Book Chapter: Verse
1 Gen 26:19 | toch de naam dier stad te voren was Luz. ~
2 Exo 5:14 | tichelstenen, gelijk te voren, alzo ook gisteren en heden? ~
3 Exo 21:29 | 29 Maar indien de os te voren stotig geweest is, en zijn
4 Exo 21:36 | geweest, dat die os van te voren stotig was, en zijn heer
5 Deu 2:10 | 10 De Emieten woonden te voren daarin, een groot, en menigvuldig,
6 Deu 2:12 | Ook woonden de Horieten te voren in Seir; maar de kinderen
7 Deu 2:20 | gehouden; de reuzen woonden te voren daarin, en de Ammonieten
8 Joz 11:10 | zwaard; want Hazor was te voren het hoofd van al deze koninkrijken. ~
9 Joz 15:15 | naam van Debir nu was te voren Kirjath-Sefer). ~
10 Ric 1:11 | naam nu van Debir was te voren Kirjath-Sefer. ~
11 Ric 1:23 | naam nu dezer stad was te voren Luz. ~
12 Ric 3:2 | tenminste dengenen, die daar te voren niet van wisten. ~
13 Ric 17:29 | hoewel de naam dezer stad te voren Lais was. ~
14 Ric 19:32 | aangezicht geslagen, als te voren; maar de kinderen Israels
15 Rut 2:11 | een volk, dat gij van te voren niet kendet. ~
16 1Sa 10:11 | iegelijk, die hem van te voren gekend had, zag, dat hij,
17 2Sa 3:13 | Michal, Sauls dochter, te voren inbrengt, als gij komt om
18 2Sa 3:17 | zeggende: Gij hebt David te voren lang tot een koning over
19 2Sa 5:2 | 2 Daartoe ook te voren, toen Saul koning over ons
20 2Sa 10:9 | slagorde tegen hem was, van voren en van achteren, zo verkoos
21 2Sa 15:34 | uws vaders knecht van te voren geweest, maar nu zal ik
22 1Kon 13:6 | tot hem, en werd gelijk te voren.
23 2Kon 14:5 | woonden in hun tenten, als te voren. ~
24 2Kon 19:4 | van Assyrie niet als te voren van jaar tot jaar opbracht;
25 2Kon 21:25| gehoord, dat Ik zulks lang te voren gedaan heb en dat van oude
26 1Kro 9:20| de zoon van Eleazar, te voren voorganger bij hen was,
27 1Kro 11:2 | 2 Zelfs ook te voren, toen Saul nog koning was,
28 1Kro 20:10| de spits der slagorde van voren en van achteren tegen hem
29 2Kro 10:11| zangers; desgelijks ook was te voren in het land van Juda niet
30 Neh 13:5 | kamer gemaakt, alwaar zij te voren henenleiden het spijsoffer,
31 Job 31:38 | tegen mij roept, en zijn voren te zamen wenen;
32 Job 38:13 | eenhoorn met zijn touw aan de voren binden? Zal hij de laagten
33 Job 41:11 | zusters, en allen, die hem te voren gekend hadden, en aten brood
34 Psa 65:11 | Gij doet ze dalen in zijn voren; Gij maakt het week door
35 Psa 129:3 | geploegd; zij hebben hun voren lang getogen. ~
36 Psa 139:5 | mij van achteren en van voren, en Gij zet Uw hand op mij. ~
37 Jes 9:11 | 11 De Syriers van voren, en de Filistijnen van achteren,
38 Jes 37:26 | gehoord, dat Ik zulks lang te voren gedaan heb, en dat van de
39 Jes 41:26 | het weten mogen, of van te voren, dat wij zeggen mogen: Hij
40 Hos 10:4 | vergiftig kruid groenen, op de voren der velden. ~
41 Hos 10:10 | ze binden zal in hun twee voren. ~
42 Hos 12:12 | zijn als steen hopen op de voren der velden. ~
43 Zac 10:8 | vermenigvuldigd worden, gelijk zij te voren vermenigvuldigd waren. ~
44 Matt 14:8 | 8 En zij, te voren onderricht zijnde van haar
45 Mark 13:11| over te leveren, zo zijt te voren niet bezorgd, wat gij spreken
46 Luk 1:3 | gedacht, hebbende alles van voren aan naarstiglijk onderzocht,
47 Luk 21:14 | in uw harten voor, van te voren niet te overdenken, hoe
48 Luk 23:12 | elkander; want zij waren te voren in vijandschap tegen den
49 Joha 6:62| zaagt opvaren, daar Hij te voren was? ~
50 Joha 9:8 | geburen dan, en die hem te voren gezien hadden, dat hij blind
51 Joha 9:13| Farizeen, hem namelijk, die te voren blind geweest was. ~
52 Hand 3:18| van al Zijn profeten te voren verkondigd had, dat de Christus
53 Hand 3:24| hebben ook deze dagen te voren verkondigd. ~
54 Hand 4:28| wat Uw hand en Uw raad te voren bepaald had, dat geschieden
