijn eigen vrouw, alzo lief als zichzelven; en de vrouw
100 Kol 3:19 | mannen, hebt uw vrouwen lief, en wordt niet verbitterd
101 1The 2:8 | zielen, daarom dat gij ons lief geworden waart. ~
102 1The 4:9 | God geleerd om elkander lief te hebben. ~
103 Tit 2:4 | voorzichtig te zijn, haar mannen lief te hebben, haar kinderen
104 Tit 2:4 | te hebben, haar kinderen lief te hebben; ~
105 1Pet 1:22| hebt elkander vuriglijk lief uit een rein hart; ~
106 1Pet 2:17| iegelijk; hebt de broederschap lief; vreest God; eert den koning. ~
107 1Joh 2:15| 15 Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld
108 1Joh 4:10| hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon
109 1Joh 4:11| Geliefden, indien God ons alzo lief heeft gehad, zo zijn ook
110 1Joh 4:11| ook wij schuldig elkander lief te hebben. ~
111 1Joh 4:19| 19 Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad
112 1Joh 4:20| iemand zegt: Ik heb God lief; en haat zijn broeder, die
113 1Joh 5:1 | geboren heeft, die heeft ook lief dengene, die uit Hem geboren
|