1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7660
Book Chapter: Verse
5501 Matt 18:16 | 16 Maar indien hij u niet hoort, zo neem nog een of
5502 Matt 18:22 | zeide tot hem: Ik zeg u, niet tot zevenmaal, maar tot
5503 Matt 18:25 | 25 En als hij niet had, om te betalen, beval
5504 Matt 18:30 | 30 Doch hij wilde niet, maar ging heen, en wierp
5505 Matt 18:33 | 33 Behoordet gij ook niet u over uw mededienstknecht
5506 Matt 18:35 | Vader u doen, indien gij niet van harte vergeeft een iegelijk
5507 Matt 19:4 | zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, Die van den beginne
5508 Matt 19:6 | 6 Alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een
5509 Matt 19:6 | samengevoegd heeft, scheide de mens niet. ~
5510 Matt 19:8 | den beginne is het alzo niet geweest. ~
5511 Matt 19:10 | vrouw alzo staat, zo is het niet oorbaar te trouwen. ~
5512 Matt 19:11 | Allen vatten dit woord niet, maar dien het gegeven is. ~
5513 Matt 19:14 | kinderkens, en verhindert hen niet tot Mij te komen; want derzulken
5514 Matt 19:18 | Jezus zeide: Deze: Gij zult niet doden; gij zult geen overspel
5515 Matt 19:18 | overspel doen; gij zult niet stelen; gij zult geen valse
5516 Matt 20:13 | u geen onrecht; zijt gij niet met mij eens geworden voor
5517 Matt 20:15 | 15 Of is het mij niet geoorloofd, te doen met
5518 Matt 20:22 | en zeide: Gijlieden weet niet wat gij begeert; kunt gij
5519 Matt 20:23 | linker hand staat bij Mij niet te geven, maar het zal gegeven
5520 Matt 20:26 | Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder
5521 Matt 20:28 | Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te
5522 Matt 21:21 | Indien gij geloof hadt, en niet twijfeldet, gij zoudt niet
5523 Matt 21:21 | niet twijfeldet, gij zoudt niet alleenlijk doen, hetgeen
5524 Matt 21:25 | Waarom hebt gij hem dan niet geloofd? ~
5525 Matt 21:27 | antwoordende, zeiden: Wij weten het niet. En Hij zeide tot hen: Zo
5526 Matt 21:27 | tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik dit doe. ~
5527 Matt 21:29 | antwoordde en zeide: Ik wil niet; en daarna berouw hebbende,
5528 Matt 21:30 | Ik ga, heer! en hij ging niet. ~
5529 Matt 21:32 | gerechtigheid, en gij hebt hem niet geloofd; maar de tollenaars
5530 Matt 22:3 | te roepen; en zij wilden niet komen. ~
5531 Matt 22:5 | 5 Maar zij, zulks niet achtende, zijn heengegaan,
5532 Matt 22:8 | doch de genoden waren het niet waardig. ~
5533 Matt 22:11 | zag hij aldaar een mens, niet gekleed zijnde met een bruiloftskleed; ~
5534 Matt 22:16 | ziet den persoon der mensen niet aan; ~
5535 Matt 22:17 | keizer schatting te geven of niet? ~
5536 Matt 22:29 | zeide tot hen: Gij dwaalt, niet wetende de Schriften, noch
5537 Matt 22:30 | de opstanding nemen zij niet ten huwelijk, noch worden
5538 Matt 22:31 | opstanding der doden, hebt gij niet gelezen, hetgeen van God
5539 Matt 22:32 | en de God Jakobs! God is niet een God der doden, maar
5540 Matt 23:3 | dat en doet het; maar doet niet naar hun werken; want zij
5541 Matt 23:3 | zeggen het, en doen het niet. ~
5542 Matt 23:4 | willen die met hun vinger niet verroeren. ~
5543 Matt 23:8 | 8 Doch gij zult niet Rabbi genaamd worden; want
5544 Matt 23:13 | mensen, overmits gij daar niet ingaat, noch degenen, die
5545 Matt 23:23 | moest men doen, en de andere niet nalaten. ~
5546 Matt 23:37 | vleugels; en gijlieden hebt niet gewild. ~
5547 Matt 23:39 | Gij zult Mij van nu aan niet zien, totdat gij zeggen
5548 Matt 24:2 | zeide tot hen: Ziet gij niet al deze dingen? Voorwaar
5549 Matt 24:2 | Voorwaar zeg Ik: Hier zal niet een steen op den anderen
5550 Matt 24:2 | steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden. ~
5551 Matt 24:6 | oorlogen; ziet toe, wordt niet verschrikt; want al die
5552 Matt 24:6 | geschieden, maar nog is het einde niet. ~
5553 Matt 24:17 | Die op het dak is, kome niet af, om iets uit zijn huis
5554 Matt 24:18 | die op den akker is, kere niet weder terug, om zijn klederen
5555 Matt 24:20 | Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch
5556 Matt 24:21 | verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin
5557 Matt 24:21 | wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal. ~
5558 Matt 24:22 | 22 En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees
5559 Matt 24:23 | Christus, of daar, gelooft het niet. ~
5560 Matt 24:26 | is in de woestijn; gaat niet uit; Ziet, hij is in de
5561 Matt 24:26 | binnenkameren; gelooft het niet. ~
5562 Matt 24:29 | maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen
5563 Matt 24:36 | die ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen,
5564 Matt 24:39 | 39 En bekenden het niet, totdat de zondvloed kwam,
5565 Matt 24:42 | Waakt dan; want gij weet niet, in welke ure uw Heere komen
5566 Matt 24:43 | hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. ~
5567 Matt 24:44 | want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen
5568 Matt 24:50 | dage, in welken hij hem niet verwacht, en ter ure, die
5569 Matt 24:50 | verwacht, en ter ure, die hij niet weet; ~
5570 Matt 25:9 | misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; maar gaat liever
5571 Matt 25:12 | Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet. ~
5572 Matt 25:13 | dan; want gij weet den dag niet, noch de ure, in welke de
5573 Matt 25:24 | zijt, maaiende, waar gij niet gezaaid hebt, en vergaderende
5574 Matt 25:24 | vergaderende van daar, waar gij niet gestrooid hebt; ~
5575 Matt 25:26 | wist, dat ik maai, waar ik niet gezaaid heb, en van daar
5576 Matt 25:26 | van daar vergader, waar ik niet gestrooid heb. ~
5577 Matt 25:29 | hebben; maar van dengene, die niet heeft, van dien zal genomen
5578 Matt 25:42 | geweest, en gij hebt Mij niet te eten gegeven; Ik ben
5579 Matt 25:42 | geweest, en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; ~
5580 Matt 25:43 | vreemdeling; en gij hebt Mij niet geherbergd; naakt, en gij
5581 Matt 25:43 | naakt, en gij hebt Mij niet gekleed; krank, en in de
5582 Matt 25:43 | gevangenis, en gij hebt Mij niet bezocht. ~
5583 Matt 25:44 | gevangenis, en hebben U niet gediend? ~
5584 Matt 25:45 | dit een van deze minsten niet gedaan hebt, zo hebt gij
5585 Matt 25:45 | zo hebt gij het Mij ook niet gedaan. ~
5586 Matt 26:5 | 5 Doch zij zeiden: Niet in het feest, opdat er geen
5587 Matt 26:11 | met u, maar Mij hebt gij niet altijd. ~
5588 Matt 26:24 | ware hem goed, zo die mens niet geboren was geweest. ~
5589 Matt 26:29 | zeg u, dat Ik van nu aan niet zal drinken van de vrucht
5590 Matt 26:39 | van Mij voorbijgaan? doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk
5591 Matt 26:40 | tot Petrus: Kunt gij dan niet een uur met Mij waken? ~
5592 Matt 26:41 | Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest
5593 Matt 26:42 | deze drinkbeker van Mij niet voorbij kan gaan, tenzij
5594 Matt 26:53 | gij, dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij
5595 Matt 26:55 | tempel, en gij hebt Mij niet gegrepen; ~
5596 Matt 26:59 | doden mochten; en vonden niet. ~
5597 Matt 26:60 | waren, zo vonden zij toch niet. ~
5598 Matt 26:70 | allen, zeggende: Ik weet niet, wat gij zegt. ~
5599 Matt 26:72 | zeggende: Ik ken den Mens niet. ~
5600 Matt 26:74 | zweren: Ik ken den Mens niet. ~
5601 Matt 27:6 | nemende, zeiden: Het is niet geoorloofd, dezelve in de
5602 Matt 27:13 | Pilatus tot Hem: Hoort Gij niet, hoevele zaken zij tegen
5603 Matt 27:14 | Maar Hij antwoordde hem niet op een enig woord, alzo
5604 Matt 27:19 | gezonden, zeggende: Heb toch niet te doen met dien Rechtvaardige;
5605 Matt 27:24 | nu Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veel meer
5606 Matt 27:34 | gesmaakt had, wilde Hij niet drinken. ~
5607 Matt 27:42 | verlost, Hij kan Zichzelven niet verlossen. Indien Hij de
5608 Matt 27:64 | Zijn discipelen misschien niet komen bij nacht, en stelen
5609 Matt 28:5 | vrouwen: Vreest gijlieden niet; want ik weet, dat gij zoekt
5610 Matt 28:6 | 6 Hij is hier niet; want Hij is opgestaan,
5611 Matt 28:10 | zeide Jezus tot haar: Vreest niet; gaat henen, boodschapt
5612 Mark 1:7 | sterker is dan ik, Wien ik niet waardig ben, nederbukkende,
5613 Mark 1:22 | hen, als machthebbende, en niet als de Schriftgeleerden. ~
5614 Mark 1:34 | uit, en liet de duivelen niet toe te spreken, omdat zij
5615 Mark 1:45 | verbreiden, alzo dat Hij niet meer openbaar in de stad
5616 Mark 2:2 | plaatsen omtrent de deur hen niet meer konden bevatten; en
5617 Mark 2:4 | 4 En niet kunnende tot Hem genaken,
5618 Mark 2:17 | hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek
5619 Mark 2:17 | maar die ziek zijn. Ik ben niet gekomen, om te roepen rechtvaardigen,
5620 Mark 2:18 | en Uw discipelen vasten niet? ~
5621 Mark 2:19 | zich hebben, kunnen zij niet vasten. ~
5622 Mark 2:24 | zij op den sabbatdag, wat niet geoorloofd is? ~
5623 Mark 2:27 | is gemaakt om den mens, niet de mens om den sabbat. ~
5624 Mark 3:9 | schare wil, opdat zij Hem niet zouden verdringen. ~
5625 Mark 3:12 | scherpelijk dat zij Hem niet zouden openbaar maken. ~
