Book Chapter: Verse

7001 2Kor   8:10 |              dit is u oorbaar, als die niet alleen het doen, maar ook
7002 2Kor   8:12 |                naar hetgeen hij heeft, niet naar hetgeen hij niet heeft. ~
7003 2Kor   8:12 |           heeft, niet naar hetgeen hij niet heeft. ~
7004 2Kor   8:13 |                     13 Want dit zeg ik niet, opdat anderen zouden verlichting
7005 2Kor   8:15 |                veel verzameld had, had niet over; en die weinig verzameld
7006 2Kor   8:15 |              weinig verzameld had, had niet te weinig. ~
7007 2Kor   8:19 |                              19 En dat niet alleen, maar hij is ook
7008 2Kor   8:21 |          bezorgen, hetgeen eerlijk is, niet alleen voor den Heere, maar
7009 2Kor   9:3  |                dien wij over u hebben, niet zou ijdel gemaakt worden
7010 2Kor   9:4  |                               4 En dat niet mogelijk, zo de Macedoniers
7011 2Kor   9:4  |        onbereid vonden, wij (opdat wij niet zeggen: gij) beschaamd worden
7012 2Kor   9:5  |                 alzo als een zegen, en niet als een vrekheid. ~
7013 2Kor   9:7  |                in zijn hart voorneemt; niet uit droefheid, of uit nooddwang;
7014 2Kor   9:12 |               van dezen dienst vervult niet alleen het gebrek der heiligen,
7015 2Kor  10:2  |               ik, tegenwoordig zijnde, niet stout moge zijn met die
7016 2Kor  10:3  |            vlees, voeren wij den krijg niet naar het vlees; ~
7017 2Kor  10:4  |           wapenen van onzen krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig
7018 2Kor  10:8  |                heeft tot stichting, en niet tot uw nederwerping, zo
7019 2Kor  10:8  |                nederwerping, zo zal ik niet beschaamd worden; ~
7020 2Kor  10:9  |                             9 Opdat ik niet zou schijnen, alsof ik u
7021 2Kor  10:12 |              Want wij durven onszelven niet rekenen of vergelijken met
7022 2Kor  10:12 |            prijzen; maar deze verstaan niet, dat zij zichzelven met
7023 2Kor  10:13 |                     13 Doch wij zullen niet roemen buiten de maat; maar
7024 2Kor  10:14 |            Want wij strekken onszelven niet te wijd uit, als die tot
7025 2Kor  10:14 |                wijd uit, als die tot u niet zouden komen; want wij zijn
7026 2Kor  10:15 |                                     15 Niet roemende buiten de maat
7027 2Kor  10:16 |              zijde van u gelegen zijn; niet om te roemen in eens anders
7028 2Kor  10:18 |                                18 Want niet die zichzelven prijst, maar
7029 2Kor  11:3  |                   3 Doch ik vrees, dat niet enigszins, gelijk de slang
7030 2Kor  11:4  |               Jezus predikte, dien wij niet gepredikt hebben, of indien
7031 2Kor  11:4  |               geest ontvingt, dien gij niet hebt ontvangen, of een ander
7032 2Kor  11:4  |               ander Evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, zo verdroegt
7033 2Kor  11:6  |           woorden, nochtans ben ik het niet in wetenschap; maar alleszins
7034 2Kor  11:7  |                u het Evangelie Gods om niet verkondigd heb? ~
7035 2Kor  11:10 |            gewesten van Achaje aan mij niet zal verhinderd worden. ~
7036 2Kor  11:11 |             Waarom? Is het, omdat ik u niet liefheb? God weet het! ~
7037 2Kor  11:16 |             dat ik onwijs ben; doch zo niet, neemt mij dan aan als een
7038 2Kor  11:17 |               Dat ik spreek, spreek ik niet naar den Heere, maar als
7039 2Kor  11:29 |              29 Wie is er zwak, dat ik niet zwak ben? Wie wordt er geergerd,
7040 2Kor  11:29 |              wordt er geergerd, dat ik niet brande? ~
7041 2Kor  11:31 |               eeuwigheid, weet, dat ik niet lieg. ~
7042 2Kor  12:1  |              Te roemen is mij waarlijk niet oorbaar; want ik zal komen
7043 2Kor  12:2  |                in het lichaam, weet ik niet, of buiten het lichaam,
7044 2Kor  12:2  |            buiten het lichaam, weet ik niet, God weet het), dat de zodanige
7045 2Kor  12:3  |          lichaam geschied zij, weet ik niet, God weet het), ~
7046 2Kor  12:4  |              woorden, die het een mens niet geoorloofd is te spreken.
7047 2Kor  12:5  |              doch van mijzelven zal ik niet roemen, dan in mijn zwakheden. ~
7048 2Kor  12:6  |               zo ik roemen wil, ik zal niet onwijs zijn, want ik zal
7049 2Kor  12:7  |         uitnemendheid der openbaringen niet zou verheffen, zo is mij
7050 2Kor  12:7  |                slaan zou, opdat ik mij niet zou verheffen. ~
7051 2Kor  12:13 |               anders, dan dat ikzelf u niet lastig ben geweest? Vergeeft
7052 2Kor  12:14 |               tot u te komen, en zal u niet lastig zijn; want ik zoek
7053 2Kor  12:14 |              lastig zijn; want ik zoek niet het uwe, maar u; want de
7054 2Kor  12:14 |                want de kinderen moeten niet schatten vergaderen voor
7055 2Kor  12:16 |              Doch het zij zo, ik heb u niet bezwaard; maar alzo ik listig
7056 2Kor  12:18 |           voordeel gezocht? Hebben wij niet in denzelfden geest gewandeld?
