1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7660
Book Chapter: Verse
6001 Luk 19:26 | worden; maar van degene, die niet heeft, van dien zal genomen
6002 Luk 19:27 | deze mijn vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over
6003 Luk 19:44 | steen op den anderen steen niet laten; daarom dat gij den
6004 Luk 19:44 | den tijd uwer bezoeking niet bekend hebt. ~
6005 Luk 19:48 | 48 En zij vonden niet, wat zij doen zouden; want
6006 Luk 20:5 | Waarom hebt gij dan hem niet geloofd? ~
6007 Luk 20:7 | zij antwoordden, dat zij niet wisten, vanwaar die was. ~
6008 Luk 20:8 | tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik deze
6009 Luk 20:21 | en leert, en den persoon niet aanneemt, maar den weg Gods
6010 Luk 20:22 | keizer schatting te geven, of niet? ~
6011 Luk 20:26 | konden Hem in Zijn woord niet vatten voor het volk; en
6012 Luk 20:36 | 36 Want zij kunnen niet meer sterven, want zij zijn
6013 Luk 20:38 | 38 God nu is niet een God der doden, maar
6014 Luk 20:40 | 40 En zij durfden Hem niet meer iets vragen. ~
6015 Luk 21:6 | zullen dagen komen, in welke niet een steen op den anderen
6016 Luk 21:6 | zal gelaten worden, die niet zal worden afgebroken. ~
6017 Luk 21:8 | Hij zeide: Ziet, dat gij niet verleid wordt; want velen
6018 Luk 21:8 | nabij gekomen, gaat dan hen niet na. ~
6019 Luk 21:9 | oorlogen en beroerten, zo wordt niet verschrikt; want deze dingen
6020 Luk 21:9 | nog is terstond het einde niet. ~
6021 Luk 21:14 | harten voor, van te voren niet te overdenken, hoe gij u
6022 Luk 21:15 | en wijsheid geven, welke niet zullen kunnen tegenspreken,
6023 Luk 21:18 | 18 Doch niet een haar uit uw hoofd zal
6024 Luk 21:21 | zijn, dat zij in dezelve niet komen. ~
6025 Luk 21:34 | wacht uzelven, dat uw harten niet te eniger tijd bezwaard
6026 Luk 21:34 | levens, en dat u die dag niet onvoorziens over kome. ~
6027 Luk 22:16 | 16 Want Ik zeg u, dat Ik niet meer daarvan eten zal, totdat
6028 Luk 22:18 | 18 Want Ik zeg u, dat Ik niet drinken zal van de vrucht
6029 Luk 22:26 | 26 Doch gij niet alzo; maar de meeste onder
6030 Luk 22:27 | aanzit, of die dient? Is het niet die aanzit? Maar Ik ben
6031 Luk 22:32 | u gebeden, dat uw geloof niet ophoude; en gij, als gij
6032 Luk 22:34 | Petrus, de haan zal heden niet kraaien, eer gij driemaal
6033 Luk 22:40 | Hij tot hen: Bidt, dat gij niet in verzoeking komt. ~
6034 Luk 22:42 | drinkbeker van Mij wegnemen, doch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede. ~
6035 Luk 22:46 | Staat op en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt. ~
6036 Luk 22:53 | gij de handen tegen Mij niet uitgestoken; maar dit is
6037 Luk 22:57 | zeggende: Vrouw, ik ken Hem niet. ~
6038 Luk 22:58 | Petrus zeide: Mens, ik ben niet. ~
6039 Luk 22:60 | Petrus zeide: Mens, ik weet niet, wat gij zegt. En terstond,
6040 Luk 22:67 | het u zeg, gij zult het niet geloven; ~
6041 Luk 22:68 | ook vraag, gij zult Mij niet antwoorden, of loslaten; ~
6042 Luk 23:15 | 15 Ja, ook Herodes niet; want ik heb ulieden tot
6043 Luk 23:28 | dochters van Jeruzalem! weent niet over Mij, maar weent over
6044 Luk 23:29 | onvruchtbaren, en de buiken, die niet gebaard hebben, en de borsten,
6045 Luk 23:29 | hebben, en de borsten, die niet gezoogd hebben. ~
6046 Luk 23:34 | het hun; want zij weten niet, wat zij doen. En verdelende
6047 Luk 23:40 | zeggende: Vreest gij ook God niet, daar gij in hetzelfde oordeel
6048 Luk 23:51 | 51 (Deze had niet mede bewilligd in hun raad
6049 Luk 24:3 | lichaam van den Heere Jezus niet. ~
6050 Luk 24:6 | 6 Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan.
6051 Luk 24:11 | geklap, en zij geloofden haar niet. ~
6052 Luk 24:16 | werden gehouden, dat zij Hem niet kenden. ~
6053 Luk 24:18 | vreemdeling te Jeruzalem, en weet niet de dingen, die dezer dagen
6054 Luk 24:23 | 23 En Zijn lichaam niet vindende, kwamen zij en
6055 Luk 24:24 | hadden; maar Hem zagen zij niet. ~
6056 Luk 24:26 | 26 Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo
6057 Luk 24:32 | tot elkander: Was ons hart niet brandende in ons, als Hij
6058 Luk 24:41 | zij het van blijdschap nog niet geloofden, en zich verwonderden,
6059 Joha 1:5 | duisternis heeft hetzelve niet begrepen. ~
6060 Joha 1:8 | 8 Hij was het Licht niet, maar was gezonden, opdat
6061 Joha 1:10 | en de wereld heeft Hem niet gekend. ~
6062 Joha 1:11 | en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. ~
6063 Joha 1:13 | 13 Welke niet uit den bloede, noch uit