5626 Mark 3:20 | alzo dat zij ook zelfs niet konden brood eten. ~
5627 Mark 3:24 | is, zo kan dat koninkrijk niet bestaan. ~
5628 Mark 3:25 | verdeeld is, zo kan dat huis niet bestaan. ~
5629 Mark 3:26 | verdeeld is, zo kan hij niet bestaan, maar heeft een
5630 Mark 3:27 | vaten ontroven, indien hij niet eerst den sterke bindt;
5631 Mark 4:5 | het steenachtige, waar het niet veel aarde had; en het ging
5632 Mark 4:12 | Opdat zij ziende zien, en niet bemerken, en horende horen,
5633 Mark 4:12 | bemerken, en horende horen, en niet verstaan; opdat zij zich
5634 Mark 4:12 | verstaan; opdat zij zich niet te eniger tijd, bekeren
5635 Mark 4:13 | Weet gij deze gelijkenis niet, en hoe zult gij al de gelijkenissen
5636 Mark 4:21 | bed gezet worde? Is het niet, opdat zij op den kandelaar
5637 Mark 4:22 | is niets verborgen, dat niet geopenbaard zal worden;
5638 Mark 4:25 | zal gegeven worden; en wie niet heeft, van dien zal genomen
5639 Mark 4:27 | lang werd, dat hij zelf niet wist, hoe. ~
5640 Mark 4:34 | gelijkenis sprak Hij tot hen niet; maar Hij verklaarde alles
5641 Mark 4:38 | Meester, bekommert het U niet, dat wij vergaan? ~
5642 Mark 5:3 | kon hem binden, ook zelfs niet met ketenen. ~
5643 Mark 5:7 | bezweer U bij God, dat Gij mij niet pijnigt! ~
5644 Mark 5:10 | Hij hen buiten het land niet wegzond. ~
5645 Mark 5:19 | Doch Jezus liet hem dat niet toe, maar zeide tot hem:
5646 Mark 5:36 | overste der synagoge: Vrees niet; geloof alleenlijk. ~
5647 Mark 5:39 | wat weent gij? Het kind is niet gestorven, maar het slaapt. ~
5648 Mark 6:3 | 3 Is deze niet de timmerman, de zoon van
5649 Mark 6:3 | Simon, en zijn Zijn zusters niet hier bij ons? En zij werden
5650 Mark 6:4 | tot hen: Een profeet is niet ongeeerd dan in zijn vaderland
5651 Mark 6:11 | 11 En zo wie u niet zullen ontvangen, noch u
5652 Mark 6:18 | zeide tot Herodes: Het is u niet geoorloofd de huisvrouw
5653 Mark 6:19 | wilde hem doden, en kon niet; ~
5654 Mark 6:26 | wilde hij haar hetzelve niet afslaan. ~
5655 Mark 6:36 | mogen kopen; want zij hebben niet, wat zij eten zullen. ~
5656 Mark 6:50 | welgemoed, Ik ben het; vreest niet. ~
5657 Mark 6:52 | 52 Want zij hadden niet gelet op het wonder der
5658 Mark 7:3 | Farizeen en al de Joden eten niet, tenzij dat zij eerst de
5659 Mark 7:4 | markt komende, eten zij niet, tenzij dat zij eerst gewassen
5660 Mark 7:5 | Waarom wandelen Uw discipelen niet naar de inzetting der ouden,
5661 Mark 7:9 | zeker Gods gebod wel te niet, opdat gij uw inzettingen
5662 Mark 7:12 | 12 En gij laat hem niet meer toe, iets aan zijn
5663 Mark 7:18 | onwetende? Verstaat gij niet, dat al wat van buiten in
5664 Mark 7:18 | in den mens ingaat, hem niet kan ontreinigen? ~
5665 Mark 7:19 | 19 Want het gaat niet in zijn hart, maar in den
5666 Mark 7:24 | gegaan zijnde, wilde Hij niet, dat het iemand wist, en
5667 Mark 7:24 | wist, en Hij kon nochtans niet verborgen zijn. ~
5668 Mark 7:27 | verzadigd worden; want het is niet betamelijk dat men het brood
5669 Mark 8:2 | Mij gebleven, en hebben niet, wat zij eten zouden. ~
5670 Mark 8:14 | mede te nemen, en hadden niet dan een brood met zich in
5671 Mark 8:17 | broden hebt? Bemerkt gij nog niet, en verstaat gij niet, hebt
5672 Mark 8:17 | nog niet, en verstaat gij niet, hebt gij nog uw verharde
5673 Mark 8:18 | Ogen hebbende, ziet gij niet? En oren hebbende, hoort
5674 Mark 8:18 | oren hebbende, hoort gij niet? ~
5675 Mark 8:19 | 19 En gedenkt gij niet, toen Ik de vijf broden
5676 Mark 8:21 | tot hen: Hoe verstaat gij niet? ~
5677 Mark 8:26 | zijn huis, zeggende: Ga niet in het vlek, en zeg het
5678 Mark 8:33 | satanas, want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn,
5679 Mark 9:1 | hier staan, die den dood niet zullen smaken, totdat zij
5680 Mark 9:6 | 6 Want hij wist niet, wat hij zeide; want zij
5681 Mark 9:18 | uitwerpen, en zij hebben niet gekund. ~
5682 Mark 9:25 | ga uit van hem, en kom niet meer in hem. ~
5683 Mark 9:28 | alleen: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitwerpen? ~
5684 Mark 9:30 | door Galilea; en Hij wilde niet, dat het iemand wist. ~
5685 Mark 9:32 | zij verstonden dat woord niet, en zij vreesden Hem te
5686 Mark 9:37 | ontvangen, die ontvangt Mij niet, maar Dien, Die Mij gezonden
5687 Mark 9:38 | uitwierp in Uw Naam, welke ons niet volgt; en wij hebben het
5688 Mark 9:38 | verboden, omdat hij ons niet volgt. ~
5689 Mark 9:39 | Jezus zeide: Verbiedt hem niet; want er is niemand, die