7057 2Kor  12:18 |            geest gewandeld? Hebben wij niet gewandeld in dezelfde voetstappen? ~
7058 2Kor  12:20 |              ik gekomen zal zijn, ik u niet enigszins zal vinden zodanigen
7059 2Kor  12:20 |        gevonden worden zodanig als gij niet wilt; dat er niet enigszins
7060 2Kor  12:20 |              als gij niet wilt; dat er niet enigszins zijn twisten,
7061 2Kor  12:21 |             gekomen zijn, mijn God mij niet vernedere bij u, en ik rouw
7062 2Kor  12:21 |          gezondigd hebben, en die zich niet bekeerd zullen hebben van
7063 2Kor  13:2  |              zo ik wederom kom, ik hen niet zal sparen; ~
7064 2Kor  13:3  |                mij spreekt, Welke in u niet zwak is, maar krachtig is
7065 2Kor  13:5  |           uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u
7066 2Kor  13:6  |             gij zult verstaan, dat wij niet verwerpelijk zijn. ~
7067 2Kor  13:7  |               dat gij geen kwaad doet; niet opdat wij beproefd zouden
7068 2Kor  13:10 |       afwezende, deze dingen, opdat ik niet, tegenwoordig zijnde, strengheid
7069 2Kor  13:10 |                heeft tot opbouwing, en niet tot nederwerping. ~
7070 Gal   1:1   |                 een apostel,, geroepen niet van mensen, noch door een
7071 Gal   1:11  |         hetwelk van mij verkondigd is, niet is naar den mens. ~
7072 Gal   1:12  |               Want ik heb ook hetzelve niet van een mens ontvangen,
7073 Gal   1:16  |        verkondigen, zo ben ik terstond niet te rade gegaan met vlees
7074 Gal   1:17  |                              17 En ben niet wederom gegaan naar Jeruzalem,
7075 Gal   1:20  |                getuig voor God, dat ik niet lieg! ~
7076 Gal   2:2   |                achting waren, opdat ik niet enigszins tevergeefs zou
7077 Gal   2:3   |                 een Griek zijnde, werd niet genoodzaakt zich te laten
7078 Gal   2:5   |                    5 Denwelken wij ook niet een uur hebben geweken met
7079 Gal   2:6   |          eertijds waren, verschilt mij niet; God neemt den persoon des
7080 Gal   2:6   |           neemt den persoon des mensen niet aan; want die geacht waren,
7081 Gal   2:14  |               Maar als ik zag, dat zij niet recht wandelden naar de
7082 Gal   2:14  |               heidense wijze leeft, en niet naar Joodse wijze, waarom
7083 Gal   2:15  |              zijn van nature Joden, en niet zondaars uit de heidenen; ~
7084 Gal   2:16  |              Doch wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit
7085 Gal   2:16  |                geloof van Christus, en niet uit de werken der wet; daarom
7086 Gal   2:20  |             gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft
7087 Gal   2:21  |               21 Ik doe de genade Gods niet te niet; want indien de
7088 Gal   2:21  |             doe de genade Gods niet te niet; want indien de rechtvaardigheid
7089 Gal   3:1   |         betoverd, dat gij der waarheid niet zoudt gehoorzaam zijn; denwelken
7090 Gal   3:10  |         Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven
7091 Gal   3:12  |                      12 Doch de wet is niet uit het geloof; maar de
7092 Gal   3:15  |          bevestigd is, doet niemand te niet, of niemand doet daartoe. ~
7093 Gal   3:16  |               zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen;
7094 Gal   3:17  |               dertig jaren gekomen is, niet krachteloos gemaakt, om
7095 Gal   3:17  |           gemaakt, om de beloftenis te niet te doen. ~
7096 Gal   3:18  |               uit de wet is, zo is zij niet meer uit de beloftenis;
7097 Gal   3:20  |                  20 En de Middelaar is niet Middelaar van een, maar
7098 Gal   3:25  |                gekomen is, zo zijn wij niet meer onder den tuchtmeester. ~
7099 Gal   4:7   |                     7 Zo dan, gij zijt niet meer een dienstknecht, maar
7100 Gal   4:8   |               8 Maar toen, als gij God niet kendet, diendet gij degenen,
7101 Gal   4:11  |                Ik vrees voor u, dat ik niet enigszins tevergeefs aan
7102 Gal   4:14  |             vlees geschiedde, hebt gij niet veracht noch verfoeid; maar
7103 Gal   4:17  |                         17 Zij ijveren niet recht over u; maar zij willen
7104 Gal   4:18  |            tijd te ijveren is goed, en niet alleenlijk, als ik bij u
7105 Gal   4:21  |            wilt zijn, hoort gij de wet niet? ~
7106 Gal   4:27  |         vrolijk, gij onvruchtbare, die niet baart, breek uit en roep,
7107 Gal   4:31  |                dan, broeders, wij zijn niet kinderen der dienstmaagd,
7108 Gal   5:1   |            vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der
7109 Gal   5:2   |              besnijden, dat Christus u niet nut zal zijn. ~
7110 Gal   5:7   |                verhinderd der waarheid niet gehoorzaam te zijn? ~
7111 Gal   5:8   |                      8 Dit gevoelen is niet uit Hem, Die u roept. ~
7112 Gal   5:10  |                u in den Heere, dat gij niet anders zult gevoelen; maar
7113 Gal   5:13  |        alleenlijk gebruikt de vrijheid niet tot een oorzaak voor het
7114 Gal   5:15  |              toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt. ~
7115 Gal   5:16  |             begeerlijkheden des vleses niet. ~
7116 Gal   5:17  |           tegen elkander, alzo dat gij niet doet, hetgeen gij wildet. ~
7117 Gal   5:18  |              geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet. ~
7118 Gal   5:21  |              doen, het Koninkrijk Gods niet zullen beerven. ~
7119 Gal   5:23  |           Tegen de zodanigen is de wet niet. ~
7120 Gal   5:26  |                            26 Laat ons niet zijn zoekers van ijdele
