Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
schandjongens 5
schandvlek 5
schapen 208
schare 109
scharen 58
scharlaken 42
scharlakendraad 1
Frequency    [«  »]
109 brengt
109 gezegend
109 rein
109 schare
109 welker
108 boze
108 daags

Bijbel

IntraText - Concordances

schare

    Book Chapter: Verse
1 Psa 42:19 | placht heen te gaan onder de schare, en met hen te treden naar 2 Matt 5:1 | 1 En Jezus, de schare ziende, is geklommen op 3 Matt 9:23| de pijpers en de woelende schare, ~ 4 Matt 9:25| 25 Als nu de schare uitgedreven was, ging Hij 5 Matt 13:2 | ging en nederzat, en al de schare stond op den oever. ~ 6 Matt 14:14| uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk met ontferming 7 Matt 15:10| 10 En als Hij de schare tot Zich geroepen had, zeide 8 Matt 15:32| ontferming bewogen over de schare, omdat zij nu drie dagen 9 Matt 15:33| dat wij zulk een grote schare zouden verzadigen? ~ 10 Matt 15:36| discipelen gaven ze aan de schare. ~ 11 Matt 17:14| 14 En als zij bij de schare gekomen waren, kwam tot 12 Matt 20:29| uitgingen, is Hem een grote schare gevolgd. ~ 13 Matt 20:31| 31 En de schare bestrafte hen, opdat zij 14 Matt 21:8 | 8 En de meeste schare spreidden hun klederen op 15 Matt 21:26| mensen: zo vrezen wij de schare; want zij houden allen Johannes 16 Matt 26:47| kwam, en met hem een grote schare, met zwaarden en stokken, 17 Matt 27:24| en wies de handen voor de schare, zeggende: Ik ben onschuldig 18 Mark 2:4 | Hem genaken, overmits de schare, ontdekten zij het dak, 19 Mark 2:13| naar de zee; en de gehele schare kwam tot Hem, en Hij leerde 20 Mark 3:9 | Hem blijven zou, om der schare wil, opdat zij Hem niet 21 Mark 3:20| daar vergaderde wederom en schare, alzo dat zij ook zelfs 22 Mark 3:32| 32 En de schare zat rondom Hem; en zij zeiden 23 Mark 4:1 | er vergaderde een grote schare bij Hem, alzo dat Hij, in 24 Mark 4:1 | op de zee; en de gehele schare was op het land aan de zee. ~ 25 Mark 4:36| 36 En zij, de schare gelaten hebbende, namen 26 Mark 5:21| zijde, vergaderde een grote schare bij Hem; en Hij was bij 27 Mark 5:24| ging met hem; en een grote schare volgde Hem, en zij verdrongen 28 Mark 5:27| Jezus horende, kwam onder de schare van achteren, en raakte 29 Mark 5:30| was, keerde Zich om in de schare, en zeide: Wie heeft Mijn 30 Mark 5:31| tot Hem: Gij ziet, dat de schare U verdringt, en zegt Gij: 31 Mark 6:34| uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk met ontferming 32 Mark 6:45| Bethsaida, terwijl Hij de schare van Zich zou laten. ~ 33 Mark 7:14| 14 En tot Zich de ganse schare geroepen hebbende, zeide 34 Mark 7:17| 17 En toen Hij van de schare in huis gekomen was, vraagden 35 Mark 7:33| 33 En hem van de schare alleen genomen hebbende, 36 Mark 8:1 | als er een geheel grote schare was, en zij niets hadden 37 Mark 8:2 | ontferming bewogen over de schare; want zij zijn nu drie dagen 38 Mark 8:6 | 6 En Hij gebood de schare neder te zitten op de aarde, 39 Mark 8:6 | voorleggen; en zij legden ze de schare voor. ~ 40 Mark 8:34| Zich geroepen hebbende de schare met Zijn discipelen, zeide 41 Mark 9:14| gekomen was, zag Hij een grote schare rondom hen, en enige Schriftgeleerden 42 Mark 9:15| 15 En terstond de gehele schare Hem ziende, werd verbaasd, 43 Mark 9:17| 17 En een uit de schare, antwoordende, zeide: Meester, 44 Mark 9:25| En Jezus ziende, dat de schare gezamenlijk toeliep, bestrafte 45 Mark 10:46| discipelen, en een grote schare van Jericho uitging, zat 46 Mark 11:18| vreesden Hem, omdat de ganse schare ontzet was over Zijn leer. ~ 47 Mark 12:12| vangen, maar zij vreesden de schare; want zij verstonden, dat 48 Mark 12:37| Zoon? En de menigte der schare hoorde Hem gaarne. ~ 49 Mark 12:41| de schatkist, zag, hoe de schare geld wierp in de schatkist; 50 Mark 14:43| twaalven, en met hem een grote schare, met zwaarden en stokken, 51 Mark 15:8 | 8 En de schare riep uit, en begon te begeren, 52 Mark 15:11| overpriesters bewogen de schare, dat hij hun liever