Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
niemands 3
nieren 32
niesde 1
niet 7660
nietig 3
nietige 2
nietigen 1
Frequency    [«  »]
8706 gij
7945 dat
7933 is
7660 niet
6228 der
6208 uw
6044 u

Bijbel

IntraText - Concordances

niet

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7660

     Book Chapter: Verse
3001 Psa 39:11 | ogen, ook zij zelven zijn niet bij mij. ~ 3002 Psa 39:14 | ben als een dove, ik hoor niet, en als een stomme, die 3003 Psa 39:14 | een stomme, die zijn mond niet opendoet. ~ 3004 Psa 39:15 | ik ben als een man, die niet hoort, en in wiens mond 3005 Psa 39:17 | Dat zij zich toch over mij niet verblijden! Wanneer mijn 3006 Psa 39:22 | 22 Verlaat mij niet, o HEERE, mijn God! wees 3007 Psa 39:22 | o HEERE, mijn God! wees niet verre van mij. ~ 3008 Psa 40:2 | mijn wegen bewaren, dat ik niet zondige met mijn tong; ik 3009 Psa 40:7 | brengt bijeen, en men weet niet, wie het naar zich nemen 3010 Psa 40:9 | overtredingen; en stel mij niet tot een smaad des dwazen. ~ 3011 Psa 40:10 | verstomd, ik zal mijn mond niet opendoen, want Gij hebt 3012 Psa 40:13 | mijn geroep ter ore; zwijg niet tot mijn tranen; want ik 3013 Psa 40:14 | eer dat ik heenga, en ik niet meer zij. ~  ~ 3014 Psa 41:5 | zijn vertrouwen stelt, en niet omziet naar de hovaardigen, 3015 Psa 41:6 | vele gemaakt, men kan ze niet in orde bij U verhalen; 3016 Psa 41:7 | brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geeist. ~ 3017 Psa 41:10 | mijn lippen bedwing ik niet; HEERE! Gij weet het. ~ 3018 Psa 41:11 | Uw gerechtigheid bedek ik niet in het midden mijns harten; 3019 Psa 41:11 | weldadigheid en Uw trouw verheel ik niet in de grote gemeente. ~ 3020 Psa 41:12 | barmhartigheden van mij niet onthouden; laat Uw weldadigheid 3021 Psa 41:13 | mij aangegrepen, dat ik niet heb kunnen zien; zij zijn 3022 Psa 41:18 | Bevrijder; o mijn God! vertoef niet. ~  ~ 3023 Psa 42:3 | gemaakt worden. Geef hem ook niet over in zijner vijanden 3024 Psa 42:9 | hij, die nederligt, zal niet weder opstaan. ~ 3025 Psa 42:12 | dat mijn vijand over mij niet zal juichen. ~ 3026 Psa 44:4 | Want zij hebben het land niet geerfd door hun zwaard, 3027 Psa 44:7 | 7 Want ik vertrouw niet op mijn boog, en mijn zwaard 3028 Psa 44:7 | en mijn zwaard zal mij niet verlossen. ~ 3029 Psa 44:10 | Gij met onze krijgsheiren niet uittrekt. ~ 3030 Psa 44:13 | en Gij verhoogt hun prijs niet. ~ 3031 Psa 44:18 | overkomen, nochtans hebben wij U niet vergeten, noch valselijk 3032 Psa 44:19 | 19 Ons hart is niet achterwaarts gekeerd, noch 3033 Psa 44:22 | 22 Zou God zulks niet onderzoeken? Want Hij weet 3034 Psa 44:24 | HEERE! Ontwaak, verstoot niet in eeuwigheid. ~ 3035 Psa 46:3 | 3 Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de 3036 Psa 46:6 | midden van haar, zij zal niet wankelen; God zal haar helpen 3037 Psa 49:8 | hij zal Gode zijn rantsoen niet kunnen geven; ~ 3038 Psa 49:10 | leven, en de verderving niet zien. ~ 3039 Psa 49:13 | die in waarde is, blijft niet; hij wordt gelijk als de 3040 Psa 49:17 | 17 Vrees niet, wanneer een man rijk wordt, 3041 Psa 49:18 | hij zal in zijn sterven niet met al medenemen, zijn eer 3042 Psa 49:18 | medenemen, zijn eer zal hem niet nadalen. ~ 3043 Psa 49:20 | eeuwigheid zullen zij het licht niet zien. ~ 3044 Psa 50:3 | Onze God zal komen en zal niet zwijgen; een vuur voor Zijn 3045 Psa 50:8 | Om uw offeranden zal Ik u niet straffen, want uw brandofferen 3046 Psa 50:12 | Mij hongerde, Ik zou het u niet zeggen; want Mijn is de 3047 Psa 50:22 | godvergetenden! opdat Ik niet verscheure en niemand redde. ~ 3048 Psa 51:13 | 13 Verwerp mij niet van Uw aangezicht, en neem 3049 Psa 51:13 | en neem Uw Heiligen Geest niet van mij. ~ 3050 Psa 51:19 | verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten. ~ 3051 Psa 52:9 | 9 Ziet den man, die God niet stelde tot Zijn Sterkte, 3052 Psa 53:4 | niemand, die goed doet, ook niet een. ~ 3053 Psa 53:5 | brood aten? Zij roepen God niet aan. ~ 3054 Psa 54:2 | hadden: Verbergt zich David niet bij ons? ~ 3055 Psa 54:5 | mijn ziel; zij stellen God niet voor hun ogen. Sela. ~ 3056 Psa 55:2 | gebed ter oren, en verberg U niet voor mijn smeking. ~ 3057 Psa 55:12 | en list en bedrog wijkt niet van haar straat. ~ 3058 Psa 55:13 | gedragen; het is mijn hater niet, die zich tegen mij groot 3059 Psa 55:20 | verandering is, en zij God niet