7121 Gal   6:1   |              op uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt. ~
7122 Gal   6:4   |      zichzelven alleen roem hebben, en niet aan een anderen. ~
7123 Gal   6:7   |                               7 Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten;
7124 Gal   6:7   |             Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de
7125 Gal   6:9   |            Doch laat ons, goed doende, niet vertragen; want te zijner
7126 Gal   6:9   |              zullen wij maaien, zo wij niet verslappen. ~
7127 Gal   6:12  |         vanwege het kruis van Christus niet zouden vervolgd worden. ~
7128 Gal   6:13  |         besneden worden, houden de wet niet; maar zij willen, dat gij
7129 Efez   1:16 |                               16 Houde niet op voor u te danken, gedenkende
7130 Efez   1:21 |               naam, die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar
7131 Efez   2:8  |                door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; ~
7132 Efez   2:9  |                                      9 Niet uit de werken, opdat niemand
7133 Efez   2:15 |           vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, namelijk de wet
7134 Efez   2:19 |                     19 Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners,
7135 Efez   3:5  |                den kinderen der mensen niet is bekend gemaakt, gelijk
7136 Efez   3:13 |              13 Daarom bid ik, dat gij niet vertraagt in mijn verdrukkingen
7137 Efez   4:14 |                           14 Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn,
7138 Efez   4:17 |              het in den Heere, dat gij niet meer wandelt, gelijk als
7139 Efez   4:20 |            Doch gij hebt Christus alzo niet geleerd; ~
7140 Efez   4:26 |              Wordt toornig, en zondigt niet; de zon ga niet onder over
7141 Efez   4:26 |                zondigt niet; de zon ga niet onder over uw toornigheid; ~
7142 Efez   4:28 |              Die gestolen heeft, stele niet meer, maar arbeide liever,
7143 Efez   4:30 |                den Heiligen Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld
7144 Efez   5:3  |           gierigheid, laat ook onder u niet genoemd worden, gelijkerwijs
7145 Efez   5:4  |            geklap, of gekkernij, welke niet betamen; maar veelmeer dankzegging. ~
7146 Efez   5:7  |               zijt dan hun medegenoten niet. ~
7147 Efez   5:15 |               voorzichtiglijk wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen. ~
7148 Efez   5:17 |                         17 Daarom zijt niet onverstandig, maar verstaat,
7149 Efez   5:18 |                            18 En wordt niet dronken in wijn, waarin
7150 Efez   6:4  |            vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn, maar voedt hen
7151 Efez   6:6  |                                      6 Niet naar ogendienst, als mensenbehagers,
7152 Efez   6:7  |           goedwilligheid den Heere, en niet de mensen; ~
7153 Efez   6:12 |             Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar
7154 Fili   1:16 |             wel Christus uit twisting, niet zuiver, menende aan mijn
7155 Fili   1:22 |              ik verkiezen zal, weet ik niet. ~
7156 Fili   1:29 |               in de zaak van Christus, niet alleen in Hem te geloven,
7157 Fili   2:4  |                     4 Een iegelijk zie niet op het zijne, maar een iegelijk
7158 Fili   2:12 |               gehoorzaam geweest zijt, niet als in mijn tegenwoordigheid
7159 Fili   2:16 |               dag van Christus, dat ik niet tevergeefs heb gelopen,
7160 Fili   2:21 |                zoeken allen het hunne, niet hetgeen van Christus Jezus
7161 Fili   2:27 |               Zich zijner ontfermd; en niet alleen zijner, maar ook
7162 Fili   2:27 |              maar ook mijner, opdat ik niet droefheid op droefheid zou
7163 Fili   2:30 |               dood gekomen, zijn leven niet achtende, opdat hij het
7164 Fili   3:1  |             aan u te schrijven, is mij niet verdrietig, en het is u
7165 Fili   3:3  |              Christus Jezus roemen, en niet in het vlees betrouwen. ~
7166 Fili   3:9  |              En in Hem gevonden worde, niet hebbende mijn rechtvaardigheid,
7167 Fili   3:12 |                                     12 Niet dat ik het alrede gekregen
7168 Fili   3:13 |                   13 Broeders, ik acht niet, dat ik zelf het gegrepen
7169 Fili   4:10 |                gij hebt de gelegenheid niet gehad. ~
7170 Fili   4:11 |                                     11 Niet dat ik dit zeg vanwege gebrek;
7171 Fili   4:17 |                                     17 Niet dat ik de gave zoek, maar
7172 Kol   1:9   |                wij het gehoord hebben, niet ophouden voor u te bidden
7173 Kol   1:23  |                 gefondeerd en vast, en niet bewogen wordt van de hope
7174 Kol   2:1   |                aangezicht in het vlees niet hebben gezien; ~
7175 Kol   2:4   |                 4 En dit zeg ik, opdat niet iemand u misleide met beweegredenen,
7176 Kol   2:8   |              beginselen der wereld, en niet naar Christus; ~
7177 Kol   2:18  |              intredende in hetgeen hij niet gezien heeft, tevergeefs
7178 Kol   2:19  |                        19 En het Hoofd niet behoudende, uit hetwelk
7179 Kol   2:21  |                       21 Namelijk raak niet, en smaak niet, en roer
7180 Kol   2:21  |           Namelijk raak niet, en smaak niet, en roer niet aan. ~
7181 Kol   2:21  |                 en smaak niet, en roer niet aan. ~
7182 Kol   2:23  |         nederigheid, en in het lichaam niet te sparen, doch zijn niet
7183 Kol   2:23  |              niet te sparen, doch zijn niet in enige waarde, maar tot
