Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
denzelfde 1
denzelfden 26
denzelve 2
denzelven 111
denzulken 1
depriester 1
der 6228
Frequency    [«  »]
112 noemde
112 voorsteden
112 wijzen
111 denzelven
111 gegeten
111 hoorden
111 muur

Bijbel

IntraText - Concordances

denzelven

    Book Chapter: Verse
1 Gen 2:3 | geheiligd; omdat Hij op denzelven gerust heeft van al Zijn 2 Gen 4:26 | 26 En denzelven Seth werd ook een zoon geboren, 3 Gen 24:24 | de HEERE verscheen hem in denzelven nacht, en zeide: Ik ben 4 Gen 24:33 | 33 En hij noemde denzelven Seba; daarom is de naam 5 Gen 28:47 | Jegar-Sahadutha; maar Jakob noemde denzelven Gilead. ~ 6 Gen 31:29 | gevankelijk weg, en plunderden denzelven, en al wat binnenshuis was. ~ 7 Gen 45:10 | voeten, totdat Silo komt, en Denzelven zullen de volken gehoorzaam 8 Exo 12:16 | dag; er zal geen werk op denzelven gedaan worden; maar wat 9 Exo 16:26 | zevenden dag is het sabbat, op denzelven zal het niet zijn. ~ 10 Exo 19:18 | rookte, omdat de HEERE op denzelven nederkwam in vuur; en zijn 11 Exo 20:11 | den sabbatdag, en heiligde denzelven. ~ 12 Exo 21:14 | list te doden, zo zult gij denzelven van voor Mijn altaar nemen, 13 Exo 23:4 | ezel, ontmoet, gij zult hem denzelven ganselijk wederbrengen. ~ 14 Exo 25:35 | zijn onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; ook een knoop 15 Exo 25:35 | knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; nog een knoop 16 Exo 25:35 | knoop onder twee rieten, uit denzelven, uitgaande; alzo zal het 17 Exo 28:35 | 35 En Aaron zal denzelven aanhebben, om te dienen; 18 Exo 31:14 | want een ieder, die op denzelven enig werk doet, die ziel 19 Exo 36:7 | 7 Want der stoffe was denzelven genoeg tot het gehele werk, 20 Exo 36:35 | allerkunstelijkste werk maakte hij denzelven, met cherubim. ~ 21 Exo 37:21 | knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; ook een knoop 22 Exo 37:21 | knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; nog een knoop 23 Exo 37:21 | knoop onder twee rieten, uit denzelven uitgaande; alzo was het 24 Exo 37:21 | met de zes rieten, die uit denzelven uitgingen. ~ 25 Exo 37:24 | 24 Hij maakte denzelven uit een talent louter goud, 26 Lev 26:19 | den akker geheiligd heeft, denzelven ganselijk lossen zal, zo 27 Lev 26:23 | jubeljaar; en hij zal op denzelven dag uw schatting geven, 28 Num 1:51 | optrekken, de Levieten zullen denzelven afnemen; en wanneer de tabernakel 29 Num 1:51 | zal, zullen de Levieten denzelven oprichten; en de vreemde, 30 Num 4:9 | olievaten, met welke zij aan denzelven dienen. ~ 31 Num 4:10 | 10 Zij zullen ook denzelven, en al zijn gereedschap, 32 Num 9:6 | mensen onrein waren, en op denzelven dag het pascha niet hadden 33 Num 9:16 | geduriglijk; de wolk bedekte denzelven, en des nachts was er een 34 Num 21:1 | voerde enige gevangenen uit denzelven gevankelijk weg. ~ 35 Deu 1:38 | zal daarin komen; sterk denzelven, want hij zal het Israel 36 Deu 29:20 | toorn en ijver roken over denzelven man, en al de vloek, die 37 Joz 8:13 | der stad. En Jozua ging in denzelven nacht in het midden des 38 Joz 10:28 | 28 Op denzelven dag nam ook Jozua Makkeda 39 Joz 10:35 | daarin was, verbande hij op denzelven dag, naar alles, wat hij 40 Joz 23:7 | aan de andere helft van denzelven gaf Jozua een erfdeel bij 41 Ric 5:40 | 40 En God deed alzo in denzelven nacht; want de droogte was 42 Ric 6:9 | 9 En het geschiedde in denzelven nacht, dat de HEERE tot 43 Ric 7:27 | Israel hoereerde aldaar denzelven na; en het werd Gideon en 44 1Sa 6:15 | slachtofferen den HEERE, op denzelven dag. ~ 45 1Sa 6:16 | zo keerden zij weder op denzelven dag naar Ekron. ~ 46 1Sa 14:27 | hand was, en hij doopte denzelven in een honigraat; als hij 47 1Sa 25:36 | van Nabal was vrolijk op denzelven, en hij was zeer dronken; 48 2Sa 18:8 | het zwaard verteerde, te denzelven dage. ~ 49 1Kon 10:18| elpenbenen troon, en hij overtoog denzelven met dicht goud. ~ 50 1Kon 18:23| den enen var kiezen, en denzelven in stukken delen, en op 51 1Kon 22:35| 35 En de strijd nam op denzelven dag toe, en de koning werd 52 1Kro 17:3 | 3 Maar het geschiedde in denzelven nacht, dat het woord Gods 53 2Kro 10:17| elpenbenen troon, en hij overtoog denzelven met louter goud. ~ 54 Ezra 5:9 | 9 Toen hebben