Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
niemands 3
nieren 32
niesde 1
niet 7660
nietig 3
nietige 2
nietigen 1
Frequency    [«  »]
8706 gij
7945 dat
7933 is
7660 niet
6228 der
6208 uw
6044 u

Bijbel

IntraText - Concordances

niet

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7660

     Book Chapter: Verse
5501 Matt 18:16 | 16 Maar indien hij u niet hoort, zo neem nog een of 5502 Matt 18:22 | zeide tot hem: Ik zeg u, niet tot zevenmaal, maar tot 5503 Matt 18:25 | 25 En als hij niet had, om te betalen, beval 5504 Matt 18:30 | 30 Doch hij wilde niet, maar ging heen, en wierp 5505 Matt 18:33 | 33 Behoordet gij ook niet u over uw mededienstknecht 5506 Matt 18:35 | Vader u doen, indien gij niet van harte vergeeft een iegelijk 5507 Matt 19:4 | zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, Die van den beginne 5508 Matt 19:6 | 6 Alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een 5509 Matt 19:6 | samengevoegd heeft, scheide de mens niet. ~ 5510 Matt 19:8 | den beginne is het alzo niet geweest. ~ 5511 Matt 19:10 | vrouw alzo staat, zo is het niet oorbaar te trouwen. ~ 5512 Matt 19:11 | Allen vatten dit woord niet, maar dien het gegeven is. ~ 5513 Matt 19:14 | kinderkens, en verhindert hen niet tot Mij te komen; want derzulken 5514 Matt 19:18 | Jezus zeide: Deze: Gij zult niet doden; gij zult geen overspel 5515 Matt 19:18 | overspel doen; gij zult niet stelen; gij zult geen valse 5516 Matt 20:13 | u geen onrecht; zijt gij niet met mij eens geworden voor 5517 Matt 20:15 | 15 Of is het mij niet geoorloofd, te doen met 5518 Matt 20:22 | en zeide: Gijlieden weet niet wat gij begeert; kunt gij 5519 Matt 20:23 | linker hand staat bij Mij niet te geven, maar het zal gegeven 5520 Matt 20:26 | Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder 5521 Matt 20:28 | Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te 5522 Matt 21:21 | Indien gij geloof hadt, en niet twijfeldet, gij zoudt niet 5523 Matt 21:21 | niet twijfeldet, gij zoudt niet alleenlijk doen, hetgeen 5524 Matt 21:25 | Waarom hebt gij hem dan niet geloofd? ~ 5525 Matt 21:27 | antwoordende, zeiden: Wij weten het niet. En Hij zeide tot hen: Zo 5526 Matt 21:27 | tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik dit doe. ~ 5527 Matt 21:29 | antwoordde en zeide: Ik wil niet; en daarna berouw hebbende, 5528 Matt 21:30 | Ik ga, heer! en hij ging niet. ~ 5529 Matt 21:32 | gerechtigheid, en gij hebt hem niet geloofd; maar de tollenaars 5530 Matt 22:3 | te roepen; en zij wilden niet komen. ~ 5531 Matt 22:5 | 5 Maar zij, zulks niet achtende, zijn heengegaan, 5532 Matt 22:8 | doch de genoden waren het niet waardig. ~ 5533 Matt 22:11 | zag hij aldaar een mens, niet gekleed zijnde met een bruiloftskleed; ~ 5534 Matt 22:16 | ziet den persoon der mensen niet aan; ~ 5535 Matt 22:17 | keizer schatting te geven of niet? ~ 5536 Matt 22:29 | zeide tot hen: Gij dwaalt, niet wetende de Schriften, noch 5537 Matt 22:30 | de opstanding nemen zij niet ten huwelijk, noch worden 5538 Matt 22:31 | opstanding der doden, hebt gij niet gelezen, hetgeen van God 5539 Matt 22:32 | en de God Jakobs! God is niet een God der doden, maar 5540 Matt 23:3 | dat en doet het; maar doet niet naar hun werken; want zij 5541 Matt 23:3 | zeggen het, en doen het niet. ~ 5542 Matt 23:4 | willen die met hun vinger niet verroeren. ~ 5543 Matt 23:8 | 8 Doch gij zult niet Rabbi genaamd worden; want 5544 Matt 23:13 | mensen, overmits gij daar niet ingaat, noch degenen, die 5545 Matt 23:23 | moest men doen, en de andere niet nalaten. ~ 5546 Matt 23:37 | vleugels; en gijlieden hebt niet gewild. ~ 5547 Matt 23:39 | Gij zult Mij van nu aan niet zien, totdat gij zeggen 5548 Matt 24:2 | zeide tot hen: Ziet gij niet al deze dingen? Voorwaar 5549 Matt 24:2 | Voorwaar zeg Ik: Hier zal niet een steen op den anderen 5550 Matt 24:2 | steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden. ~ 5551 Matt 24:6 | oorlogen; ziet toe, wordt niet verschrikt; want al die 5552 Matt 24:6 | geschieden, maar nog is het einde niet. ~ 5553 Matt 24:17 | Die op het dak is, kome niet af, om iets uit zijn huis 5554 Matt 24:18 | die op den akker is, kere niet weder terug, om zijn klederen 5555 Matt 24:20 | Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch 5556 Matt 24:21 | verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin 5557 Matt 24:21 | wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal. ~ 5558 Matt 24:22 | 22 En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees 5559 Matt 24:23 | Christus, of