7184 Kol   3:2   |                dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. ~
7185 Kol   3:9   |                                9 Liegt niet tegen elkander, dewijl gij
7186 Kol   3:11  |                              11 Waarin niet is Griek en Jood, besnijdenis
7187 Kol   3:19  |              uw vrouwen lief, en wordt niet verbitterd tegen haar. ~
7188 Kol   3:21  |              vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos
7189 Kol   3:21  |               kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden. ~
7190 Kol   3:22  |               uw heren naar het vlees, niet met ogendiensten als mensenbehagers,
7191 Kol   3:23  |             van harte als den Heere en niet den mensen; ~
7192 1The   1:5  |               ons Evangelie is onder u niet alleen in woorden geweest,
7193 1The   1:8  |               Heeren luidbaar geworden niet alleen in Macedonie en Achaje;
7194 1The   1:8  |             hebt, uitgegaan, zodat wij niet van node hebben, iets daarvan
7195 1The   2:1  |            onzen ingang tot u, dat die niet ijdel is geweest; ~
7196 1The   2:3  |               3 Want onze vermaning is niet geweest uit verleiding,
7197 1The   2:4  |              worden, alzo spreken wij, niet als mensen behagende, maar
7198 1The   2:8  |                gaarne willen mededelen niet alleen het Evangelie van
7199 1The   2:13 |               gij dat aangenomen hebt, niet als der mensen woord, maar (
7200 1The   2:15 |               hebben vervolgd, en Gode niet behagen, en alle mensen
7201 1The   2:17 |            tijds, naar het aangezicht, niet naar het hart, hebben ons
7202 1The   2:19 |                roems? Zijt gij die ook niet voor onzen Heere Jezus Christus
7203 1The   3:1  |                1 Daarom, deze begeerte niet langer kunnende verdragen,
7204 1The   3:5  |               Daarom ook deze begeerte niet langer kunnende verdragen,
7205 1The   3:5  |              uw geloof te verstaan; of niet misschien de verzoeker u
7206 1The   4:5  |                                      5 Niet in kwade beweging der begeerlijkheid,
7207 1The   4:5  |               als de heidenen, die God niet kennen. ~
7208 1The   4:7  |                   7 Want God heeft ons niet geroepen tot onreinigheid,
7209 1The   4:9  |        broederlijke liefde nu hebt gij niet van node, dat ik u schrijve;
7210 1The   4:13 |              13 Doch, broeders, ik wil niet, dat gij onwetende zijt
7211 1The   4:13 |              ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als
7212 1The   4:15 |                de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen,
7213 1The   5:1  |       gelegenheden, broeders! hebt gij niet van node, dat men u schrijve. ~
7214 1The   5:4  |                gij, broeders, gij zijt niet in duisternis, dat u die
7215 1The   5:5  |           kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis. ~
7216 1The   5:6  |                      6 Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen,
7217 1The   5:9  |                   9 Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar
7218 1The   5:19 |                     19 Blust den Geest niet uit. ~
7219 1The   5:20 |               20 Veracht de profetieen niet. ~
7220 2The   1:8  |           doende over degenen, die God niet kennen, en over degenen,
7221 2The   1:8  |             onzen Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn. ~
7222 2The   2:2  |                              2 Dat gij niet haastelijk bewogen wordt
7223 2The   2:3  |         enigerlei wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de afval
7224 2The   2:5  |                          5 Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij u zijnde,
7225 2The   2:8  |               Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning
7226 2The   2:10 |             zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben, om zalig
7227 2The   2:12 |                worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een
7228 2The   3:2  |             mensen; want het geloof is niet aller. ~
7229 2The   3:6  |             die ongeregeld wandelt, en niet naar de inzetting, die hij
7230 2The   3:7  |            volgen; want wij hebben ons niet ongeregeld gedragen onder
7231 2The   3:8  |                bij iemand gegeten voor niet, maar in arbeid en moeite,
7232 2The   3:8  |                dag werkende, opdat wij niet iemand van u zouden lastig
7233 2The   3:9  |                                      9 Niet, dat wij de macht niet hebben,
7234 2The   3:9  |               9 Niet, dat wij de macht niet hebben, maar opdat wij onszelven
7235 2The   3:10 |                bevolen, dat, zo iemand niet wil werken, hij ook niet
7236 2The   3:10 |               niet wil werken, hij ook niet ete. ~
7237 2The   3:11 |           onder u ongeregeld wandelen, niet werkende, maar ijdele dingen
7238 2The   3:13 |               gij, broeders, vertraagt niet in goed te doen. ~
7239 2The   3:14 |            door deze brief geschreven, niet gehoorzaam is, tekent dien;
7240 2The   3:14 |             tekent dien; en vermengt u niet met hem, opdat hij beschaamd
7241 2The   3:15 |                        15 En houdt hem niet als een vijand, maar vermaant
7242 1Tim   1:7  |         Willende leraars der wet zijn, niet verstaande, noch wat zij
7243 1Tim   1:9  |              den rechtvaardigen de wet niet is gezet, maar den onrechtvaardigen
7244 1Tim   1:20 |                 opdat zij zouden leren niet meer te lasteren. ~  ~
7245 1Tim   2:7  |          waarheid in Christus, ik lieg niet), een leraar der heidenen,
7246 1Tim   2:9  |        matigheid zichzelven versieren, niet in vlechtingen des haars,
