1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7660
Book Chapter: Verse
4001 Jes 54:4 | schaamrood, want gij zult niet te schande worden; maar
4002 Jes 54:4 | uws weduwschaps zult gij niet meer gedenken. ~
4003 Jes 54:9 | dat de wateren van Noach niet meer over de aarde zouden
4004 Jes 54:9 | heb Ik gezworen, dat Ik niet meer op u toornen,
4005 Jes 54:10 | goedertierenheid zal van u niet wijken, en het verbond Mijns
4006 Jes 54:10 | verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de HEERE,
4007 Jes 54:14 | verdrukking, want gij zult niet vrezen; en verre van verschrikking,
4008 Jes 54:14 | verschrikking, want zij zal tot u niet naken. ~
4009 Jes 54:15 | zekerlijk vergaderen, doch niet uit Mij; wie zich tegen
4010 Jes 54:17 | tegen u bereid wordt, zal niet gelukken, en alle tong,
4011 Jes 55:2 | en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk
4012 Jes 55:5 | een volk roepen, dat gij niet kendet, en het volk, dat
4013 Jes 55:5 | kendet, en het volk, dat u niet kende, zal tot u lopen,
4014 Jes 55:8 | Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw
4015 Jes 55:8 | gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. ~
4016 Jes 55:10 | nederdaalt, en derwaarts niet wederkeert; maar doorvochtigt
4017 Jes 55:11 | uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren;
4018 Jes 55:13 | tot een eeuwig teken, dat niet uitgeroeid zal worden. ~ ~
4019 Jes 56:2 | en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk
4020 Jes 56:5 | een volk roepen, dat gij niet kendet, en het volk, dat
4021 Jes 56:5 | kendet, en het volk, dat u niet kende, zal tot u lopen,
4022 Jes 56:8 | Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw
4023 Jes 56:8 | gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. ~
4024 Jes 56:10 | nederdaalt, en derwaarts niet wederkeert; maar doorvochtigt
4025 Jes 56:11 | uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren;
4026 Jes 56:13 | tot een eeuwig teken, dat niet uitgeroeid zal worden. ~ ~
4027 Jes 57:2 | sabbat houdt, zodat gij dien niet ontheiligt, en die zijn
4028 Jes 57:3 | HEERE gevoegd heeft, spreke niet, zeggende: De HEERE heeft
4029 Jes 57:3 | gescheiden; en de gesnedene zegge niet: Ziet, ik ben een dorre
4030 Jes 57:5 | van hen geven, die niet uitgeroeid zal worden. ~
4031 Jes 57:6 | houdt, dat hij dien niet ontheilige, en die aan Mijn
4032 Jes 57:10 | zijn allen blind, zij weten niet; zij allen zijn stomme honden,
4033 Jes 57:10 | stomme honden, zij kunnen niet bassen; zij zijn slaperig,
4034 Jes 57:11 | van begeerte, zij kunnen niet verzadigd worden, ja, het
4035 Jes 57:11 | ja, het zijn herders, die niet verstaan kunnen; zij allen
4036 Jes 58:4 | tong lang uit? Zijt gij niet kinderen der overtreding,
4037 Jes 58:10 | grote reis, maar gij zegt niet: Het is buiten hoop; gij
4038 Jes 58:10 | gevonden, daarom wordt gij niet ziek. ~
4039 Jes 58:11 | gelogen, en zijt Mijner niet gedachtig geweest, gij hebt
4040 Jes 58:11 | gij hebt Mij op uw hart niet gelegd; is het niet, om
4041 Jes 58:11 | hart niet gelegd; is het niet, om dat Ik zwijg, en
4042 Jes 58:11 | ouds af, en gij vreest Mij niet? ~
4043 Jes 58:16 | 16 Want Ik zal niet eeuwiglijk twisten, en Ik
4044 Jes 58:16 | eeuwiglijk twisten, en Ik zal niet geduriglijk verbolgen zijn;
4045 Jes 58:20 | voortgedreven zee, want die kan niet rusten, en haar wateren
4046 Jes 59:1 | Roep uit de keel, houd niet in, verhef uw stem als een
4047 Jes 59:2 | en het recht zijns Gods niet verlaat, vragen zij Mij
4048 Jes 59:3 | vasten wij, en Gij ziet het niet aan, waarom kwellen wij
4049 Jes 59:3 | onze ziel, en Gij weet het niet? Ziet, ten dage, wanneer
4050 Jes 59:4 | de vuist te slaan; vast niet gelijk heden, om uw stem
4051 Jes 59:6 | 6 Is niet dit het vasten, dat Ik verkies:
4052 Jes 59:7 | 7 Is het niet, dat gij den hongerige uw
4053 Jes 59:7 | dat gij u voor uw vlees niet verbergt? ~
4054 Jes 59:11 | wateren, welker wateren niet ontbreken. ~
4055 Jes 59:13 | dien eert, dat gij uw wegen niet doet, en uw eigen lust niet
4056 Jes 59:13 | niet doet, en uw eigen lust niet vindt, noch een woord daarvan
4057 Jes 60:1 | Ziet, de hand des HEEREN is niet verkort, dat zij niet zou
4058 Jes 60:1 | is niet verkort, dat zij niet zou kunnen verlossen; en
4059 Jes 60:1 | verlossen; en Zijn oor is niet zwaar geworden, dat het
4060 Jes 60:1 | zwaar geworden, dat het niet zou kunnen horen. ~
4061 Jes 60:2 | aangezicht van ulieden, dat Hij niet hoort. ~
