Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
niemands 3
nieren 32
niesde 1
niet 7660
nietig 3
nietige 2
nietigen 1
Frequency    [«  »]
8706 gij
7945 dat
7933 is
7660 niet
6228 der
6208 uw
6044 u

Bijbel

IntraText - Concordances

niet

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7660

     Book Chapter: Verse
5001 Dan 5:8 | maar zij konden dit schrift niet lezen, noch den koning deszelfs 5002 Dan 5:10 | laat u uw gedachten      niet verschrikken, en uw glans 5003 Dan 5:10 | verschrikken, en uw glans niet veranderd worden. ~ 5004 Dan 5:15 | uitlegging dezer woorden niet      te kennen geven. ~ 5005 Dan 5:22 | zijn zoon! hebt uw hart niet vernederd, alhoewel gij 5006 Dan 5:23 | ijzer, hout en steen, die niet zien, noch horen, noch weten, 5007 Dan 5:23 | uw paden zijn, hebt gij niet verheerlijkt. ~ 5008 Dan 6:9 | een schrift tekenen, dat niet veranderd worde, naar de 5009 Dan 6:9 | Meden en der Perzen, die niet mag wederroepen worden. ~ 5010 Dan 6:13 | gebod des konings: Hebt gij niet een gebod getekend, dat 5011 Dan 6:13 | Meden en      Perzen, die niet mag wederroepen worden. ~ 5012 Dan 6:18 | wil aangaande      Daniel niet zou veranderd worden. ~ 5013 Dan 6:23 | toegesloten, dat zij mij niet beschadigd hebben, omdat 5014 Dan 6:25 | vrouwen; en      zij kwamen niet op den grond des kuils, 5015 Dan 6:27 | eeuwigheden, en Zijn koninkrijk is niet verderfelijk, en Zijn heerschappij 5016 Dan 7:14 | eeuwige heerschappij, die niet      vergaan zal, en Zijn 5017 Dan 7:14 | en Zijn Koninkrijk zal niet verdorven worden. ~ 5018 Dan 8:5 | aardbodem, en roerde de aarde niet aan; en die bok had een 5019 Dan 8:22 | dat volk ontstaan, doch niet met zijn kracht. ~ 5020 Dan 8:24 | kracht zal sterk worden, doch niet door zijn kracht; en hij 5021 Dan 9:6 | 6      En wij hebben niet gehoord naar Uw dienstknechten, 5022 Dan 9:10 | des HEEREN, onzes Gods, niet gehoorzaamd, dat wij in 5023 Dan 9:11 | wijken, dat zij Uwer stem niet gehoorzaamden; daarom is 5024 Dan 9:12 | een groot kwaad, hetwelk niet geschied is      onder den 5025 Dan 9:13 | des HEEREN, onzes Gods, niet, afkerende van onze      5026 Dan 9:14 | dewijl      wij Zijner stem niet gehoorzaamden. ~ 5027 Dan 9:18 | voor Uw aangezicht      niet neder op onze gerechtigheden, 5028 Dan 9:19 | en doe het, vertraag het niet! Om Uws Zelfs wil, o mijn 5029 Dan 9:26 | uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven zijn; en 5030 Dan 10:3 | Begeerlijke spijze at ik niet, en vlees of wijn kwam in 5031 Dan 10:3 | of wijn kwam in mijn mond niet; ook zalfde ik mij gans 5032 Dan 10:3 | ook zalfde ik mij gans niet, totdat die drie weken der 5033 Dan 10:7 | waren, zagen dat gezicht niet; doch een grote verschrikking 5034 Dan 10:12 | zeide Hij tot mij: Vrees niet, Daniel! want van den eersten 5035 Dan 10:19 | En Hij zeide: Vrees niet, gij zeer gewenste man! 5036 Dan 10:21 | geschrift der waarheid; en er is niet een, die zich met Mij versterkt 5037 Dan 11:4 | hemels verdeeld worden, maar niet aan zijn nakomelingen, ook 5038 Dan 11:4 | aan zijn nakomelingen, ook niet naar zijn heerschappij, 5039 Dan 11:6 | zij zal de macht des arms niet behouden, daarom zal hij, 5040 Dan 11:6 | zal hij, noch zijn arm, niet bestaan; maar zij zal overgegeven 5041 Dan 11:12 | nedervellen; evenwel zal hij niet gesterkt worden. ~ 5042 Dan 11:15 | armen van het Zuiden zullen niet bestaan, noch zijn uitgelezen 5043 Dan 11:17 | verderven, maar zij zal niet vast staan, en zij zal voor 5044 Dan 11:17 | staan, en zij zal voor hem niet zijn. ~ 5045 Dan 11:19 | aanstoten, en vallen, en niet gevonden worden. ~ 5046 Dan 11:20 | gebroken worden, nochtans niet door toornigheden,      5047 Dan 11:21 | koninklijke waardigheid niet zal geven; doch hij zal 5048 Dan 11:24 | de vaders zijner vaderen, niet gedaan hebben; roof, en 5049 Dan 11:25 | heirkracht; doch hij zal niet bestaan, want zij zullen 5050 Dan 11:27 | leugen spreken; en het zal niet gelukken, want het zal nog 5051 Dan 11:29 | Zuiden komen, doch het zal niet zijn gelijk de eerste, noch 5052 Dan 11:38 | god, welken zijn vaders niet gekend hebben, zal hij eren 5053 Dan 11:42 | zal het land van Egypte niet ontkomen. ~ 5054 Dan 12:1 | benauwdheid zijn zal, als er niet geweest is, sinds dat er 5055 Dan 12:8 | ik, doch ik verstond het niet; en ik zeide: Mijn Heere! 