Book Chapter: Verse
1 Gen 15:1 | Egyptische dienstmaagd, welker naam was Hagar. ~
2 Gen 21:24 | 24 En zijn bijwijf, welker naam was Reuma, diezelve
3 Gen 23:22 | armringen aan haar handen, welker gewicht was tien sikkelen
4 Gen 23:37 | dochteren der Kanaanieten, in welker land ik wone; ~
5 Gen 26:12 | was gesteld op de aarde, welker opperste aan de hemel raakte;
6 Exo 1:15 | vroedvrouwen der Hebreinnen, welker ener naam Sifra, en de naam
7 Exo 18:3 | 3 Met haar twee zonen, welker enes naam was Gersom (want
8 Exo 35:26 | 26 En alle vrouwen, welker hart haar bewoog in wijsheid,
9 Exo 35:29 | 29 Alle man en vrouw, welker hart hen vrijwillig bewoog
10 Lev 14:22 | zijn hand bereiken zal, welker ene ten zondoffer, en een
11 Lev 16:27 | den bok des zondoffers, welker bloed ingebracht is, om
12 Num 3:3 | priesteren, die gezalfd waren, welker hand men gevuld had, om
13 Num 5:3 | verontreinigen hun legers, in welker midden Ik wone. ~
14 Deu 2:22 | wonen, gedaan heeft, voor welker aangezicht Hij de Horieten
15 Deu 7:19 | doen aan alle volken, voor welker aangezicht gij vreest. ~
16 Deu 19:1 | volken zal hebben uitgeroeid, welker land de HEERE, uw God, u
17 Deu 32:38 | 38 Welker slachtofferen vet zij aten,
18 Deu 32:38 | slachtofferen vet zij aten, welker drankofferen wijn zij dronken;
19 Joz 7:21 | zilvers, en een gouden tong, welker gewicht was vijftig sikkelen;
20 Joz 25:15 | goden der Amorieten, in welker land gij woont; maar aangaande
21 Joz 25:17 | onder alle volken, door welker midden wij getrokken zijn. ~
22 Ric 5:10 | goden der Amorieten niet, in welker land gij woont; maar gij
23 Ric 15:4 | kreeg, aan de beek Sorek, welker naam was Delila. ~
24 1Sa 10:26 | het heir gingen met hem, welker hart God geroerd had. ~
25 2Sa 3:7 | nu had een bijwijf gehad, welker naam was Rizpa, dochter
26 2Sa 12:30 | konings van zijn hoofd af, welker gewicht was een talent gouds,
27 2Sa 13:1 | een schone zuster had, welker naam was Thamar, dat Amnon,
28 2Sa 14:27 | geboren, en een dochter, welker naam was Thamar; deze was
29 1Kon 3:26| 26 Maar de vrouw, welker zoon de levende was, sprak
30 2Kon 8:1 | gesproken tot die vrouw, welker zoon hij levend gemaakt
31 2Kon 8:5 | ziet, zo riep de vrouw, welker zoon hij levend gemaakt
32 1Kro 2:26| had nog een andere vrouw, welker naam was Atara; zij was
33 2Kro 17:9 | te bewijzen aan degenen, welker hart volkomen is tot Hem;
34 Ezra 8:13| laatste kinderen van Adonikam, welker namen deze waren: Elifelet,
35 Job 4:19 | die lemen huizen bewonen, welker grondslag in het stof is?
36 Job 6:4 | Almachtigen zijn in mij, welker vurig venijn mijn geest
37 Job 15:19 | land gegeven was, en door welker midden niemand vreemds doorging. ~
38 Job 30:1 | minderen dan ik van dagen, welker vaderen ik versmaad zou
39 Job 30:4 | plukten bij de struiken, en welker spijze was de wortel der
40 Psa 17:14 | die van de wereld zijn, welker deel in dit leven is, welker
41 Psa 17:14 | welker deel in dit leven is, welker buik Gij vervult met Uw
42 Psa 26:10 | 10 In welker handen schandelijk bedrijf
43 Psa 26:10 | schandelijk bedrijf is, en welker rechterhand vol geschenken
44 Psa 57:5 | stokebranden, mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen
45 Psa 68:14 | overdekt met zilver, en welker vederen zijn met uitgegraven
46 Psa 84:6 | wiens sterkte in U is, in welker hart de gebaande wegen zijn. ~
47 Psa 144:8 | 8 Welker mond leugen spreekt, en
48 Psa 144:11 | van de hand der vreemden, welker mond leugen spreekt, en
49 Spre 2:15| 15 Welker paden verkeerd zijn, en
50 Pred 7:26| dan de dood: een vrouw, welker hart netten en garen, en
51 Jes 5:28 | 28 Welker pijlen scherp zullen zijn,
52 Jes 23:7 | vrolijk huppelende stad? welker oudheid wel van oude dagen
53 Jes 23:8 | Tyrus, die kronende stad, welker kooplieden vorsten zijn,
54 Jes 23:8 | kooplieden vorsten zijn, welker handelaars de heerlijkste