6064 Joha 1:20 | beleed en loochende het niet; en beleed: Ik ben de Christus
6065 Joha 1:20 | beleed: Ik ben de Christus niet. ~
6066 Joha 1:21 | En hij zeide: Ik ben die niet. Zijt gij de profeet? En
6067 Joha 1:25 | dan, zo gij de Christus niet zijt, noch Elias, noch de
6068 Joha 1:26 | onder ulieden, Dien gij niet kent; ~
6069 Joha 1:27 | mij geworden is, Wien ik niet waardig ben, dat ik Zijn
6070 Joha 1:31 | 31 En ik kende Hem niet; maar opdat Hij aan Israel
6071 Joha 1:33 | 33 En ik kende Hem niet; maar Die mij gezonden heeft,
6072 Joha 2:4 | te doen? Mijn ure is nog niet gekomen. ~
6073 Joha 2:9 | geproefd had (en hij wist niet, van waar de wijn was; maar
6074 Joha 2:12 | discipelen; en zij bleven aldaar niet vele dagen. ~
6075 Joha 2:16 | dingen van hier weg; maakt niet het huis Mijns Vaders tot
6076 Joha 2:24 | betrouwde hun Zichzelven niet, omdat Hij hen allen kende, ~
6077 Joha 2:25 | 25 En omdat Hij niet van node had, dat iemand
6078 Joha 3:2 | Gij doet, zo God met hem niet is. ~
6079 Joha 3:3 | kan het Koninkrijk Gods niet zien. ~
6080 Joha 3:5 | voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water
6081 Joha 3:5 | kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan. ~
6082 Joha 3:7 | 7 Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden
6083 Joha 3:8 | zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar
6084 Joha 3:10 | en weet gij deze dingen niet? ~
6085 Joha 3:11 | gijlieden neemt Onze getuigenis niet aan. ~
6086 Joha 3:12 | dingen gezegd heb, en gij niet gelooft, hoe zult gij geloven,
6087 Joha 3:15 | iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige
6088 Joha 3:16 | iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige
6089 Joha 3:17 | Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat
6090 Joha 3:18 | Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet
6091 Joha 3:18 | niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld,
6092 Joha 3:18 | veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam
6093 Joha 3:20 | licht, en komt tot het licht niet, opdat zijn werken niet
6094 Joha 3:20 | niet, opdat zijn werken niet bestraft worden. ~
6095 Joha 3:24 | 24 Want Johannes was nog niet in de gevangenis geworpen. ~
6096 Joha 3:27 | zo het hem uit de hemel niet gegeven zij. ~
6097 Joha 3:28 | heb: Ik ben de Christus niet; maar dat ik voor Hem heen
6098 Joha 3:34 | want God geeft Hem de Geest niet met mate. ~
6099 Joha 3:36 | ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods
6100 Joha 4:2 | 2 (Hoewel Jezus zelf niet doopte, maar Zijn discipelen), ~
6101 Joha 4:11 | tot Hem: Heere! Gij hebt niet om mede te putten, en de
6102 Joha 4:14 | dien zal in eeuwigheid niet dorsten; maar het water,
6103 Joha 4:15 | mij dat water, opdat mij niet dorste, en ik hier niet
6104 Joha 4:15 | niet dorste, en ik hier niet moet komen, om te putten. ~
6105 Joha 4:18 | dien gij nu hebt, is uw man niet; dat hebt gij met waarheid
6106 Joha 4:22 | Gijlieden aanbidt, wat gij niet weet; wij aanbidden, wat
6107 Joha 4:29 | wat ik gedaan heb; is Deze niet de Christus? ~
6108 Joha 4:32 | spijs om te eten, die gij niet weet. ~
6109 Joha 4:35 | 35 Zegt gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden,
6110 Joha 4:38 | om te maaien, hetgeen gij niet bearbeid hebt; anderen hebben
6111 Joha 4:42 | tot de vrouw: Wij geloven niet meer om uws zeggens wil;
6112 Joha 4:48 | wonderen ziet, zo zult gij niet geloven. ~
6113 Joha 5:10 | Het is sabbat; het is u niet geoorloofd het beddeken
6114 Joha 5:13 | gezond gemaakt was, wist niet, Wie Hij was; want Jezus
6115 Joha 5:14 | gezond geworden; zondig niet meer, opdat u niet wat ergers
6116 Joha 5:14 | zondig niet meer, opdat u niet wat ergers geschiede. ~
6117 Joha 5:18 | Hem te doden, omdat Hij niet alleen den sabbat brak,
6118 Joha 5:23 | Vader eren. Die den Zoon niet eert, eert den Vader niet,
6119 Joha 5:23 | niet eert, eert den Vader niet, Die Hem gezonden heeft. ~
6120 Joha 5:24 | het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar
6121 Joha 5:28 | 28 Verwondert u daar niet over, want de ure komt,
6122 Joha 5:30 | rechtvaardig; want Ik zoek niet Mijn wil, maar den wil des
6123 Joha 5:31 | getuig, Mijn getuigenis is niet waarachtig. ~
6124 Joha 5:38 | 38 En Zijn woord hebt gij niet in u blijvende; want gij
6125 Joha 5:38 | blijvende; want gij gelooft Dien niet, Dien Hij gezonden heeft. ~
6126 Joha 5:40 | 40 En gij wilt tot Mij niet komen, opdat gij het leven
6127 Joha 5:42 | de liefde Gods in uzelven niet hebt. ~