5056 Hos 1:6 | want Ik zal Mij voortaan niet meer ontfermen over het 5057 Hos 1:7 | HEERE, hun God, en Ik zal ze niet verlossen door boog, noch 5058 Hos 1:9 | gijlieden zijt Mijn volk niet, zo zal Ik ook de uwe niet 5059 Hos 1:9 | niet, zo zal Ik ook de uwe niet zijn. ~ 5060 Hos 1:10 | als het zand der zee, dat niet gemeten noch geteld kan 5061 Hos 1:10 | Gijlieden zijt Mijn volk niet; tot hen gezegd zal worden: 5062 Hos 2:1 | twist, omdat zij Mijn vrouw niet is, en Ik haar Man niet 5063 Hos 2:1 | niet is, en Ik haar Man niet ben; en laat ze haar hoererijen 5064 Hos 2:2 | 2      Opdat Ik ze niet naakt uitstrope, en zette 5065 Hos 2:3 | En Mij harer kinderen niet ontferme, omdat zij kinderen 5066 Hos 2:5 | maken, dat zij haar paden niet zal vinden. ~ 5067 Hos 2:6 | boelen nalopen, maar dezelve niet aantreffen; en zij zal hen 5068 Hos 2:6 | zij zal hen zoeken, maar niet vinden; dan zal zij zeggen: 5069 Hos 2:7 | 7      Zij bekent toch niet, dat Ik haar het koren, 5070 Hos 2:15 | noemen zult: Mijn Man; en Mij niet meer noemen zult: Mijn Baal! ~ 5071 Hos 2:16 | mond wegdoen; zij zullen niet meer bij hun namen gedacht 5072 Hos 3:3 | blijven zitten (gij zult niet hoereren, noch een anderen 5073 Hos 4:6 | gij Mij het priesterambt niet zult bedienen; dewijl gij 5074 Hos 4:10 | En zij zullen eten, maar niet zat worden, zullen hoereren, 5075 Hos 4:10 | worden, zullen hoereren, maar niet uitbreken in menigte; want 5076 Hos 4:15 | hoereren, dat immers Juda niet schuldig worde; komt gij 5077 Hos 4:15 | schuldig worde; komt gij toch niet te Gilgal, en gaat niet 5078 Hos 4:15 | niet te Gilgal, en gaat niet op naar Beth-Aven, en zweert 5079 Hos 4:15 | naar Beth-Aven, en zweert niet: Zo waarachtig als de HEERE 5080 Hos 4:18 | zuiperij is afvallig; zij doen niet dan hoereren; hun schilden ( 5081 Hos 5:3 | Efraim, en Israel is voor Mij niet verborgen; dat gij, o Efraim! 5082 Hos 5:4 | stellen hun handelingen niet aan, om zich tot hun God 5083 Hos 5:4 | en den HEERE kennen zij niet. ~ 5084 Hos 5:6 | den HEERE te zoeken, maar niet vinden; Hij heeft Zich van 5085 Hos 5:13 | Jareb; maar die zal ulieden niet kunnen genezen, en zal het 5086 Hos 5:13 | gezwel van      ulieden niet helen. ~ 5087 Hos 6:6 | lust tot weldadigheid, en niet tot offer; en tot de kennis 5088 Hos 7:2 | 2      En zij zeggen niet in hun hart, dat Ik al hunner 5089 Hos 7:8 | Efraim is een koek, die niet is omgekeerd; ~ 5090 Hos 7:9 | kracht, en hij merkt het niet; ook is de grauwigheid op 5091 Hos 7:9 | verspreid, en hij merkt het niet. ~ 5092 Hos 7:10 | getuigen; dewijl zij zich niet bekeren tot den HEERE, hun 5093 Hos 7:14 | 14      Zij roepen ook niet tot Mij met hun hart, wanneer 5094 Hos 7:16 | Zij keren zich, maar niet tot den Allerhoogste, zij 5095 Hos 8:4 | hebben koningen gemaakt, maar niet uit Mij; zij hebben vorsten 5096 Hos 8:4 | gesteld, maar Ik heb het niet gekend; van hun zilver en 5097 Hos 8:5 | zullen zij de reinigheid niet verdragen? ~ 5098 Hos 9:1 | 1      Verblijd u niet, o Israel! tot opspringens 5099 Hos 9:2 | de wijnkuip zal henlieden niet voeden; en de most zal hun 5100 Hos 9:3 | zullen in des HEEREN land niet blijven; maar Efraim zal 5101 Hos 9:4 | wijn, ook zouden zij Hem niet zoet zijn, hun offeranden 5102 Hos 9:4 | het zal in des HEEREN huis niet komen. ~ 5103 Hos 9:12 | dat zij onder de mensen niet zullen zijn; want ook, wee 5104 Hos 9:15 | uitdrijven, Ik zal ze voortaan niet meer liefhebben; al hun      5105 Hos 9:17 | verwerpen, omdat zij naar Hem niet horen; en zij zullen omzwervende 5106 Hos 10:3 | want wij hebben den HEERE niet gevreesd; wat zou ons dan 5107 Hos 10:9 | der verkeerdheid, zal ze niet aangrijpen. ~ 5108 Hos 11:3 | armen, maar zij bekenden niet, dat Ik ze genas. ~ 5109 Hos 11:5 | Hij zal in Egypteland niet wederkeren; maar Assur, 5110 Hos 11:7 | tot den Allerhoogste, maar niet een verhoogt Hem. ~ 5111 Hos 11:9 | hittigheid Mijns toorns niet uitvoeren; Ik zal niet wederkeren 5112 Hos 11:9 | toorns niet uitvoeren; Ik zal niet wederkeren om Efraim te 5113 Hos 11:9 | en Ik zal in de stad      niet komen. ~ 5114 Hos 14:4 | 4      Assur zal ons niet behouden, wij zullen niet 5115 Hos 14:4 | niet behouden, wij zullen niet rijden op paarden, en tot 5116 Hos 14:4 | tot het werk onzer handen niet meer zeggen: Gij zijt onze 5117 Joe 1:16 | 16      Is niet de spijze voor onze ogen 5118 Joe 2:2 | volk, desgelijks van ouds niet      geweest is, en na hetzelve 5119 Joe 2:2 | geweest is, en na hetzelve niet meer zal zijn tot in jaren 5120 Joe 2:7 | wegen, en zullen hun paden niet verdraaien. ~ 5121 Joe 2:8 | zullen zij de een den ander niet dringen; zij zullen daarhenen 5122 Joe 2:8 | op een geweer, zij zouden niet verwond worden. ~ 5123 Joe 2:13 | En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert 5124 Joe 2:17 | HEERE! en geef Uw erfenis niet over tot een smaadheid,      5125 Joe 2:19 | zult worden; en Ik zal u niet meer      overgeven tot 5126 Joe 2:21 | 21      Vrees niet, o land! verheug u, en wees 5127 Joe 2:22 | 22      Vreest niet, gij beesten des velds! 