vrezen. ~ 3060 Psa 55:23 | onderhouden; Hij zal in eeuwigheid niet toelaten, dat de rechtvaardige 3061 Psa 55:24 | bedrogs zullen hun dagen niet ter helft brengen; ik, daarentegen, 3062 Psa 56:5 | vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zoude mij vlees 3063 Psa 56:9 | tranen in uw fles; zijn zij niet in Uw register? ~ 3064 Psa 56:12 | vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zou mij de mens 3065 Psa 56:14 | gered van den dood; ook niet mijn voeten van aanstoot, 3066 Psa 58:6 | 6 Opdat zij niet hore naar de stem der belezers, 3067 Psa 58:9 | vrouwe misdracht, de zon niet aanschouwen. ~ 3068 Psa 59:12 | 12 Dood hen niet, opdat mijn volk het niet 3069 Psa 59:12 | niet, opdat mijn volk het niet vergete; doe hen omzwerven 3070 Psa 59:14 | verteer hen, dat zij er niet zijn, en laat hen weten, 3071 Psa 59:16 | vernachten, al zijn zij niet verzadigd. ~ 3072 Psa 60:12 | 12 Zult Gij het niet zijn, o God! Die ons verstoten 3073 Psa 60:12 | Die ons verstoten hadt, en niet uittoogt, o God! met onze 3074 Psa 62:3 | mijn Hoog Vertrek, ik zal niet grotelijks wankelen. ~ 3075 Psa 62:7 | mijn Hoog Vertrek; ik zal niet wankelen. ~ 3076 Psa 62:11 | 11 Vertrouwt niet op onderdrukking, noch op 3077 Psa 62:11 | noch op roverij; wordt niet ijdel, als het vermogen 3078 Psa 62:11 | aanwast, en zet er het hart niet op. ~ 3079 Psa 64:5 | zij naar hem, en vrezen niet. ~ 3080 Psa 66:7 | heidenen; laat de afvalligen niet verhoogd worden. Sela. ~ 3081 Psa 66:9 | zielen in het leven stelt, en niet toelaat, dat onze voet wankele. ~ 3082 Psa 66:18 | hart gezien, de Heere zou niet gehoord hebben. ~ 3083 Psa 66:20 | zij God, Die mijn gebed niet heeft afgewend, noch Zijn 3084 Psa 69:3 | grondeloze modder, waar men niet kan staan; ik ben gekomen 3085 Psa 69:5 | machtig geworden; wat ik niet geroofd heb, moet ik alsdan 3086 Psa 69:6 | mijn schulden zijn voor U niet verborgen. ~ 3087 Psa 69:7 | 7 Laat hen door mij niet beschaamd worden, die U 3088 Psa 69:7 | heirscharen, laat hen door mij niet te schande worden, die U 3089 Psa 69:15 | uit het slijk, en laat mij niet verzinken; laat mij gered 3090 Psa 69:16 | 16 Laat de watervloed mij niet overstromen, en laat de 3091 Psa 69:16 | overstromen, en laat de diepte mij niet verslinden; en laat den 3092 Psa 69:16 | den put zijn mond over mij niet toesluiten. ~ 3093 Psa 69:18 | En verberg Uw aangezicht niet van Uw knecht, want mij 3094 Psa 69:21 | vertroosters, maar heb ze niet gevonden. ~ 3095 Psa 69:24 | duister worden, dat zij niet zien; en doe hun lenden 3096 Psa 69:28 | hun misdaad, en laat hen niet komen tot Uw gerechtigheid. ~ 3097 Psa 69:29 | en met de rechtvaardigen niet aangeschreven worden. ~ 3098 Psa 69:34 | veracht Zijn gevangenen niet. ~ 3099 Psa 70:6 | Bevrijder; HEERE, vertoef niet! ~ 3100 Psa 71:1 | HEERE! betrouw ik; laat mij niet beschaamd worden in eeuwigheid. ~ 3101 Psa 71:9 | 9 Verwerp mij niet in den tijd des ouderdoms; 3102 Psa 71:9 | des ouderdoms; verlaat mij niet, terwijl mijn kracht vergaat. ~ 3103 Psa 71:12 | 12 O God, wees niet verre van mij; mijn God! 3104 Psa 71:15 | heil; hoewel ik de getallen niet weet. ~ 3105 Psa 71:18 | grijsheid daar is, verlaat mij niet, o God, totdat ik dezen 3106 Psa 72:7 | van vrede, totdat de maan niet meer zij. ~ 3107 Psa 73:5 | 5 Zij zijn niet in de moeite als andere 3108 Psa 73:5 | worden met andere mensen niet geplaagd. ~ 3109 Psa 73:19 | nemen een einde, worden te niet van verschrikkingen! ~ 3110 Psa 74:9 | 9 Wij zien onze tekenen niet; er is geen profeet meer, 3111 Psa 74:19 | de ziel Uwer tortelduif niet over; vergeet den hoop Uwer 3112 Psa 74:19 | den hoop Uwer ellendigen niet in eeuwigheid. ~ 3113 Psa 74:21 | 21 Laat den verdrukte niet beschaamd wederkeren; laat 3114 Psa 74:23 | 23 Vergeet niet het geroep Uwer wederpartijders; 3115 Psa 75:5 | tot de onzinnigen: Weest niet onzinnig; en tot de goddelozen: 3116 Psa 75:5 | goddelozen: Verhoogt den hoorn niet. ~ 3117 Psa 75:6 | 6 Verhoogt uw hoorn niet omhoog; spreekt niet met 3118 Psa 75:6 | hoorn niet omhoog; spreekt niet met stijven hals. ~ 3119 Psa 75:7 | 7 Want het verhogen komt niet uit het oosten, noch uit 3120 Psa 77:3 | nachts uitgestrekt, en liet niet af; mijn ziel weigerde getroost 3121 Psa 77:5 | was verslagen, en sprak niet. ~ 3122 Psa 77:8 | eeuwigheden verstoten, en voortaan niet meer goedgunstig zijn? ~ 