6128 Joha 5:43 | Vaders, en gij neemt Mij niet aan; zo een ander komt in
6129 Joha 5:44 | die van God alleen is, niet zoekt? ~
6130 Joha 5:45 | 45 Meent niet, dat Ik u verklagen zal
6131 Joha 5:47 | Maar zo gij zijn Schriften niet gelooft, hoe zult gij Mijn
6132 Joha 6:7 | penningen brood is voor dezen niet genoeg, opdat een iegelijk
6133 Joha 6:17 | geworden, en Jezus was tot hen niet gekomen. ~
6134 Joha 6:20 | tot hen: Ik ben het; zijt niet bevreesd. ~
6135 Joha 6:22 | discipelen in dat scheepje niet was gegaan, maar dat Zijn
6136 Joha 6:24 | schare zag, dat Jezus aldaar niet was, noch Zijn discipelen,
6137 Joha 6:26 | zeg Ik u: gij zoekt Mij, niet omdat gij tekenen gezien
6138 Joha 6:27 | 27 Werkt niet om de spijs, die vergaat,
6139 Joha 6:32 | zeg Ik u: Mozes heeft u niet gegeven het brood uit den
6140 Joha 6:36 | gezien hebt, en gij gelooft niet. ~
6141 Joha 6:38 | den hemel nedergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen,
6142 Joha 6:39 | gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve
6143 Joha 6:42 | 42 En zij zeiden: Is deze niet Jezus, de Zoon van Jozef,
6144 Joha 6:43 | zeide tot hen: Murmureert niet onder elkander. ~
6145 Joha 6:46 | 46 Niet dat iemand den Vader gezien
6146 Joha 6:50 | de mens daarvan ete, en niet sterve. ~
6147 Joha 6:58 | den hemel nedergedaald is; niet gelijk uw vaders het Manna
6148 Joha 6:63 | levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik
6149 Joha 6:64 | sommigen van ulieden, die niet geloven. Want Jezus wist
6150 Joha 6:64 | beginne, wie zij waren, die niet geloofden, en wie hij was,
6151 Joha 6:66 | discipelen terug, en wandelden niet meer met Hem. ~
6152 Joha 6:67 | twaalven: Wilt gijlieden ook niet weggaan? ~
6153 Joha 6:70 | Jezus antwoordde hun: Heb Ik niet u twaalf uitverkoren? En
6154 Joha 7:1 | want Hij wilde in Judea niet wandelen, omdat de Joden
6155 Joha 7:5 | Zijn broeders geloofden niet in Hem. ~
6156 Joha 7:6 | tot hen: Mijn tijd is nog niet hier, maar uw tijd is altijd
6157 Joha 7:7 | 7 De wereld kan ulieden niet haten, maar Mij haat zij,
6158 Joha 7:8 | tot dit feest; Ik ga nog niet op tot dit feest; want Mijn
6159 Joha 7:8 | feest; want Mijn tijd is nog niet vervuld. ~
6160 Joha 7:10 | ook Zelf op tot het feest, niet openlijk, maar als in het
6161 Joha 7:15 | de Schriften, daar Hij ze niet geleerd heeft? ~
6162 Joha 7:16 | zeide: Mijn leer is Mijne niet, maar Desgenen, Die Mij
6163 Joha 7:19 | 19 Heeft Mozes u niet de wet gegeven? En niemand
6164 Joha 7:22 | de besnijdenis gegeven (niet dat zij uit Mozes is, maar
6165 Joha 7:23 | opdat de wet van Mozes niet gebroken worde; zijt gij
6166 Joha 7:24 | 24 Oordeelt niet naar het aanzien, maar oordeelt
6167 Joha 7:25 | Jeruzalem zeiden: Is Deze niet, Dien zij zoeken te doden? ~
6168 Joha 7:28 | en Ik ben van Mijzelven niet gekomen, maar Hij is waarachtig,
6169 Joha 7:28 | heeft, Welken gijlieden niet kent. ~
6170 Joha 7:30 | Hem; want Zijn ure was nog niet gekomen. ~
6171 Joha 7:34 | zoeken, en gij zult Mij niet vinden; en waar Ik ben,
6172 Joha 7:34 | en waar Ik ben, kunt gij niet komen. ~
6173 Joha 7:35 | Deze heengaan, dat wij Hem niet zullen vinden? Zal Hij tot
6174 Joha 7:36 | Mij zoeken, en zult Mij niet vinden; en waar Ik ben,
6175 Joha 7:36 | en waar Ik ben, kunt gij niet komen? ~
6176 Joha 7:39 | de Heilige Geest was nog niet, overmits Jezus nog niet
6177 Joha 7:39 | niet, overmits Jezus nog niet verheerlijkt was.) ~
6178 Joha 7:42 | 42 Zegt de Schrift niet, dat de Christus komen zal
6179 Joha 7:45 | hen: Waarom hebt gij Hem niet gebracht? ~
6180 Joha 7:49 | deze schare, die de wet niet weet, is vervloekt. ~
6181 Joha 8:11 | Zo veroordeel Ik u ook niet; ga heen, en zondig niet
6182 Joha 8:11 | niet; ga heen, en zondig niet meer. ~
6183 Joha 8:12 | volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht
6184 Joha 8:13 | Uzelven; Uw getuigenis is niet waarachtig. ~
6185 Joha 8:14 | heenga; maar gijlieden weet niet, van waar Ik kom, en waar
6186 Joha 8:16 | waarachtig; want Ik ben niet alleen, maar Ik en de Vader,
6187 Joha 8:20 | Hem; want Zijn ure was nog niet gekomen. ~
6188 Joha 8:21 | Ik heenga, kunt gijlieden niet komen. ~
6189 Joha 8:22 | Ik heenga, kunt gijlieden niet komen? ~
6190 Joha 8:23 | uit deze wereld, Ik ben niet uit deze wereld. ~
6191 Joha 8:24 | sterven; want indien gij niet gelooft, dat Ik Die ben,
6192 Joha 8:27 | 27 Zij verstonden niet, dat Hij hun van den Vader
6193 Joha 8:29 | Mij. De Vader heeft Mij niet alleen gelaten, want Ik