5128 Joe 2:26 | heeft; en Mijn volk zal niet beschaamd worden tot      5129 Joe 2:27 | niemand meer; en Mijn volk zal niet beschaamd worden in eeuwigheid. ~ 5130 Joe 3:17 | zijn, en vreemden zullen niet meer door      haar doorgaan. ~ 5131 Joe 3:21 | hunlieder bloed reinigen, dat Ik niet gereinigd had; en de HEERE 5132 Amos 1:3 | Damaskus, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij Gilead 5133 Amos 1:6 | Gaza, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij Mijn 5134 Amos 1:9 | Tyrus, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij Mijn 5135 Amos 1:9 | overgeleverd aan Edom, en      niet gedacht aan het verbond 5136 Amos 1:11 | Edom, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat hij zijn 5137 Amos 1:13 | Ammons, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij de zwangere 5138 Amos 2:1 | Moab, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat hij de beenderen 5139 Amos 2:4 | Juda, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij de wet 5140 Amos 2:4 | verworpen, en Zijn inzettingen niet bewaard hebben; en      5141 Amos 2:6 | Israel, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij den 5142 Amos 2:11 | jongelingen tot Nazireen; is dit niet alzo, gij kinderen Israels? 5143 Amos 2:12 | geboden zeggende: Gij zult niet profeteren. ~ 5144 Amos 2:14 | 14      Zodat de snelle niet zal ontvlieden, en de sterke 5145 Amos 2:14 | en de sterke zijn kracht niet verkloeken, en een held 5146 Amos 2:14 | en een held zal zijn ziel niet bevrijden. ~ 5147 Amos 2:15 | die den boog handelt, zal niet bestaan, en die licht is 5148 Amos 2:15 | op zijn voeten, zal zich niet bevrijden; ook zal, die 5149 Amos 2:15 | te paard rijdt, zijn ziel niet bevrijden. ~ 5150 Amos 3:5 | opnemen, als men ganselijk niet heeft gevangen? ~ 5151 Amos 3:6 | geblazen worden, dat het volk niet siddere? zal er een kwaad 5152 Amos 3:6 | stad zijn, dat de HEERE niet doet? ~ 5153 Amos 3:8 | leeuw heeft gebruld, wie zou niet vrezen? De Heere HEERE heeft 5154 Amos 3:8 | heeft gesproken, wie zou niet profeteren? ~ 5155 Amos 3:10 | 10      Want zij weten niet te doen, dat recht is, spreekt 5156 Amos 4:6 | plaatsen; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt 5157 Amos 4:7 | maar over de andere stad niet doen      regenen; het ene 5158 Amos 4:7 | andere stuk lands, waar het niet op regende, verdorde. ~ 5159 Amos 4:8 | mochten drinken, maar werden niet verzadigd; nochtans hebt 5160 Amos 4:8 | verzadigd; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt 5161 Amos 4:9 | nochtans      hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt 5162 Amos 4:10 | opgaan; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt 5163 Amos 4:11 | is; nochtans hebt gij u niet      bekeerd tot Mij, spreekt 5164 Amos 5:2 | Israels is gevallen, zij zal niet weder opstaan; zij is verlaten 5165 Amos 5:5 | Maar zoekt Beth-El niet, en komt niet te Gilgal, 5166 Amos 5:5 | zoekt Beth-El niet, en komt niet te Gilgal, en gaat niet 5167 Amos 5:5 | niet te Gilgal, en gaat niet over naar Ber-Seba; want 5168 Amos 5:5 | en Beth-El zal worden tot niet. ~ 5169 Amos 5:6 | HEERE, en leeft; opdat Hij niet doorbreke in het huis van 5170 Amos 5:11 | steen, maar gij zult daarin niet wonen; gij hebt gewenste      5171 Amos 5:11 | gij zult derzelver wijn niet drinken. ~ 5172 Amos 5:14 | Zoekt het goede, en niet het boze, opdat gij leeft; 5173 Amos 5:20 | 20      Zal dan niet des HEEREN dag duisternis 5174 Amos 5:21 | Ik mag uw verbods dagen niet rieken. ~ 5175 Amos 5:22 | uw vette beesten mag Ik niet aanzien. ~ 5176 Amos 5:23 | ook mag Ik uw luiten spel niet horen. ~ 5177 Amos 6:6 | olie, maar bekommeren zich niet over de verbreking van Jozef. ~ 5178 Amos 6:10 | zeggen: Zwijg! want zij waren niet om des HEEREN Naam te vermelden. ~ 5179 Amos 6:13 | die zegt: Hebben wij ons niet door onze sterkte hoornen 5180 Amos 7:3 | zulks den HEERE; het zal niet geschieden, zeide de HEERE. ~ 5181 Amos 7:6 | zulks den HEERE. Ook dit zal niet geschieden, zeide de Heere 5182 Amos 7:8 | Ik zal het      voortaan niet meer voorbijgaan. ~ 5183 Amos 7:10 | land zal al zijn woorden niet kunnen verdragen. ~ 5184 Amos 7:13 | Beth-El zult gij voortaan niet meer profeteren; want dat 5185 Amos 7:16 | woord: Gij zegt: Gij zult niet profeteren tegen Israel, 5186 Amos 