3123 Psa 77:20 | en Uw voetstappen werden niet bekend. ~ 3124 Psa 78:4 | 4 Wij zullen het niet verbergen voor hun kinderen, 3125 Psa 78:7 | zouden stellen, en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden 3126 Psa 78:8 | 8 En dat zij niet zouden worden gelijk hun 3127 Psa 78:8 | geslacht, dat zijn hart niet richtte, en welks geest 3128 Psa 78:8 | richtte, en welks geest niet getrouw was met God. ~ 3129 Psa 78:10 | Zij hielden Gods verbond niet, en weigerden te wandelen 3130 Psa 78:22 | 22 Omdat zij in God niet geloofden, en op Zijn heil 3131 Psa 78:22 | geloofden, en op Zijn heil niet vertrouwden. ~ 3132 Psa 78:30 | 30 Zij waren nog niet vervreemd van hun lust; 3133 Psa 78:32 | zondigden zij nog, en geloofden niet, door Zijn wonderen. ~ 3134 Psa 78:37 | 37 Want hun hart was niet recht met Hem, en zij waren 3135 Psa 78:37 | recht met Hem, en zij waren niet getrouw in Zijn verbond. ~ 3136 Psa 78:38 | ongerechtigheid, en verdierf hen niet; maar wendde dikwijls Zijn 3137 Psa 78:38 | wekte Zijn ganse grimmigheid niet op. ~ 3138 Psa 78:39 | een wind, die henengaat en niet wederkeert. ~ 3139 Psa 78:42 | 42 Zij dachten niet aan Zijn hand, aan den dag, 3140 Psa 78:44 | en hun stromen, opdat zij niet zouden drinken. ~ 3141 Psa 78:50 | toorn; Hij onttrok hun ziel niet van den dood; en hun gedierte 3142 Psa 78:53 | leidde hen zeker, zodat zij niet vreesden; want de zee had 3143 Psa 78:56 | onderhielden Zijn getuigenissen niet. ~ 3144 Psa 78:63 | hun jonge dochters werden niet geprezen. ~ 3145 Psa 78:64 | en hun weduwen weenden niet. ~ 3146 Psa 78:67 | stam van Efraim verkoos Hij niet. ~ 3147 Psa 79:6 | over de heidenen, die U niet kennen, en over de koninkrijken, 3148 Psa 79:6 | koninkrijken, die Uw Naam niet aanroepen. ~ 3149 Psa 79:8 | Gedenk ons de vorige misdaden niet; haast U, laat Uw barmhartigheden 3150 Psa 80:19 | 19 Zo zullen wij van U niet terugkeren; behoud ons in 3151 Psa 81:6 | gehoord heb een spraak, die ik niet verstond; ~ 3152 Psa 81:12 | Mijn volk heeft Mijn stem niet gehoord; en Israel heeft 3153 Psa 81:12 | en Israel heeft Mijner niet gewild. ~ 3154 Psa 82:5 | 5Zij weten niet, en verstaan niet; zij wandelen 3155 Psa 82:5 | weten niet, en verstaan niet; zij wandelen steeds in 3156 Psa 83:2 | 2 O God! zwijg niet, houd U niet als doof, en 3157 Psa 83:2 | God! zwijg niet, houd U niet als doof, en zijt niet stil, 3158 Psa 83:2 | U niet als doof, en zijt niet stil, o God! ~ 3159 Psa 83:5 | dat aan den naam Israels niet meer gedacht worde. ~ 3160 Psa 84:12 | geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die 3161 Psa 85:5 | God onzes heils! en doe te niet Uw toornigheid over ons. ~ 3162 Psa 85:7 | 7 Zult Gij ons niet weder levend maken, opdat 3163 Psa 85:9 | vrede spreken; maar dat zij niet weder tot dwaasheid keren. ~ 3164 Psa 86:14 | mijn ziel; en zij stellen U niet voor hun ogen. ~ 3165 Psa 88:6 | het graf liggen, die Gij niet meer gedenkt, en zij zijn 3166 Psa 88:9 | ik ben besloten, en kan niet uitkomen. ~ 3167 Psa 89:23 | 23 De vijand zal hem niet dringen, en de zoon der 3168 Psa 89:23 | ongerechtigheid zal hem niet onderdrukken. ~ 3169 Psa 89:31 | verlaten, en in Mijn rechten niet wandelen; ~ 3170 Psa 89:32 | ontheiligen, en Mijn geboden niet houden; ~ 3171 Psa 89:34 | goedertierenheid zal Ik van hem niet wegnemen, en in Mijn getrouwheid 3172 Psa 89:34 | en in Mijn getrouwheid niet feilen. ~ 3173 Psa 89:35 | 35 Ik zal Mijn verbond niet ontheiligen, en hetgeen 3174 Psa 89:35 | lippen gegaan is, zal Ik niet veranderen. ~ 3175 Psa 89:40 | het verbond Uws knechts te niet gedaan; Gij hebt zijn kroon 3176 Psa 89:44 | zwaards omgekeerd, en hebt hem niet staande gehouden in den 3177 Psa 89:49 | man leeft er, die den dood niet zien zal, die zijn ziel 3178 Psa 91:5 | 5 Gij zult niet vrezen voor den schrik des 3179 Psa 91:7 | rechterhand; tot u zal het niet genaken. ~ 3180 Psa 92:7 | onvernuftig man weet er niet van, en een dwaas verstaat 3181 Psa 92:7 | dwaas verstaat ditzelve niet; ~ 3182 Psa 93:1 | wereld bevestigd, zij zal niet wankelen. ~ 3183 Psa 94:7 | zeggen: De HEERE ziet het niet, en de God van Jakob merkt 3184 Psa 94:7 | God van Jakob merkt het niet. ~ 3185 Psa 94:9 | Hij, Die het oor plant, niet horen? zou Hij, Die het 3186 Psa 94:9 | Hij, Die het oog formeert, niet aanschouwen? ~ 3187 Psa 94:10 | Die de heidenen tuchtigt, niet