daar, gelooft het niet. ~ 5560 Matt 24:26 | is in de woestijn; gaat niet uit; Ziet, hij is in de 5561 Matt 24:26 | binnenkameren; gelooft het niet. ~ 5562 Matt 24:29 | maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen 5563 Matt 24:36 | die ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, 5564 Matt 24:39 | 39 En bekenden het niet, totdat de zondvloed kwam, 5565 Matt 24:42 | Waakt dan; want gij weet niet, in welke ure uw Heere komen 5566 Matt 24:43 | hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. ~ 5567 Matt 24:44 | want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen 5568 Matt 24:50 | dage, in welken hij hem niet verwacht, en ter ure, die 5569 Matt 24:50 | verwacht, en ter ure, die hij niet weet; ~ 5570 Matt 25:9 | misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; maar gaat liever 5571 Matt 25:12 | Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet. ~ 5572 Matt 25:13 | dan; want gij weet den dag niet, noch de ure, in welke de 5573 Matt 25:24 | zijt, maaiende, waar gij niet gezaaid hebt, en vergaderende 5574 Matt 25:24 | vergaderende van daar, waar gij niet gestrooid hebt; ~ 5575 Matt 25:26 | wist, dat ik maai, waar ik niet gezaaid heb, en van daar 5576 Matt 25:26 | van daar vergader, waar ik niet gestrooid heb. ~ 5577 Matt 25:29 | hebben; maar van dengene, die niet heeft, van dien zal genomen 5578 Matt 25:42 | geweest, en gij hebt Mij niet te eten gegeven; Ik ben 5579 Matt 25:42 | geweest, en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; ~ 5580 Matt 25:43 | vreemdeling; en gij hebt Mij niet geherbergd; naakt, en gij 5581 Matt 25:43 | naakt, en gij hebt Mij niet gekleed; krank, en in de 5582 Matt 25:43 | gevangenis, en gij hebt Mij niet bezocht. ~ 5583 Matt 25:44 | gevangenis, en hebben U niet gediend? ~ 5584 Matt 25:45 | dit een van deze minsten niet gedaan hebt, zo hebt gij 5585 Matt 25:45 | zo hebt gij het Mij ook niet gedaan. ~ 5586 Matt 26:5 | 5 Doch zij zeiden: Niet in het feest, opdat er geen 5587 Matt 26:11 | met u, maar Mij hebt gij niet altijd. ~ 5588 Matt 26:24 | ware hem goed, zo die mens niet geboren was geweest. ~ 5589 Matt 26:29 | zeg u, dat Ik van nu aan niet zal drinken van de vrucht 5590 Matt 26:39 | van Mij voorbijgaan? doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk 5591 Matt 26:40 | tot Petrus: Kunt gij dan niet een uur met Mij waken? ~ 5592 Matt 26:41 | Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest 5593 Matt 26:42 | deze drinkbeker van Mij niet voorbij kan gaan, tenzij 5594 Matt 26:53 | gij, dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij 5595 Matt 26:55 | tempel, en gij hebt Mij niet gegrepen; ~ 5596 Matt 26:59 | doden mochten; en vonden niet. ~ 5597 Matt 26:60 | waren, zo vonden zij toch niet. ~ 5598 Matt 26:70 | allen, zeggende: Ik weet niet, wat gij zegt. ~ 5599 Matt 26:72 | zeggende: Ik ken den Mens niet. ~ 5600 Matt 26:74 | zweren: Ik ken den Mens niet. ~ 5601 Matt 27:6 | nemende, zeiden: Het is niet geoorloofd, dezelve in de 5602 Matt 27:13 | Pilatus tot Hem: Hoort Gij niet, hoevele zaken zij tegen 5603 Matt 27:14 | Maar Hij antwoordde hem niet op een enig woord, alzo 5604 Matt 27:19 | gezonden, zeggende: Heb toch niet te doen met dien Rechtvaardige; 5605 Matt 27:24 | nu Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veel meer 5606 Matt 27:34 | gesmaakt had, wilde Hij niet drinken. ~ 5607 Matt 27:42 | verlost, Hij kan Zichzelven niet verlossen. Indien Hij de 5608 Matt 27:64 | Zijn discipelen misschien niet komen bij nacht, en stelen 5609 Matt 28:5 | vrouwen: Vreest gijlieden niet; want ik weet, dat gij zoekt 5610 Matt 28:6 | 6 Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, 5611 Matt 28:10 | zeide Jezus tot haar: Vreest niet; gaat henen, boodschapt 5612 Mark 1:7 | sterker is dan ik, Wien ik niet waardig ben, nederbukkende, 5613 Mark 1:22 | hen, als machthebbende, en niet als de Schriftgeleerden. ~ 5614 Mark 1:34 | uit, en liet de duivelen niet toe te spreken, omdat zij 5615 Mark 1:45 | verbreiden, alzo dat Hij niet meer openbaar in de stad 5616 Mark 2:2 | plaatsen omtrent de deur hen niet meer konden bevatten; en 5617 Mark 2:4 | 4 En niet kunnende tot Hem genaken, 5618 Mark 2:17 | hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek 5619 Mark 2:17 | maar die ziek zijn. Ik ben niet gekomen, om te roepen rechtvaardigen, 5620 Mark 2:18 | en Uw discipelen vasten niet? ~ 5621 Mark 2:19 | zich hebben, kunnen zij niet vasten. ~ 5622 Mark 2:24 | zij op den sabbatdag, wat niet geoorloofd is? ~ 5623 Mark 2:27 | is