55 Hand 5:41| getuigen, die van God te voren verkoren waren, ons namelijk,
56 Hand 11:26| bescheiden hebbende de tijden te voren geordineerd, en de bepalingen
57 Hand 15:29| 29 Want zij hadden te voren Trofimus, den Efezier, met
58 Hand 16:14| onzer vaderen heeft u te voren verordineerd, om Zijn wil
59 Hand 20:5 | die van over lang mij te voren gekend hebben (indien zij
60 Rom 1:2 | 2 (Hetwelk Hij te voren beloofd had door Zijn profeten,
61 Rom 3:9 | niet; want wij hebben te voren beschuldigd beiden Joden
62 Rom 3:25 | vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamheid
63 Rom 8:29 | 29 Want die Hij te voren gekend heeft, die heeft
64 Rom 8:29 | heeft, die heeft Hij ook te voren verordineerd, den beelde
65 Rom 8:30 | 30 En die Hij te voren verordineerd heeft, dezen
66 Rom 9:23 | barmhartigheid, die Hij te voren bereid heeft tot heerlijkheid? ~
67 Rom 9:29 | 29 En gelijk Jesaja te voren gezegd heeft: Indien de
68 Rom 11:2 | verstoten, hetwelk Hij te voren gekend heeft. Of weet gij
69 Rom 15:4 | 4 Want al wat te voren geschreven is, dat is tot
70 Rom 15:4 | dat is tot onze lering te voren geschreven, opdat wij, door
71 1Kor 2:7 | bedekt was, welke God te voren verordineerd heeft tot heerlijkheid
72 1Kor 11:21| eten neemt een iegelijk te voren zijn eigen avondmaal; en
73 2Kor 1:15| dit betrouwen wilde ik te voren tot u komen, opdat gij een
74 2Kor 7:3 | veroordeling; want ik heb te voren gezegd, dat gij in onze
75 2Kor 8:6 | vermaanden, dat, gelijk hij te voren begonnen had, hij ook alzo
76 2Kor 8:10| willen van over een jaar te voren hebt begonnen. ~
77 2Kor 8:12| 12 Want indien te voren de volvaardigheid des gemoeds
78 2Kor 9:5 | komen, en voorbereiden uw te voren aangedienden zegen; opdat
79 2Kor 12:21| hebbe over velen, die te voren gezondigd hebben, en die
80 2Kor 13:2 | 2 Ik heb het te voren gezegd, en zeg het te voren
81 2Kor 13:2 | voren gezegd, en zeg het te voren als tegenwoordig zijnde
82 2Kor 13:2 | afwezende aan degenen, die te voren gezondigd hebben, en aan
83 Gal 1:9 | 9 Gelijk wij te voren gezegd hebben, zo zeg ik
84 Gal 3:1 | Christus voor de ogen te voren geschilderd is geweest,
85 Gal 3:8 | 8 En de Schrift, te voren ziende, dat God de heidenen
86 Gal 3:8 | rechtvaardigen, heeft te voren aan Abraham het Evangelie
87 Gal 3:17 | ik: Het verbond, dat te voren van God bevestigd is op
88 Gal 4:2 | den tijd van den vader te voren gesteld. ~
89 Gal 4:9 | beginselen, welke gij wederom van voren aan wilt dienen? ~
90 Gal 5:21 | dergelijke; van dewelke ik u te voren zeg, gelijk ik ook te voren
91 Gal 5:21 | voren zeg, gelijk ik ook te voren gezegd heb, dat die zulke
92 Efez 1:5 | 5 Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming
93 Efez 1:11| geworden zijn, wij, die te voren verordineerd waren naar
94 Efez 3:3 | ik met weinige woorden te voren geschreven heb; ~
95 Kol 1:5 | hemelen, van welke gij te voren gehoord hebt, door het Woord
96 1The 2:2 | 2 Maar, hoewel wij te voren geleden hadden, en ook ons
97 1The 4:6 | alles, gelijk wij u ook te voren gezegd en betuigd hebben. ~
98 1Tim 1:13| 13 Die te voren een gods lasteraar was,
99 1Tim 5:24| mensen zijn de zonden te voren openbaar, en gaan voor tot
100 1Tim 5:25| de goede werken zijn te voren openbaar, en daar het anders
101 Heb 10:8 | 8 Als Hij te voren gezegd had: Slachtoffer,
102 Heb 10:16 | 16 Want nadat Hij te voren gezegd had: Dit is het verbond,
103 1Pet 1:11| hen was, beduidde en te voren getuigde, het lijden, dat
104 1Pet 1:14| begeerlijkheden, die te voren in uw onwetendheid waren; ~
105 2Pet 3:2 | van de heilige profeten te voren gesproken zijn, en aan ons
106 2Pet 3:17| dan, geliefden, zulks te voren wetende, wacht u, dat gij
107 Jud 1:4 | tot ditzelfde oordeel te voren opgeschreven zijn, goddelozen,
108 Open 4:6 | dieren, zijnde vol ogen van voren en van achteren. ~
|