7247 1Tim   2:12 |               12 Doch ik laat de vrouw niet toe, dat zij lere, noch
7248 1Tim   2:14 |                          14 En Adam is niet verleid geworden; maar de
7249 1Tim   3:3  |                                      3 Niet genegen tot den wijn, geen
7250 1Tim   3:3  |              bescheiden, geen vechter, niet geldgierig. ~
7251 1Tim   3:5  |              zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal
7252 1Tim   3:6  |             Geen nieuweling, opdat hij niet opgeblazen worde, en in
7253 1Tim   3:7  |             die buiten zijn, opdat hij niet valle in smaadheid, en in
7254 1Tim   3:8  |        insgelijks moeten eerbaar zijn, niet tweetongig, niet die zich
7255 1Tim   3:8  |         eerbaar zijn, niet tweetongig, niet die zich tot veel wijns
7256 1Tim   4:14 |                     14 Verzuim de gave niet, die in u is, die u gegeven
7257 1Tim   5:1  |                1 Bestraf een ouden man niet hardelijk, maar vermaan
7258 1Tim   5:8  |         voornamelijk zijn huisgenoten, niet verzorgt, die heeft het
7259 1Tim   5:9  |               een weduwe gekozen worde niet minder dan van zestig jaren,
7260 1Tim   5:11 |             Maar neem de jonge weduwen niet aan; want als zij weelderig
7261 1Tim   5:12 |                eerste geloof hebben te niet gedaan. ~
7262 1Tim   5:13 |          omgaan bij de huizen; en zijn niet alleen ledig, maar ook klapachtig,
7263 1Tim   5:13 |             doende, sprekende, hetgeen niet betaamt. ~
7264 1Tim   5:16 |                doe, en dat de Gemeente niet bezwaard worde, opdat zij
7265 1Tim   5:18 |              Een dorsenden os zult gij niet muilbanden; en: De arbeider
7266 1Tim   5:23 |                               23 Drink niet langer water alleen, maar
7267 1Tim   5:25 |                mede gelegen is, kunnen niet verborgen worden. ~  ~
7268 1Tim   6:1  |               Naam van God, en de leer niet gelasterd worde. ~
7269 1Tim   6:2  |               heren hebben, zullen hen niet verachten, omdat zij broeders
7270 1Tim   6:3  |              een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde
7271 1Tim   6:7  |               is openbaar, dat wij ook niet kunnen iets daaruit dragen. ~
7272 1Tim   6:17 |          tegenwoordige wereld, dat zij niet hoogmoedig zijn, noch hun
7273 2Tim   1:7  |                   7 Want God heeft ons niet gegeven een geest der vreesachtigheid,
7274 2Tim   1:8  |                         8 Schaam u dan niet der getuigenis onzes Heeren,
7275 2Tim   1:9  |               met een heilige roeping; niet naar onze werken, maar naar
7276 2Tim   1:10 |        Christus, Die den dood heeft te niet gedaan, en het leven en
7277 2Tim   1:12 |                dingen lijde, maar word niet beschaamd; want ik weet,
7278 2Tim   1:16 |                heeft zich mijner keten niet geschaamd. ~
7279 2Tim   2:5  |              iemand strijdt, die wordt niet gekroond, zo hij niet wettelijk
7280 2Tim   2:5  |            wordt niet gekroond, zo hij niet wettelijk heeft gestreden. ~
7281 2Tim   2:9  |                 maar het Woord Gods is niet gebonden. ~
7282 2Tim   2:13 |            getrouw; Hij kan Zichzelven niet verloochenen. ~
7283 2Tim   2:15 |             stellen, een arbeider, die niet beschaamd wordt, die het
7284 2Tim   2:20 |            Doch in een groot huis zijn niet alleen gouden en zilveren
7285 2Tim   2:24 |           dienstknecht des Heeren moet niet twisten, maar vriendelijk
7286 2Tim   3:9  |                      9 Maar zij zullen niet meerder toenemen; want hun
7287 2Tim   4:3  |            wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig
7288 2Tim   4:8  |              in dien dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen,
7289 2Tim   4:16 |                verlaten. Het worde hun niet toegerekend. ~
7290 2Tim   5:2  |        eeuwigen levens, welke God, Die niet liegen kan, beloofd heeft,
7291 2Tim   5:6  |        gelovige kinderen hebbende, die niet te beschuldigen zijn van
7292 2Tim   5:7  |                een huisverzorger Gods, niet eigenzinnig, niet genegen
7293 2Tim   5:7  |                Gods, niet eigenzinnig, niet genegen tot toornigheid,
7294 2Tim   5:7  |               genegen tot toornigheid, niet genegen tot den wijn, geen
7295 2Tim   5:11 |           huizen verkeren, lerende wat niet behoort, om vuil gewins
7296 2Tim   5:14 |                             14 En zich niet begeven tot Joodse fabelen,
7297 Tit   1:2   |        eeuwigen levens, welke God, Die niet liegen kan, beloofd heeft,
7298 Tit   1:6   |        gelovige kinderen hebbende, die niet te beschuldigen zijn van
7299 Tit   1:7   |                een huisverzorger Gods, niet eigenzinnig, niet genegen
7300 Tit   1:7   |                Gods, niet eigenzinnig, niet genegen tot toornigheid,
7301 Tit   1:7   |               genegen tot toornigheid, niet genegen tot den wijn, geen
7302 Tit   1:11  |           huizen verkeren, lerende wat niet behoort, om vuil gewins
7303 Tit   1:14  |                             14 En zich niet begeven tot Joodse fabelen,
7304 Tit   2:3   |              lasteraarsters zijn, zich niet tot veel wijns begevende,
7305 Tit   2:5   |             zijn, opdat het Woord Gods niet gelasterd worde. ~
7306 Tit   2:9   |              alles welbehagelijk zijn, niet tegensprekende; ~
7307 Tit   2:10  |                                     10 Niet onttrekkende, maar alle
7308 Tit   3:5   |           Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid,
7309 Tit   3:14  |               nodig gebruik, opdat zij niet onvruchtbaar zijn. ~
7310 File   1:14 |                 opdat uw goeddadigheid niet zou zijn als naar bedwang,