gemaakt om den mens, niet de mens om den sabbat. ~ 5624 Mark 3:9 | schare wil, opdat zij Hem niet zouden verdringen. ~ 5625 Mark 3:12 | scherpelijk dat zij Hem niet zouden openbaar maken. ~ 5626 Mark 3:20 | alzo dat zij ook zelfs niet konden brood eten. ~ 5627 Mark 3:24 | is, zo kan dat koninkrijk niet bestaan. ~ 5628 Mark 3:25 | verdeeld is, zo kan dat huis niet bestaan. ~ 5629 Mark 3:26 | verdeeld is, zo kan hij niet bestaan, maar heeft een 5630 Mark 3:27 | vaten ontroven, indien hij niet eerst den sterke bindt; 5631 Mark 4:5 | het steenachtige, waar het niet veel aarde had; en het ging 5632 Mark 4:12 | Opdat zij ziende zien, en niet bemerken, en horende horen, 5633 Mark 4:12 | bemerken, en horende horen, en niet verstaan; opdat zij zich 5634 Mark 4:12 | verstaan; opdat zij zich niet te eniger tijd, bekeren 5635 Mark 4:13 | Weet gij deze gelijkenis niet, en hoe zult gij al de gelijkenissen 5636 Mark 4:21 | bed gezet worde? Is het niet, opdat zij op den kandelaar 5637 Mark 4:22 | is niets verborgen, dat niet geopenbaard zal worden; 5638 Mark 4:25 | zal gegeven worden; en wie niet heeft, van dien zal genomen 5639 Mark 4:27 | lang werd, dat hij zelf niet wist, hoe. ~ 5640 Mark 4:34 | gelijkenis sprak Hij tot hen niet; maar Hij verklaarde alles 5641 Mark 4:38 | Meester, bekommert het U niet, dat wij vergaan? ~ 5642 Mark 5:3 | kon hem binden, ook zelfs niet met ketenen. ~ 5643 Mark 5:7 | bezweer U bij God, dat Gij mij niet pijnigt! ~ 5644 Mark 5:10 | Hij hen buiten het land niet wegzond. ~ 5645 Mark 5:19 | Doch Jezus liet hem dat niet toe, maar zeide tot hem: 5646 Mark 5:36 | overste der synagoge: Vrees niet; geloof alleenlijk. ~ 5647 Mark 5:39 | wat weent gij? Het kind is niet gestorven, maar het slaapt. ~ 5648 Mark 6:3 | 3 Is deze niet de timmerman, de zoon van 5649 Mark 6:3 | Simon, en zijn Zijn zusters niet hier bij ons? En zij werden 5650 Mark 6:4 | tot hen: Een profeet is niet ongeeerd dan in zijn vaderland 5651 Mark 6:11 | 11 En zo wie u niet zullen ontvangen, noch u 5652 Mark 6:18 | zeide tot Herodes: Het is u niet geoorloofd de huisvrouw 5653 Mark 6:19 | wilde hem doden, en kon niet; ~ 5654 Mark 6:26 | wilde hij haar hetzelve niet afslaan. ~ 5655 Mark 6:36 | mogen kopen; want zij hebben niet, wat zij eten zullen. ~ 5656 Mark 6:50 | welgemoed, Ik ben het; vreest niet. ~ 5657 Mark 6:52 | 52 Want zij hadden niet gelet op het wonder der 5658 Mark 7:3 | Farizeen en al de Joden eten niet, tenzij dat zij eerst de 5659 Mark 7:4 | markt komende, eten zij niet, tenzij dat zij eerst gewassen 5660 Mark 7:5 | Waarom wandelen Uw discipelen niet naar de inzetting der ouden, 5661 Mark 7:9 | zeker Gods gebod wel te niet, opdat gij uw inzettingen 5662 Mark 7:12 | 12 En gij laat hem niet meer toe, iets aan zijn 5663 Mark 7:18 | onwetende? Verstaat gij niet, dat al wat van buiten in 5664 Mark 7:18 | in den mens ingaat, hem niet kan ontreinigen? ~ 5665 Mark 7:19 | 19 Want het gaat niet in zijn hart, maar in den 5666 Mark 7:24 | gegaan zijnde, wilde Hij niet, dat het iemand wist, en 5667 Mark 7:24 | wist, en Hij kon nochtans niet verborgen zijn. ~ 5668 Mark 7:27 | verzadigd worden; want het is niet betamelijk dat men het brood 5669 Mark 8:2 | Mij gebleven, en hebben niet, wat zij eten zouden. ~ 5670 Mark 8:14 | mede te nemen, en hadden niet dan een brood met zich in 5671 Mark 8:17 | broden hebt? Bemerkt gij nog niet, en verstaat gij niet, hebt 5672 Mark 8:17 | nog niet, en verstaat gij niet, hebt gij nog uw verharde 5673 Mark 8:18 | Ogen hebbende, ziet gij niet? En oren hebbende, hoort 5674 Mark 8:18 | oren hebbende, hoort gij niet? ~ 5675 Mark 8:19 | 19 En gedenkt gij niet, toen Ik de vijf broden 5676 Mark 8:21 | tot hen: Hoe verstaat gij niet? ~ 5677 Mark 8:26 | zijn huis, zeggende: Ga niet in het vlek, en zeg het 5678 Mark 8:33 | satanas, want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn, 5679 Mark 9:1 | hier staan, die den dood niet zullen smaken, totdat zij 5680 Mark 9:6 | 6 Want hij wist niet, wat hij zeide; want zij 5681 Mark 9:18 | uitwerpen, en zij hebben niet gekund. ~ 5682 Mark 9:25 | ga uit van hem, en kom niet meer in hem. ~ 5683 Mark 9:28 | alleen: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitwerpen? ~ 5684 Mark 9:30 | door Galilea; en Hij wilde niet, dat het iemand wist. ~ 5685 Mark 9:32 | zij verstonden dat woord niet, en zij vreesden Hem te 5686 Mark 9:37 | ontvangen, die ontvangt Mij niet, maar Dien, Die Mij gezonden 5687 Mark 9:38 | uitwierp in Uw Naam, welke ons niet volgt; en wij hebben het 5688 Mark 