5690 Mark 9:40 | 40 Want wie tegen ons niet is, die is voor ons. ~
5691 Mark 9:44 | 44 Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet
5692 Mark 9:44 | niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt. ~
5693 Mark 9:46 | 46 Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet
5694 Mark 9:46 | niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt. ~
5695 Mark 9:48 | 48 Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet
5696 Mark 9:48 | niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt. ~
5697 Mark 10:8 | vlees zijn, alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een
5698 Mark 10:9 | samengevoegd heeft, scheide de mens niet. ~
5699 Mark 10:14 | komen, en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk
5700 Mark 10:15 | wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt, gelijk een kindeken,
5701 Mark 10:19 | overspel doen; gij zult niet doden; gij zult niet stelen;
5702 Mark 10:19 | zult niet doden; gij zult niet stelen; gij zult geen valse
5703 Mark 10:27 | is het onmogelijk, maar niet bij God; want alle dingen
5704 Mark 10:38 | zeide tot hen: Gij weet niet, wat gij begeert. Kunt gij
5705 Mark 10:40 | linker hand staat bij Mij niet te geven; maar het zal gegeven
5706 Mark 10:43 | Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder
5707 Mark 10:45 | ook de Zoon des mensen is niet gekomen, om gediend te worden,
5708 Mark 11:13 | het was de tijd der vijgen niet. ~
5709 Mark 11:16 | 16 En liet niet toe, dat iemand enig vat
5710 Mark 11:17 | zeggende tot hen: Is er niet geschreven: Mijn huis zal
5711 Mark 11:23 | en in de zee geworpen; en niet zal twijfelen in zijn hart,
5712 Mark 11:26 | 26 Maar indien gij niet vergeeft, zo zal uw Vader,
5713 Mark 11:26 | hemelen is, ook uw misdaden niet vergeven. ~
5714 Mark 11:31 | Waarom hebt gij hem dan niet geloofd? ~
5715 Mark 11:33 | tot Jezus: Wij weten het niet. En Jezus, antwoordende,
5716 Mark 11:33 | tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik deze
5717 Mark 12:10 | Hebt gij ook deze Schrift niet gelezen: De steen, dien
5718 Mark 12:14 | ziet den persoon der mensen niet aan, maar Gij leert den
5719 Mark 12:14 | keizer schatting te geven, of niet? Zullen wij geven, of niet
5720 Mark 12:14 | niet? Zullen wij geven, of niet geven? ~
5721 Mark 12:24 | zeide tot hen: Dwaalt gij niet, daarom, dat gij de Schriften
5722 Mark 12:24 | daarom, dat gij de Schriften niet weet, noch de kracht Gods? ~
5723 Mark 12:25 | opgestaan zijn, zo trouwen zij niet, noch worden ten huwelijk
5724 Mark 12:26 | zullen worden, hebt gij niet gelezen in het boek van
5725 Mark 12:27 | 27 God is niet een God der doden, maar
5726 Mark 12:34 | zeide tot hem: Gij zijt niet verre van het Koninkrijk
5727 Mark 13:2 | deze grote gebouwen? Er zal niet een steen op den anderen
5728 Mark 13:2 | steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden. ~
5729 Mark 13:7 | geruchten van oorlogen, zo wordt niet verschrikt; want dit moet
5730 Mark 13:7 | geschieden; maar nog is het einde niet. ~
5731 Mark 13:11 | leveren, zo zijt te voren niet bezorgd, wat gij spreken
5732 Mark 13:11 | spreken zult, en bedenkt het niet; maar zo wat u in die ure
5733 Mark 13:11 | spreekt dat; want gij zijt het niet, die spreekt, maar de Heilige
5734 Mark 13:14 | gesproken is, staande waar het niet behoort, (die het leest,
5735 Mark 13:15 | die op het dak is, kome niet af in het huis, en ga niet
5736 Mark 13:15 | niet af in het huis, en ga niet in, om iets uit zijn huis
5737 Mark 13:16 | die op den akker is, kere niet weder terug, om zijn kleed
5738 Mark 13:18 | Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters. ~
5739 Mark 13:19 | verdrukking zijn, welker gelijke niet geweest is van het begin
5740 Mark 13:19 | heeft, tot nu toe, en ook niet zijn zal. ~
5741 Mark 13:20 | indien de Heere de dagen niet verkort had, geen vlees
5742 Mark 13:21 | Hij is daar; gelooft het niet. ~
5743 Mark 13:24 | maan zal haar schijnsel niet geven. ~
5744 Mark 13:30 | zeg u, dat dit geslacht niet zal voorbijgaan, totdat
5745 Mark 13:33 | waakt en bidt; want gij weet niet, wanneer de tijd is. ~
5746 Mark 13:35 | waakt dan (want gij weet niet, wanneer de heer des huizes
5747 Mark 13:36 | 36 Opdat hij niet onvoorziens kome, en u slapende
5748 Mark 14:2 | 2 Maar zij zeiden: Niet in het feest, opdat niet
5749 Mark 14:2 | Niet in het feest, opdat niet misschien oproer onder het
5750 Mark 14:7 | weldoen; maar Mij hebt gij niet altijd. ~
5751 Mark 14:21 | ware hem goed, zo die mens niet geboren ware geweest. ~