6194 Joha 8:35 | En de dienstknecht blijft niet eeuwiglijk in het huis,
6195 Joha 8:40 | gehoord heb. Dat deed Abraham niet. ~
6196 Joha 8:41 | zeiden dan tot Hem: Wij zijn niet geboren uit hoererij; wij
6197 Joha 8:42 | Ik ben ook van Mijzelven niet gekomen, maar Hij heeft
6198 Joha 8:43 | Waarom kent gij Mijn spraak niet? Het is, omdat gij Mijn
6199 Joha 8:43 | is, omdat gij Mijn woord niet kunt horen. ~
6200 Joha 8:44 | beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen
6201 Joha 8:45 | waarheid zeg, gelooft gij niet. ~
6202 Joha 8:46 | waarom gelooft gij Mij niet? ~
6203 Joha 8:47 | daarom hoort gijlieden niet, omdat gij uit God niet
6204 Joha 8:47 | niet, omdat gij uit God niet zijt. ~
6205 Joha 8:48 | zeiden tot Hem: Zeggen wij niet wel, dat Gij een Samaritaan
6206 Joha 8:49 | antwoordde: Ik heb den duivel niet; maar Ik eer Mijn Vader,
6207 Joha 8:50 | 50 Doch Ik zoek Mijn eer niet; er is Een, Die ze zoekt
6208 Joha 8:51 | hebben, die zal den dood niet zien in der eeuwigheid. ~
6209 Joha 8:52 | hebben, die zal den dood niet smaken in der eeuwigheid? ~
6210 Joha 8:55 | 55 En gij kent Hem niet, maar Ik ken Hem; en indien
6211 Joha 8:55 | indien Ik zeg, dat Ik Hem niet ken, zo zal Ik ulieden gelijk
6212 Joha 9:8 | blind was, zeiden: Is deze niet, die zat en bedelde? ~
6213 Joha 9:12 | Hij zeide: Ik weet het niet. ~
6214 Joha 9:16 | zeiden: Deze Mens is van God niet, want Hij houdt den sabbat
6215 Joha 9:16 | want Hij houdt den sabbat niet. Anderen zeiden: Hoe kan
6216 Joha 9:18 | Joden dan geloofden van hem niet, dat hij blind geweest was,
6217 Joha 9:21 | hoe hij nu ziet, weten wij niet; of wie zijn ogen geopend
6218 Joha 9:21 | geopend heeft, weten wij niet; hij heeft zijn ouderdom,
6219 Joha 9:25 | een zondaar is, weet ik niet; een ding weet ik, dat ik
6220 Joha 9:27 | gezegd, en gij hebt het niet gehoord; wat wilt gij het
6221 Joha 9:29 | heeft; maar Dezen weten wij niet, van waar Hij is. ~
6222 Joha 9:30 | immers wat wonders, dat gij niet weet, van waar Hij is, en
6223 Joha 9:31 | weten, dat God de zondaars niet hoort; maar zo iemand godvruchtig
6224 Joha 9:32 | 32 Van alle eeuw is het niet gehoord, dat iemand eens
6225 Joha 9:33 | 33 Indien Deze van God niet ware, Hij zou niets kunnen
6226 Joha 9:39 | gekomen, opdat degenen, die niet zien, zien mogen, en die
6227 Joha 10:1 | voorwaar zeg Ik ulieden: Die niet ingaat door de deur in den
6228 Joha 10:5 | zij de stem des vreemden niet kennen. ~
6229 Joha 10:6 | hen; maar zij verstonden niet, wat het was, dat Hij tot
6230 Joha 10:8 | maar de schapen hebben hen niet gehoord. ~
6231 Joha 10:10 | 10 De dief komt niet, dan opdat hij stele, en
6232 Joha 10:12 | herder is, wien de schapen niet eigen zijn, ziet den wolf
6233 Joha 10:16 | schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen;
6234 Joha 10:25 | gezegd, en gij gelooft het niet. De werken, die Ik doe in
6235 Joha 10:26 | 26 Maar gijlieden gelooft niet; want gij zijt niet van
6236 Joha 10:26 | gelooft niet; want gij zijt niet van Mijn schapen, gelijk
6237 Joha 10:28 | eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid,
6238 Joha 10:33 | zeggende: Wij stenigen U niet over enig goed werk, maar
6239 Joha 10:34 | Jezus antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik
6240 Joha 10:35 | geschied is, en de Schrift niet kan gebroken worden; ~
6241 Joha 10:37 | 37 Indien Ik niet doe de werken Mijns Vaders,
6242 Joha 10:37 | Mijns Vaders, zo gelooft Mij niet; ~
6243 Joha 10:38 | Ik ze doe, en zo gij Mij niet gelooft, zo gelooft de werken;
6244 Joha 11:4 | zeide: Deze krankheid is niet tot den dood, maar ter heerlijkheid
6245 Joha 11:9 | Jezus antwoordde: Zijn er niet twaalf uren in den dag?
6246 Joha 11:9 | wandelt, zo stoot hij zich niet, overmits hij het licht
6247 Joha 11:10 | overmits het licht in hem niet is. ~
6248 Joha 11:15 | om uwentwil, dat Ik daar niet geweest ben, opdat gij geloven
6249 Joha 11:21 | geweest, zo ware mijn broeder niet gestorven; ~
6250 Joha 11:26 | en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid.
6251 Joha 11:30 | Jezus nu was nog in het vlek niet gekomen, maar was in de
6252 Joha 11:32 | waart, zo ware mijn broeder niet gestorven. ~
6253 Joha 11:37 | des blinden geopend heeft, niet maken, dat ook deze niet
6254 Joha 11:37 | niet maken, dat ook deze niet gestorven ware? ~
6255 Joha 11:40 | zeide tot haar: Heb Ik u niet gezegd, dat, zo gij gelooft,
6256 Joha 11:50 | 50 En gij overlegt niet, dat het ons nut is, dat