9:38 | verboden, omdat hij ons niet volgt. ~ 5689 Mark 9:39 | Jezus zeide: Verbiedt hem niet; want er is niemand, die 5690 Mark 9:40 | 40 Want wie tegen ons niet is, die is voor ons. ~ 5691 Mark 9:44 | 44 Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet 5692 Mark 9:44 | niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt. ~ 5693 Mark 9:46 | 46 Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet 5694 Mark 9:46 | niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt. ~ 5695 Mark 9:48 | 48 Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet 5696 Mark 9:48 | niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt. ~ 5697 Mark 10:8 | vlees zijn, alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een 5698 Mark 10:9 | samengevoegd heeft, scheide de mens niet. ~ 5699 Mark 10:14 | komen, en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk 5700 Mark 10:15 | wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt, gelijk een kindeken, 5701 Mark 10:19 | overspel doen; gij zult niet doden; gij zult niet stelen; 5702 Mark 10:19 | zult niet doden; gij zult niet stelen; gij zult geen valse 5703 Mark 10:27 | is het onmogelijk, maar niet bij God; want alle dingen 5704 Mark 10:38 | zeide tot hen: Gij weet niet, wat gij begeert. Kunt gij 5705 Mark 10:40 | linker hand staat bij Mij niet te geven; maar het zal gegeven 5706 Mark 10:43 | Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder 5707 Mark 10:45 | ook de Zoon des mensen is niet gekomen, om gediend te worden, 5708 Mark 11:13 | het was de tijd der vijgen niet. ~ 5709 Mark 11:16 | 16 En liet niet toe, dat iemand enig vat 5710 Mark 11:17 | zeggende tot hen: Is er niet geschreven: Mijn huis zal 5711 Mark 11:23 | en in de zee geworpen; en niet zal twijfelen in zijn hart, 5712 Mark 11:26 | 26 Maar indien gij niet vergeeft, zo zal uw Vader, 5713 Mark 11:26 | hemelen is, ook uw misdaden niet vergeven. ~ 5714 Mark 11:31 | Waarom hebt gij hem dan niet geloofd? ~ 5715 Mark 11:33 | tot Jezus: Wij weten het niet. En Jezus, antwoordende, 5716 Mark 11:33 | tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik deze 5717 Mark 12:10 | Hebt gij ook deze Schrift niet gelezen: De steen, dien 5718 Mark 12:14 | ziet den persoon der mensen niet aan, maar Gij leert den 5719 Mark 12:14 | keizer schatting te geven, of niet? Zullen wij geven, of niet 5720 Mark 12:14 | niet? Zullen wij geven, of niet geven? ~ 5721 Mark 12:24 | zeide tot hen: Dwaalt gij niet, daarom, dat gij de Schriften 5722 Mark 12:24 | daarom, dat gij de Schriften niet weet, noch de kracht Gods? ~ 5723 Mark 12:25 | opgestaan zijn, zo trouwen zij niet, noch worden ten huwelijk 5724 Mark 12:26 | zullen worden, hebt gij niet gelezen in het boek van 5725 Mark 12:27 | 27 God is niet een God der doden, maar 5726 Mark 12:34 | zeide tot hem: Gij zijt niet verre van het Koninkrijk 5727 Mark 13:2 | deze grote gebouwen? Er zal niet een steen op den anderen 5728 Mark 13:2 | steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden. ~ 5729 Mark 13:7 | geruchten van oorlogen, zo wordt niet verschrikt; want dit moet 5730 Mark 13:7 | geschieden; maar nog is het einde niet. ~ 5731 Mark 13:11 | leveren, zo zijt te voren niet bezorgd, wat gij spreken 5732 Mark 13:11 | spreken zult, en bedenkt het niet; maar zo wat u in die ure 5733 Mark 13:11 | spreekt dat; want gij zijt het niet, die spreekt, maar de Heilige 5734 Mark 13:14 | gesproken is, staande waar het niet behoort, (die het leest, 5735 Mark 13:15 | die op het dak is, kome niet af in het huis, en ga niet 5736 Mark 13:15 | niet af in het huis, en ga niet in, om iets uit zijn huis 5737 Mark 13:16 | die op den akker is, kere niet weder terug, om zijn kleed 5738 Mark 13:18 | Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters. ~ 5739 Mark 13:19 | verdrukking zijn, welker gelijke niet geweest is van het begin 5740 Mark 13:19 | heeft, tot nu toe, en ook niet zijn zal. ~ 5741 Mark 13:20 | indien de Heere de dagen niet verkort had, geen vlees 5742 Mark 13:21 | Hij is daar; gelooft het niet. ~ 5743 Mark 13:24 | maan zal haar schijnsel niet geven. ~ 5744 Mark 13:30 | zeg u, dat dit geslacht niet zal voorbijgaan, totdat 5745 Mark 13:33 | waakt en bidt; want gij weet niet, wanneer de tijd is. ~ 5746 Mark 13:35 | waakt dan (want gij weet niet, wanneer de heer des huizes 5747 Mark 13:36 | 36 Opdat hij niet onvoorziens kome, en u slapende 5748 Mark 14:2 | 2 Maar zij zeiden: Niet in het feest, opdat niet 5749 Mark 14:2 | Niet in het feest, opdat niet misschien oproer onder het 5750 Mark 