5752 Mark 14:25 | Voorwaar, Ik zeg u, dat Ik niet meer zal drinken van de
5753 Mark 14:29 | geergerd werden, zo zal ik toch niet geergerd worden. ~
5754 Mark 14:36 | drinkbeker van Mij weg, doch niet wat Ik wil, maar wat Gij
5755 Mark 14:37 | Simon, slaapt gij? Kunt gij niet een uur waken? ~
5756 Mark 14:38 | Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest
5757 Mark 14:40 | bezwaard; en zij wisten niet, wat zij Hem antwoorden
5758 Mark 14:49 | lerende, en gij hebt Mij niet gegrepen; maar dit geschiedt,
5759 Mark 14:55 | Hem te doden, en vonden niet. ~
5760 Mark 14:56 | en de getuigenissen waren niet eenparig. ~
5761 Mark 14:59 | alzo was hun getuigenis niet eenparig. ~
5762 Mark 14:68 | geloochend, zeggende: Ik ken Hem niet, en ik weet niet, wat gij
5763 Mark 14:68 | ken Hem niet, en ik weet niet, wat gij zegt. En hij ging
5764 Mark 14:71 | zweren: Ik ken dezen Mens niet, Dien gij zegt. ~
5765 Mark 15:4 | zeggende: Antwoordt Gij niet? Zie, hoe vele zaken zij
5766 Mark 15:5 | 5 En Jezus heeft niet meer geantwoord, zodat Pilatus
5767 Mark 15:23 | drinken; maar Hij nam dien niet. ~
5768 Mark 15:31 | verlost; Zichzelven kan Hij niet verlossen. ~
5769 Mark 16:6 | hij zeide tot haar: Zijt niet verbaasd; gij zoekt Jezus
5770 Mark 16:6 | is opgestaan; Hij is hier niet; ziet de plaats, waar zij
5771 Mark 16:11 | gezien was, geloofden zij het niet. ~
5772 Mark 16:13 | maar zij geloofden ook die niet. ~
5773 Mark 16:14 | hardigheid des harten, omdat zij niet geloofd hadden degenen,
5774 Mark 16:16 | zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal
5775 Mark 16:18 | zullen drinken, dat zal hun niet schaden; op kranken zullen
5776 Luk 1:13 | engel zeide tot hem: Vrees niet, Zacharias! want uw gebed
5777 Luk 1:20 | zie, gij zult zwijgen, en niet kunnen spreken, tot op den
5778 Luk 1:20 | wil, dat gij mijn woorden niet geloofd hebt, welke vervuld
5779 Luk 1:22 | uitkwam, kon hij tot hen niet spreken; en zij bekenden,
5780 Luk 1:30 | engel zeide tot haar: Vrees niet, Maria, want gij hebt genade
5781 Luk 1:60 | moeder antwoordde en zeide: Niet alzo, maar hij zal Johannes
5782 Luk 2:10 | engel zeide tot hen: Vreest niet, want, ziet, ik verkondig
5783 Luk 2:26 | Geest, dat hij den dood niet zien zoude, eer hij den
5784 Luk 2:37 | en tachtig jaren, dewelke niet week uit den tempel, met
5785 Luk 2:43 | en Zijn moeder wisten het niet. ~
5786 Luk 2:45 | 45 En als zij Hem niet vonden, keerden zij wederom
5787 Luk 2:49 | Mij gezocht hebt? Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de
5788 Luk 2:50 | zij verstonden het woord niet, dat Hij tot hen sprak. ~
5789 Luk 3:8 | bekering waardig; en begint niet te zeggen bij uzelven: Wij
5790 Luk 3:13 | hij zeide tot hen: Eist niet meer, dan hetgeen u gezet
5791 Luk 3:15 | overleiden van Johannes, of hij niet mogelijk de Christus ware; ~
5792 Luk 3:16 | sterker is dan ik, Wien ik niet waardig ben den riem van
5793 Luk 4:2 | van den duivel; en at gans niet in die dagen, en als dezelve
5794 Luk 4:4 | de mens bij brood alleen niet zal leven, maar bij alle
5795 Luk 4:11 | zullen, opdat Gij Uw voet niet te eniger tijd aan een steen
5796 Luk 4:12 | zult den Heere, uw God, niet verzoeken. ~
5797 Luk 4:22 | voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef? ~
5798 Luk 4:41 | bestraffende, liet Hij die niet spreken, omdat zij wisten,
5799 Luk 4:42 | Hem op, dat Hij van hen niet zou weggaan. ~
5800 Luk 5:5 | nacht over gearbeid, en niet gevangen; doch op Uw woord
5801 Luk 5:10 | Jezus zeide tot Simon: Vrees niet; van nu aan zult gij mensen
5802 Luk 5:19 | 19 En niet vindende, waardoor zij hem
5803 Luk 5:31 | hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek
5804 Luk 5:32 | 32 Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen,
5805 Luk 5:36 | nieuwe komt met het oude niet overeen. ~
5806 Luk 6:2 | hen: Waarom doet gij, wat niet geoorloofd is te doen op
5807 Luk 6:3 | zeide: Hebt gij ook dat niet gelezen, hetwelk David deed,
5808 Luk 6:4 | die met hem waren, welke niet zijn geoorloofd te eten,
5809 Luk 6:29 | verhindert ook den rok niet te nemen. ~
5810 Luk 6:30 | die het uwe neemt, eist niet weder. ~
5811 Luk 6:37 | 37 En oordeelt niet, en gij zult niet geoordeeld
5812 Luk 6:37 | oordeelt niet, en gij zult niet geoordeeld worden; verdoemt
5813 Luk 6:37 | geoordeeld worden; verdoemt niet, en gij zult niet verdoemd
5814 Luk 6:37 | verdoemt niet, en gij zult niet verdoemd worden; laat los,