6257 Joha 11:50 | volk, en het gehele volk niet verloren ga. ~
6258 Joha 11:51 | 51 En dit zeide hij niet uit zichzelven; maar, zijnde
6259 Joha 11:52 | 52 En niet alleen voor dat volk, maar
6260 Joha 11:54 | 54 Jezus dan wandelde niet meer vrijelijk onder de
6261 Joha 11:56 | dunkt u? Dunkt u, dat Hij niet komen zal tot het feest? ~
6262 Joha 12:5 | 5 Waarom is deze zalf niet verkocht voor driehonderd
6263 Joha 12:6 | 6 En dit zeide hij, niet omdat hij bezorgd was voor
6264 Joha 12:8 | met u, maar Mij hebt gij niet altijd. ~
6265 Joha 12:9 | aldaar was; en zij kwamen, niet alleen om Jezus' wil, maar
6266 Joha 12:15 | 15 Vrees niet, gij dochter Sions, zie,
6267 Joha 12:16 | discipelen in het eerst niet; maar als Jezus verheerlijkt
6268 Joha 12:19 | Ziet gij wel, dat gij gans niet vordert? Ziet, de gehele
6269 Joha 12:24 | het tarwegraan in de aarde niet valt, en sterft, zo blijft
6270 Joha 12:30 | Jezus antwoordde en zeide: Niet om Mijnentwil is deze stem
6271 Joha 12:35 | hebt, opdat de duisternis u niet bevange. En die in de duisternis
6272 Joha 12:35 | duisternis wandelt, weet niet, waar hij heengaat. ~
6273 Joha 12:37 | nochtans geloofden zij in Hem niet; ~
6274 Joha 12:39 | 39 Daarom konden zij niet geloven, dewijl Jesaja wederom
6275 Joha 12:40 | verhard; opdat zij met de ogen niet zien, en met het hart niet
6276 Joha 12:40 | niet zien, en met het hart niet verstaan, en zij bekeerd
6277 Joha 12:42 | Farizeen wil beleden zij het niet; opdat zij uit de synagoge
6278 Joha 12:42 | opdat zij uit de synagoge niet zouden geworpen worden. ~
6279 Joha 12:44 | gelooft, gelooft in Mij niet, maar in Dengene, Die Mij
6280 Joha 12:46 | gelooft, in de duisternis niet blijve. ~
6281 Joha 12:47 | Mijn woorden gehoord, en niet geloofd zal hebben, Ik oordeel
6282 Joha 12:47 | zal hebben, Ik oordeel hem niet; want Ik ben niet gekomen,
6283 Joha 12:47 | oordeel hem niet; want Ik ben niet gekomen, opdat Ik de wereld
6284 Joha 12:48 | verwerpt, en Mijn woorden niet ontvangt, heeft, die hem
6285 Joha 12:49 | Want Ik heb uit Mijzelven niet gesproken; maar de Vader,
6286 Joha 13:7 | Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen
6287 Joha 13:8 | Hem: Gij zult mijn voeten niet wassen in der eeuwigheid!
6288 Joha 13:8 | antwoordde hem: Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel
6289 Joha 13:9 | Petrus zeide tot Hem: Heere, niet alleen mijn voeten, maar
6290 Joha 13:10 | Die gewassen is, heeft niet van node, dan de voeten
6291 Joha 13:10 | gijlieden zijt rein, doch niet allen. ~
6292 Joha 13:11 | daarom zeide Hij: Gij zijt niet allen rein. ~
6293 Joha 13:16 | Ik u: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer, noch
6294 Joha 13:18 | 18 Ik zeg niet van u allen: Ik weet, welke
6295 Joha 13:33 | Waar Ik heenga, kunt gij niet komen; alzo zeg Ik ulieden
6296 Joha 13:36 | heenga, kunt gij Mij nu niet volgen; maar gij zult Mij
6297 Joha 13:37 | Heere, waarom kan ik U nu niet volgen? Ik zal mijn leven
6298 Joha 13:38 | voorwaar zeg Ik u: De haan zal niet kraaien, totdat gij Mij
6299 Joha 14:1 | 1 Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft
6300 Joha 14:5 | tot Hem: Heere, wij weten niet, waar Gij heengaat; en hoe
6301 Joha 14:9 | ulieden, en hebt gij Mij niet gekend, Filippus? Die Mij
6302 Joha 14:10 | 10 Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader ben,
6303 Joha 14:10 | spreek Ik van Mijzelven niet, maar de Vader, Die in Mij
6304 Joha 14:11 | Vader in Mij is; en indien niet, zo gelooft Mij om de werken
6305 Joha 14:17 | waarheid, Welken de wereld niet kan ontvangen; want zij
6306 Joha 14:17 | ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar
6307 Joha 14:17 | ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want
6308 Joha 14:19 | tijd, en de wereld zal Mij niet meer zien; maar gij zult
6309 Joha 14:22 | 22 Judas, niet de Iskariot, zeide tot Hem:
6310 Joha 14:22 | aan ons zult openbaren, en niet aan de wereld? ~
6311 Joha 14:24 | 24 Die Mij niet liefheeft, die bewaart Mijn
6312 Joha 14:24 | die bewaart Mijn woorden niet; en het woord dat gijlieden
6313 Joha 14:24 | gijlieden hoort, is het Mijne niet, maar des Vaders, Die Mij
6314 Joha 14:27 | u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem
6315 Joha 14:27 | Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd. ~
6316 Joha 14:27 | worde niet ontroerd en zij niet versaagd. ~
6317 Joha 14:30 | 30 Ik zal niet meer veel met u spreken;
6318 Joha 15:4 | dragen van zichzelve, zo zij niet in den wijnstok blijft;