14:7 | weldoen; maar Mij hebt gij niet altijd. ~ 5751 Mark 14:21 | ware hem goed, zo die mens niet geboren ware geweest. ~ 5752 Mark 14:25 | Voorwaar, Ik zeg u, dat Ik niet meer zal drinken van de 5753 Mark 14:29 | geergerd werden, zo zal ik toch niet geergerd worden. ~ 5754 Mark 14:36 | drinkbeker van Mij weg, doch niet wat Ik wil, maar wat Gij 5755 Mark 14:37 | Simon, slaapt gij? Kunt gij niet een uur waken? ~ 5756 Mark 14:38 | Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest 5757 Mark 14:40 | bezwaard; en zij wisten niet, wat zij Hem antwoorden 5758 Mark 14:49 | lerende, en gij hebt Mij niet gegrepen; maar dit geschiedt, 5759 Mark 14:55 | Hem te doden, en vonden niet. ~ 5760 Mark 14:56 | en de getuigenissen waren niet eenparig. ~ 5761 Mark 14:59 | alzo was hun getuigenis niet eenparig. ~ 5762 Mark 14:68 | geloochend, zeggende: Ik ken Hem niet, en ik weet niet, wat gij 5763 Mark 14:68 | ken Hem niet, en ik weet niet, wat gij zegt. En hij ging 5764 Mark 14:71 | zweren: Ik ken dezen Mens niet, Dien gij zegt. ~ 5765 Mark 15:4 | zeggende: Antwoordt Gij niet? Zie, hoe vele zaken zij 5766 Mark 15:5 | 5 En Jezus heeft niet meer geantwoord, zodat Pilatus 5767 Mark 15:23 | drinken; maar Hij nam dien niet. ~ 5768 Mark 15:31 | verlost; Zichzelven kan Hij niet verlossen. ~ 5769 Mark 16:6 | hij zeide tot haar: Zijt niet verbaasd; gij zoekt Jezus 5770 Mark 16:6 | is opgestaan; Hij is hier niet; ziet de plaats, waar zij 5771 Mark 16:11 | gezien was, geloofden zij het niet. ~ 5772 Mark 16:13 | maar zij geloofden ook die niet. ~ 5773 Mark 16:14 | hardigheid des harten, omdat zij niet geloofd hadden degenen, 5774 Mark 16:16 | zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal 5775 Mark 16:18 | zullen drinken, dat zal hun niet schaden; op kranken zullen 5776 Luk 1:13 | engel zeide tot hem: Vrees niet, Zacharias! want uw gebed 5777 Luk 1:20 | zie, gij zult zwijgen, en niet kunnen spreken, tot op den 5778 Luk 1:20 | wil, dat gij mijn woorden niet geloofd hebt, welke vervuld 5779 Luk 1:22 | uitkwam, kon hij tot hen niet spreken; en zij bekenden, 5780 Luk 1:30 | engel zeide tot haar: Vrees niet, Maria, want gij hebt genade 5781 Luk 1:60 | moeder antwoordde en zeide: Niet alzo, maar hij zal Johannes 5782 Luk 2:10 | engel zeide tot hen: Vreest niet, want, ziet, ik verkondig 5783 Luk 2:26 | Geest, dat hij den dood niet zien zoude, eer hij den 5784 Luk 2:37 | en tachtig jaren, dewelke niet week uit den tempel, met 5785 Luk 2:43 | en Zijn moeder wisten het niet. ~ 5786 Luk 2:45 | 45 En als zij Hem niet vonden, keerden zij wederom 5787 Luk 2:49 | Mij gezocht hebt? Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de 5788 Luk 2:50 | zij verstonden het woord niet, dat Hij tot hen sprak. ~ 5789 Luk 3:8 | bekering waardig; en begint niet te zeggen bij uzelven: Wij 5790 Luk 3:13 | hij zeide tot hen: Eist niet meer, dan hetgeen u gezet 5791 Luk 3:15 | overleiden van Johannes, of hij niet mogelijk de Christus ware; ~ 5792 Luk 3:16 | sterker is dan ik, Wien ik niet waardig ben den riem van 5793 Luk 4:2 | van den duivel; en at gans niet in die dagen, en als dezelve 5794 Luk 4:4 | de mens bij brood alleen niet zal leven, maar bij alle 5795 Luk 4:11 | zullen, opdat Gij Uw voet niet te eniger tijd aan een steen 5796 Luk 4:12 | zult den Heere, uw God, niet verzoeken. ~ 5797 Luk 4:22 | voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef? ~ 5798 Luk 4:41 | bestraffende, liet Hij die niet spreken, omdat zij wisten, 5799 Luk 4:42 | Hem op, dat Hij van hen niet zou weggaan. ~ 5800 Luk 5:5 | nacht over gearbeid, en niet gevangen; doch op Uw woord 5801 Luk 5:10 | Jezus zeide tot Simon: Vrees niet; van nu aan zult gij mensen 5802 Luk 5:19 | 19 En niet vindende, waardoor zij hem 5803 Luk 5:31 | hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek 5804 Luk 5:32 | 32 Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, 5805 Luk 5:36 | nieuwe komt met het oude niet overeen. ~ 5806 Luk 6:2 | hen: Waarom doet gij, wat niet geoorloofd is te doen op 5807 Luk 6:3 | zeide: Hebt gij ook dat niet gelezen, hetwelk David deed, 5808 Luk 6:4 | die met hem waren, welke niet zijn geoorloofd te eten, 5809 Luk 6:29 | verhindert ook den rok niet te nemen. ~ 5810 Luk 6:30 | die het uwe neemt, eist niet weder. ~ 5811 Luk 6:37 | 37 En oordeelt niet, en gij zult niet geoordeeld 5812 Luk 6:37 | oordeelt niet, en gij zult niet geoordeeld worden; verdoemt 5813 Luk 6:37 | geoordeeld worden; verdoemt niet, en gij zult niet verdoemd 5814 Luk 6:37 | verdoemt niet, en gij zult