4062 Jes 60:6 | 6 Hun webben deugen niet tot klederen, en zij zullen
4063 Jes 60:6 | en zij zullen zichzelven niet kunnen dekken met hun werken;
4064 Jes 60:8 | weg des vredes kennen zij niet; en er is geen recht in
4065 Jes 60:8 | gaat, die kent den vrede niet. ~
4066 Jes 60:9 | gerechtigheid achterhaalt ons niet; wij wachten op het licht,
4067 Jes 60:14 | en wat recht is, kan er niet ingaan. ~
4068 Jes 60:21 | die zullen van uw mond niet wijken, noch van den
4069 Jes 61:11 | des daags of des nachts niet toegesloten worden; opdat
4070 Jes 61:12 | het koninkrijk, welke u niet zullen dienen, die zullen
4071 Jes 61:19 | 19 De zon zal u niet meer wezen tot een licht
4072 Jes 61:19 | een glans zal u de maan niet lichten; maar de HEERE zal
4073 Jes 61:20 | 20 Uw zon zal niet meer ondergaan, en uw maan
4074 Jes 61:20 | en uw maan zal haar licht niet intrekken; want de HEERE
4075 Jes 63:1 | Om Sions wil zal ik niet zwijgen, en om Jeruzalems
4076 Jes 63:1 | om Jeruzalems wil zal ik niet stil zijn; totdat haar gerechtigheid
4077 Jes 63:4 | 4 Tot u zal niet meer gezegd worden: De verlatene,
4078 Jes 63:4 | verlatene, en tot uw land zal niet meer gezegd worden: Het
4079 Jes 63:6 | den dag en al den nacht niet zullen zwijgen. O gij, die
4080 Jes 63:7 | 7 En zwijgt niet stil voor Hem, totdat Hij
4081 Jes 63:12 | de gezochte, de stad, die niet verlaten is. ~ ~
4082 Jes 64:8 | Mijn volk, kinderen, die niet liegen zullen? Alzo is Hij
4083 Jes 64:13 | woestijn, struikelden zij niet. ~
4084 Jes 64:16 | want Abraham weet van ons niet, en Israel kent ons niet;
4085 Jes 64:16 | niet, en Israel kent ons niet; Gij, o HEERE! zijt onze
4086 Jes 64:17 | Gij ons hart, dat wij U niet vrezen? Keer weder om Uwer
4087 Jes 64:19 | over welke Gij van ouds niet hebt geheerst, en die naar
4088 Jes 64:19 | geheerst, en die naar Uw Naam niet zijn genoemd. ~ ~
4089 Jes 65:3 | vreselijke dingen deedt, die wij niet verwachtten; Gij kwaamt
4090 Jes 65:4 | van ouds heeft men het niet gehoord, noch met oren vernomen,
4091 Jes 65:9 | 9 HEERE! wees niet zo zeer verbolgen, en gedenk
4092 Jes 65:9 | zeer verbolgen, en gedenk niet eeuwiglijk der ongerechtigheid;
4093 Jes 66:1 | gevonden van hen, die naar Mij niet vraagden; Ik ben gevonden
4094 Jes 66:1 | gevonden van degenen, die Mij niet zochten; tot het volk, dat
4095 Jes 66:1 | volk, dat naar Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd:
4096 Jes 66:2 | wandelen op een weg, die niet goed is, naar hun eigen
4097 Jes 66:5 | uzelven, en naak tot mij niet, want ik ben heiliger dan
4098 Jes 66:6 | aangezicht geschreven; Ik zal niet zwijgen, maar Ik zal vergelden,
4099 Jes 66:8 | vindt, men zegt: Verderf ze niet, want er is een zegen in;
4100 Jes 66:8 | wil doen, dat Ik hen niet allen verderve. ~
4101 Jes 66:12 | geroepen heb, maar gij hebt niet geantwoord, Ik gesproken
4102 Jes 66:12 | gesproken heb, maar gij hebt niet gehoord, maar hebt
4103 Jes 66:17 | de vorige dingen zullen niet meer gedacht worden, en
4104 Jes 66:17 | worden, en zullen in het hart niet opkomen. ~
4105 Jes 66:19 | Mijn volk; en in haar zal niet meer gehoord worden de stem
4106 Jes 66:20 | 20 Van daar zal niet meer wezen een zuigeling
4107 Jes 66:20 | oud man, die zijn dagen niet zal vervullen; want een
4108 Jes 66:22 | 22 Zij zullen niet bouwen, dat het een ander
4109 Jes 66:22 | ander bewone; zij zullen niet planten, dat het een ander
4110 Jes 66:23 | 23 Zij zullen niet tevergeefs arbeiden, noch
4111 Jes 67:4 | Ik gesproken heb, en zij niet hoorden, maar deden
4112 Jes 67:9 | baarmoeder openbreken, en niet genereren? zegt de HEERE;
4113 Jes 67:19 | eilanden, die Mijn gerucht niet gehoord, noch Mijn heerlijkheid
4114 Jes 67:24 | hebben; want hun worm zal niet sterven, en hun vuur zal
4115 Jes 67:24 | sterven, en hun vuur zal niet uitgeblust worden,
4116 Jer 1:6 | Heere HEERE! zie, ik kan niet spreken, want ik ben jong. ~
4117 Jer 1:7 | HEERE zeide tot mij: Zeg niet: Ik ben jong; want overal,
4118 Jer 1:8 | 8 Vrees niet voor hun aangezicht, want
4119 Jer 1:17 | Ik u gebieden zal; wees niet verslagen voor hun aangezicht,
4120 Jer 1:17 | Ik u voor hun aangezicht niet versla. ~
4121 Jer 1:19 | u strijden, maar tegen u niet vermogen; want Ik ben met
4122 Jer 2:6 | 6 En zeiden niet: Waar is de HEERE, Die ons
4123 Jer 2:8 | De priesters zeiden niet: Waar is de HEERE? en die
4124 Jer 2:8 | wet handelden, kenden Mij niet; en de herders overtraden
