Book Chapter: Verse
1 Psa 42:19 | placht heen te gaan onder de schare, en met hen te treden naar
2 Matt 5:1 | 1 En Jezus, de schare ziende, is geklommen op
3 Matt 9:23| de pijpers en de woelende schare, ~
4 Matt 9:25| 25 Als nu de schare uitgedreven was, ging Hij
5 Matt 13:2 | ging en nederzat, en al de schare stond op den oever. ~
6 Matt 14:14| uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk met ontferming
7 Matt 15:10| 10 En als Hij de schare tot Zich geroepen had, zeide
8 Matt 15:32| ontferming bewogen over de schare, omdat zij nu drie dagen
9 Matt 15:33| dat wij zulk een grote schare zouden verzadigen? ~
10 Matt 15:36| discipelen gaven ze aan de schare. ~
11 Matt 17:14| 14 En als zij bij de schare gekomen waren, kwam tot
12 Matt 20:29| uitgingen, is Hem een grote schare gevolgd. ~
13 Matt 20:31| 31 En de schare bestrafte hen, opdat zij
14 Matt 21:8 | 8 En de meeste schare spreidden hun klederen op
15 Matt 21:26| mensen: zo vrezen wij de schare; want zij houden allen Johannes
16 Matt 26:47| kwam, en met hem een grote schare, met zwaarden en stokken,
17 Matt 27:24| en wies de handen voor de schare, zeggende: Ik ben onschuldig
18 Mark 2:4 | Hem genaken, overmits de schare, ontdekten zij het dak,
19 Mark 2:13| naar de zee; en de gehele schare kwam tot Hem, en Hij leerde
20 Mark 3:9 | Hem blijven zou, om der schare wil, opdat zij Hem niet
21 Mark 3:20| daar vergaderde wederom en schare, alzo dat zij ook zelfs
22 Mark 3:32| 32 En de schare zat rondom Hem; en zij zeiden
23 Mark 4:1 | er vergaderde een grote schare bij Hem, alzo dat Hij, in
24 Mark 4:1 | op de zee; en de gehele schare was op het land aan de zee. ~
25 Mark 4:36| 36 En zij, de schare gelaten hebbende, namen
26 Mark 5:21| zijde, vergaderde een grote schare bij Hem; en Hij was bij
27 Mark 5:24| ging met hem; en een grote schare volgde Hem, en zij verdrongen
28 Mark 5:27| Jezus horende, kwam onder de schare van achteren, en raakte
29 Mark 5:30| was, keerde Zich om in de schare, en zeide: Wie heeft Mijn
30 Mark 5:31| tot Hem: Gij ziet, dat de schare U verdringt, en zegt Gij:
31 Mark 6:34| uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk met ontferming
32 Mark 6:45| Bethsaida, terwijl Hij de schare van Zich zou laten. ~
33 Mark 7:14| 14 En tot Zich de ganse schare geroepen hebbende, zeide
34 Mark 7:17| 17 En toen Hij van de schare in huis gekomen was, vraagden
35 Mark 7:33| 33 En hem van de schare alleen genomen hebbende,
36 Mark 8:1 | als er een geheel grote schare was, en zij niets hadden
37 Mark 8:2 | ontferming bewogen over de schare; want zij zijn nu drie dagen
38 Mark 8:6 | 6 En Hij gebood de schare neder te zitten op de aarde,
39 Mark 8:6 | voorleggen; en zij legden ze de schare voor. ~
40 Mark 8:34| Zich geroepen hebbende de schare met Zijn discipelen, zeide
41 Mark 9:14| gekomen was, zag Hij een grote schare rondom hen, en enige Schriftgeleerden
42 Mark 9:15| 15 En terstond de gehele schare Hem ziende, werd verbaasd,
43 Mark 9:17| 17 En een uit de schare, antwoordende, zeide: Meester,
44 Mark 9:25| En Jezus ziende, dat de schare gezamenlijk toeliep, bestrafte
45 Mark 10:46| discipelen, en een grote schare van Jericho uitging, zat
46 Mark 11:18| vreesden Hem, omdat de ganse schare ontzet was over Zijn leer. ~
47 Mark 12:12| vangen, maar zij vreesden de schare; want zij verstonden, dat
48 Mark 12:37| Zoon? En de menigte der schare hoorde Hem gaarne. ~
49 Mark 12:41| de schatkist, zag, hoe de schare geld wierp in de schatkist;
50 Mark 14:43| twaalven, en met hem een grote schare, met zwaarden en stokken,
51 Mark 15:8 | 8 En de schare riep uit, en begon te begeren,
52 Mark 15:11| overpriesters bewogen de schare, dat hij hun liever Bar-abbas
53 Mark 15:15| Pilatus nu, willende der schare genoeg doen, heeft hun Bar-abbas