7311 File   1:16 |                         16 Nu voortaan niet als een dienstknecht, maar
7312 File   1:19 |                het betalen; opdat ik u niet zegge, dat gij ook uzelven
7313 Heb   1:12  |           Dezelfde, en Uw jaren zullen niet ophouden. ~
7314 Heb   1:14  |                            14 Zijn zij niet allen gedienstige geesten,
7315 Heb   2:1   |              ons gehoord is, opdat wij niet te eniger tijd doorvloeien. ~
7316 Heb   2:5   |               Hij heeft aan de engelen niet onderworpen de toekomende
7317 Heb   2:8   |              niets uitgelaten, dat hem niet onderworpen zij; doch nu
7318 Heb   2:8   |              zij; doch nu zien wij nog niet, dat hem alle dingen onderworpen
7319 Heb   2:11  |              om welke oorzaak Hij Zich niet schaamt hen broeders te
7320 Heb   2:14  |             opdat Hij door den dood te niet doen zou dengene, die het
7321 Heb   2:16  |         waarlijk, Hij neemt de engelen niet aan, maar Hij neemt het
7322 Heb   3:8   |                8 Zo verhardt uw harten niet, gelijk het geschied is
7323 Heb   3:10  |               en zij hebben Mijn wegen niet gekend. ~
7324 Heb   3:12  |                Ziet toe, broeders, dat niet te eniger tijd in iemand
7325 Heb   3:13  |             heden genaamd wordt, opdat niet iemand uit u verhard worde
7326 Heb   3:15  |           hoort, zo verhardt uw harten niet, gelijk in de verbittering
7327 Heb   3:16  |            hebben Hem verbitterd, doch niet allen, die uit Egypte door
7328 Heb   3:17  |         geweest veertig jaren? Was het niet over degenen, die gezondigd
7329 Heb   3:18  |         gezworen, dat zij in Zijn rust niet zouden ingaan, anders dan
7330 Heb   3:19  |                19 En wij zien, dat zij niet hebben kunnen ingaan vanwege
7331 Heb   4:1   |               Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte
7332 Heb   4:2   |              dewijl het met het geloof niet gemengd was in degenen,
7333 Heb   4:6   |        Evangelie eerst verkondigd was, niet ingegaan zijn vanwege de
7334 Heb   4:7   |           hoort, zo verhardt uw harten niet. ~
7335 Heb   4:8   |               heeft, zo had Hij daarna niet gesproken van een anderen
7336 Heb   4:11  |             die rust in te gaan; opdat niet iemand in hetzelfde voorbeeld
7337 Heb   4:15  |          hebben geen hogepriester, die niet kan medelijden hebben met
7338 Heb   5:5   |                ook Christus Zichzelven niet verheerlijkt, om Hogepriester
7339 Heb   5:12  |               melk van node hebben, en niet vaste spijze. ~
7340 Heb   6:1   |               volmaaktheid voortvaren; niet wederom leggende het fondament
7341 Heb   6:10  |                         10 Want God is niet onrechtvaardig dat Hij uw
7342 Heb   6:12  |                           12 Opdat gij niet traag wordt, maar navolgers
7343 Heb   7:6   |              geslachtsrekening uit hen niet heeft, die heeft van Abraham
7344 Heb   7:11  |        Melchizedek zou opstaan, en die niet zou gezegd worden te zijn
7345 Heb   7:16  |                             16 Die dit niet naar de wet des vleselijken
7346 Heb   7:20  |                  20 En voor zoveel het niet zonder eedzwering is geschied, (
7347 Heb   7:21  |               gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester
7348 Heb   7:27  |                            27 Dien het niet allen dag nodig was, gelijk
7349 Heb   8:9   |                                      9 Niet naar het verbond, dat Ik
7350 Heb   8:9   |               zijn in dit Mijn verbond niet gebleven, en Ik heb op hen
7351 Heb   8:9   |             gebleven, en Ik heb op hen niet geacht, zegt de Heere. ~
7352 Heb   8:11  |                       11 En zij zullen niet leren, een iegelijk zijn
7353 Heb   9:5   |               wij nu van stuk tot stuk niet zullen zeggen. ~
7354 Heb   9:7   |       hogepriester, eenmaal des jaars, niet zonder bloed, hetwelk hij
7355 Heb   9:8   |              de weg des heiligdoms nog niet openbaar gemaakt was, zolang
7356 Heb   9:9   |                 die de dienst pleegde, niet konden heiligen naar het
7357 Heb   9:11  |              en volmaakten tabernakel, niet met handen gemaakt, dat
7358 Heb   9:11  |                handen gemaakt, dat is, niet van dit maaksel, ~
7359 Heb   9:18  |               18 Waarom ook het eerste niet zonder bloed is ingewijd. ~
7360 Heb   9:24  |                    24 Want Christus is niet ingegaan in het heiligdom,
7361 Heb   9:26  |            geopenbaard, om de zonde te niet te doen, door Zijnzelfs
7362 Heb  10:1   |               der toekomende goederen, niet het beeld zelf der zaken,
7363 Heb  10:5   |      Slachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij
7364 Heb  10:6   |           offer voor de zonde hebben U niet behaagd. ~
7365 Heb  10:8   |           offer voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch hebben U behaagd (
7366 Heb  10:25  |            onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen
7367 Heb  10:28  |              de wet van Mozes heeft te niet gedaan, die sterft zonder
7368 Heb  10:35  |            Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding
7369 Heb  10:37  |             komen staat, zal komen, en niet vertoeven. ~
7370 Heb  10:39  |                       39 Maar wij zijn niet van degenen, die zich onttrekken
7371 Heb  11:1   |              bewijs der zaken, die men niet ziet. ~
7372 Heb  11:3   |               de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen,
7373 Heb  11:5   |            geweest, opdat hij den dood niet zou zien; en hij werd niet