wij denzelven oudsten gevraagd, en aldus 55 Est 52:4 | rustten zij, en zij maakten denzelven een dag der maaltijden en 56 Est 52:5 | derzelve, en zij maakten denzelven een dag der maaltijden en 57 Psa 80:9 | heidenen verdreven, en hebt denzelven geplant; ~ 58 Psa 118:24 | gemaakt heeft; laat ons op denzelven ons verheugen, en verblijd 59 Pred 9:15| maar geen mens gedacht denzelven armen man. ~ 60 Jes 2:2 | de      heuvelen, en tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien. ~ 61 Jes 16:5 | goedertierenheid, en op denzelven zal bestendig een zitten 62 Jes 27:2 | roden wijn zijn; zingt van denzelven bij beurte. ~ 63 Jes 28:18 | zult gijlieden      van denzelven vertreden worden. ~ 64 Jes 30:21 | Dit is de weg, wandelt in denzelven; als gij zoudt afwijken 65 Jes 58:6 | zijn uw lot; ook stort gij denzelven drankoffer uit, gij offert 66 Jer 11:16 | groot geroep een vuur om denzelven      aangestoken, en zijn 67 Eze 13:10 | bouwt, en ziet, de anderen denzelven pleisteren met loze      68 Eze 16:20 | hadt, genomen, en hebt ze denzelven geofferd om te verteren; 69 Eze 17:7 | voegde zijn wortelen naar denzelven toe, en wierp zijn takken 70 Eze 40:2 | zeer hogen berg; en aan denzelven was als een gebouw ener 71 Eze 45:22 | En de vorst zal op denzelven dag voor zichzelven, en 72 Dan 6:18 | en de koning verzegelde denzelven met zijn ring, en met den 73 Dan 7:8 | hoornen werden uitgerukt voor denzelven; en ziet, in dienzelven 74 Dan 7:13 | zij deden Hem voor      Denzelven naderen. ~ 75 Dan 8:11 | Vorst diens heirs, en van Denzelven werd weggenomen het gedurig 76 Zac 4:7 | Genade, genade zij      denzelven! ~ 77 Zac 5:3 | steelt, zal van hier, volgens denzelven vloek, uitgeroeid worden; 78 Zac 5:3 | zweert, zal van hier, volgens denzelven vloek, uitgeroeid worden. ~ 79 Zac 11:10 | LIEFELIJKHEID, en ik verbrak denzelven, te niet doende mijn verbond, 80 Mal 2:3 | feesten, zodat men u met denzelven wegnemen zal. ~ 81 Matt 4:16| en de schaduwe des doods, denzelven is een licht opgegaan. ~ 82 Matt 7:14| en weinigen zijn er, die denzelven vinden. ~ 83 Matt 12:45| aldaar; en het laatste van denzelven mens wordt erger dan het 84 Matt 13:44| en van blijdschap over denzelven, gaat hij heen en verkoopt 85 Matt 18:17| 17 En indien hij denzelven geen gehoor geeft; zo zeg 86 Matt 21:19| hem toe, en vond niets aan denzelven, dan alleenlijk bladeren; 87 Matt 23:21| den tempel, die zweert bij denzelven, en bij Dien, Die daarin 88 Matt 26:61| afbreken, en in drie dagen denzelven opbouwen. ~ 89 Matt 28:2 | af van de deur, en zat op denzelven. ~ 90 Mark 9:20| 20 En zij brachten denzelven tot Hem; en als hij Hem 91 Mark 11:13| zien, of Hij ook iets op denzelven zou vinden; en daarbij gekomen 92 Mark 11:14| antwoordende, zeide tot denzelven: Niemand ete enige vrucht 93 Mark 14:23| en zij dronken allen uit denzelven. ~ 94 Luk 10:31 | kwam een zeker priester denzelven weg af, en hem ziende, ging 95 Luk 12:48 | 48 Maar die denzelven niet geweten heeft, en gedaan 96 Luk 17:9 | 9 Dankt hij ook denzelven dienstknecht omdat hij gedaan 97 Luk 18:40 | stilstaande, beval, dat men denzelven tot Hem brengen zou; en 98 Luk 20:10 | maar de landlieden sloegen denzelven, en zonden hem ledig heen. ~ 99 Luk 24:20 | overpriesters en oversten Denzelven overgeleverd hebben tot 100 Joha 2:19| en in drie dagen zal Ik denzelven oprichten. ~ 101 Joha 5:9 | wandelde. En het was sabbat op denzelven dag. ~ 102 Joha 20:19| Als het dan avond was, op denzelven eersten dag der week, en 103 Hand 2:24| mogelijk was, dat Hij van denzelven dood zou gehouden worden. ~ 104 Hand 3:26| hebbende Zijn Kind Jezus, heeft Denzelven eerst tot u gezonden, dat 105 Hand 9:16| weder opbouwen, en Ik zal denzelven weder oprichten. ~ 106 Hand 10:10| de Heere geroepen had, om denzelven het Evangelie te verkondigen. ~ 107 1Kor 12:23| leden des lichaams te zijn, denzelven doen wij overvloediger eer 108 Gal 1:16 | mij te openbaren, opdat ik Denzelven door het Evangelie onder 109 Heb 6:16 | de eed tot bevestiging is denzelven een einde van alle tegenspreken; ~ 110 1Pet 3:11| die zoeke vrede en jage denzelven na. ~ 111 1Joh 3:24| blijft in Hem, en Hij in denzelven. En hieraan kennen wij,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License