straffen, Hij, Die den mens 3188 Psa 94:14 | Want de HEERE zal Zijn volk niet begeven, en Hij zal Zijn 3189 Psa 94:14 | begeven, en Hij zal Zijn erve niet verlaten. ~ 3190 Psa 95:8 | 8 Verhardt uw hart niet, gelijk te Meriba, gelijk 3191 Psa 95:10 | en zij kennen Mijn wegen niet. ~ 3192 Psa 96:10 | bevestigd worden, zij zal niet bewogen worden; Hij zal 3193 Psa 100:3 | Hij heeft ons gemaakt (en niet wij), Zijn volk en de schapen 3194 Psa 101:3 | afvalligen, het zal mij niet aankleven. ~ 3195 Psa 101:4 | wijken; den boze zal ik niet kennen. ~ 3196 Psa 101:5 | trots van hart, die zal ik niet vermogen. ~ 3197 Psa 101:7 | pleegt, zal binnen mijn huis niet blijven; die leugenen spreekt, 3198 Psa 101:7 | spreekt, zal voor mijn ogen niet bevestigd worden. ~ 3199 Psa 102:3 | 3 Verberg Uw aangezicht niet voor mij, neig Uw oor tot 3200 Psa 102:18 | die gans ontbloot is, en niet versmaad hebben hunlieder 3201 Psa 102:25 | zeide: Mijn God! neem mij niet weg in het midden mijner 3202 Psa 102:28 | Dezelfde, en Uw jaren zullen niet geeindigd worden. ~ 3203 Psa 103:9 | 9 Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk 3204 Psa 103:10 | 10 Hij doet ons niet naar onze zonden, en vergeldt 3205 Psa 103:10 | zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden. ~ 3206 Psa 103:16 | daarover gegaan is, zo is zij niet meer, en haar plaats kent 3207 Psa 103:16 | en haar plaats kent haar niet meer. ~ 3208 Psa 104:9 | een paal gesteld, dien zij niet overgaan zullen; zij zullen 3209 Psa 104:9 | zullen; zij zullen de aarde niet weder bedekken. ~ 3210 Psa 104:35 | en de goddelozen zullen niet meer zijn. Loof den HEERE, 3211 Psa 105:15 | 15 Tast Mijn gezalfden niet aan, en doet Mijn profeten 3212 Psa 105:28 | en zij waren Zijn woord niet wederspannig. ~ 3213 Psa 106:7 | vaders in Egypte hebben niet gelet op Uw wonderen; zij 3214 Psa 106:7 | menigte Uwer goedertierenheid niet gedachtig geweest; maar 3215 Psa 106:11 | overdekten hun wederpartijders; niet een van hen bleef over. ~ 3216 Psa 106:13 | verbeidden naar Zijn raad niet. ~ 3217 Psa 106:23 | af te keren, dat Hij hen niet verdierf. ~ 3218 Psa 106:24 | zij geloofden Zijn woord niet. ~ 3219 Psa 106:25 | stem des HEEREN hoorden zij niet. ~ 3220 Psa 106:34 | 34 Zij hebben die volken niet verdelgd, die de HEERE hun 3221 Psa 107:38 | en hun vee vermindert Hij niet. ~ 3222 Psa 108:12 | 12 Zult Gij het niet zijn, o God! Die ons verstoten 3223 Psa 108:12 | ons verstoten hadt, en Die niet uittoogt, o God! met onze 3224 Psa 109:1 | O God mijns lofs! zwijg niet. ~ 3225 Psa 109:14 | zonde zijner moeder worde niet uitgedelgd. ~ 3226 Psa 109:16 | 16 Omdat hij niet gedacht heeft weldadigheid 3227 Psa 110:4 | gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester 3228 Psa 112:6 | hij zal in der eeuwigheid niet wankelen; Lamed. de rechtvaardige 3229 Psa 112:8 | ondersteund zijnde, zal niet vrezen; Ain. totdat hij 3230 Psa 115:1 | 1 Niet ons, o HEERE! niet ons, 3231 Psa 115:1 | 1 Niet ons, o HEERE! niet ons, maar Uw Naam geef eer, 3232 Psa 115:5 | hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien 3233 Psa 115:5 | zij hebben ogen, maar zien niet; ~ 3234 Psa 115:6 | Oren hebben zij, maar horen niet; zij hebben een neus, maar 3235 Psa 115:6 | een neus, maar zij rieken niet; ~ 3236 Psa 115:7 | hebben zij, maar tasten niet; hun voeten, maar gaan niet; 3237 Psa 115:7 | niet; hun voeten, maar gaan niet; zij geven geen geluid door 3238 Psa 115:17 | De doden zullen den HEERE niet prijzen, noch die in de 3239 Psa 118:6 | HEERE is bij mij, ik zal niet vrezen; wat zal mij een 3240 Psa 118:17 | 17 Ik zal niet sterven, maar leven; en 3241 Psa 118:18 | maar Hij heeft mij ter dood niet overgegeven. ~ 3242 Psa 119:6 | 6  Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer 3243 Psa 119:8 | inzettingen bewaren; verlaat mij niet al te zeer. ~ 3244 Psa 119:10 | laat mij van Uw geboden niet afdwalen. ~ 3245 Psa 119:11 | verborgen, opdat ik tegen U niet zondigen zou. ~ 3246 Psa 119:16 | inzettingen; Uw woord zal ik niet vergeten. ~ 3247 Psa 119:19 | verberg Uw geboden voor mij niet. ~ 3248 Psa 119:31 | getuigenissen; o HEERE! beschaam mij niet. ~ 3249 Psa 119:36 | tot Uw getuigenissen, en niet tot gierigheid. ~ 3250 Psa 119:43 | der waarheid van mijn mond niet al te zeer, want ik hoop 3251 Psa 119:46 | Uw getuigenissen, en mij niet schamen. ~ 3252 Psa 