5815 Luk 6:39 | den weg leiden? Zullen zij niet beiden in de gracht vallen? ~
5816 Luk 6:40 | 40 De discipel is niet boven zijn meester; maar
5817 Luk 6:41 | eigen oog is, merkt gij niet? ~
5818 Luk 6:42 | balk, die in uw oog is, niet ziet? Gij geveinsde! doe
5819 Luk 6:46 | Mij, Heere, Heere! en doet niet hetgeen Ik zeg? ~
5820 Luk 6:48 | dat huis aan, en kon het niet bewegen; want het was op
5821 Luk 6:49 | Maar die ze gehoord, en niet gedaan zal hebben, is gelijk
5822 Luk 7:6 | ging met hen. En als Hij nu niet verre van het huis was,
5823 Luk 7:6 | Hem: Heere, neem de moeite niet; want ik ben niet waardig,
5824 Luk 7:6 | moeite niet; want ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn
5825 Luk 7:7 | Daarom heb ik ook mijzelven niet waardig geacht, om tot U
5826 Luk 7:9 | een geloof zelfs in Israel niet gevonden. ~
5827 Luk 7:13 | en zeide tot haar: Ween niet. ~
5828 Luk 7:23 | zalig is hij, die aan Mij niet zal geergerd worden. ~
5829 Luk 7:30 | zichzelven verworpen, van hem niet gedoopt zijnde. ~
5830 Luk 7:32 | fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen
5831 Luk 7:32 | klaagliederen gezongen, en gij hebt niet geweend. ~
5832 Luk 7:42 | 42 En als zij niet hadden om te betalen, schold
5833 Luk 7:44 | gekomen; water hebt gij niet tot Mijn voeten gegeven;
5834 Luk 7:45 | zij ingekomen is, heeft niet afgelaten Mijn voeten te
5835 Luk 7:46 | olie hebt gij Mijn hoofd niet gezalfd; maar deze heeft
5836 Luk 8:10 | gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien, en horende niet verstaan. ~
5837 Luk 8:10 | ziende niet zien, en horende niet verstaan. ~
5838 Luk 8:12 | hun hart weg, opdat zij niet zouden geloven, en zalig
5839 Luk 8:17 | is niets verborgen, dat niet openbaar zal worden; noch
5840 Luk 8:17 | worden; noch heimelijk, dat niet bekend zal worden, en in
5841 Luk 8:18 | gegeven worden; en zo wie niet heeft, ook hetgeen hij meent
5842 Luk 8:19 | tot Hem, en konden bij Hem niet komen, vanwege de schare. ~
5843 Luk 8:28 | Allerhoogsten, ik bid U, dat Gij mij niet pijnigt! ~
5844 Luk 8:31 | zij baden Hem, dat Hij hun niet gebieden zou in den afgrond
5845 Luk 8:47 | vrouw nu, ziende, dat zij niet verborgen was, kwam bevende,
5846 Luk 8:49 | gestorven; zijt den Meester niet moeilijk. ~
5847 Luk 8:50 | antwoordde hem, zeggende: Vrees niet, geloof alleenlijk, en zij
5848 Luk 8:52 | hetzelve. En Hij zeide: Schreit niet; zij is niet gestorven;
5849 Luk 8:52 | zeide: Schreit niet; zij is niet gestorven; maar zij slaapt. ~
5850 Luk 9:5 | 5 En zo wie u niet zullen ontvangen, uitgaande
5851 Luk 9:13 | En zij zeiden: Wij hebben niet meer dan vijf broden, en
5852 Luk 9:27 | hier staan, die den dood niet zullen smaken, totdat zij
5853 Luk 9:33 | een, en voor Elias een; niet wetende, wat hij zeide. ~
5854 Luk 9:40 | uitwerpen, en zij hebben niet gekund. ~
5855 Luk 9:45 | zij verstonden dit woord niet, en het was voor hen verborgen,
5856 Luk 9:45 | verborgen, alzo dat zij het niet begrepen; en zij vreesden
5857 Luk 9:49 | verboden, omdat hij U met ons niet volgt. ~
5858 Luk 9:50 | zeide tot hem: Verbied het niet; want wie tegen ons niet
5859 Luk 9:50 | niet; want wie tegen ons niet is, die is voor ons. ~
5860 Luk 9:53 | 53 En zij ontvingen Hem niet, omdat Zijn aangezicht was
5861 Luk 9:55 | hen, en zeide: Gij weet niet van hoedanigen geest gij
5862 Luk 9:56 | Want de Zoon des mensen is niet gekomen om der mensen zielen
5863 Luk 9:58 | de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge. ~
5864 Luk 10:6 | hem rusten; maar indien niet, zo zal uw vrede tot u wederkeren. ~
5865 Luk 10:7 | zijn loon waardig; gaat niet over van het ene huis in
5866 Luk 10:10 | gij zult ingaan, en zij u niet ontvangen, uitgaande op
5867 Luk 10:20 | Doch verblijdt u daarin niet, dat de geesten u onderworpen
5868 Luk 10:24 | gij ziet, en hebben het niet gezien; en te horen, hetgeen
5869 Luk 10:24 | gij hoort, en hebben het niet gehoord. ~
5870 Luk 10:40 | Heere, trekt Gij U dat niet aan, dat mijn zuster mij
5871 Luk 10:42 | uitgekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen worden. ~ ~ ~
5872 Luk 11:4 | schuldig is. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos
5873 Luk 11:6 | mij gekomen is, en ik heb niet, dat ik hem voorzette; ~
5874 Luk 11:7 | in de slaapkamer; ik kan niet opstaan, om u te geven. ~
5875 Luk 11:8 | zeg ulieden: Hoewel hij niet zou opstaan en hem geven,
5876 Luk 11:23 | 23 Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; en
5877 Luk 11:23 | tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit. ~