7374 Heb  11:5   |             niet zou zien; en hij werd niet gevonden, daarom dat hem
7375 Heb  11:7   |          zijnde van de dingen, die nog niet gezien werden, en bevreesd
7376 Heb  11:8   |              zou; en hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen
7377 Heb  11:13  |          geloof gestorven, de beloften niet verkregen hebbende, maar
7378 Heb  11:16  |                schaamt Zich God hunner niet, om hun God genaamd te worden;
7379 Heb  11:23  |         vreesden het gebod des konings niet. ~
7380 Heb  11:27  |             heeft hij Egypte verlaten, niet vrezende den toorn des konings;
7381 Heb  11:28  |       verderver der eerstgeborenen hen niet raken zou. ~
7382 Heb  11:31  |             geloof is Rachab, de hoer, niet omgekomen met de ongehoorzamen,
7383 Heb  11:35  |               de aangeboden verlossing niet aannemende, opdat zij een
7384 Heb  11:38  |                   38 (Welker de wereld niet waardig was) hebben in woestijnen
7385 Heb  11:39  |               gehad, hebben de belofte niet verkregen; ~
7386 Heb  11:40  |              had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden. ~  ~
7387 Heb  12:3   |             heeft verdragen, opdat gij niet verflauwt en bezwijkt in
7388 Heb  12:4   |            hebt nog tot den bloede toe niet tegengestaan, strijdende
7389 Heb  12:5   |               spreekt: Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des
7390 Heb  12:5   |                des Heeren, en bezwijkt niet, als gij van Hem bestraft
7391 Heb  12:7   |              zoon is er, dien de vader niet kastijdt?) ~
7392 Heb  12:8   |            zijt gij dan bastaarden, en niet zonen. ~
7393 Heb  12:9   |           ontzagen hen; zullen wij dan niet veel meer den Vader der
7394 Heb  12:13  |              opdat hetgeen kreupel is, niet verdraaid worde, maar dat
7395 Heb  12:15  |                      15 Toeziende, dat niet iemand verachtere van de
7396 Heb  12:15  |                van de genade Gods; dat niet enige wortel der bitterheid,
7397 Heb  12:16  |                                 16 Dat niet iemand zij een hoereerder,
7398 Heb  12:18  |                       18 Want gij zijt niet gekomen tot den tastelijken
7399 Heb  12:19  |           baden, dat het woord tot hen niet meer zou gedaan worden.
7400 Heb  12:20  |                    20 (Want zij konden niet dragen, hetgeen er geboden
7401 Heb  12:25  |             dat gij Dien, Die spreekt, niet verwerpt; want indien dezen
7402 Heb  12:25  |            verwerpt; want indien dezen niet zijn ontvloden, die dengene
7403 Heb  12:25  |               gaf, veelmeer zullen wij niet ontvlieden, zo wij ons van
7404 Heb  12:26  |             Nog eenmaal zal Ik bewegen niet alleen de aarde, maar ook
7405 Heb  12:27  |          blijven zouden de dingen, die niet bewegelijk zijn. ~
7406 Heb  13:2   |             Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen
7407 Heb  13:5   |             Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet
7408 Heb  13:5   |              niet begeven, en Ik zal u niet verlaten. ~
7409 Heb  13:6   |              mij een Helper, en ik zal niet vrezen, wat mij een mens
7410 Heb  13:9   |                                9 Wordt niet omgevoerd met verscheidene
7411 Heb  13:9   |            gesterkt wordt door genade, niet door spijzen, door welke
7412 Heb  13:16  |    weldadigheid en de mededeelzaamheid niet; want aan zodanige offeranden
7413 Heb  13:17  |              doen mogen met vreugde en niet al zuchtende; want dat is
7414 Heb  13:17  |               zuchtende; want dat is u niet nuttig. ~
7415 Jako   1:5  |           iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem
7416 Jako   1:6  |               hij ze begere in geloof, niet twijfelende; want die twijfelt,
7417 Jako   1:7  |                   7 Want die mens mene niet, dat hij iets ontvangen
7418 Jako   1:13 |             God verzocht; want God kan niet verzocht worden met het
7419 Jako   1:16 |                              16 Dwaalt niet, mijn geliefde broeders! ~
7420 Jako   1:20 |               werkt Gods gerechtigheid niet. ~
7421 Jako   1:22 |             zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven
7422 Jako   1:23 |              hoorder is des Woords, en niet een dader, die is een man
7423 Jako   1:26 |      godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn
7424 Jako   2:1  |                  1 Mijn broeders, hebt niet het geloof van onzen Heere
7425 Jako   2:4  |                         4 Hebt gij dan niet in uzelven een onderscheid
7426 Jako   2:5  |           geliefde broeders, heeft God niet uitverkoren de armen dezer
7427 Jako   2:6  |              aangedaan. Overweldigen u niet de rijken, en trekken zij
7428 Jako   2:6  |               rijken, en trekken zij u niet tot de rechterstoelen? ~
7429 Jako   2:7  |                         7 Lasteren zij niet den goeden naam, die over
7430 Jako   2:11 |             heeft ook gezegd: Gij zult niet doden. Indien gij nu geen
7431 Jako   2:14 |                 en hij heeft de werken niet? Kan dat geloof hem zaligmaken? ~
7432 Jako   2:16 |                 en gijlieden zoudt hun niet geven de nooddruftigheden
7433 Jako   2:17 |           geloof, indien het de werken niet heeft, is bij zichzelven
7434 Jako   2:21 |            Abraham, onze vader, is hij niet uit de werken gerechtvaardigd,
7435 Jako   2:24 |              gerechtvaardigd wordt, en niet alleenlijk uit het geloof? ~
7436 Jako   2:25 |                Rachab, de hoer, is zij niet uit de werken gerechtvaardigd
7437 Jako   3:1  |                                 1 Zijt niet vele meesters, mijn broeders,