119:51 | nochtans ben ik van Uw wet niet geweken. ~ 3253 Psa 119:60 | 60  Ik heb gehaast, en niet vertraagd Uw geboden te 3254 Psa 119:61 | nochtans heb ik Uw wet niet vergeten. ~ 3255 Psa 119:80 | Uw inzettingen, opdat ik niet beschaamd worde. ~ 3256 Psa 119:83 | doch Uw inzettingen heb ik niet vergeten. ~ 3257 Psa 119:85 | putten gegraven, hetwelk niet is naar Uw wet. ~ 3258 Psa 119:87 | maar ik heb Uw bevelen niet verlaten. ~ 3259 Psa 119:92 | 92  Indien Uw wet niet ware geweest al mijn vermaking, 3260 Psa 119:93 | bevelen in der eeuwigheid niet vergeten, want door dezelve 3261 Psa 119:102 | 102  Ik ben niet geweken van Uw rechten, 3262 Psa 119:109 | nochtans vergeet ik Uw wet niet. ~ 3263 Psa 119:110 | gelegd; nochtans ben ik niet afgedwaald van Uw bevelen. ~ 3264 Psa 119:116 | opdat ik leve; en laat mij niet beschaamd worden over mijn 3265 Psa 119:121 | gerechtigheid gedaan; geef mij niet over aan mijn onderdrukkers. ~ 3266 Psa 119:122 | laat de hovaardigen mij niet onderdrukken. ~ 3267 Psa 119:136 | mijn ogen, omdat zij Uw wet niet onderhouden. ~ 3268 Psa 119:141 | doch Uw bevelen vergeet ik niet. ~ 3269 Psa 119:153 | uit, want Uw wet heb ik niet vergeten. ~ 3270 Psa 119:155 | zij zoeken Uw inzettingen niet. ~ 3271 Psa 119:157 | Uw getuigenissen wijk ik niet. ~ 3272 Psa 119:158 | verdroot mij, dat zij Uw woord niet onderhielden. ~ 3273 Psa 119:176 | want Uw geboden heb ik niet vergeten. ~ 3274 Psa 121:3 | 3Hij zal uw voet niet laten wankelen; uw Bewaarder 3275 Psa 121:3 | wankelen; uw Bewaarder zal niet sluimeren. ~ 3276 Psa 121:4 | de Bewaarder Israels zal niet sluimeren, noch slapen. ~ 3277 Psa 121:6 | 6De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des 3278 Psa 124:6 | geloofd, Die ons in hun tanden niet heeft overgegeven tot een 3279 Psa 125:1 | zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar blijft in 3280 Psa 125:3 | scepter der goddeloosheid zal niet rusten op het lot der rechtvaardigen; 3281 Psa 125:3 | rechtvaardigen hun handen niet uitstrekken tot onrecht. ~ 3282 Psa 127:1 | Salomo. Zo de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden 3283 Psa 127:1 | daaraan; zo de HEERE de stad niet bewaart,tevergeefs waakt 3284 Psa 127:5 | gevuld heeft; zij zullen niet beschaamd worden, als zij 3285 Psa 129:2 | evenwel hebben zij mij niet overmocht. ~ 3286 Psa 129:7 | 7Waarmede de maaier zijn hand niet vult, noch de garvenbinder 3287 Psa 129:8 | 8En die voorbijgaan, niet zeggen: De zegen des HEEREN 3288 Psa 131:1 | David. O HEERE! mijn hart is niet verheven, en mijn ogen zijn 3289 Psa 131:1 | verheven, en mijn ogen zijn niet hoog; ook heb ik niet gewandeld 3290 Psa 131:1 | zijn niet hoog; ook heb ik niet gewandeld in dingen mij 3291 Psa 131:2 | 2Zo ik mijn ziel niet heb gezet en stil gehouden, 3292 Psa 132:10 | aangezicht Uws Gezalfden niet af, om Davids, Uws knechts 3293 Psa 132:11 | waarheid gezworen, waarvan Hij niet wijken zal, zeggende: Van 3294 Psa 135:16 | hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien 3295 Psa 135:16 | zij hebben ogen, maar zien niet; ~ 3296 Psa 135:17 | Oren hebben zij, maar horen niet; ook is er geen adem in 3297 Psa 137:6 | mijn gehemelte, zo ik aan u niet gedenke, zo ik Jeruzalem 3298 Psa 137:6 | gedenke, zo ik Jeruzalem niet verheffe boven het hoogste 3299 Psa 138:8 | der eeuwigheid; en laat niet varen de werken Uwer handen. ~  ~ 3300 Psa 139:6 | zij is hoog, ik kan er niet bij. ~ 3301 Psa 139:12 | verduistert de duisternis voor U niet; maar de nacht licht als 3302 Psa 139:15 | Mijn gebeente was voor U niet verholen, als ik in het 3303 Psa 139:21 | 21 Zou ik niet haten HEERE! die U haten? 3304 Psa 140:9 | begeerten des goddelozen niet; bevorder zijn kwaad voornemen 3305 Psa 140:9 | bevorder zijn kwaad voornemen niet; zij zouden zich verheffen. 