8:2 | Israel; Ik zal het voortaan niet meer      voorbijgaan. ~ 5187 Amos 8:8 | Zou het land hierover niet beroerd worden, en al wie 5188 Amos 8:11 | in het land zal zenden; niet een honger naar brood, noch 5189 Amos 8:12 | zoeken, maar zullen het niet vinden. ~ 5190 Amos 8:14 | en zij zullen vallen, en niet weder opstaan. ~  ~ 5191 Amos 9:1 | vliedende zal onder hen niet ontvlieden, noch de ontkomende 5192 Amos 9:4 | zetten ten kwade, en      niet ten goede. ~ 5193 Amos 9:7 | Zijt gijlieden Mij niet als de kinderen der Moren, 5194 Amos 9:7 | de HEERE. Heb Ik Israel niet opgevoerd uit Egypteland, 5195 Amos 9:8 | behalve dat Ik het huis Jakobs niet ganselijk zal verdelgen, 5196 Amos 9:9 | geschud wordt in een zeef; en niet een steentje zal er ter 5197 Amos 9:10 | zeggen: Het kwaad zal tot ons niet genaken, noch ons voorkomen. ~ 5198 Amos 9:15 | land planten; en zij zullen niet meer worden uitgerukt uit 5199 Oba 1:5 | uitgeroeid!), zouden zij niet gestolen hebben zoveel hun 5200 Oba 1:5 | gekomen waren,      zouden zij niet een nalezing hebben overgelaten? 5201 Oba 1:8 | 8      Zal het niet te dien dage zijn, spreekt 5202 Oba 1:12 | 12      Toen zoudt gij niet gezien hebben op den dag 5203 Oba 1:16 | zullen zijn alsof zij er niet      geweest waren. ~ 5204 Jona 1:6 | aan ons gedenken, dat wij niet vergaan. ~ 5205 Jona 1:13 | het droge, doch zij konden niet; want de zee werd hoe langer 5206 Jona 1:14 | Och HEERE! laat ons toch niet vergaan om dezes mans ziel, 5207 Jona 3:7 | schaap, iets smaken, laat ze niet weiden, noch      water 5208 Jona 3:9 | hittigheid Zijns toorns, dat wij niet vergingen! ~ 5209 Jona 3:10 | zullen doen, en Hij deed het niet. ~  ~ 5210 Jona 4:2 | HEERE! was dit mijn woord niet, als ik nog in mijn land 5211 Jona 4:10 | wonderboom, aan welken gij niet hebt gearbeid, noch dien 5212 Jona 4:11 | zou die grote stad Nineve niet verschonen? waarin veel 5213 Mic 1:5 | overtreding van Jakob? Is het niet Samaria? En wie van de hoogten 5214 Mic 1:5 | hoogten van      Juda? Is het niet Jeruzalem? ~ 5215 Mic 1:10 | 10      Verkondigt het niet te Gath, weent zo jammerlijk 5216 Mic 1:10 | Gath, weent zo jammerlijk niet; wentelt u in het stof in 5217 Mic 1:11 | inwoneres van Zaanan gaat niet uit; rouwklage is te Beth-haezel; 5218 Mic 2:3 | waaruit gijlieden uw halzen niet zult uittrekken, en zult 5219 Mic 2:3 | uittrekken, en zult zo rechtop niet gaan; want het zal een boze 5220 Mic 2:6 | Profeteert gijlieden niet, zeggen zij, laat die profeteren; 5221 Mic 2:6 | profeteren; zij profeteren niet als die; men wijkt niet 5222 Mic 2:6 | niet als die; men wijkt niet af van smaadheden. ~ 5223 Mic 2:10 | want dit land zal de rust niet zijn; omdat het verontreinigd 5224 Mic 3:1 | Israels! Betaamt het ulieden niet het recht te weten? ~ 5225 Mic 3:4 | HEERE, doch Hij zal hen niet verhoren; maar zal Zijn 5226 Mic 3:11 | HEERE, zeggende: Is de HEERE niet in      het midden van ons? 5227 Mic 4:3 | en zij zullen den krijg niet meer leren. ~ 5228 Mic 4:12 | de gedachten des HEEREN niet, en verstaan Zijn raadslag 5229 Mic 4:12 | en verstaan Zijn raadslag niet; dat Hij hen vergaderd heeft 5230 Mic 5:12 | van u uitroeien, dat gij u niet meer zult nederbuigen voor 5231 Mic 5:14 | doen aan de heidenen, die niet horen. ~  ~ 5232 Mic 6:10 | 10      Zijn er niet nog, in eens ieders goddelozen 5233 Mic 6:14 | Gij zult eten, maar niet verzadigd worden, en uw 5234 Mic 6:14 | gij zult aangrijpen, maar niet wegbrengen, en wat gij zult 5235 Mic 6:15 | Gij zult zaaien, maar niet maaien; gij zult olijven 5236 Mic 6:15 | treden, maar u met olie niet zalven, en most, maar geen 5237 Mic 7:5 | Gelooft een vriend niet, vertrouwt niet op een voornaamsten 5238 Mic 7:5 | een vriend niet, vertrouwt niet op een voornaamsten vriend; 5239 Mic 7:8 | 8      Verblijd u niet over mij, o mijn vijandin! 5240 Mic 7:18 | voorbijgaat? Hij houdt Zijn toorn niet in eeuwigheid; want Hij 5241 Nah 1:8 | vloed zal Hij haar plaats te niet maken; en duisternis zal 5242 Nah 1:9 | maken; de benauwdheid zal niet tweemaal op rijzen. ~ 5243 Nah 1:12 | wel gedrukt, maar Ik zal u niet meer drukken. ~ 5244 Nah 1:15 | Belials- man zal voortaan niet      meer door u doorgaan, 5245 Nah 2:13 | de stem uwer gezanten zal niet meer gehoord worden. ~  ~ 5246 Nah 3:1 | verscheuring is! de roof houdt niet op. ~ 5247 Nah 3:19 | over wien is uw boosheid niet      geduriglijk gegaan? ~ 5248 Zep 1:6 | HEERE; en die den HEERE niet zoeken, en vragen naar Hem 5249 Zep 1:6 | zoeken, en vragen naar Hem niet. ~ 5250 Zep 1:13 | huizen, maar zij