6319 Joha 15:4 | wijnstok blijft; alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft. ~
6320 Joha 15:4 | gij niet, zo gij in Mij niet blijft. ~
6321 Joha 15:6 | 6 Zo iemand in Mij niet blijft, die is buiten geworpen,
6322 Joha 15:15 | 15 Ik heet u niet meer dienstknechten; want
6323 Joha 15:15 | want de dienstknecht weet niet, wat zijn heer doet; maar
6324 Joha 15:16 | 16 Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb
6325 Joha 15:19 | omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld
6326 Joha 15:20 | heb: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. Indien
6327 Joha 15:21 | Naams wil, omdat zij Hem niet kennen, Die Mij gezonden
6328 Joha 15:22 | 22 Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen
6329 Joha 15:24 | Indien Ik de werken onder hen niet had gedaan, die niemand
6330 Joha 16:1 | tot u gesproken, opdat gij niet geergerd wordt. ~
6331 Joha 16:3 | doen, omdat zij den Vader niet gekend hebben, noch Mij. ~
6332 Joha 16:4 | dingen heb Ik u van het begin niet gezegd, omdat Ik bij ulieden
6333 Joha 16:7 | Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster
6334 Joha 16:7 | zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga,
6335 Joha 16:9 | zonde, omdat zij in Mij niet geloven; ~
6336 Joha 16:10 | heenga, en gij zult Mij niet meer zien; ~
6337 Joha 16:12 | zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen. ~
6338 Joha 16:13 | want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij
6339 Joha 16:16 | kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien; en wederom een kleinen
6340 Joha 16:17 | kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien; en wederom een kleinen
6341 Joha 16:18 | kleinen tijd? Wij weten niet, wat Hij zegt. ~
6342 Joha 16:19 | kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien, en wederom een kleinen
6343 Joha 16:21 | gedenkt zij de benauwdheid niet meer, om de blijdschap,
6344 Joha 16:24 | 24 Tot nog toe hebt gij niet gebeden in Mijn Naam; bidt,
6345 Joha 16:25 | maar de ure komt, dat Ik niet meer door gelijkenissen
6346 Joha 16:26 | Naam bidden; en Ik zeg u niet, dat Ik den Vader voor u
6347 Joha 16:30 | dingen weet, en Gij hebt niet van node, dat U iemand vrage.
6348 Joha 16:32 | laten; en nochtans ben Ik niet alleen; want de Vader is
6349 Joha 17:9 | Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar voor
6350 Joha 17:11 | 11 En Ik ben niet meer in de wereld, maar
6351 Joha 17:14 | omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van
6352 Joha 17:14 | gelijk als Ik van de wereld niet ben. ~
6353 Joha 17:15 | 15 Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld
6354 Joha 17:16 | 16 Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs
6355 Joha 17:16 | gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben. ~
6356 Joha 17:20 | 20 En Ik bid niet alleen voor dezen, maar
6357 Joha 17:25 | Vader, de wereld heeft U niet gekend; maar Ik heb U gekend,
6358 Joha 18:11 | gegeven heeft, zal Ik dien niet drinken? ~
6359 Joha 18:17 | tot Petrus: Zijt ook gij niet uit de discipelen van dezen
6360 Joha 18:17 | Mens? Hij zeide: Ik ben niet. ~
6361 Joha 18:25 | dan tot hem: Zijt gij ook niet uit Zijn discipelen? Hij
6362 Joha 18:25 | loochende het, en zeide: Ik ben niet. ~
6363 Joha 18:26 | afgehouwen had, zeide: Heb ik u niet gezien in den hof met Hem? ~
6364 Joha 18:28 | morgens vroeg; en zij gingen niet in het rechthuis, opdat
6365 Joha 18:28 | het rechthuis, opdat zij niet verontreinigd zouden worden,
6366 Joha 18:30 | ware, zo zouden wij Hem u niet overgeleverd hebben. ~
6367 Joha 18:31 | zeiden tot hem: Het is ons niet geoorloofd iemand te doden. ~
6368 Joha 18:36 | antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Indien
6369 Joha 18:36 | hebben, opdat Ik den Joden niet ware overgeleverd; maar
6370 Joha 18:36 | maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier. ~
6371 Joha 18:40 | allen wederom, zeggende: Niet Dezen, maar Bar-abbas! En
6372 Joha 19:10 | Hem: Spreekt Gij tot mij niet? Weet Gij niet, dat ik macht
6373 Joha 19:10 | Gij tot mij niet? Weet Gij niet, dat ik macht heb U te kruisigen,
6374 Joha 19:11 | tegen Mij, indien het u niet van boven gegeven ware;
6375 Joha 19:12 | zijt gij des keizers vriend niet; een iegelijk, die zichzelven
6376 Joha 19:21 | zeiden tot Pilatus: Schrijf niet: De Koning der Joden; maar,
6377 Joha 19:24 | elkander: Laat ons dien niet scheuren, maar laat ons
6378 Joha 19:31 | Joden dan, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven
6379 Joha 19:33 | zo braken zij Zijn benen niet. ~
6380 Joha 20:2 | uit het graf, en wij weten niet, waar zij Hem gelegd hebben. ~
6381 Joha 20:5 | liggen; nochtans ging hij er niet in. ~
6382 Joha 20:7 | hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen, maar
6383 Joha 20:9 | zij wisten nog de Schrift niet, dat Hij van de doden moest
6384 Joha 20:13 | weggenomen hebben, en ik weet niet, waar zij Hem gelegd hebben. ~
6385 Joha 20:14 | Jezus staan, en zij wist niet, dat het Jezus was. ~
6386 Joha 20:17 | zeide tot haar: Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet
6387 Joha 20:17 | niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader;
6388 Joha 20:24 | gezegd Didymus, was met hen niet, toen Jezus daar kwam. ~
6389 Joha 20:25 | Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen,
6390 Joha 20:27 | ze in Mijn zijde; en zijt niet ongelovig, maar gelovig. ~
6391 Joha 20:29 | geloofd; zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben, en
6392 Joha 20:30 | Zijner discipelen gedaan, die niet zijn geschreven in dit boek; ~
6393 Joha 21:4 | doch de discipelen wisten niet, dat het Jezus was. ~
6394 Joha 21:5 | hen: Kinderkens, hebt gij niet enige toespijs? Zij antwoordden
6395 Joha 21:6 | dan, en konden hetzelve niet meer trekken vanwege de
6396 Joha 21:8 | scheepje (want zij waren niet verre van het land, maar
6397 Joha 21:11 | waren, zo scheurde het net niet. ~
6398 Joha 21:18 | gorden, en brengen, waar gij niet wilt. ~
6399 Joha 21:23 | broederen, dat deze discipel niet zou sterven. En Jezus had
6400 Joha 21:23 | sterven. En Jezus had tot hem niet gezegd, dat hij niet sterven
6401 Joha 21:23 | hem niet gezegd, dat hij niet sterven zou, maar: Indien
6402 Joha 21:25 | zelve de geschrevene boeken niet zou bevatten. Amen. ~
6403 Hand 1:4 | hun, dat zij van Jeruzalem niet scheiden zouden, maar verwachten
6404 Hand 1:5 | Heiligen Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen. ~
6405 Hand 1:7 | zeide tot hen: Het komt u niet toe, te weten de tijden
6406 Hand 2:7 | tot elkander: Ziet, zijn niet alle dezen, die daar spreken,
6407 Hand 2:15 | 15 Want deze zijn niet dronken, gelijk gij vermoedt;
6408 Hand 2:24 | ontbonden hebbende, alzo het niet mogelijk was, dat Hij van
6409 Hand 2:25 | mijn rechter hand, opdat ik niet bewogen worde. ~
6410 Hand 2:27 | zult mijn ziel in de hel niet verlaten, noch zult Uw Heilige
6411 Hand 2:31 | Christus, dat Zijn ziel niet is verlaten in de hel, noch
6412 Hand 2:34 | 34 Want David is niet opgevaren in de hemelen;
6413 Hand 3:6 | zeide: Zilver en goud heb ik niet, maar hetgeen ik heb, dat
6414 Hand 3:23 | ziel, die dezen Profeet niet zal gehoord hebben, uitgeroeid
6415 Hand 4:16 | wonen, en wij kunnen het niet loochenen. ~
6416 Hand 4:17 | 17 Maar opdat het niet meer en meer onder het volk
6417 Hand 4:17 | scherpelijk dreigen, dat zij niet meer tot enig mens in dezen
6418 Hand 4:18 | hun aan, dat zij ganselijk niet zouden spreken, noch leren,
6419 Hand 4:20 | 20 Want wij kunnen niet laten te spreken, hetgeen
6420 Hand 5:15 | gereinigd heeft, zult gij niet gemeen maken. ~
6421 Hand 5:20 | ga af, en reis met hen, niet twijfelende; want ik heb
6422 Hand 5:41 | 41 Niet al den volke, maar den getuigen,
6423 Hand 5:47 | het water weren, dat dezen niet gedoopt zouden worden, welke
6424 Hand 6:9 | gereinigd heeft, zult gij niet gemeen maken. ~
6425 Hand 6:12 | dat ik met hen gaan zou, niet twijfelende. En met mij
6426 Hand 6:39 | volgde hij hem, en wist niet, dat het waarachtig was,
6427 Hand 6:44 | blijdschap de voorpoort niet open, maar liep naar binnen
6428 Hand 6:49 | Herodes hem gezocht had, en niet vond, en de wachters rechtelijk
6429 Hand 6:52 | hem toe: Een stem Gods, en niet eens mensen! ~
6430 Hand 6:53 | daarom dat hij Gode de eer niet gaf; en hij werd van de
6431 Hand 7:10 | gerechtigheid, zult gij niet ophouden te verkeren de
6432 Hand 7:11 | zult blind zijn, en de zon niet zien voor een tijd. En van
6433 Hand 7:25 | ben? Ik ben de Christus niet; maar ziet, Hij komt na
6434 Hand 7:25 | Hij komt na mij, Wien ik niet waardig ben de schoenen
6435 Hand 7:27 | en hun oversten, Dezen niet kennende, hebben ook de
6436 Hand 7:34 | heeft opgewekt, alzo dat Hij niet meer zal tot verderving
6437 Hand 7:35 | zegt: Gij zult Uw Heilige niet over geven, om verderving
6438 Hand 7:39 | dat van alles, waarvan gij niet kondet gerechtvaardigd worden
6439 Hand 7:40 | dan toe, dat over ulieden niet kome, hetgeen gezegd is