3306 Psa 140:11 | in diepe kuilen, dat zij niet weder opstaan. ~ 3307 Psa 140:12 | kwade tong zal op de aarde niet bevestigd worden; een boos 3308 Psa 141:4 | 4 Neig mijn hart niet tot een kwade zaak, om enigen 3309 Psa 141:4 | ongerechtigheid werken; en dat ik niet ete van hun lekkernijen. ~ 3310 Psa 141:5 | zijn, het zal mijn hoofd niet breken; want nog zal ook 3311 Psa 141:8 | betrouw ik, ontbloot mijn ziel niet. ~ 3312 Psa 143:2 | 2 En ga niet in het gericht met Uw knecht; 3313 Psa 143:7 | bezwijkt; verberg Uw aangezicht niet van mij, want ik zou gelijk 3314 Psa 146:3 | 3 Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen 3315 Psa 147:20 | rechten, die kennen zij niet. Hallelujah! ~  ~ 3316 Spre 1:8 | verlaat de leer uwer moeder niet; ~ 3317 Spre 1:10 | zondaars u aanlokken, bewillig niet; ~ 3318 Spre 1:15 | 15      Mijn zoon! wandel niet met hen op den weg; weer 3319 Spre 1:25 | verworpen, en Mijn bestraffing niet gewild hebt; ~ 3320 Spre 1:28 | Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; zij zullen Mij 3321 Spre 1:28 | zoeken, maar zullen Mij niet vinden; ~ 3322 Spre 1:29 | en de vreze des HEEREN niet hebben verkoren. ~ 3323 Spre 1:30 | Zij hebben in Mijn raad niet bewilligd; al Mijn bestraffingen 3324 Spre 2:19 | tot haar ingaan, zullen niet wederkomen, en zullen de 3325 Spre 2:19 | zullen de paden des levens niet aantreffen; ~ 3326 Spre 3:1 | Mijn zoon! vergeet mijn wet niet, maar uw hart beware mijn 3327 Spre 3:3 | goedertierenheid en de trouw u niet verlaten; bind ze aan uw 3328 Spre 3:5 | en steun op uw verstand niet. ~ 3329 Spre 3:7 | 7      Zijt niet wijs in uw ogen; vrees den 3330 Spre 3:11 | verwerp de tucht des HEEREN niet, en wees niet verdrietig 3331 Spre 3:11 | des HEEREN niet, en wees niet verdrietig over Zijn kastijding; ~ 3332 Spre 3:15 | lusten mag, is met haar niet te vergelijken. ~ 3333 Spre 3:21 | Mijn zoon! laat ze niet afwijken van uw ogen; bewaar 3334 Spre 3:23 | wandelen, en gij zult uw voet niet stoten. ~ 3335 Spre 3:24 | gij nederligt, zult gij niet schrikken; maar gij zult 3336 Spre 3:25 | 25      Vrees niet voor haastigen schrik, noch 3337 Spre 3:27 | het goed van zijn meesters niet, als het in het vermogen 3338 Spre 3:28 | 28      Zeg niet tot uw naaste: Ga heen, 3339 Spre 3:30 | Twist met een mens niet zonder oorzaak, zo hij u 3340 Spre 3:31 | 31      Zijt niet nijdig over een man des 3341 Spre 4:2 | leer geve, verlaat mijn wet niet. ~ 3342 Spre 4:5 | verkrijg verstand; vergeet niet, en wijk niet van de redenen 3343 Spre 4:5 | verstand; vergeet niet, en wijk niet van de redenen mijns monds. ~ 3344 Spre 4:6 | 6      Verlaat ze niet, en zij zal u behoeden; 3345 Spre 4:12 | In uw gaan zal uw tred niet benauwd worden, en indien 3346 Spre 4:12 | indien gij loopt, zult gij niet struikelen. ~ 3347 Spre 4:13 | Grijp de tucht aan, laat niet af; bewaar ze, want zij 3348 Spre 4:14 | 14      Kom niet op het pad der goddelozen, 3349 Spre 4:14 | der goddelozen, en treed niet op den weg der bozen. ~ 3350 Spre 4:15 | Verwerp dien, ga er niet door; wijk er van, en ga 3351 Spre 4:16 | 16      Want zij slapen niet, zo zij geen kwaad gedaan 3352 Spre 4:16 | wordt weggenomen, zo zij niet iemand hebben doen struikelen. ~ 3353 Spre 4:19 | als donkerheid, zij weten niet, waarover zij struikelen 3354 Spre 4:21 | 21      Laat ze niet wijken van uw ogen, behoud 3355 Spre 4:27 | 27      Wijk niet ter rechter hand of ter 3356 Spre 5:6 | Opdat gij het pad des levens niet zoudt wegen, zijn haar gangen 3357 Spre 5:6 | ongestadig, dat gij het niet merkt. ~ 3358 Spre 5:7 | hoort naar mij, en wijkt niet van de redenen mijns monds. ~ 3359 Spre 5:8 | verre van haar, en nader niet tot de deur van haar huis; ~ 3360 Spre 5:9 | Opdat gij anderen uw eer niet geeft, en uw jaren den wrede; ~ 3361 Spre 5:10 | Opdat de vreemden zich niet verzadigen van uw vermogen, 3362 Spre 5:10 | al uw smartelijke arbeid niet kome in het huis des onbekenden; ~ 3363 Spre 5:13 | 13      En heb niet gehoord naar de stem mijner 3364 Spre 6:20 | verlaat de wet uwer moeder niet. ~ 3365 Spre 6:25 | Begeer haar schoonheid niet in uw hart, en laat ze u 3366 Spre 6:25 | in uw hart, en laat ze u niet vangen met haar oogleden. ~ 3367 Spre 6:27 | nemen, dat zijn klederen niet verbrand worden? ~ 3368 Spre 6:28 | kolen gaan, dat zijn voeten niet branden? ~ 3369 Spre 6:29 | al wie haar aanroert, zal niet onschuldig gehouden worden. ~ 3370 Spre 6:33 | vinden, en zijn smaad zal niet uitgewist worden. ~ 3371 Spre 6:34 | den dag der wraak zal hij niet verschonen. ~ 3372 Spre 6:35 | verzoening aannemen; en hij zal niet bewilligen, ofschoon gij 3373 Spre 7:11 | voeten bleven in haar huis niet; ~ 3374 Spre 7:19 | 19      Want de man is niet in zijn huis, hij is een 3375 Spre 7:23 | haast naar den strik, en niet weet, dat dezelve tegen 3376 Spre 7:25 | Laat uw hart tot haar wegen niet wijken, dwaalt niet op haar 3377 Spre 7:25 | wegen niet