4125 Jer 2:17 | 17 Doet gij dit niet zelven, doordien gij den
4126 Jer 2:19 | verlaat, en Mijn vreze niet bij u is, spreekt de
4127 Jer 2:20 | had, zo zeidet gij: Ik zal niet dienen; maar op allen hogen
4128 Jer 2:23 | Hoe zegt gij: Ik ben niet verontreinigd, ik heb de
4129 Jer 2:23 | verontreinigd, ik heb de Baals niet nagewandeld? Zie uw weg
4130 Jer 2:24 | die haar zoeken, zullen niet moede worden, in haar
4131 Jer 2:27 | keren Mij den nek toe, en niet het aangezicht; maar ten
4132 Jer 2:30 | geslagen; zij hebben de tucht niet aangenomen; ulieder zwaard
4133 Jer 2:31 | zijn heren, wij zullen niet meer tot U komen? ~
4134 Jer 2:34 | zomen gevonden; Ik heb dat niet met opgraven gevonden, maar
4135 Jer 2:35 | omdat gij zegt: Ik heb niet gezondigd. ~
4136 Jer 2:37 | verworpen, zodat gij daarmede niet zult gedijen. ~ ~ ~ ~ ~
4137 Jer 3:1 | wederkeren? Zou datzelve land niet grotelijks ontheiligd
4138 Jer 3:2 | en zie toe, waar zijt gij niet beslapen? Gij hebt voor
4139 Jer 3:4 | 4 Zult gij niet van nu af tot Mij roepen:
4140 Jer 3:7 | maar zij bekeerde zich niet. Dit zag de trouweloze,
4141 Jer 3:8 | haar zuster Juda, niet vreesde, maar ging henen,
4142 Jer 3:10 | trouweloze zuster Juda tot Mij niet bekeerd met haar ganse hart,
4143 Jer 3:12 | Ik Mijn toorn op ulieden niet doen vallen; want Ik ben
4144 Jer 3:12 | HEERE. Ik zal den toorn niet in eeuwigheid behouden. ~
4145 Jer 3:13 | gij zijt Mijner stem niet gehoorzaam geweest, spreekt
4146 Jer 3:16 | spreekt de HEERE, zullen zij niet meer zeggen: De ark des
4147 Jer 3:16 | ook zal zij in het hart niet opkomen; en zij zullen aan
4148 Jer 3:16 | en zij zullen aan haar niet gedenken, en haar niet bezoeken,
4149 Jer 3:16 | haar niet gedenken, en haar niet bezoeken, en zij zal niet
4150 Jer 3:16 | niet bezoeken, en zij zal niet weder gemaakt worden. ~
4151 Jer 3:17 | Jeruzalem; en zij zullen niet meer wandelen naar
4152 Jer 3:19 | gij zult van achter Mij niet afkeren. ~
4153 Jer 3:25 | des HEEREN, onzes Gods, niet gehoorzaam geweest. ~ ~
4154 Jer 4:1 | zult wegdoen, zo zwerft niet om. ~
4155 Jer 4:3 | een braakland, en zaait niet onder de doornen. ~
4156 Jer 4:4 | opdat Mijner grimmigheid niet uitvare als een vuur, en
4157 Jer 4:6 | vlucht met hopen, blijft niet staan! want Ik breng een
4158 Jer 4:8 | van des HEEREN toorn is niet van ons afgekeerd. ~
4159 Jer 4:11 | der dochter Mijns volks; niet om te wannen, noch
4160 Jer 4:19 | maakt getier in mij, ik kan niet zwijgen; want gij, mijn
4161 Jer 4:22 | is dwaas, Mij kennen zij niet; het zijn zotte kinderen,
4162 Jer 4:22 | zotte kinderen, en zij zijn niet verstandig; wijs zijn zij
4163 Jer 4:22 | maar goed te doen weten zij niet. ~
4164 Jer 4:23 | hemel, en zijn licht was er niet. ~
4165 Jer 4:28 | voorgenomen en het zal Mij niet rouwen, en Ik zal Mij daarvan
4166 Jer 4:28 | rouwen, en Ik zal Mij daarvan niet afkeren. ~
4167 Jer 5:3 | O HEERE! zien Uw ogen niet naar waarheid? Gij hebt
4168 Jer 5:4 | HEEREN, het recht hun Gods niet weten. ~
4169 Jer 5:9 | HEERE. Of zou Mijn ziel zich niet wreken aan zulk een volk,
4170 Jer 5:10 | want zij zijn des HEEREN niet. ~
4171 Jer 5:12 | HEERE, en zeggen: Hij is het niet, en ons zal geen kwaad overkomen,
4172 Jer 5:13 | worden, want het woord is niet bij hen; hun zelven zal
4173 Jer 5:15 | een volk, welks spraak gij niet zult kennen, en niet
4174 Jer 5:15 | niet zult kennen, en niet horen, wat het spreken zal. ~
4175 Jer 5:19 | in een land, dat het uwe niet is. ~
4176 Jer 5:21 | die ogen hebben, maar zien niet, die oren hebben, maar horen
4177 Jer 5:21 | oren hebben, maar horen niet. ~
4178 Jer 5:22 | Zult gijlieden Mij niet vrezen? spreekt de HEERE;
4179 Jer 5:22 | gij voor Mijn aangezicht niet beven? Die der zee het zand
4180 Jer 5:22 | inzetting, dat zij daarover niet zal gaan; ofschoon haar
4181 Jer 5:22 | bewegen, zo zullen zij toch niet vermogen, ofschoon zij bruisen,
4182 Jer 5:22 | zullen zij toch daarover niet gaan. ~
4183 Jer 5:24 | 24 En zij zeggen niet in hun hart: Laat ons nu
4184 Jer 5:28 | de rechtzaak richten zij niet, zelfs de rechtzaak des
4185 Jer 5:28 | recht der nooddruftigen niet. ~
4186 Jer 5:29 | HEERE; zou Mijn ziel zich niet wreken aan zulk een volk
4187 Jer 6:8 | Jeruzalem! opdat Mijn ziel niet van u afgetrokken worde,
4188 Jer 6:8 | afgetrokken worde, opdat Ik u niet stelle tot een woestheid,