5878 Luk 11:24 | plaatsen, zoekende rust; en die niet vindende, zegt hij: Ik zal
5879 Luk 11:35 | 35 Zie dan toe, dat niet het licht, hetwelk in u
5880 Luk 11:36 | lichaam geheel verlicht is, niet hebbende enig deel, dat
5881 Luk 11:38 | verwonderde zich, dat Hij niet eerst, voor het middagmaal,
5882 Luk 11:40 | heeft gemaakt, heeft Hij ook niet het binnenste gemaakt? ~
5883 Luk 11:42 | men doen, en het andere niet nalaten. ~
5884 Luk 11:44 | zijt gelijk de graven, die niet openbaar zijn, en de mensen,
5885 Luk 11:44 | daarover wandelen, weten het niet. ~
5886 Luk 11:46 | zelven raakt gij die lasten niet aan met een van uw vingeren. ~
5887 Luk 11:52 | weggenomen; gijzelven zijt niet ingegaan, en die ingingen,
5888 Luk 12:2 | er is niets bedekt, dat niet zal ontdekt worden, en verborgen,
5889 Luk 12:2 | worden, en verborgen, dat niet zal geweten worden. ~
5890 Luk 12:4 | Mijn vrienden: Vreest u niet voor degenen, die het lichaam
5891 Luk 12:4 | lichaam doden, en daarna niet meer kunnen doen. ~
5892 Luk 12:6 | 6 Worden niet vijf musjes verkocht voor
5893 Luk 12:6 | voor twee penningskens? En niet een van die is voor God
5894 Luk 12:7 | alle geteld. Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te
5895 Luk 12:10 | zal hebben, dien zal het niet vergeven worden. ~
5896 Luk 12:11 | overheden en de machten, zo zijt niet bezorgd, hoe of wat gij
5897 Luk 12:15 | gierigheid; want het is niet in den overvloed gelegen,
5898 Luk 12:17 | zal ik doen, want ik heb niet, waarin ik mijn vruchten
5899 Luk 12:21 | zichzelven schatten vergadert, en niet rijk is in God. ~
5900 Luk 12:22 | discipelen: Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat
5901 Luk 12:24 | Aanmerkt de raven, dat zij niet zaaien, noch maaien, welke
5902 Luk 12:26 | Indien gij dan ook het minste niet kunt, wat zijt gij voor
5903 Luk 12:27 | zij wassen; zij arbeiden niet, en spinnen niet; en Ik
5904 Luk 12:27 | arbeiden niet, en spinnen niet; en Ik zeg u: ook Salomo
5905 Luk 12:27 | al zijn heerlijkheid is niet bekleed geweest als een
5906 Luk 12:29 | 29 En gijlieden, vraagt niet, wat gij eten, of wat gij
5907 Luk 12:29 | gij drinken zult; en weest niet wankelmoedig. ~
5908 Luk 12:32 | 32 Vreest niet, gij klein kuddeken, want
5909 Luk 12:33 | Maakt uzelven buidels, die niet verouden, een schat, die
5910 Luk 12:33 | verouden, een schat, die niet afneemt, in de hemelen,
5911 Luk 12:33 | de hemelen, daar de dief niet bijkomt, noch de mot verderft. ~
5912 Luk 12:39 | hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. ~
5913 Luk 12:40 | want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen
5914 Luk 12:46 | dage, in welken hij hem niet verwacht, en ter ure, die
5915 Luk 12:46 | verwacht, en ter ure, die hij niet weet; en zal hem afscheiden,
5916 Luk 12:47 | wil zijns heeren, en zich niet bereid, noch naar zijn wil
5917 Luk 12:48 | 48 Maar die denzelven niet geweten heeft, en gedaan
5918 Luk 12:56 | beproeft gij dezen tijd niet? ~
5919 Luk 12:57 | oordeelt gij ook van uzelven niet, hetgeen recht is? ~
5920 Luk 12:58 | worden; opdat hij misschien u niet voor den rechter trekke,
5921 Luk 13:3 | Neen zij; maar indien gij u niet bekeert, zo zult gij allen
5922 Luk 13:5 | Neen zij; maar indien gij u niet bekeert, zo zult gij allen
5923 Luk 13:6 | vrucht daarop, en vond ze niet. ~
5924 Luk 13:7 | dezen vijgeboom, en vind ze niet; houw hem uit; waartoe beslaat
5925 Luk 13:9 | laat hem staan; maar indien niet, zo zult gij hem namaals
5926 Luk 13:11 | samengebogen, en kon zich ganselijk niet oprichten. ~
5927 Luk 13:14 | dezelve, en laat u genezen, en niet op den dag des sabbats. ~
5928 Luk 13:15 | zeide: Gij geveinsde, maakt niet een iegelijk van u op den
5929 Luk 13:16 | gebonden had, moest die niet losgemaakt worden van dezen
5930 Luk 13:24 | zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen; ~
5931 Luk 13:25 | en tot u zeggen: Ik ken u niet, van waar gij zijt. ~
5932 Luk 13:27 | zeggen: Ik zeg u, Ik ken u niet, van waar gij zijt; wijkt
5933 Luk 13:33 | reizen; want het gebeurt niet, dat een profeet gedood
5934 Luk 13:34 | vergadert; en gijlieden hebt niet gewild? ~
5935 Luk 13:35 | voorwaar, Ik zeg u, dat gij Mij niet zult zien, totdat de tijd
5936 Luk 14:5 | een put vallen, en die hem niet terstond zal uittrekken
5937 Luk 14:6 | En zij konden Hem daarop niet weder antwoorden. ~
5938 Luk 14:8 | genood zult zijn, zo zet u niet in de eerste zitplaats;