wijken, dwaalt niet op haar paden. ~ 3378 Spre 8:1 | 1      Roept de Wijsheid niet, en verheft niet de Verstandigheid 3379 Spre 8:1 | Wijsheid niet, en verheft niet de Verstandigheid Haar stem? ~ 3380 Spre 8:10 | Neemt Mijn tucht aan, en niet zilver, en wetenschap, meer 3381 Spre 8:11 | begeren mag, is met haar niet te vergelijken. ~ 3382 Spre 8:24 | geboren, als de afgronden nog niet waren, als nog geen fonteinen 3383 Spre 8:26 | Hij had de aarde nog niet gemaakt, noch de velden, 3384 Spre 8:29 | opdat de wateren Zijn bevel niet zouden overtreden; toen 3385 Spre 8:33 | wordt wijs, en verwerpt die niet. ~ 3386 Spre 9:8 | Bestraf den spotter niet, opdat hij u niet hate; 3387 Spre 9:8 | spotter niet, opdat hij u niet hate; bestraf den wijze, 3388 Spre 9:13 | slechtigheid zelve, en weet niet met al. ~ 3389 Spre 9:18 | 18      Maar hij weet niet, dat aldaar doden zijn; 3390 Spre 10:3 | ziel des rechtvaardigen niet hongeren; maar de have der 3391 Spre 10:19 | ontbreekt de overtreding niet; maar die zijn lippen wederhoudt, 3392 Spre 10:25 | voorbijgaat, alzo is de goddeloze niet meer; maar de rechtvaardige 3393 Spre 10:30 | rechtvaardige zal in eeuwigheid niet bewogen worden; maar de 3394 Spre 10:30 | goddelozen zullen de aarde niet bewonen. ~ 3395 Spre 11:21 | Hand aan hand zal de boze niet onschuldig zijn; maar het 3396 Spre 12:3 | 3      De mens zal niet bevestigd worden door goddeloosheid; 3397 Spre 12:3 | wortel der rechtvaardigen zal niet bewogen worden. ~ 3398 Spre 12:7 | worden omgekeerd, dat zij niet meer zijn; maar het huis 3399 Spre 12:27 | bedrieger zal zijn jachtvang niet braden; maar het kostelijk 3400 Spre 12:28 | haar voetpad is de dood niet. ~  ~  ~  ~ ~ 3401 Spre 13:1 | spotter hoort de bestraffing niet. ~ 3402 Spre 13:7 | zichzelven rijk maakt, en niet met al heeft, en een, die 3403 Spre 13:8 | arme hoort het schelden niet. ~ 3404 Spre 13:10 | hovaardigheid maakt men niet dan gekijf; maar bij de 3405 Spre 14:5 | Een waarachtig getuige zal niet liegen; maar een vals getuige 3406 Spre 14:10 | met deszelfs blijdschap niet vermengen. ~ 3407 Spre 14:22 | 22      Dwalen zij niet, die kwaad stichten? Maar 3408 Spre 15:7 | maar het hart der zotten niet alzo. ~ 3409 Spre 15:12 | 12      De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; 3410 Spre 15:12 | die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen. ~ 3411 Spre 16:5 | hand aan hand, zal hij niet onschuldig zijn. ~ 3412 Spre 16:10 | des konings; zijn mond zal niet overtreden in het gericht. ~ 3413 Spre 16:29 | leidt hem in een weg, die niet goed is. ~ 3414 Spre 17:5 | verblijdt in het verderf, zal niet onschuldig zijn. ~ 3415 Spre 17:7 | voortreffelijke lip past een dwaze niet, veelmin een prins een leugenachtige 3416 Spre 17:12 | man tegemoet kome, maar niet een zot in zijn dwaasheid. ~ 3417 Spre 17:13 | kwaad zal van zijn huis niet wijken. ~ 3418 Spre 17:20 | van hart, zal het goede niet vinden; en die verkeerd 3419 Spre 17:21 | vader des dwazen zal zich niet verblijden. ~ 3420 Spre 17:26 | 26      Het is niet goed, den rechtvaardige 3421 Spre 18:5 | 5      Het is niet goed, het aangezicht des 3422 Spre 19:2 | de ziel zonder wetenschap niet goed; en die met de voeten 3423 Spre 19:5 | Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die 3424 Spre 19:5 | en die leugen blaast, zal niet ontkomen. ~ 3425 Spre 19:9 | Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die 3426 Spre 19:10 | De weelde staat een zot niet wel; hoeveel te min een 3427 Spre 19:18 | is; maar verhef uw ziel niet, om hem te doden. ~ 3428 Spre 19:23 | vernachten; met het kwaad zal men niet bezocht worden. ~ 3429 Spre 19:24 | den boezem, en hij zal ze niet weder aan zijn mond brengen. ~ 3430 Spre 20:1 | al wie daarin dwaalt, zal niet wijs zijn. ~ 3431 Spre 20:4 | den winter zal de luiaard niet ploegen; daarom zal hij 3432 Spre 20:4 | in den oogst, maar er zal niet zijn. ~ 3433 Spre 20:13 | 13      Heb den slaap niet lief, opdat gij niet arm 3434 Spre 20:13 | slaap niet lief, opdat gij niet arm wordt; open uw ogen, 3435 Spre 20:19 | heimelijke; vermeng u dan niet met hem, die met zijn lippen 3436 Spre 20:21 | wordt, zo zal haar laatste niet gezegend worden. ~ 3437 Spre 20:22 | 22      Zeg niet: Ik zal het kwaad vergelden; 3438 Spre 20:23 | bedriegelijke weegschaal is niet goed. ~ 3439 Spre 21:13 | die zal ook