4189 Jer 6:10 | oor is onbesneden, dat zij niet kunnen toeluisteren; ziet,
4190 Jer 6:15 | schamen zich in het minste niet, weten ook niet van schaamrood
4191 Jer 6:15 | het minste niet, weten ook niet van schaamrood te maken;
4192 Jer 6:16 | zeggen: Wij zullen daarin niet wandelen. ~
4193 Jer 6:17 | maar zij zeggen: Wij zullen niet luisteren. ~
4194 Jer 6:19 | gedachten; want zij merken niet op Mijn woorden, en Mijn
4195 Jer 6:20 | Uw brandofferen zijn Mij niet behagelijk, en uw slachtofferen
4196 Jer 6:20 | uw slachtofferen zijn Mij niet zoet. ~
4197 Jer 6:23 | wreed volk, en zij zullen niet barmhartig zijn; hun stem
4198 Jer 6:25 | 25 Gaat niet uit in het veld, noch wandelt
4199 Jer 6:29 | gesmolten, dewijl de bozen niet afgetrokken zijn. ~
4200 Jer 7:4 | 4 Vertrouwt niet op valse woorden, zeggende:
4201 Jer 7:6 | vreemdeling, wees en weduwe niet zult verdrukken, en geen
4202 Jer 7:6 | vergieten; en andere goden niet zult nawandelen, ulieden
4203 Jer 7:9 | goden nawandelen, die gij niet kent? ~
4204 Jer 7:13 | zijnde en sprekende, maar gij niet gehoord hebt, en Ik u geroepen,
4205 Jer 7:13 | geroepen, maar gij niet geantwoord hebt; ~
4206 Jer 7:16 | 16 Gij dan, bid niet voor dit volk, en hef geen
4207 Jer 7:16 | voor hen op, en loop Mij niet aan; want Ik zal u niet
4208 Jer 7:16 | niet aan; want Ik zal u niet horen. ~
4209 Jer 7:17 | 17 Ziet gij niet, wat zij doen in de steden
4210 Jer 7:19 | Doen zij het zichzelven niet aan, tot beschaming huns
4211 Jer 7:20 | aardrijks; en zal branden, en niet uitgeblust worden. ~
4212 Jer 7:22 | uit Egypteland uitvoerde, niet gesproken, noch hun geboden
4213 Jer 7:24 | 24 Doch zij hebben niet gehoord, noch hun oor geneigd,
4214 Jer 7:24 | achterwaarts gekeerd, en niet voorwaarts. ~
4215 Jer 7:26 | Doch zij hebben naar Mij niet gehoord, noch hun oor geneigd;
4216 Jer 7:27 | maar zij zullen naar u niet horen; gij zult wel tot
4217 Jer 7:27 | roepen, maar zij zullen u niet antwoorden. ~
4218 Jer 7:28 | des HEEREN, zijns Gods, niet hoort, en de tucht niet
4219 Jer 7:28 | niet hoort, en de tucht niet aanneemt; de waarheid is
4220 Jer 7:31 | te verbranden; hetwelk Ik niet heb geboden, noch in
4221 Jer 7:32 | spreekt de HEERE, dat het niet meer zal geheten worden
4222 Jer 8:2 | nedergebogen hebben; zij zullen niet verzameld noch begraven
4223 Jer 8:4 | HEERE: Zal men vallen, en niet weder opstaan? Zal men afkeren,
4224 Jer 8:4 | opstaan? Zal men afkeren, en niet wederkeren? ~
4225 Jer 8:6 | toegehoord, zij spreken dat niet recht is, er is niemand,
4226 Jer 8:7 | het recht des HEEREN niet. ~
4227 Jer 8:12 | schamen zich in het minste niet, en weten niet schaamrood
4228 Jer 8:12 | het minste niet, en weten niet schaamrood te worden; daarom
4229 Jer 8:19 | verren lande: Is dan de HEERE niet te Sion, is haar koning
4230 Jer 8:19 | te Sion, is haar koning niet bij haar? Waarom hebben
4231 Jer 8:20 | ten einde; nog zijn wij niet verlost. ~
4232 Jer 8:22 | der dochter mijns volks niet gerezen? ~ ~ ~ ~ ~
4233 Jer 9:3 | geweldig in het land, doch niet tot waarheid; want zij gaan
4234 Jer 9:3 | boosheid, maar Mij kennen zij niet, spreekt de HEERE. ~
4235 Jer 9:4 | zijn vriend, en vertrouwt niet op enigen broeder; want
4236 Jer 9:4 | broeder; want elk broeder doet niet dan bedriegen, en elk vriend
4237 Jer 9:5 | en spreken de waarheid niet; zij leren hun tong leugen
4238 Jer 9:9 | Zou Ik hen om deze dingen niet bezoeken? spreekt de HEERE;
4239 Jer 9:9 | HEERE; zou Mijn ziel zich niet wreken aan zulk een volk,
4240 Jer 9:13 | hebben, en naar Mijn stem niet gehoord, noch daarnaar gewandeld
4241 Jer 9:16 | onder de heidenen, die zij niet gekend hebben, zij noch
4242 Jer 9:23 | Een wijze beroeme zich niet in zijn wijsheid, en de
4243 Jer 9:23 | en de sterke beroeme zich niet in zijn sterkheid; een rijke
4244 Jer 9:23 | een rijke beroeme zich niet in zijn rijkdom; ~
4245 Jer 10:2 | Leert den weg der heidenen niet, en ontzet u niet voor de
4246 Jer 10:2 | heidenen niet, en ontzet u niet voor de tekenen des hemels,
4247 Jer 10:4 | en met hameren, opdat het niet waggele.
4248 Jer 10:5 | dicht werk, maar kunnen niet spreken; zij moeten gedragen
4249 Jer 10:5 | worden, want zij kunnen niet gaan; vreest niet voor hen,
4250 Jer 10:5 | kunnen niet gaan; vreest niet voor hen, want zij kunnen
4251 Jer 10:7 | 7 Wie zou U niet vrezen, Gij Koning der heidenen?
4252 Jer 10:10 | heidenen kunnen Zijn gramschap niet verdragen. ~