7438 Jako   3:2  |               Indien iemand in woorden niet struikelt, die is een volmaakt
7439 Jako   3:10 |              moet, mijn broeders, alzo niet geschieden. ~
7440 Jako   3:14 |                hart, zo roemt en liegt niet tegen de waarheid. ~
7441 Jako   3:15 |                 15 Deze is de wijsheid niet, die van boven afkomt, maar
7442 Jako   3:17 |  barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig oordelende, en
7443 Jako   4:1  |         vechterijen onder u? Komen zij niet hiervan, namelijk uit uw
7444 Jako   4:2  |                 2 Gij begeert, en hebt niet; gij benijdt en ijvert naar
7445 Jako   4:2  |                naar dingen, en kunt ze niet verkrijgen; gij vecht en
7446 Jako   4:2  |             voert krijg, doch gij hebt niet, omdat gij niet bidt. ~
7447 Jako   4:2  |               gij hebt niet, omdat gij niet bidt. ~
7448 Jako   4:3  |              Gij bidt, en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt,
7449 Jako   4:4  |              overspeleressen, weet gij niet, dat de vriendschap der
7450 Jako   4:11 |                   11 Broeders, spreekt niet kwalijk van elkander. Die
7451 Jako   4:14 |                            14 Gij, die niet weet, wat morgen geschieden
7452 Jako   4:17 |              dan weet goed te doen, en niet doet, dien is het zonde.    ~
7453 Jako   5:6  |     rechtvaardige; en hij wederstaat u niet. ~
7454 Jako   5:9  |                                9 Zucht niet tegen elkander, broeders,
7455 Jako   5:9  |          elkander, broeders, opdat gij niet veroordeeld wordt; ziet,
7456 Jako   5:12 |          dingen, mijn broeders, zweert niet, noch bij den hemel, noch
7457 Jako   5:17 |             hij bad een gebed, dat het niet zou regenen; en het regende
7458 Jako   5:17 |                regenen; en het regende niet op de aarde in drie jaren
7459 1Pet   1:8  |                        8 Denwelken gij niet gezien hebt, en nochtans
7460 1Pet   1:8  |           Denwelken gij nu, hoewel Hem niet ziende, maar gelovende,
7461 1Pet   1:12 |                geopenbaard is, dat zij niet zichzelven, maar ons bedienden
7462 1Pet   1:14 |             gehoorzame kinderen, wordt niet gelijkvormig aan de begeerlijkheden,
7463 1Pet   1:18 |                     18 Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen,
7464 1Pet   1:23 |                 die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit
7465 1Pet   2:6  |                Die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. ~
7466 1Pet   2:10 |                volk zijt; die eertijds niet ontfermd waart, maar nu
7467 1Pet   2:16 |                      16 Als vrijen, en niet de vrijheid hebbende als
7468 1Pet   2:18 |            vreze onderdanig den heren, niet alleen den goeden en bescheidenen,
7469 1Pet   2:23 |               als Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij
7470 1Pet   2:23 |          wederschold, en als Hij leed, niet dreigde; maar gaf het over
7471 1Pet   3:3  |               3 Welker versiersel zij, niet hetgeen uiterlijk is, bestaande
7472 1Pet   3:6  |              zijt, als gij weldoet, en niet vreest voor enige verschrikking. ~
7473 1Pet   3:7  |            haar zijt; opdat uw gebeden niet verhinderd worden. ~
7474 1Pet   3:9  |                             9 Vergeldt niet kwaad voor kwaad, of schelden
7475 1Pet   3:14 |              zijt gij zalig; en vreest niet uit vreze van hen, en wordt
7476 1Pet   3:14 |                vreze van hen, en wordt niet ontroerd; ~
7477 1Pet   3:21 |              doop, ons nu ook behoudt, niet die een aflegging is der
7478 1Pet   4:2  |                                2 Om nu niet meer naar de begeerlijkheden
7479 1Pet   4:4  |            zich vreemd houden, als gij niet medeloopt tot dezelfde uitgieting
7480 1Pet   4:12 |                  12 Geliefden, houdt u niet vreemd over de hitte der
7481 1Pet   4:16 |              Christen, die schame zich niet, maar verheerlijke God in
7482 1Pet   5:2  |             hebbende opzicht daarover, niet uit bedwang, maar gewilliglijk;
7483 2Pet   1:8  |         overvloedig zijn, zij zullen u niet ledig noch onvruchtbaar
7484 2Pet   1:9  |            Want bij welken deze dingen niet zijn, die is blind, van
7485 2Pet   1:9  |                die is blind, van verre niet ziende, hebbende vergeten
7486 2Pet   1:12 |                       12 Daarom zal ik niet verzuimen u altijd daarvan
7487 2Pet   1:21 |               de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil
7488 2Pet   2:3  |              het oordeel van over lang niet ledig is, en hun verderf
7489 2Pet   2:3  |                en hun verderf sluimert niet. ~
7490 2Pet   2:4  |         engelen, die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar, die
7491 2Pet   2:5  |                    5 En de oude wereld niet heeft gespaard, maar Noach,
7492 2Pet   2:10 |                en die de heerlijkheden niet schromen te lasteren; ~
7493 2Pet   2:12 |              zij lasteren, hetgeen zij niet verstaan, zullen in hun
7494 2Pet   2:14 |              ogen vol overspel, en die niet ophouden van zondigen; verlokkende
7495 2Pet   2:21 |              den weg der gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij,
7496 2Pet   3:8  |               Doch deze ene zaak zij u niet onbekend, geliefden, dat
7497 2Pet   3:9  |             Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid
7498 2Pet   3:9  |                is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen verloren
7499 2Pet   3:17 |              wetende, wacht u, dat gij niet door de verleiding der gruwelijke
7500 1Joh   1:6  |               wij, en doen de waarheid niet. ~