54 Luk 5:1 | En het geschiedde, als de schare op Hem aandrong, om het
55 Luk 5:19 | inbrengen mochten, overmits de schare, zo klommen zij op het dak,
56 Luk 5:29 | huis; en er was een grote schare van tollenaren, en van anderen,
57 Luk 6:17 | vlakke plaats, en met Hem de schare Zijner discipelen, en een
58 Luk 6:19 | 19 En al de schare zocht Hem aan te raken;
59 Luk 7:9 | omkerende, zeide tot de schare, die Hem volgde: Ik zeg
60 Luk 7:11 | discipelen, en een grote schare. ~
61 Luk 7:12 | was weduwe en een grote schare van de stad was met haar. ~
62 Luk 8:4 | 4 Als nu een grote schare bijeenvergaderde, en zij
63 Luk 8:19 | Hem niet komen, vanwege de schare. ~
64 Luk 8:40 | wederkeerde, dat Hem de schare ontving; want zij waren
65 Luk 9:12 | zeiden tot Hem: Laat de schare van U, opdat zij, heengaande
66 Luk 9:16 | ze den discipelen, om der schare voor te leggen. ~
67 Luk 9:37 | afkwamen, dat Hem een grote schare in het gemoet kwam. ~
68 Luk 9:38 | En ziet, een man van de schare riep uit, zeggende: Meester,
69 Luk 11:27 | stem verheffende uit de schare, tot Hem zeide: Zalig is
70 Luk 12:1 | Daarentussen als vele duizenden der schare bijeenvergaderd waren, zodat
71 Luk 12:13 | 13 En een uit de schare zeide tot Hem: Meester,
72 Luk 13:14 | antwoordde en zeide tot de schare: Er zijn zes dagen, in welke
73 Luk 13:17 | tegen Hem stelden; en al de schare verblijdde zich over al
74 Luk 18:36 | 36 En deze, horende de schare voorbijgaan, vraagde, wat
75 Luk 19:3 | en kon niet vanwege de schare, omdat hij klein van persoon
76 Luk 19:39 | sommigen der Farizeen uit de schare zeiden tot Hem: Meester,
77 Luk 22:47 | nog sprak, ziet daar een schare; en een van de twaalven,
78 Joha 5:13| ontweken, alzo er een grote schare in die plaats was. ~
79 Joha 6:2 | En Hem volgde een grote schare, omdat zij Zijn tekenen
80 Joha 6:5 | en ziende, dat een grote schare tot Hem kwam, zeide tot
81 Joha 6:22| 22 Des anderen daags de schare, die aan de andere zijde
82 Joha 6:24| 24 Toen dan de schare zag, dat Jezus aldaar niet
83 Joha 7:12| Neen, maar Hij verleidt de schare. ~
84 Joha 7:20| 20 De schare antwoordde en zeide: Gij
85 Joha 7:31| 31 En velen uit de schare geloofden in Hem, en zeiden:
86 Joha 7:32| Farizeen hoorden, dat de schare dit van Hem murmelde; en
87 Joha 7:40| 40 Velen dan uit de schare, deze rede horende, zeiden:
88 Joha 7:43| dan tweedracht onder de schare, om Zijnentwil. ~
89 Joha 7:49| 49 Maar deze schare, die de wet niet weet, is
90 Joha 11:42| altijd hoort; maar om der schare wil, die rondom staat, heb
91 Joha 12:9 | 9 Een grote schare dan der Joden verstond,
92 Joha 12:12| anderen daags, een grote schare, die tot het feest gekomen
93 Joha 12:17| 17 De schare dan, die met Hem was, getuigde
94 Joha 12:18| 18 Daarom ging ook de schare Hem tegemoet, overmits zij
95 Joha 12:29| 29 De schare dan, die daar stond, en
96 Joha 12:34| 34 De schare antwoordde Hem: Wij hebben
97 Hand 1:15| en sprak (er was nu een schare bijeen van omtrent honderd
98 Hand 6:24| geloofs; en er werd een grote schare den Heere toegevoegd. ~
99 Hand 6:26| de Gemeente, en een grote schare leerden; en dat de discipelen
100 Hand 8:14| klederen, en sprongen onder de schare, roepende, ~
101 Hand 10:22| 22 En de schare stond gezamenlijk tegen
102 Hand 11:8 | 8 En zij beroerden de schare, en de oversten der stad,
103 Hand 13:33| zij deden Alexander uit de schare voortkomen, alzo hem de
104 Hand 13:35| als de stads schrijver de schare gestild had, zeide hij:
105 Hand 15:34| 34 En onder de schare riep de ene dit, de andere
106 Hand 15:35| werd vanwege het geweld der schare. ~
107 Open 7:9 | zag ik, en ziet, een grote schare, die niemand tellen kon,
108 Open 19:1 | een grote stem ener grote schare in den hemel, zeggende:
109 Open 19:6 | als een stem ener grote schare, en als een stem veler wateren,
|