4253 Jer 10:11 | die den hemel en de aarde niet gemaakt hebben, zullen vergaan
4254 Jer 10:16 | 16 Jakobs deel is niet gelijk die, want Hij is
4255 Jer 10:20 | uitgegaan, en zij zijn er niet; er is niemand meer, die
4256 Jer 10:21 | geworden, en hebben den HEERE niet gezocht; daarom hebben zij
4257 Jer 10:21 | gezocht; daarom hebben zij niet verstandiglijk gehandeld,
4258 Jer 10:23 | dat bij den mens zijn weg niet is; het is niet bij een
4259 Jer 10:23 | zijn weg niet is; het is niet bij een man, die wandelt,
4260 Jer 10:24 | mij, HEERE! doch met mate; niet in Uw toorn, opdat Gij mij
4261 Jer 10:24 | Uw toorn, opdat Gij mij niet te niet maakt. ~
4262 Jer 10:24 | toorn, opdat Gij mij niet te niet maakt. ~
4263 Jer 10:25 | over de heidenen, die U niet kennen, en over de geslachten,
4264 Jer 10:25 | geslachten, die Uw Naam niet aanroepen; want zij hebben
4265 Jer 11:3 | Vervloekt zij de man, die niet hoort de woorden deze verbonds. ~
4266 Jer 11:8 | 8 Maar zij hebben niet gehoord, noch hun oor geneigd,
4267 Jer 11:8 | geboden heb te doen, maar zij niet gedaan hebben. ~
4268 Jer 11:11 | brengen, uit hetwelk zij niet zullen kunnen uitkomen;
4269 Jer 11:11 | roepen, zal Ik naar hen niet horen. ~
4270 Jer 11:12 | maar zij zullen hen gans niet kunnen verlossen ten
4271 Jer 11:14 | 14 Gij dan, bid niet voor dit volk, en hef geen
4272 Jer 11:14 | voor hen op; want Ik zal niet horen, ten tijde als zij
4273 Jer 11:19 | te slachten; want ik wist niet, dat zij gedachten tegen
4274 Jer 11:19 | uitroeien, dat zijn naam niet meer gedacht worde. ~
4275 Jer 11:21 | zoeken, zeggende: Profeteer niet in den Naam des HEEREN,
4276 Jer 11:21 | opdat gij van onze handen niet sterft. ~
4277 Jer 12:4 | zeggen: Hij ziet ons einde niet. ~
4278 Jer 12:6 | stem achterna; geloof hen niet, wanneer zij vriendelijk
4279 Jer 12:13 | hebben zich gepijnigd, maar niet gevorderd; wordt alzo beschaamd
4280 Jer 12:17 | 17 Maar indien zij niet zullen horen, zo zal Ik
4281 Jer 13:1 | uw lenden, maar breng hem niet in het water. ~
4282 Jer 13:11 | heerlijkheid; maar zij hebben niet gehoord. ~
4283 Jer 13:12 | tot u zeggen: Weten wij niet zeer wel, dat alle flessen
4284 Jer 13:14 | spreekt de HEERE; Ik zal niet verschonen noch sparen,
4285 Jer 13:14 | ontfermen, dat Ik hen niet zou verderven. ~
4286 Jer 13:15 | neemt ter ore, verheft u niet; want de HEERE heeft het
4287 Jer 13:17 | Zult gijlieden dat dan nog niet horen, zo zal mijn ziel
4288 Jer 13:21 | zijn; zullen u de smarten niet aangrijpen, als een
4289 Jer 13:27 | wee u, Jeruzalem! zult gij niet rein worden? Hoe lang
4290 Jer 14:9 | versaagd man, als een held, die niet kan verlossen? Gij zijt
4291 Jer 14:9 | genoemd, verlaat ons niet. ~
4292 Jer 14:10 | zwerven, zij hebben hun voeten niet bedwongen; daarom heeft
4293 Jer 14:11 | zeide de HEERE tot mij: Bid niet voor dit volk ten goede. ~
4294 Jer 14:12 | Ik zal naar hun geschrei niet horen, en ofschoon zij brandoffer
4295 Jer 14:14 | in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, noch hun bevel
4296 Jer 14:15 | profeteren, daar Ik hen niet gezonden heb, en zij dan
4297 Jer 14:17 | nederdalen nacht en dag, en niet ophouden; want de jonkvrouw
4298 Jer 14:18 | het land, en weten niet. ~
4299 Jer 14:21 | 21 Versmaad ons niet, om Uws Naams wil; werp
4300 Jer 14:21 | troon Uwer heerlijkheid niet neder; gedenk, vernietig
4301 Jer 14:21 | neder; gedenk, vernietig niet Uw verbond met ons. ~
4302 Jer 14:22 | druppelen geven? Zijt Gij die niet, o HEERE, onze God? Daarom
4303 Jer 15:1 | toch Mijn ziel tot dit volk niet wezen; drijf ze weg van
4304 Jer 15:7 | zij zijn van hun wegen niet wedergekeerd. ~
4305 Jer 15:10 | gansen lande! Ik heb hun niet op woeker gegeven, ook hebben
4306 Jer 15:10 | gegeven, ook hebben zij mij niet op woeker gegeven,
4307 Jer 15:11 | De HEERE zeide: Zo niet uw overblijfsel ten goede
4308 Jer 15:11 | ten goede zal zijn; zo Ik niet, in de tijd des kwaads en
4309 Jer 15:14 | vijanden, in een land, dat gij niet kent; want een vuur is aangestoken
4310 Jer 15:15 | mijn vervolgers; neem mij niet weg in Uw lankmoedigheid
4311 Jer 15:17 | den raad der bespotters niet gezeten, noch ben van vreugde
4312 Jer 15:18 | leugenachtige, als wateren, die niet bestendig zijn? ~
4313 Jer 15:19 | wederkeren, maar gij zult tot hen niet wederkeren. ~
4314 Jer 15:20 | tegen u strijden, maar u niet overmogen; want Ik ben met