5939 Luk 14:8 | eerste zitplaats; opdat niet misschien een waardiger
5940 Luk 14:12 | avondmaal zult houden, zo roep niet uw vrienden, noch uw broeders,
5941 Luk 14:12 | geburen; opdat ook dezelve u niet te eniger tijd wedernoden,
5942 Luk 14:14 | zult zalig zijn, omdat zij niet hebben, om u te vergelden;
5943 Luk 14:20 | getrouwd, en daarom kan ik niet komen. ~
5944 Luk 14:26 | Indien iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader, en moeder,
5945 Luk 14:26 | leven, die kan Mijn discipel niet zijn. ~
5946 Luk 14:27 | 27 En wie zijn kruis niet draagt, en Mij navolgt,
5947 Luk 14:27 | navolgt, die kan Mijn discipel niet zijn. ~
5948 Luk 14:28 | willende een toren bouwen, zit niet eerst neder, en overrekent
5949 Luk 14:29 | 29 Opdat niet misschien, als hij het fondament
5950 Luk 14:29 | fondament gelegd heeft, en niet kan voleindigen, allen,
5951 Luk 14:30 | begonnen te bouwen, en heeft niet kunnen voleindigen. ~
5952 Luk 14:31 | anderen koning te slaan, zit niet eerst neder, en beraadslaagt,
5953 Luk 14:33 | een iegelijk van u, die niet verlaat alles, wat hij heeft,
5954 Luk 14:33 | heeft, die kan Mijn discipel niet zijn. ~
5955 Luk 15:4 | die verliezende, verlaat niet de negen en negentig in
5956 Luk 15:7 | rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben. ~
5957 Luk 15:8 | penning verliest, ontsteekt niet een kaars, en keert het
5958 Luk 15:13 | 13 En niet vele dagen daarna, de jongste
5959 Luk 15:19 | 19 En ik ben niet meer waardig uw zoon genaamd
5960 Luk 15:21 | Hemel, en voor u, en ben niet meer waardig uw zoon genaamd
5961 Luk 15:28 | hij werd toornig, en wilde niet ingaan. Zo ging dan zijn
5962 Luk 16:2 | rentmeesterschap; want gij zult niet meer kunnen rentmeester
5963 Luk 16:3 | mij neemt? Graven kan ik niet; te bedelen schaam ik mij. ~
5964 Luk 16:11 | onrechtvaardigen Mammon niet getrouw zijt geweest, wie
5965 Luk 16:12 | gij in eens anders goed niet getrouw zijt geweest, wie
5966 Luk 16:13 | verachten; gij kunt God niet dienen en den Mammon. ~
5967 Luk 16:26 | hier tot u willen overgaan, niet zouden kunnen, noch ook
5968 Luk 16:28 | dit betuige, opdat ook zij niet komen in deze plaats der
5969 Luk 16:31 | zij Mozes en de profeten niet horen, zo zullen zij ook,
5970 Luk 16:31 | uit de doden opstond, zich niet laten gezeggen. ~ ~ ~
5971 Luk 17:1 | tot de discipelen: Het kan niet wezen, dat er geen ergernissen
5972 Luk 17:8 | 8 Maar zal hij niet tot hem zeggen: Bereid,
5973 Luk 17:17 | antwoordende, zeide: Zijn niet de tien gereinigd geworden,
5974 Luk 17:20 | Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat. ~
5975 Luk 17:21 | 21 En men zal niet zeggen: Ziet hier, of ziet
5976 Luk 17:22 | te zien, en gij zult dien niet zien. ~
5977 Luk 17:23 | of ziet daar is Hij; gaat niet heen, en volgt niet. ~
5978 Luk 17:23 | gaat niet heen, en volgt niet. ~
5979 Luk 17:31 | huisraad in huis, die kome niet af, om hetzelve weg te nemen;
5980 Luk 17:31 | zal, die kere desgelijks niet naar hetgeen, dat achter
5981 Luk 18:1 | men altijd bidden moet, en niet vertragen; ~
5982 Luk 18:2 | rechter in een stad, die God niet vreesde, en geen mens ontzag. ~
5983 Luk 18:4 | wilde voor een langen tijd niet; maar daarna zeide hij bij
5984 Luk 18:4 | zichzelven: Hoewel ik God niet vreze, en geen mens ontzie; ~
5985 Luk 18:5 | haar recht doen, opdat zij niet eindelijk kome, en mij het
5986 Luk 18:11 | O God! ik dank U, dat ik niet ben gelijk de anderen mensen,
5987 Luk 18:13 | wilde ook zelfs de ogen niet opheffen naar den hemel,
5988 Luk 18:16 | komen, en verhindert hen niet; want derzulken is het Koninkrijk
5989 Luk 18:17 | wie het Koninkrijk Gods niet zal ontvangen als een kindeken,
5990 Luk 18:20 | overspel doen; gij zult niet doden; gij zult niet stelen;
5991 Luk 18:20 | zult niet doden; gij zult niet stelen; gij zult geen valse
5992 Luk 18:30 | 30 Die niet zal veelvoudig weder ontvangen
5993 Luk 18:34 | verborgen, en zij verstonden niet, hetgeen gezegd werd. ~
5994 Luk 19:3 | zien, wie Hij was; en kon niet vanwege de schare, omdat
5995 Luk 19:14 | na, zeggende: Wij willen niet, dat deze over ons koning
5996 Luk 19:21 | gij neemt weg, wat gij niet gelegd hebt, en gij maait,
5997 Luk 19:21 | hebt, en gij maait, wat gij niet gezaaid hebt. ~
5998 Luk 19:22 | ben, nemende weg, wat ik niet gelegd heb, en maaiende,
5999 Luk 19:22 | heb, en maaiende, wat ik niet gezaaid heb. ~
6000 Luk 19:23 | Waarom hebt gij dan mijn geld niet in de bank gegeven, en ik,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7660 |