zullen ze niet bewonen; en zij planten 5251 Zep 1:13 | zullen      derzelver wijn niet drinken. ~ 5252 Zep 2:2 | HEEREN toorn over ulieden nog niet komt; terwijl de dag van 5253 Zep 2:2 | HEEREN over ulieden      nog niet komt. ~ 5254 Zep 3:2 | Zij hoort naar de stem niet; zij neemt de tucht niet 5255 Zep 3:2 | niet; zij neemt de tucht niet aan; zij vertrouwt niet 5256 Zep 3:2 | niet aan; zij vertrouwt niet op den HEERE; tot haar God 5257 Zep 3:2 | tot haar God nadert zij niet. ~ 5258 Zep 3:3 | avondwolven, die de beenderen niet breken tot aan den morgen. ~ 5259 Zep 3:5 | het licht, er ontbreekt niet; doch de verkeerde weet 5260 Zep 3:7 | aannemen, opdat haar woning niet uitgeroeid zou worden; al 5261 Zep 3:11 | Te dien dage zult gij niet beschaamd wezen vanwege 5262 Zep 3:11 | en gij zult u voortaan niet meer verheffen om Mijns 5263 Zep 3:16 | Jeruzalem gezegd worden: Vrees niet, o Sion! laat uw handen 5264 Zep 3:16 | o Sion! laat uw handen niet slap worden. ~ 5265 Zac 1:4 | 4      Weest niet als uw vaderen, tot dewelke 5266 Zac 1:4 | handelingen;      maar zij hoorden niet, en zij luisterden niet 5267 Zac 1:4 | niet, en zij luisterden niet naar Mij, spreekt de HEERE. ~ 5268 Zac 1:6 | had, hebben zij uw vaders niet getroffen? zodat zij wederkerende 5269 Zac 1:12 | heirscharen! hoe lang zult Gij U niet ontfermen over Jeruzalem, 5270 Zac 3:2 | Jeruzalem verkiest; is deze niet een vuurbrand uit het vuur 5271 Zac 4:5 | zeide tot mij: Weet gij niet, wat deze dingen zijn? En 5272 Zac 4:6 | tot Zerubbabel, zeggende: Niet door kracht noch door geweld, 5273 Zac 4:13 | mij, zeggende: Weet gij niet, wat deze zijn? En ik zeide: 5274 Zac 7:6 | gij dronkt, waart gij het niet, die daar at, en gij, die 5275 Zac 7:7 | 7      Zijn het niet de woorden, welke de HEERE 5276 Zac 7:10 | den ellendige; en denkt niet in uw hart de een des anderen 5277 Zac 7:11 | verzwaarden hun oren, opdat zij niet hoorden. ~ 5278 Zac 7:12 | als een diamant, opdat zij niet hoorden de wet en de woorden, 5279 Zac 7:13 | Hij geroepen had, doch zij niet gehoord hebben, alzo riepen 5280 Zac 7:13 | zij ook, maar Ik hoorde niet, zegt de HEERE der heirscharen; ~ 5281 Zac 7:14 | alle heidenen, welke zij niet kenden; en het land werd 5282 Zac 8:10 | kwam des mensen loon te niet, en het loon van het vee 5283 Zac 8:11 | overblijfsel dezes volks niet wezen, gelijk in de vorige 5284 Zac 8:13 | zegening      wezen; vreest niet, laat uw handen sterk zijn. ~ 5285 Zac 8:14 | heirscharen, en het      heeft Mij niet berouwd; ~ 5286 Zac 8:15 | het huis van Juda; vreest niet! ~ 5287 Zac 8:17 | 17      En denkt niet de een des anderen kwaad 5288 Zac 8:17 | en hebt een valsen eed niet lief; want al deze zijn 5289 Zac 9:5 | vergaan, en Askelon zal niet bewoond worden. ~ 5290 Zac 9:8 | wederkerende, opdat de drijver niet meer door hen doorga; want 5291 Zac 10:6 | zullen wezen, alsof Ik hen niet      verstoten had; want 5292 Zac 10:10 | brengen, maar het zal hun niet genoeg wezen. ~ 5293 Zac 11:6 | 6      Zekerlijk, Ik zal niet meer de inwoners dezes lands 5294 Zac 11:6 | en Ik zal ze uit hun hand niet verlossen. ~ 5295 Zac 11:9 | ik zeide: Ik zal ulieden niet meer weiden; wat sterft, 5296 Zac 11:10 | ik verbrak denzelven, te niet doende mijn verbond, hetwelk 5297 Zac 11:12 | brengt mijn loon, en zo niet, laat het na. En zij hebben 5298 Zac 11:14 | tweeden stok, SAMENBINDERS, te niet doende de broederschap tussen 5299 Zac 11:16 | afgesneden te worden, zal hij niet bezoeken; het jonge zal 5300 Zac 11:16 | bezoeken; het jonge zal hij niet zoeken, en het verbrokene 5301 Zac 11:16 | en het verbrokene zal hij niet helen,      en het stilstaande 5302 Zac 11:16 | het stilstaande zal hij niet dragen; maar het vlees van 5303 Zac 12:7 | inwoners van Jeruzalem, zich niet verheffe tegen      Juda. ~ 5304 Zac 13:2 | namen der afgoden, dat zij niet meer gedacht zullen worden; 5305 Zac 13:3 | zullen zeggen: Gij zult niet leven, dewijl gij valsheid   5306 Zac 14:2 | des volks zal uit de stad niet uitgeroeid worden. ~ 5307 Zac 14:6 | dage geschieden, dat er niet zal zijn het kostelijke 5308 Zac 14:17 | de geslachten der aarde niet zal optrekken naar Jeruzalem, 5309 Zac 14:18 | over dewelke de. regen niet is, niet zal optrekken noch 5310 Zac 14:18 | dewelke de. regen niet is, niet zal optrekken noch komen, 5311 Zac 14:18 | heidenen      plagen zal, die niet optrekken zullen, om te 5312 Zac 14:19 | zonde aller heidenen, die niet optrekken zullen, om te 5313 Mal 1:2 | hebt Gij ons liefgehad? Was niet Ezau Jakobs broeder? spreekt 5314 Mal 1:8 | te offeren, het is bij u niet kwaad; en als gij wat kreupels 5315 Mal 1:8 | kranks aanbrengt, het is niet kwaad! Brengt dat toch uw 5316 Mal 1:10 | onder u, die de deuren om niet toesluit? En gij steekt 5317 Mal 1:10 | En gij steekt het vuur niet aan op Mijn altaar om niet. 5318 Mal 1:10 | niet aan op Mijn altaar om niet. Ik heb geen lust aan u, 5319 Mal 1:10 | spijsoffer is Mij van uw hand niet aangenaam. 