4315 Jer 16:4 | doden sterven, zij zullen niet beklaagd noch begraven worden,
4316 Jer 16:5 | Want zo zegt de HEERE: Ga niet in het huis desgenen, die
4317 Jer 16:5 | rouwmaaltijd houdt, en ga niet henen om te rouwklagen,
4318 Jer 16:6 | zullen sterven, zij zullen niet begraven worden; en men
4319 Jer 16:6 | begraven worden; en men zal hen niet beklagen, noch zichzelven
4320 Jer 16:8 | 8 Ga ook niet in een huis des maaltijds,
4321 Jer 16:11 | Mij verlaten, en Mijn wet niet gehouden hebben; ~
4322 Jer 16:12 | zijn boos hart, om naar Mij niet te horen. ~
4323 Jer 16:13 | werpen, in een land, dat gij niet gekend hebt, gij noch uw
4324 Jer 16:14 | spreekt de HEERE, dat er niet meer zal gezegd worden:
4325 Jer 16:17 | zijn voor Mijn aangezicht niet verborgen, noch hun ongerechtigheid
4326 Jer 17:4 | dienen in een land, dat gij niet kent; want gijlieden hebt
4327 Jer 17:6 | in de wildernis, die het niet gevoelt, wanneer het goede
4328 Jer 17:8 | een rivier, en gevoelt het niet, wanneer er een hitte komt,
4329 Jer 17:8 | jaar van droogte zorgt hij niet, en houdt niet op van vrucht
4330 Jer 17:8 | zorgt hij niet, en houdt niet op van vrucht te dragen. ~
4331 Jer 17:11 | vergadert, maar broedt ze niet uit, alzo is hij, die rijkdom
4332 Jer 17:11 | rijkdom vergadert, doch niet met recht; in de helft zijner
4333 Jer 17:16 | 16 Ik heb toch niet aangedrongen, meer dan een
4334 Jer 17:16 | heb ik den dodelijken dag niet begeerd, Gij weet het; wat
4335 Jer 17:17 | 17 Wees Gij mij niet tot een verschrikking; Gij
4336 Jer 17:18 | beschaamd worden, maar laat mij niet beschaamd worden; laat hen
4337 Jer 17:18 | verschrikt worden, maar laat mij niet verschrikt worden; breng
4338 Jer 17:23 | 23 Maar zij hebben niet gehoord, noch hun oor geneigd;
4339 Jer 17:23 | hebben hun nek verhard, om niet te horen, en om de tucht
4340 Jer 17:23 | te horen, en om de tucht niet aan te nemen. ~
4341 Jer 17:27 | Maar indien gij naar Mij niet zult horen, om den sabbatdag
4342 Jer 17:27 | Jeruzalem zal verteren, en niet worden uitgeblust. ~ ~ ~ ~ ~
4343 Jer 18:6 | 6 Zal Ik ulieden niet kunnen doen, gelijk deze
4344 Jer 18:10 | dat het naar Mijn stem niet hoort, zo zal Ik berouw
4345 Jer 18:15 | stegen van een weg, die niet opgehoogd is; ~
4346 Jer 18:17 | vijands; Ik zal hun den nek en niet het aangezicht laten zien,
4347 Jer 18:18 | denken; want de wet zal niet vergaan van den priester,
4348 Jer 18:18 | met de tong, en laat ons niet luisteren naar enige zijner
4349 Jer 18:23 | ongerechtigheid, en delg hun zonde niet uit van voor Uw aangezicht;
4350 Jer 19:4 | daarin gerookt hebben die zij niet gekend hebben, zij, noch
4351 Jer 19:5 | brandofferen; hetwelk Ik niet geboden, noch gesproken
4352 Jer 19:6 | de HEERE, dat deze plaats niet meer zal genoemd worden
4353 Jer 19:11 | pottenbakkersvat verbreekt, dat niet weder geheeld kan worden;
4354 Jer 19:15 | hebben, om Mijn woorden niet te horen. ~ ~ ~ ~ ~
4355 Jer 20:3 | De HEERE noemt uw naam niet Pashur, maar Magor-missabib. ~
4356 Jer 20:9 | zeide ik: Ik zal Zijner niet gedenken, en niet meer in
4357 Jer 20:9 | Zijner niet gedenken, en niet meer in Zijn Naam spreken;
4358 Jer 20:9 | te verdragen, maar konde niet. ~
4359 Jer 20:11 | beschaamd geworden, omdat zij niet verstandiglijk gehandeld
4360 Jer 20:11 | eeuwige schande zijn, zij zal niet vergeten worden. ~
4361 Jer 20:14 | moeder mij gebaard heeft, zij niet gezegend! ~
4362 Jer 20:16 | omgekeerd, en het heeft Hem niet berouwd; en hij hore in
4363 Jer 20:17 | 17 Dat Hij mij niet gedood heeft van de baarmoeder
4364 Jer 21:7 | des zwaards; hij zal ze niet sparen, noch verschonen,
4365 Jer 21:10 | stad gesteld ten kwade en niet ten goede, spreekt de HEERE;
4366 Jer 21:12 | verdrukkers; opdat Mijn gramschap niet uitvare als een vuur, en
4367 Jer 22:3 | onderdrukt den vreemdeling niet, den wees noch de weduwe;
4368 Jer 22:5 | daarentegen deze woorden niet zult horen, zo heb Ik bij
4369 Jer 22:6 | van Libanon; maar zo Ik u niet zette als een woestijn en
4370 Jer 22:10 | 10 Weent niet over den dode, en beklaagt
4371 Jer 22:10 | den dode, en beklaagt hem niet; weent vrij over dien, die
4372 Jer 22:12 | sterven, en dit land zal hij niet meer zien. ~
4373 Jer 22:13 | zijns naasten dienst om niet gebruikt, en geeft hen zijn
4374 Jer 22:13 | geeft hen zijn arbeidsloon niet! ~
4375 Jer 22:15 | mengt met den ceder? Heeft niet uw vader gegeten en gedronken,
4376 Jer 22:16 | ging het hem wel; is dat niet Mij te kennen? spreekt de