niet verdoemd worden; laat los, 5815 Luk 6:39 | den weg leiden? Zullen zij niet beiden in de gracht vallen? ~ 5816 Luk 6:40 | 40 De discipel is niet boven zijn meester; maar 5817 Luk 6:41 | eigen oog is, merkt gij niet? ~ 5818 Luk 6:42 | balk, die in uw oog is, niet ziet? Gij geveinsde! doe 5819 Luk 6:46 | Mij, Heere, Heere! en doet niet hetgeen Ik zeg? ~ 5820 Luk 6:48 | dat huis aan, en kon het niet bewegen; want het was op 5821 Luk 6:49 | Maar die ze gehoord, en niet gedaan zal hebben, is gelijk 5822 Luk 7:6 | ging met hen. En als Hij nu niet verre van het huis was, 5823 Luk 7:6 | Hem: Heere, neem de moeite niet; want ik ben niet waardig, 5824 Luk 7:6 | moeite niet; want ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn 5825 Luk 7:7 | Daarom heb ik ook mijzelven niet waardig geacht, om tot U 5826 Luk 7:9 | een geloof zelfs in Israel niet gevonden. ~ 5827 Luk 7:13 | en zeide tot haar: Ween niet. ~ 5828 Luk 7:23 | zalig is hij, die aan Mij niet zal geergerd worden. ~ 5829 Luk 7:30 | zichzelven verworpen, van hem niet gedoopt zijnde. ~ 5830 Luk 7:32 | fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen 5831 Luk 7:32 | klaagliederen gezongen, en gij hebt niet geweend. ~ 5832 Luk 7:42 | 42 En als zij niet hadden om te betalen, schold 5833 Luk 7:44 | gekomen; water hebt gij niet tot Mijn voeten gegeven; 5834 Luk 7:45 | zij ingekomen is, heeft niet afgelaten Mijn voeten te 5835 Luk 7:46 | olie hebt gij Mijn hoofd niet gezalfd; maar deze heeft 5836 Luk 8:10 | gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien, en horende niet verstaan. ~ 5837 Luk 8:10 | ziende niet zien, en horende niet verstaan. ~ 5838 Luk 8:12 | hun hart weg, opdat zij niet zouden geloven, en zalig 5839 Luk 8:17 | is niets verborgen, dat niet openbaar zal worden; noch 5840 Luk 8:17 | worden; noch heimelijk, dat niet bekend zal worden, en in 5841 Luk 8:18 | gegeven worden; en zo wie niet heeft, ook hetgeen hij meent 5842 Luk 8:19 | tot Hem, en konden bij Hem niet komen, vanwege de schare. ~ 5843 Luk 8:28 | Allerhoogsten, ik bid U, dat Gij mij niet pijnigt! ~ 5844 Luk 8:31 | zij baden Hem, dat Hij hun niet gebieden zou in den afgrond 5845 Luk 8:47 | vrouw nu, ziende, dat zij niet verborgen was, kwam bevende, 5846 Luk 8:49 | gestorven; zijt den Meester niet moeilijk. ~ 5847 Luk 8:50 | antwoordde hem, zeggende: Vrees niet, geloof alleenlijk, en zij 5848 Luk 8:52 | hetzelve. En Hij zeide: Schreit niet; zij is niet gestorven; 5849 Luk 8:52 | zeide: Schreit niet; zij is niet gestorven; maar zij slaapt. ~ 5850 Luk 9:5 | 5 En zo wie u niet zullen ontvangen, uitgaande 5851 Luk 9:13 | En zij zeiden: Wij hebben niet meer dan vijf broden, en 5852 Luk 9:27 | hier staan, die den dood niet zullen smaken, totdat zij 5853 Luk 9:33 | een, en voor Elias een; niet wetende, wat hij zeide. ~ 5854 Luk 9:40 | uitwerpen, en zij hebben niet gekund. ~ 5855 Luk 9:45 | zij verstonden dit woord niet, en het was voor hen verborgen, 5856 Luk 9:45 | verborgen, alzo dat zij het niet begrepen; en zij vreesden 5857 Luk 9:49 | verboden, omdat hij U met ons niet volgt. ~ 5858 Luk 9:50 | zeide tot hem: Verbied het niet; want wie tegen ons niet 5859 Luk 9:50 | niet; want wie tegen ons niet is, die is voor ons. ~ 5860 Luk 9:53 | 53 En zij ontvingen Hem niet, omdat Zijn aangezicht was 5861 Luk 9:55 | hen, en zeide: Gij weet niet van hoedanigen geest gij 5862 Luk 9:56 | Want de Zoon des mensen is niet gekomen om der mensen zielen 5863 Luk 9:58 | de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge. ~ 5864 Luk 10:6 | hem rusten; maar indien niet, zo zal uw vrede tot u wederkeren. ~ 5865 Luk 10:7 | zijn loon waardig; gaat niet over van het ene huis in 5866 Luk 10:10 | gij zult ingaan, en zij u niet ontvangen, uitgaande op 5867 Luk 10:20 | Doch verblijdt u daarin niet, dat de geesten u onderworpen 5868 Luk 10:24 | gij ziet, en hebben het niet gezien; en te horen, hetgeen 5869 Luk 10:24 | gij hoort, en hebben het niet gehoord. ~ 5870 Luk 10:40 | Heere, trekt Gij U dat niet aan, dat mijn zuster mij 5871 Luk 10:42 | uitgekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen worden. ~  ~  ~  5872 Luk 11:4 | schuldig is. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos 5873 Luk 11:6 | mij gekomen is, en ik heb niet, dat ik hem voorzette; ~ 5874 Luk 11:7 | in de slaapkamer; ik kan niet opstaan, om u te geven. ~ 5875 Luk 11:8 | zeg ulieden: Hoewel hij niet zou opstaan en hem geven, 5876 Luk 11:23 | 23 Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; en 5877 Luk 11:23 | tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit. ~ 5878 Luk 11:24 | plaatsen, zoekende rust; en die niet vindende, zegt hij: Ik zal 5879 Luk 11:35 | 35 Zie dan toe, dat niet het licht, hetwelk in u 5880 Luk 11:36 | lichaam geheel verlicht is, niet hebbende enig deel, dat 5881 Luk 11:38 | verwonderde zich, dat Hij niet eerst, voor het middagmaal, 5882 Luk 11:40 | heeft gemaakt, heeft Hij ook niet het binnenste gemaakt? ~ 5883 Luk 11:42 | men doen, en het andere niet nalaten. ~ 5884 Luk 11:44 | zijt gelijk de graven, die niet openbaar zijn, en de mensen, 5885 Luk 11:44 | daarover wandelen, weten het niet. ~ 5886 Luk 11:46 | zelven raakt gij die lasten niet aan met een van uw vingeren. ~ 5887 Luk 11:52 | weggenomen; gijzelven zijt niet ingegaan, en die ingingen, 5888 Luk 12:2 | er is niets bedekt, dat niet zal ontdekt worden, en verborgen, 5889 Luk 12:2 | worden, en verborgen, dat niet zal geweten worden. ~ 5890 Luk 12:4 | Mijn vrienden: Vreest u niet voor degenen, die het lichaam 5891 Luk 12:4 | lichaam doden, en daarna niet meer kunnen doen. ~ 5892 Luk 12:6 | 6 Worden niet vijf musjes verkocht voor 5893 Luk 12:6 | voor twee penningskens? En niet een van die is voor God 5894 Luk 12:7 | alle geteld. Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te 5895 Luk 12:10 | zal hebben, dien zal het niet vergeven worden. ~ 5896 Luk 12:11 | overheden en de machten, zo zijt niet bezorgd, hoe of wat gij 5897 Luk 12:15 | gierigheid; want het is niet in den overvloed gelegen, 5898 Luk 12:17 | zal ik doen, want ik heb niet, waarin ik mijn vruchten 5899 Luk 12:21 | zichzelven schatten vergadert, en niet rijk is in God. ~ 5900 Luk 12:22 | discipelen: Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat 5901 Luk 12:24 | Aanmerkt de raven, dat zij niet zaaien, noch maaien, welke 5902 Luk 12:26 | Indien gij dan ook het minste niet kunt, wat zijt gij voor 5903 Luk 12:27 | zij wassen; zij arbeiden niet, en spinnen niet; en Ik 5904 Luk 12:27 | arbeiden niet, en spinnen niet; en Ik zeg u: ook Salomo 5905 Luk 12:27 | al zijn heerlijkheid is niet bekleed geweest als een 5906 Luk 12:29 | 29 En gijlieden, vraagt niet, wat gij eten, of wat gij 5907 Luk 12:29 | gij drinken zult; en weest niet wankelmoedig. ~ 5908 Luk 12:32 | 32 Vreest niet, gij klein kuddeken, want 5909 Luk 12:33 | Maakt uzelven buidels, die niet verouden, een schat, die 5910 Luk 12:33 | verouden, een schat, die niet afneemt, in de hemelen, 5911 Luk 12:33 | de hemelen, daar de dief niet bijkomt, noch de mot verderft. ~ 5912 Luk 12:39 | hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. ~ 5913 Luk 12:40 | want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen 5914 Luk 12:46 | dage, in welken hij hem niet verwacht, en ter ure, die 5915 Luk 12:46 | verwacht, en ter ure, die hij niet weet; en zal hem afscheiden, 5916 Luk 12:47 | wil zijns heeren, en zich niet bereid, noch naar zijn wil 5917 Luk 12:48 | 48 Maar die denzelven niet geweten heeft, en gedaan 5918 Luk 12:56 | beproeft gij dezen tijd niet? ~ 5919 Luk 12:57 | oordeelt gij ook van uzelven niet, hetgeen recht is? ~ 5920 Luk 12:58 | worden; opdat hij misschien u niet voor den rechter trekke, 5921 Luk 13:3 | Neen zij; maar indien gij u niet bekeert, zo zult gij allen 5922 Luk 13:5 | Neen zij; maar indien gij u niet bekeert, zo zult gij allen 5923 Luk 13:6 | vrucht daarop, en vond ze niet. ~ 5924 Luk 13:7 | dezen vijgeboom, en vind ze niet; houw hem uit; waartoe beslaat 5925 Luk 13:9 | laat hem staan; maar indien niet, zo zult gij hem namaals 5926 Luk 13:11 | samengebogen, en kon zich ganselijk niet oprichten. ~ 5927 Luk 13:14 | dezelve, en laat u genezen, en niet op den dag des sabbats. ~ 5928 Luk 13:15 | zeide: Gij geveinsde, maakt niet een iegelijk van u op den 5929 Luk 13:16 | gebonden had, moest die niet losgemaakt worden van dezen 5930 Luk 13:24 | zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen; ~ 5931 Luk 13:25 | en tot u zeggen: Ik ken u niet, van waar gij zijt. ~ 5932 Luk 13:27 | zeggen: Ik zeg u, Ik ken u niet, van waar gij zijt; wijkt 5933 Luk 13:33 | reizen; want het gebeurt niet, dat een profeet gedood 5934 Luk 13:34 | vergadert; en gijlieden hebt niet gewild? ~ 5935 Luk 13:35 | voorwaar, Ik zeg u, dat gij Mij niet zult zien, totdat de tijd 5936 Luk 14:5 | een put vallen, en die hem niet terstond zal uittrekken 5937 Luk 14:6 | En zij konden Hem daarop niet weder antwoorden. ~ 5938 Luk 14:8 | genood zult zijn, zo zet u niet in de eerste zitplaats; 5939 Luk 14:8 | eerste zitplaats; opdat niet misschien een