Bar-abbas 53 Mark 15:15| Pilatus nu, willende der schare genoeg doen, heeft hun Bar-abbas 54 Luk 5:1 | En het geschiedde, als de schare op Hem aandrong, om het 55 Luk 5:19 | inbrengen mochten, overmits de schare, zo klommen zij op het dak, 56 Luk 5:29 | huis; en er was een grote schare van tollenaren, en van anderen, 57 Luk 6:17 | vlakke plaats, en met Hem de schare Zijner discipelen, en een 58 Luk 6:19 | 19 En al de schare zocht Hem aan te raken; 59 Luk 7:9 | omkerende, zeide tot de schare, die Hem volgde: Ik zeg 60 Luk 7:11 | discipelen, en een grote schare. ~ 61 Luk 7:12 | was weduwe en een grote schare van de stad was met haar. ~ 62 Luk 8:4 | 4 Als nu een grote schare bijeenvergaderde, en zij 63 Luk 8:19 | Hem niet komen, vanwege de schare. ~ 64 Luk 8:40 | wederkeerde, dat Hem de schare ontving; want zij waren 65 Luk 9:12 | zeiden tot Hem: Laat de schare van U, opdat zij, heengaande 66 Luk 9:16 | ze den discipelen, om der schare voor te leggen. ~ 67 Luk 9:37 | afkwamen, dat Hem een grote schare in het gemoet kwam. ~ 68 Luk 9:38 | En ziet, een man van de schare riep uit, zeggende: Meester, 69 Luk 11:27 | stem verheffende uit de schare, tot Hem zeide: Zalig is 70 Luk 12:1 | Daarentussen als vele duizenden der schare bijeenvergaderd waren, zodat 71 Luk 12:13 | 13 En een uit de schare zeide tot Hem: Meester, 72 Luk 13:14 | antwoordde en zeide tot de schare: Er zijn zes dagen, in welke 73 Luk 13:17 | tegen Hem stelden; en al de schare verblijdde zich over al 74 Luk 18:36 | 36 En deze, horende de schare voorbijgaan, vraagde, wat 75 Luk 19:3 | en kon niet vanwege de schare, omdat hij klein van persoon 76 Luk 19:39 | sommigen der Farizeen uit de schare zeiden tot Hem: Meester, 77 Luk 22:47 | nog sprak, ziet daar een schare; en een van de twaalven, 78 Joha 5:13| ontweken, alzo er een grote schare in die plaats was. ~ 79 Joha 6:2 | En Hem volgde een grote schare, omdat zij Zijn tekenen 80 Joha 6:5 | en ziende, dat een grote schare tot Hem kwam, zeide tot 81 Joha 6:22| 22 Des anderen daags de schare, die aan de andere zijde 82 Joha 6:24| 24 Toen dan de schare zag, dat Jezus aldaar niet 83 Joha 7:12| Neen, maar Hij verleidt de schare. ~ 84 Joha 7:20| 20 De schare antwoordde en zeide: Gij 85 Joha 7:31| 31 En velen uit de schare geloofden in Hem, en zeiden: 86 Joha 7:32| Farizeen hoorden, dat de schare dit van Hem murmelde; en 87 Joha 7:40| 40 Velen dan uit de schare, deze rede horende, zeiden: 88 Joha 7:43| dan tweedracht onder de schare, om Zijnentwil. ~ 89 Joha 7:49| 49 Maar deze schare, die de wet niet weet, is 90 Joha 11:42| altijd hoort; maar om der schare wil, die rondom staat, heb 91 Joha 12:9 | 9 Een grote schare dan der Joden verstond, 92 Joha 12:12| anderen daags, een grote schare, die tot het feest gekomen 93 Joha 12:17| 17 De schare dan, die met Hem was, getuigde 94 Joha 12:18| 18 Daarom ging ook de schare Hem tegemoet, overmits zij 95 Joha 12:29| 29 De schare dan, die daar stond, en 96 Joha 12:34| 34 De schare antwoordde Hem: Wij hebben 97 Hand 1:15| en sprak (er was nu een schare bijeen van omtrent honderd 98 Hand 6:24| geloofs; en er werd een grote schare den Heere toegevoegd. ~ 99 Hand 6:26| de Gemeente, en een grote schare leerden; en dat de discipelen 100 Hand 8:14| klederen, en sprongen onder de schare, roepende, ~ 101 Hand 10:22| 22 En de schare stond gezamenlijk tegen 102 Hand 11:8 | 8 En zij beroerden de schare, en de oversten der stad, 103 Hand 13:33| zij deden Alexander uit de schare voortkomen, alzo hem de 104 Hand 13:35| als de stads schrijver de schare gestild had, zeide hij: 105 Hand 15:34| 34 En onder de schare riep de ene dit, de andere 106 Hand 15:35| werd vanwege het geweld der schare. ~ 107 Open 7:9 | zag ik, en ziet, een grote schare, die niemand tellen kon, 108 Open 19:1 | een grote stem ener grote schare in den hemel, zeggende: 109 Open 19:6 | als een stem ener grote schare, en als een stem veler wateren,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License