4377 Jer 22:17 | uw ogen en uw hart zijn niet dan op uw gierigheid, en
4378 Jer 22:18 | van Juda: Zij zullen hem niet beklagen: Och mijn broeder!
4379 Jer 22:18 | och zuster! Zij zullen hem niet beklagen: Och, heer!
4380 Jer 22:21 | maar gij zeidet: Ik zal niet horen. Dit is uw weg van
4381 Jer 22:21 | af, dat gij Mijner stem niet hebt gehoorzaamd. ~
4382 Jer 22:26 | ander land, waarin gijlieden niet geboren zijt, en daar zult
4383 Jer 22:27 | komen, daarhenen zullen zij niet wederkomen.
4384 Jer 22:28 | in een land, dat zij niet kennen? ~
4385 Jer 22:30 | kinderloos, een man, die niet voorspoedig zal zijn in
4386 Jer 23:2 | ze verdreven, en hebt ze niet bezocht; ziet, Ik zal
4387 Jer 23:4 | weiden zullen; en zij zullen niet meer vrezen, noch verschrikt
4388 Jer 23:7 | spreekt de HEERE, dat zij niet meer zullen zeggen: Zo waarachtig
4389 Jer 23:10 | loop boos is, en hun macht niet recht. ~
4390 Jer 23:14 | boosdoeners, opdat zij zich niet bekeren, een iegelijk
4391 Jer 23:16 | HEERE der heirscharen: Hoort niet naar de woorden der profeten,
4392 Jer 23:16 | het gezicht huns harten, niet uit des HEEREN mond. ~
4393 Jer 23:20 | Des HEEREN toorn zal zich niet afwenden, totdat Hij zal
4394 Jer 23:21 | Ik heb die profeten niet gezonden, nochtans hebben
4395 Jer 23:21 | gelopen; Ik heb tot hen niet gesproken, nochtans hebben
4396 Jer 23:23 | nabij, spreekt de HEERE, en niet een God van verre? ~
4397 Jer 23:24 | kunnen verbergen, dat Ik hem niet zou zien? spreekt de HEERE;
4398 Jer 23:24 | spreekt de HEERE; vervul Ik niet den hemel en de aarde? spreekt
4399 Jer 23:29 | 29 Is Mijn woord niet alzo, als een vuur? spreekt
4400 Jer 23:32 | lichtvaardigheid; daar Ik hen niet gezonden, en hun niets
4401 Jer 23:36 | des HEEREN last zult gij niet meer gedenken; want een
4402 Jer 23:38 | heb, zeggende: Gij zult niet zeggen: Des HEEREN
4403 Jer 23:40 | en eeuwige schande, die niet zal worden vergeten. ~ ~ ~ ~ ~
4404 Jer 24:2 | die vanwege de boosheid niet konden gegeten worden. ~
4405 Jer 24:3 | die vanwege de boosheid niet kunnen gegeten worden. ~
4406 Jer 24:6 | en Ik zal hen bouwen, en niet afbreken; en zal hen planten,
4407 Jer 24:6 | en zal hen planten, en niet uitrukken. ~
4408 Jer 24:8 | die vanwege de boosheid niet kunnen gegeten worden (want
4409 Jer 25:3 | sprekende, maar gij hebt niet gehoord. ~
4410 Jer 25:4 | zendende (maar gij hebt niet gehoord, noch uw oor geneigd
4411 Jer 25:6 | En wandelt andere goden niet na, om die te dienen, en
4412 Jer 25:6 | buigen; en vertoornt Mij niet door uwer handen werk, opdat
4413 Jer 25:7 | Maar gij hebt naar Mij niet gehoord, spreekt de HEERE;
4414 Jer 25:8 | Omdat gij Mijn woorden niet hebt gehoord; ~
4415 Jer 25:27 | en valt neder, dat gij niet weder opstaat, vanwege het
4416 Jer 25:29 | gehouden worden? Gij zult niet onschuldig gehouden worden;
4417 Jer 25:33 | einde der aarde; zij zullen niet beklaagd, noch opgenomen,
4418 Jer 26:2 | tot hen te spreken, doe er niet een woord af. ~
4419 Jer 26:4 | HEERE: Zo gijlieden naar Mij niet zult horen, dat gij wandelt
4420 Jer 26:5 | zijnde en zendende; doch gij niet gehoord hebt; ~
4421 Jer 26:19 | ooit gedood? Vreesde hij niet den HEERE, en smeekte des
4422 Jer 26:24 | met Jeremia, dat men hem niet overgaf in de hand des volk,
4423 Jer 27:8 | Nebukadnezar, den koning van Babel, niet zal dienen, en dat zijn
4424 Jer 27:8 | dienen, en dat zijn hals niet zal geven onder het juk
4425 Jer 27:9 | Gijlieden dan, hoort niet naar uw profeten, en naar
4426 Jer 27:9 | zult den koning van Babel niet dienen. ~
4427 Jer 27:13 | den koning van Babel niet zal dienen. ~
4428 Jer 27:14 | 14 Hoort dan niet naar de woorden der profeten,
4429 Jer 27:14 | zult den koning van Babel niet dienen; want zij profeteren
4430 Jer 27:15 | 15 Want Ik heb ze niet gezonden, spreekt de HEERE,
4431 Jer 27:16 | Zo zegt de HEERE: Hoort niet naar de woorden uwer profeten,
4432 Jer 27:17 | 17 Hoort niet naar hen, maar dient den
4433 Jer 27:18 | Jeruzalem zijn overgebleven, niet naar Babel komen. ~
4434 Jer 27:20 | Nebukadnezar, de koning van Babel, niet heeft weggenomen, als hij
4435 Jer 28:15 | Hananja! de HEERE heeft u niet gezonden, maar gij hebt
4436 Jer 29:6 | vermenigvuldigd, en wordt niet verminderd. ~
4437 Jer 29:8 | het midden van u zijn, u niet bedriegen, en hoort niet
4438 Jer 29:8 | niet bedriegen, en hoort niet naar uw dromers, die