waardiger 5940 Luk 14:12 | avondmaal zult houden, zo roep niet uw vrienden, noch uw broeders, 5941 Luk 14:12 | geburen; opdat ook dezelve u niet te eniger tijd wedernoden, 5942 Luk 14:14 | zult zalig zijn, omdat zij niet hebben, om u te vergelden; 5943 Luk 14:20 | getrouwd, en daarom kan ik niet komen. ~ 5944 Luk 14:26 | Indien iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader, en moeder, 5945 Luk 14:26 | leven, die kan Mijn discipel niet zijn. ~ 5946 Luk 14:27 | 27 En wie zijn kruis niet draagt, en Mij navolgt, 5947 Luk 14:27 | navolgt, die kan Mijn discipel niet zijn. ~ 5948 Luk 14:28 | willende een toren bouwen, zit niet eerst neder, en overrekent 5949 Luk 14:29 | 29 Opdat niet misschien, als hij het fondament 5950 Luk 14:29 | fondament gelegd heeft, en niet kan voleindigen, allen, 5951 Luk 14:30 | begonnen te bouwen, en heeft niet kunnen voleindigen. ~ 5952 Luk 14:31 | anderen koning te slaan, zit niet eerst neder, en beraadslaagt, 5953 Luk 14:33 | een iegelijk van u, die niet verlaat alles, wat hij heeft, 5954 Luk 14:33 | heeft, die kan Mijn discipel niet zijn. ~ 5955 Luk 15:4 | die verliezende, verlaat niet de negen en negentig in 5956 Luk 15:7 | rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben. ~ 5957 Luk 15:8 | penning verliest, ontsteekt niet een kaars, en keert het 5958 Luk 15:13 | 13 En niet vele dagen daarna, de jongste 5959 Luk 15:19 | 19 En ik ben niet meer waardig uw zoon genaamd 5960 Luk 15:21 | Hemel, en voor u, en ben niet meer waardig uw zoon genaamd 5961 Luk 15:28 | hij werd toornig, en wilde niet ingaan. Zo ging dan zijn 5962 Luk 16:2 | rentmeesterschap; want gij zult niet meer kunnen rentmeester 5963 Luk 16:3 | mij neemt? Graven kan ik niet; te bedelen schaam ik mij. ~ 5964 Luk 16:11 | onrechtvaardigen Mammon niet getrouw zijt geweest, wie 5965 Luk 16:12 | gij in eens anders goed niet getrouw zijt geweest, wie 5966 Luk 16:13 | verachten; gij kunt God niet dienen en den Mammon. ~ 5967 Luk 16:26 | hier tot u willen overgaan, niet zouden kunnen, noch ook 5968 Luk 16:28 | dit betuige, opdat ook zij niet komen in deze plaats der 5969 Luk 16:31 | zij Mozes en de profeten niet horen, zo zullen zij ook, 5970 Luk 16:31 | uit de doden opstond, zich niet laten gezeggen. ~  ~  ~  5971 Luk 17:1 | tot de discipelen: Het kan niet wezen, dat er geen ergernissen 5972 Luk 17:8 | 8 Maar zal hij niet tot hem zeggen: Bereid, 5973 Luk 17:17 | antwoordende, zeide: Zijn niet de tien gereinigd geworden, 5974 Luk 17:20 | Het Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat. ~ 5975 Luk 17:21 | 21 En men zal niet zeggen: Ziet hier, of ziet 5976 Luk 17:22 | te zien, en gij zult dien niet zien. ~ 5977 Luk 17:23 | of ziet daar is Hij; gaat niet heen, en volgt niet. ~ 5978 Luk 17:23 | gaat niet heen, en volgt niet. ~ 5979 Luk 17:31 | huisraad in huis, die kome niet af, om hetzelve weg te nemen; 5980 Luk 17:31 | zal, die kere desgelijks niet naar hetgeen, dat achter 5981 Luk 18:1 | men altijd bidden moet, en niet vertragen; ~ 5982 Luk 18:2 | rechter in een stad, die God niet vreesde, en geen mens ontzag. ~ 5983 Luk 18:4 | wilde voor een langen tijd niet; maar daarna zeide hij bij 5984 Luk 18:4 | zichzelven: Hoewel ik God niet vreze, en geen mens ontzie; ~ 5985 Luk 18:5 | haar recht doen, opdat zij niet eindelijk kome, en mij het 5986 Luk 18:11 | O God! ik dank U, dat ik niet ben gelijk de anderen mensen, 5987 Luk 18:13 | wilde ook zelfs de ogen niet opheffen naar den hemel, 5988 Luk 18:16 | komen, en verhindert hen niet; want derzulken is het Koninkrijk 5989 Luk 18:17 | wie het Koninkrijk Gods niet zal ontvangen als een kindeken, 5990 Luk 18:20 | overspel doen; gij zult niet doden; gij zult niet stelen; 5991 Luk 18:20 | zult niet doden; gij zult niet stelen; gij zult geen valse 5992 Luk 18:30 | 30 Die niet zal veelvoudig weder ontvangen 5993 Luk 18:34 | verborgen, en zij verstonden niet, hetgeen gezegd werd. ~ 5994 Luk 19:3 | zien, wie Hij was; en kon niet vanwege de schare, omdat 5995 Luk 19:14 | na, zeggende: Wij willen niet, dat deze over ons koning 5996 Luk 19:21 | gij neemt weg, wat gij niet gelegd hebt, en gij maait, 5997 Luk 19:21 | hebt, en gij maait, wat gij niet gezaaid hebt. ~ 5998 Luk 19:22 | ben, nemende weg, wat ik niet gelegd heb, en maaiende, 5999 Luk 19:22 | heb, en maaiende, wat ik niet gezaaid heb. ~ 6000 Luk 19:23 | Waarom hebt gij dan mijn geld niet in de bank gegeven, en ik,


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7660

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License