6440 Hand 7:41 | dagen, een werk, hetwelk gij niet zult geloven, zo het u iemand
6441 Hand 7:46 | uzelven des eeuwigen levens niet waardig oordeelt, ziet,
6442 Hand 8:17 | Hij nochtans Zichzelven niet onbetuigd gelaten heeft,
6443 Hand 8:18 | de scharen, dat zij hun niet offerden. ~
6444 Hand 9:1 | broederen, zeggende: Indien gij niet besneden wordt naar de wijze
6445 Hand 9:1 | wijze van Mozes, zo kunt gij niet zalig worden. ~
6446 Hand 9:19 | heidenen zich tot God bekeren, niet beroere; ~
6447 Hand 9:24 | onderhouden; welken wij dat niet bevolen hadden; ~
6448 Hand 9:38 | achtte billijk, dat men dien niet zoude medenemen, die van
6449 Hand 9:38 | was afgeweken, en met hen niet was gegaan tot het werk. ~
6450 Hand 10:7 | en de Geest liet het hun niet toe. ~
6451 Hand 10:21 | verkondigen zeden, die ons niet geoorloofd zijn aan te nemen
6452 Hand 10:37 | ons nu heimelijk daaruit? Niet alzo; maar dat zij zelven
6453 Hand 11:4 | van de voornaamste vrouwen niet weinige. ~
6454 Hand 11:6 | 6 En als zij hen niet vonden, trokken zij Jason
6455 Hand 11:12 | vrouwen en van de mannen niet weinige. ~
6456 Hand 11:19 | Areopagus, zeggende: Kunnen wij niet weten, welke deze nieuwe
6457 Hand 11:23 | GOD. Dezen dan, Dien gij niet kennende dient, verkondig
6458 Hand 11:24 | hemels en der aarde, woont niet in tempelen met handen gemaakt; ~
6459 Hand 11:25 | wordt ook van mensenhanden niet gediend, als iets behoevende,
6460 Hand 11:27 | vinden mochten; hoewel Hij niet verre is van een iegelijk
6461 Hand 11:29 | zijnde Gods geslacht, moeten niet menen, dat de Godheid goud,
6462 Hand 12:9 | gezicht in den nacht: Zijt niet bevreesd, maar spreek en
6463 Hand 12:9 | bevreesd, maar spreek en zwijg niet. ~
6464 Hand 12:20 | zoude, bewilligde hij het niet. ~
6465 Hand 13:2 | tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, of er een Heiligen
6466 Hand 13:26 | dat deze Paulus veel volk, niet alleen van Efeze, maar ook
6467 Hand 13:27 | 27 En wij zijn niet alleen in gevaar, dat dit
6468 Hand 13:30 | lieten het hem de discipelen niet toe. ~
6469 Hand 13:31 | zichzelven op de schouwplaats niet zou begeven. ~
6470 Hand 13:32 | en het meerder deel wist niet, om wat oorzaak zij samengekomen
6471 Hand 13:35 | wat mens is er toch, die niet weet, dat de stad der Efezeren
6472 Hand 14:10 | omvangende, zeide hij: Weest niet beroerd; want zijn ziel
6473 Hand 14:16 | voorbij te varen, opdat hij niet den tijd in Azie zou verslijten;
6474 Hand 14:20 | hetgeen nuttig was, dat ik u niet zou verkondigd en u geleerd
6475 Hand 14:22 | Geest, reis naar Jeruzalem, niet wetende, wat mij daar ontmoeten
6476 Hand 14:25 | Koninkrijk Gods, mijn aangezicht niet meer zien zult. ~
6477 Hand 14:27 | 27 Want ik heb niet achtergehouden, dat ik u
6478 Hand 14:27 | achtergehouden, dat ik u niet zou verkondigd hebben al
6479 Hand 14:29 | inkomen zullen, die de kudde niet sparen. ~
6480 Hand 14:31 | jaren lang nacht en dag, niet opgehouden heb een iegelijk
6481 Hand 14:38 | dat zij zijn aangezicht niet meer zien zouden; en zij
6482 Hand 15:4 | door den Geest, dat hij niet zou opgaan naar Jeruzalem. ~
6483 Hand 15:12 | die plaats waren, dat hij niet zou opgaan naar Jeruzalem. ~
6484 Hand 15:13 | maakt? Want ik ben bereid niet alleen gebonden te worden,
6485 Hand 15:14 | 14 En als hij zich niet liet afraden, hielden wij
6486 Hand 15:21 | zeggende: dat zij de kinderen niet zouden besnijden, noch naar
6487 Hand 15:34 | Doch als hij de zekerheid niet kon weten vanwege de beroerte,
6488 Hand 15:38 | 38 Zijt gij dan niet de Egyptenaar, die voor
6489 Hand 16:9 | tot mij sprak, hoorden zij niet. ~
6490 Hand 16:11 | heerlijkheid deszelven lichts niet zag, zo werd ik bij de hand
6491 Hand 16:18 | zullen uw getuigenis van Mij niet aannemen. ~
6492 Hand 16:22 | met zulk een, want het is niet behoorlijk, dat hij leve. ~
6493 Hand 17:5 | En Paulus zeide: Ik wist niet, broeders! dat het de hogepriester
6494 Hand 17:5 | overste uws volks zult gij niet vloeken. ~
6495 Hand 17:9 | engel, laat ons tegen God niet strijden. ~
6496 Hand 17:21 | 21 Doch geloof hen niet; want meer dan veertig mannen
6497 Hand 18:4 | 4 Maar opdat ik u niet lang ophoude, ik bid u,
6498 Hand 18:11 | gij kunt weten, dat het niet meer dan twaalf dagen zijn,
6499 Hand 18:13 | 13 En zij kunnen niet bewijzen, waarvan zij mij
6500 Hand 18:18 | geheiligd zijnde, in den tempel, niet met volk, noch met beroerte,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7660 |