4439 Jer 29:9 | in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, spreekt de HEERE. ~
4440 Jer 29:11 | gedachten des vredes, en niet des kwaads, dat Ik u geve
4441 Jer 29:16 | uw broederen, die met u niet zijn uitgegaan in de
4442 Jer 29:17 | vanwege de boosheid niet kunnen gegeten worden. ~
4443 Jer 29:19 | Omdat zij naar Mijn woorden niet gehoord hebben, spreekt
4444 Jer 29:19 | zendende; maar gijlieden hebt niet gehoord, spreekt de
4445 Jer 29:23 | in Mijn Naam, dat Ik hun niet geboden had; en Ik
4446 Jer 29:27 | Jeremia, den Anathothiet, niet gescholden, die zich bij
4447 Jer 29:31 | geprofeteerd heeft, daar Ik hem niet gezonden heb, en heeft
4448 Jer 29:32 | wone, en zal het goede niet zien, dat Ik Mijn volke
4449 Jer 30:7 | groot, dat zijns gelijke niet geweest is; en het is een
4450 Jer 30:8 | en vreemden zullen zich niet meer van hem doen dienen. ~
4451 Jer 30:10 | 10 Gij dan, vrees niet, o Mijn knecht Jakob! spreekt
4452 Jer 30:10 | spreekt de HEERE, ontzet u niet, Israel! want zie, Ik zal
4453 Jer 30:11 | kastijden met mate, en u niet gans onschuldig houden. ~
4454 Jer 30:14 | hebben u vergeten, zij vragen niet naar u; want Ik heb u geslagen
4455 Jer 30:19 | vermeerderen, en zij zullen niet verminderd worden, en Ik
4456 Jer 30:19 | verheerlijken, en zij zullen niet gering worden. ~
4457 Jer 30:24 | des HEEREN toorn zal zich niet afwenden, totdat Hij gedaan,
4458 Jer 31:9 | rechten weg, waarin zij zich niet zullen stoten; want Ik ben
4459 Jer 31:12 | en zij zullen voortaan niet meer treurig zijn. ~
4460 Jer 31:15 | kinderen, omdat zij niet zijn. ~
4461 Jer 31:20 | 20 Is niet Efraim Mij een dierbare
4462 Jer 31:20 | dierbare zoon, is hij Mij niet een troetelkind? Want sinds
4463 Jer 31:29 | In die dagen zullen zij niet meer zeggen: De vaders hebben
4464 Jer 31:32 | 32 Niet naar het verbond, dat Ik
4465 Jer 31:34 | 34 En zij zullen niet meer, een iegelijk zijn
4466 Jer 31:34 | vergeven, en hunner zonden niet meer gedenken. ~
4467 Jer 32:4 | van de hand der Chaldeen niet ontkomen; maar hij zal zekerlijk
4468 Jer 32:23 | bezeten, maar hebben Uwer stem niet gehoorzaamd, en in Uw wet
4469 Jer 32:23 | gehoorzaamd, en in Uw wet niet gewandeld; zij hebben niets
4470 Jer 32:33 | nek hebben toegekeerd en niet het aangezicht; hoewel Ik
4471 Jer 32:33 | lerende, evenwel hoorden zij niet, om tucht aan te nemen; ~
4472 Jer 32:35 | gaan; hetwelk Ik hun niet heb geboden, noch in Mijn
4473 Jer 32:40 | maken, dat Ik van achter hen niet zal afkeren, opdat Ik hun
4474 Jer 32:40 | hun hart geven, dat zij niet van Mij afwijken. ~
4475 Jer 33:3 | en vaste dingen, die gij niet weet. ~
4476 Jer 33:17 | de HEERE: Aan David zal niet worden afgesneden een Man,
4477 Jer 33:18 | van voor Mijn aangezicht, niet worden afgesneden een Man,
4478 Jer 33:20 | vernietigen, zodat dag en nacht niet zijn op hun tijd; ~
4479 Jer 33:22 | Gelijk het heir des hemels niet geteld, en het zand der
4480 Jer 33:22 | geteld, en het zand der zee niet gemeten kan worden, alzo
4481 Jer 33:24 | 24 Hebt gij niet gezien, wat dit volk spreekt,
4482 Jer 33:25 | HEERE: Indien Mijn verbond niet is van dag en nacht; indien
4483 Jer 33:25 | des hemels en der aarde niet gesteld heb; ~
4484 Jer 33:26 | verwerpen, dat Ik van zijn zaad niet neme, die daar heerse over
4485 Jer 34:3 | En gij zult van zijn hand niet ontkomen, maar zekerlijk
4486 Jer 34:4 | Gij zult door het zwaard niet sterven. ~
4487 Jer 34:10 | vrijgaan, zodat zij zich niet meer van hen zouden
4488 Jer 34:14 | maar uw vaders hoorden niet naar Mij, en neigden hun
4489 Jer 34:14 | Mij, en neigden hun oor niet. ~
4490 Jer 34:17 | Gijlieden hebt naar Mij niet gehoord, om vrijheid uit
4491 Jer 34:18 | verbond hebben overtreden, die niet bevestigd hebben de woorden
4492 Jer 35:14 | maar gij hebt naar Mij niet gehoord. ~
4493 Jer 35:15 | en wandelt andere goden niet na, om hen te dienen, zo
4494 Jer 35:15 | heb; maar gij hebt uw oor niet geneigd, en naar Mij niet
4495 Jer 35:15 | niet geneigd, en naar Mij niet gehoord. ~
4496 Jer 35:16 | maar dit volk naar Mij niet hoort; ~
4497 Jer 35:17 | gesproken heb, maar zij niet gehoord hebben, en Ik tot
4498 Jer 35:17 | hen geroepen heb, maar zij niet hebben geantwoord. ~
4499 Jer 35:19 | Jonadab, den zoon van Rechab, niet worden afgesneden een man,
4500 Jer 36:5 | ik zal in des HEEREN huis niet kunnen gaan. ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7660 |