roepen, en niet verhoord worden. ~ 3440 Spre 21:17 | wijn en olie liefheeft, zal niet rijk worden. ~ 3441 Spre 21:26 | rechtvaardige zal geven, en niet inhouden. ~ 3442 Spre 22:6 | geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken. ~ 3443 Spre 22:20 | 20      Heb ik u niet heerlijke dingen geschreven 3444 Spre 22:22 | 22      Beroof den arme niet, omdat hij arm is; en verbrijzel 3445 Spre 22:22 | verbrijzel den ellendige niet in de poort. ~ 3446 Spre 22:24 | 24      Vergezelschap u niet met een grammoedige, en 3447 Spre 22:24 | met een grammoedige, en ga niet om met een zeer grimmig 3448 Spre 22:25 | Opdat gij zijn paden niet leert, en een strik over 3449 Spre 22:26 | 26      Wees niet onder degenen, die in de 3450 Spre 22:27 | 27      Zo gij niet hadt om te betalen, waarom 3451 Spre 22:28 | 28      Zet de oude palen niet terug, die uw vaderen gemaakt 3452 Spre 22:29 | ongeachte lieden zal hij niet gesteld      worden. ~  ~ 3453 Spre 23:3 | 3      Laat u niet gelusten zijner smakelijke 3454 Spre 23:4 | 4      Vermoei u niet om rijk te worden; sta af 3455 Spre 23:6 | 6      Eet het brood niet desgenen, die boos is van 3456 Spre 23:6 | boos is van oog, en wees niet belust op zijn smakelijke 3457 Spre 23:7 | drink! maar zijn hart is niet met u; ~ 3458 Spre 23:9 | 9      Spreek niet voor het oor van een zot, 3459 Spre 23:10 | 10      Zet de oude palen niet terug; en kom op de akkers 3460 Spre 23:10 | kom op de akkers der wezen niet; ~ 3461 Spre 23:13 | de tucht van den jongen niet; als gij hem met de roede 3462 Spre 23:13 | roede zult slaan, zal hij niet sterven. ~ 3463 Spre 23:17 | 17      Uw hart zij niet nijdig over de zondaren; 3464 Spre 23:18 | beloning; en uw verwachting zal niet afgesneden worden. ~ 3465 Spre 23:20 | 20      Zijt niet onder de wijnzuipers, noch 3466 Spre 23:22 | heeft; en veracht uw moeder niet, als zij oud geworden is. ~ 3467 Spre 23:23 | waarheid, en verkoop ze niet, mitsgaders wijsheid, en 3468 Spre 23:31 | 31      Zie den wijn niet aan, als hij zich rood vertoont, 3469 Spre 23:35 | zult gij zeggen, ik ben niet ziek geweest; men heeft 3470 Spre 23:35 | mij gebeukt, ik heb het niet gevoeld; wanneer zal ik 3471 Spre 24:1 | 1      Zijt niet nijdig over de boze lieden, 3472 Spre 24:1 | de boze lieden, en laat u niet gelusten, om bij hen te 3473 Spre 24:7 | zal in de poort zijn mond niet opendoen. ~ 3474 Spre 24:12 | zegt: Ziet, wij weten dat niet; zal Hij, Die de harten 3475 Spre 24:12 | Die de harten weegt, dat niet merken? En Die uwe ziel 3476 Spre 24:12 | ziel gadeslaat, zal Hij het niet weten? Want Hij zal den 3477 Spre 24:14 | wezen, en uw verwachting zal niet afgesneden worden. ~ 3478 Spre 24:15 | 15      Loer niet, o goddeloze! op de woning 3479 Spre 24:15 | verwoest zijn legerplaats niet. ~ 3480 Spre 24:17 | 17      Verblijd u niet als uw vijand valt; en als 3481 Spre 24:17 | nederstruikelt, laat uw hart zich niet verheugen; ~ 3482 Spre 24:18 | Opdat het de HEERE niet zie, en het kwaad zij in 3483 Spre 24:19 | 19      Ontsteek u niet over de boosdoeners; zijt 3484 Spre 24:19 | over de boosdoeners; zijt niet nijdig over de goddelozen. ~ 3485 Spre 24:21 | en den koning; vermeng u niet met hen, die naar verandering 3486 Spre 24:23 | het gericht te kennen, is niet goed. ~ 3487 Spre 24:28 | 28      Wees niet zonder oorzaak getuige tegen 3488 Spre 24:29 | 29      Zeg niet: Gelijk als hij mij gedaan 3489 Spre 25:6 | 6      Praal niet voor het aangezicht des 3490 Spre 25:6 | aangezicht des konings, en sta niet in de plaats der groten; ~ 3491 Spre 25:8 | 8      Vaar niet haastelijk voort om te twisten, 3492 Spre 25:8 | misschien in het laatste daarvan niet wat doet, als uw naaste 3493 Spre 25:9 | heimelijke van een ander niet; ~ 3494 Spre 25:10 | degene, die het hoort, u niet smade; want uw kwaad gerucht 3495 Spre 25:10 | want uw kwaad gerucht zou niet afgekeerd worden. ~ 3496 Spre 25:16 | opdat gij misschien daarvan niet zat wordt, en dien uitspuwt. ~ 3497 Spre 25:17 | huis uws naasten, opdat hij niet zat van u worde, en u hate. ~ 3498 Spre 25:27 | Veel honigs te eten is niet goed; maar de onderzoeking 3499 Spre 25:28 | Een man, die zijn geest niet wederhouden kan, is een 3500 Spre 26:1 | alzo past den zot de eer niet. ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7660

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License