55 Jes 28:1 | der dronkenen van Efraim, welker heerlijk sieraad is een
56 Jes 29:15 | hun raad verbergende; en welker werken in duisterheid geschieden,
57 Jes 33:20 | neder geworpen zal worden, welker pinnen in der eeuwigheid
58 Jes 33:20 | uitgetogen worden, en van welker zelen geen verscheurd worden. ~
59 Jes 59:11 | springader der wateren, welker wateren niet ontbreken. ~
60 Jer 19:13 | worden, met al de huizen, op welker daken zij aan al het heir
61 Jer 22:25 | in de hand dergenen, voor welker aangezicht gij schrikt,
62 Jer 32:29 | verbranden, met de huizen, op welker daken zij aan Baal gerookt,
63 Jer 39:17 | de hand der mannen, voor welker aangezicht gij vreest. ~
64 Jer 49:12 | de HEERE: Ziet, degenen, welker oordeel het niet is den
65 Eze 3:6 | spraak en zwaar van tong, welker woorden gij niet kunt verstaan;
66 Eze 11:21 | 21 Maar welker hart het hart hunner verfoeiselen
67 Eze 20:9 | de ogen der heidenen, in welker midden zij waren; aan welke
68 Eze 20:14 | ogen van die heidenen, voor welker ogen Ik hen uitvoerde. ~
69 Eze 20:22 | ontheiligd worden, voor welker ogen Ik hen uitgevoerd had. ~
70 Eze 21:29 | goddelozen verslagen zijn, welker dag gekomen was ten tijde
71 Eze 23:20 | dan derzelver bijwijven, welker vlees is als het vlees der
72 Eze 23:20 | het vlees der ezelen, en welker vloed is als de vloed der
73 Eze 32:23 | 23 Welker graven gesteld zijn in de
74 Eze 32:27 | met hun krijgswapenen, en welker zwaarden men gelegd heeft
75 Eze 32:27 | onder hun hoofden; welker ongerechtigheid nochtans
76 Eze 40:45 | sprak tot mij: Deze kamer, welker voorste deel den weg naar
77 Eze 40:46 | 46 Maar de kamer, welker voorste deel den weg naar
78 Dan 2:11 | kan geven, dan de goden, welker woning bij het vlees niet
79 Joe 3:19 | de kinderen van Juda, in welker land zij onschuldig bloed
80 Nah 3:8 | rondom henen water heeft, welker voormuur de zee is, haar
81 Zac 5:2 | Ik zie een vliegende rol, welker lengte is van twintig ellen,
82 Zac 11:5 | 5 Welker bezitters hen doden, en
83 Mark 7:25| 25 Want een vrouw, welker dochtertje een onreinen
84 Mark 13:19| zulke verdrukking zijn, welker gelijke niet geweest is
85 Mark 14:32| zij kwamen in een plaats, welker naam was Gethsemane, en
86 Luk 13:1 | boodschapten van de Galileers, welker bloed Pilatus met hun offeranden
87 Joha 11:2 | afgedroogd heeft met haar haren; welker broeder Lazarus krank was.) ~
88 Hand 10:14| God diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend,
89 Rom 3:8 | het goede daaruit kome? Welker verdoemenis rechtvaardig
90 Rom 3:14 | 14 Welker mond vol is van vervloeking
91 Rom 4:7 | Zeggende: Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven
92 Rom 4:7 | ongerechtigheden vergeven zijn, en welker zonden bedekt zijn; ~
93 Rom 9:4 | Welke Israelieten zijn, welker is de aanneming tot kinderen,
94 Rom 9:5 | 5 Welker zijn de vaders, en uit welke
95 Fili 3:19| 19 Welker einde is het verderf, welker
96 Fili 3:19| Welker einde is het verderf, welker God is de buik, en welker
97 Fili 3:19| welker God is de buik, en welker heerlijkheid is in hun schande,
98 Fili 4:3 | andere mijn medearbeiders, welker namen zijn in het boek des
99 Kol 1:25 | 25 Welker dienaar ik geworden ben,
100 Heb 3:17 | degenen, die gezondigd hadden, welker lichamen gevallen zijn in
101 Heb 6:8 | en nabij de vervloeking, welker einde is tot verbranding. ~
102 Heb 11:10 | die fondamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester
103 Heb 11:38 | 38 (Welker de wereld niet waardig was)
104 Heb 13:11 | 11 Want welker dieren bloed voor de zonde
105 1Pet 3:3 | 3 Welker versiersel zij, niet hetgeen
106 1Pet 3:6 | geweest, hem noemende heer, welker dochters gij geworden zijt,
107 Open 13:8 | zullen hetzelve aanbidden, welker namen niet zijn geschreven
108 Open 17:8 | zullen verwonderd zijn (welker namen niet zijn geschreven
109 Open 20:8 | vergaderen tot den krijg; welker getal is als het zand aan
|