5320 Mal 2:2 | 2      Indien gij het niet zult horen, en indien gij 5321 Mal 2:2 | horen, en indien gij het niet zult ter harte nemen, om 5322 Mal 2:2 | vervloekt, omdat gij het niet ter harte neemt. ~ 5323 Mal 2:9 | volk, dewijl gij Mijn wegen niet houdt, maar het aangezicht 5324 Mal 2:10 | 10      Hebben wij niet allen een Vader? Heeft niet 5325 Mal 2:10 | niet allen een Vader? Heeft niet een God ons geschapen? Waarom 5326 Mal 2:13 | met zuchting; zodat Hij niet meer het spijsoffer aanschouwen, 5327 Mal 2:15 | 15      Heeft Hij niet maar een gemaakt, hoewel 5328 Mal 2:16 | met uw geest,      dat gij niet trouwelooslijk handelt. ~ 5329 Mal 3:5 | het recht verkeren, en Mij niet vrezen, zegt de HEERE der 5330 Mal 3:6 | Want Ik, de HEERE, word niet veranderd; daarom zijt gij, 5331 Mal 3:6 | gij, o kinderen Jakobs! niet verteerd. ~ 5332 Mal 3:7 | inzettingen, en hebt ze niet bewaard; keert weder tot 5333 Mal 3:10 | heirscharen, of Ik u dan niet opendoen zal de vensteren 5334 Mal 3:11 | hij u de vrucht des lands niet verderve; en de wijnstok 5335 Mal 3:18 | dient, en dien, die Hem niet dient. ~  ~  ~  ~ ~ 5336 Mal 4:6 | tot hun vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met den 5337 Matt 1:19 | rechtvaardig was, en haar niet wilde openbaarlijk te schande 5338 Matt 1:20 | Jozef, gij zone Davids! wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, 5339 Matt 1:25 | 25 En bekende haar niet, totdat zij dezen haar eerstgeboren 5340 Matt 2:12 | zijnde in den droom, dat zij niet zouden wederkeren tot Herodes, 5341 Matt 2:18 | haar kinderen, en wilde niet vertroost wezen, omdat zij 5342 Matt 2:18 | vertroost wezen, omdat zij niet zijn! ~ 5343 Matt 2:32 | 9 En meent niet bij uzelven te zeggen: Wij 5344 Matt 2:34 | dan ik, Wiens schoenen ik niet waardig ben Hem na te dragen; 5345 Matt 4:4 | mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, 5346 Matt 4:6 | zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan 5347 Matt 4:7 | zult den Heere, uw God, niet verzoeken. ~ 5348 Matt 5:14 | op een berg liggende, kan niet verborgen zijn. ~ 5349 Matt 5:17 | 17 Meent niet, dat Ik gekomen ben, om 5350 Matt 5:17 | profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, 5351 Matt 5:18 | aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel 5352 Matt 5:21 | ouden gezegd is: Gij zult niet doden; maar zo wie doodt, 5353 Matt 5:25 | zijt; opdat de wederpartij niet misschien u den rechter 5354 Matt 5:29 | een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de 5355 Matt 5:30 | een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de 5356 Matt 5:33 | gezegd is: Gij zult den eed niet breken, maar gij zult den 5357 Matt 5:34 | zeg u: Zweert ganselijk niet, noch bij den hemel, omdat 5358 Matt 5:36 | zult gij zweren, omdat gij niet een haar kunt wit of zwart 5359 Matt 5:39 | zeg u, dat gij den boze niet wederstaat; maar, zo wie 5360 Matt 5:42 | iets van u bidt, en keert u niet af van dengene, die van 5361 Matt 5:46 | Doen ook de tollenaars niet hetzelfde? ~ 5362 Matt 5:47 | boven anderen? Doen ook niet de tollenaars alzo? ~ 5363 Matt 6:1 | acht, dat gij uw aalmoes niet doet voor de mensen, om 5364 Matt 6:2 | aalmoes doet, zo laat voor u niet trompetten, gelijk de geveinsden 5365 Matt 6:3 | zo laat uw linker hand niet weten, wat uw rechter doet; ~ 5366 Matt 6:5 | wanneer gij bidt, zo zult gij niet zijn gelijk de geveinsden; 5367 Matt 6:8 | 8 Wordt dan hun niet gelijk; want uw Vader weet, 5368 Matt 6:13 | 13 En leid ons niet in verzoeking, maar verlos 5369 Matt 6:15 | den mensen hun misdaden niet vergeeft, zo zal ook uw 5370 Matt 6:15 | ook uw Vader uw misdaden niet vergeven. ~ 5371 Matt 6:18 | Opdat het van de mensen niet gezien worde, als gij vast, 5372 Matt 6:20 | verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen; ~ 5373 Matt 6:24 | anderen verachten; gij kunt niet God dienen en den Mammon. ~ 5374 Matt 6:25 | 25 Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat 5375 Matt 6:25 | kleden zult; is het leven niet meer dan het voedsel, en 5376 Matt 6:26 | vogelen des hemels, dat zij niet zaaien, noch maaien, noch 5377 Matt 6:26 | dezelve; gaat gij dezelve niet zeer veel te boven? ~ 5378 Matt 6:28 | zij wassen; zij arbeiden niet, en spinnen niet; ~ 5379 Matt 6:28 | arbeiden niet, en spinnen niet; ~ 5380 Matt 6:29 | in al zijn heerlijkheid, niet is bekleed geweest, gelijk 5381 Matt 6:30 | alzo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, gij kleingelovigen? ~ 5382 Matt 6:31 | 31 Daarom zijt niet bezorgd, zeggende: Wat zullen 5383 Matt 6:34 | 34 Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen; 5384 Matt 7:1 | 1 Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld 5385 Matt 7:1 | Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. ~ 5386 Matt 7:3 | in uw oog is, merkt gij niet? ~ 5387 Matt 7:6 | Geeft het heilige den honden niet, noch werpt uw paarlen voor 5388 Matt 7:6 | voor de zwijnen; opdat zij niet te eniger tijd dezelve met 5389 Matt 7:21 | 21 Niet een iegelijk, die tot Mij 5390 Matt 7:22 | Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, 5391 Matt 7:25 | huis aangevallen, en het is niet gevallen, want het was op 5392 Matt 7:26 | woorden hoort en dezelve niet doet, die zal bij een dwazen 5393 Matt 7:29 | als macht hebbende, en niet als de Schriftgeleerden. ~  ~ 5394 Matt 8:8 | antwoordende, zeide: Heere! ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn 5395 Matt 8:10 | Israel zo groot een geloof niet gevonden. ~ 5396 Matt 8:20 | de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge. ~ 5397 Matt 9:12 | hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek 5398 Matt 9:13 | Ik wil barmhartigheid, en niet offerande; want Ik ben niet 5399 Matt 9:13 | niet offerande; want Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, 5400 Matt 9:14 | en Uw discipelen vasten niet? ~ 5401 Matt 9:24 | want het dochtertje is niet dood, maar slaapt. En zij 5402 Matt 10:5 | gegeven, zeggende: Gij zult niet heengaan op den weg der 5403 Matt 10:5 | der heidenen, en gij zult niet ingaan in enige stad der 5404 Matt 10:8 | duivelen uit. Gij hebt het om niet ontvangen, geeft het om 5405 Matt 10:8 | ontvangen, geeft het om niet. ~ 5406 Matt 10:13 | hetzelve, maar indien het niet waardig is, zo kere uw vrede 5407 Matt 10:14 | 14 En zo iemand u niet zal ontvangen, noch uw woorden 5408 Matt 10:19 | overleveren, zo zult gij niet bezorgd zijn, hoe of wat 5409 Matt 10:20 | 20 Want gij zijt het niet, die spreekt, maar het is 5410 Matt 10:23 | reis door de steden Israels niet geeindigd hebben, of de 5411 Matt 10:24 | 24 De discipel is niet boven den meester, noch 5412 Matt 10:26 | 26 Vreest dan hen niet; want er is niets bedekt, 5413 Matt 10:26 | is niets bedekt, hetwelk niet zal ontdekt worden, en verborgen, 5414 Matt 10:26 | worden, en verborgen, hetwelk niet zal geweten worden. ~ 5415 Matt 10:28 | 28 En vreest niet voor degenen, die het lichaam 5416 Matt 10:28 | lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest 5417 Matt 10:29 | 29 Worden niet twee musjes om een penningsken 5418 Matt 10:29 | penningsken verkocht? En niet een van deze zal op de aarde 5419 Matt 10:31 | 31 Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te 5420 Matt 10:34 | 34 Meent niet, dat Ik gekomen ben, om 5421 Matt 10:34 | brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, 5422 Matt 10:37 | liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of 5423 Matt 10:37 | liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig. ~ 5424 Matt 10:38 | 38 En die zijn kruis niet op zich neemt, en Mij navolgt, 5425 Matt 10:38 | en Mij navolgt, is Mijns niet waardig. ~ 5426 Matt 11:6 | zalig is hij, die aan Mij niet zal geergerd worden. ~ 5427 Matt 11:17 | fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen 5428 Matt 11:17 | klaagliederen gezongen, en gij hebt niet geweend. ~ 5429 Matt 11:20 | verwijten, omdat zij zich niet bekeerd hadden. ~ 5430 Matt 12:2 | Uw discipelen doen, wat niet geoorloofd is te doen op 5431 Matt 12:3 | zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, wat David gedaan 5432 Matt 12:4 | toonbroden gegeten heeft, die hem niet geoorloofd waren te eten, 5433 Matt 12:5 | 5 Of hebt gij niet gelezen in de wet, dat de 5434 Matt 12:7 | Ik wil barmhartigheid en niet offerande, gij zoudt de 5435 Matt 12:7 | gij zoudt de onschuldigen niet veroordeeld hebben. ~ 5436 Matt 12:11 | gracht valt, die hetzelve niet zal aangrijpen en uitheffen? ~ 5437 Matt 12:16 | scherpelijk, dat zij Hem niet openbaar maken zouden; ~ 5438 Matt 12:19 | 19 Hij zal niet twisten, noch roepen, noch 5439 Matt 12:20 | Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en het rokende 5440 Matt 12:20 | het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen, totdat Hij het 5441 Matt 12:23 | ontzetten zich, en zeiden: Is niet Deze de Zoon van David? ~ 5442 Matt 12:24 | Deze werpt de duivelen niet uit, dan door Beelzebul, 5443 Matt 12:25 | zichzelf verdeeld is, zal niet bestaan. ~ 5444 Matt 12:30 | 30 Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; en 5445 Matt 12:30 | tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit. ~ 5446 Matt 12:31 | den Geest zal den mensen niet vergeven worden. ~ 5447 Matt 12:32 | gesproken hebben, het zal hem niet vergeven worden, noch in 5448 Matt 12:43 | zoekende rust, en vindt ze niet. ~ 5449 Matt 13:5 | steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het ging 5450 Matt 13:11 | weten, maar dien is het niet gegeven. ~ 5451 Matt 13:12 | overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft, van dien zal genomen 5452 Matt 13:13 | gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien, en horende niet horen, 5453 Matt 13:13 | ziende niet zien, en horende niet horen, noch ook verstaan. ~ 5454 Matt 13:15 | zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen 5455 Matt 13:17 | die gij ziet, en hebben ze niet gezien; en te horen de dingen, 5456 Matt 13:17 | gij hoort, en hebben ze niet gehoord. ~ 5457 Matt 13:19 | des Koninkrijks hoort, en niet verstaat, zo komt de boze, 5458 Matt 13:27 | tot hem: Heere! hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? 5459 Matt 13:29 | mogelijk met hetzelve de tarwe niet uittrekt. ~ 5460 Matt 13:34 | gelijkenis sprak Hij tot hen niet. ~ 5461 Matt 13:55 | 55 Is Deze niet de Zoon des timmermans? 5462 Matt 13:55 | timmermans? en is Zijn moeder niet genaamd Maria, en Zijn broeders 5463 Matt 13:56 | En Zijn zusters, zijn zij niet allen bij ons? Van waar 5464 Matt 13:57 | tot hen: Een profeet is niet ongeeerd, dan in zijn vaderland, 5465 Matt 13:58 | 58 En Hij heeft aldaar niet vele krachten gedaan, vanwege 5466 Matt 14:4 | zeide tot hem: Het is u niet geoorloofd haar te hebben. ~ 5467 Matt 14:16 | zeide tot hen: Het is hun niet van node heen te gaan, geeft 5468 Matt 14:17 | tot Hem: Wij hebben hier niet, dan vijf broden en twee 5469 Matt 14:27 | goedsmoeds, Ik ben het, vreest niet. ~ 5470 Matt 15:2 | Want zij wassen hun handen niet, wanneer zij brood zullen 5471 Matt 15:11 | ingaat, ontreinigt den mens niet; maar hetgeen ten monde 5472 Matt 15:13 | die Mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid 5473 Matt 15:17 | 17 Verstaat gij nog niet, dat al wat ten monde ingaat, 5474 Matt 15:20 | handen ontreinigt den mens niet. ~ 5475 Matt 15:23 | Doch Hij antwoordde haar niet een woord. En Zijn discipelen, 5476 Matt 15:24 | antwoordende, zeide: Ik ben niet gezonden, dan tot de verloren 5477 Matt 15:26 | antwoordde en zeide: Het is niet betamelijk het brood der 5478 Matt 15:32 | gebleven zijn, en hebben niet wat zij eten zouden; en 5479 Matt 15:32 | eten zouden; en Ik wil hen niet nuchteren van Mij laten, 5480 Matt 15:32 | laten, opdat zij op den weg niet bezwijken. ~ 5481 Matt 16:3 | gij de tekenen der tijden niet onderscheiden? ~ 5482 Matt 16:9 | 9 Verstaat gij nog niet? en gedenkt gij niet aan 5483 Matt 16:9 | nog niet? en gedenkt gij niet aan de vijf broden der vijf 5484 Matt 16:11 | 11 Hoe verstaat gij niet, dat Ik u van geen brood 5485 Matt 16:12 | verstonden zij, dat Hij niet gezegd had, dat zij zich 5486 Matt 16:17 | vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, 5487 Matt 16:18 | poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen. ~ 5488 Matt 16:23 | aanstoot, want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn, 5489 Matt 16:28 | staan, dewelke den dood niet smaken zullen, totdat zij 5490 Matt 17:7 | zeide: Staat op en vreest niet. ~ 5491 Matt 17:12 | gekomen is, en zij hebben hem niet gekend; doch zij hebben 5492 Matt 17:16 | gebracht, en zij hebben hem niet kunnen genezen. ~ 5493 Matt 17:19 | zeiden: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitwerpen? ~ 5494 Matt 17:21 | Maar dit geslacht vaart niet uit, dan door bidden en 5495 Matt 17:24 | betaalt Hij de didrachmen niet? ~ 5496 Matt 18:3 | Voorwaar zeg Ik u: Indien gij u niet verandert, en wordt gelijk 5497 Matt 18:10 | 10 Ziet toe, dat gij niet een van deze kleinen veracht. 5498 Matt 18:12 | afgedwaald ware, zal hij niet de negen en negentig laten, 5499 Matt 18:13 | de negen en negentig, die niet afgedwaald zijn geweest. ~ 5500 Matt 18:14 | 14 Alzo is de wil niet uws Vaders, Die in de hemelen


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7660

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License