Book Chapter: Verse
1 Gen 9:13 | 13 Mijn boog heb Ik gegeven in de wolken;
2 Gen 9:14 | de aarde brenge, dat deze boog zal gezien worden in de
3 Gen 9:16 | 16 Als deze boog in de wolken zal zijn, zo
4 Gen 17:2 | van de deur der tent, en boog zich ter aarde. ~
5 Gen 18:1 | hij op hun tegemoet, en boog zich met het aangezicht
6 Gen 20:16 | zo verre, als die met de boog schieten; want zij zeide:
7 Gen 22:7 | Toen stond Abraham op, en boog zich neder voor het volk
8 Gen 22:12 | 12 Toen boog zich Abraham neder voor
9 Gen 23:52 | knecht hun woorden hoorde, zo boog hij zich ter aarde voor
10 Gen 25:3 | gereedschap, uw pijlkoker en uw boog, en ga uit in het veld,
11 Gen 30:3 | aangezicht heen, en hij boog zich zeven malen ter aarde,
12 Gen 43:31 | hij zwoer hem. En Israel boog zich ten hoofde van het
13 Gen 44:12 | van zijn knieen; en hij boog zich voor zijn aangezicht
14 Gen 44:22 | mijn zwaard en met mijn boog, uit de hand der Amorieten
15 Gen 45:15 | dat het lustig was, zo boog hij zijn schouder om te
16 Gen 45:24 | 24 Maar zijn boog is in stijvigheid gebleven,
17 Exo 12:27 | onze huizen bevrijdde! Toen boog zich het volk en neigde
18 Exo 18:7 | schoonvader tegemoet, en hij boog zich, en kuste hem; en zij
19 Exo 34:31 | hoofd ter aarde, en hij boog zich. ~
20 Num 22:31 | neigde hij het hoofd en boog zich op zijn aangezicht. ~
21 Num 25:2 | goden; en het volk at, en boog zich voor haar goden. ~
22 Joz 25:12 | uw zwaard, noch door uw boog. ~
23 Ric 15:30 | met de Filistijnen; en hij boog zich met kracht, en het
24 Rut 2:10 | zij op haar aangezicht, en boog zich ter aarde, en zij zeide
25 1Sa 2:4 | 4 De boog der sterken is gebroken;
26 1Sa 18:4 | zwaard toe, en tot zijn boog toe, en tot zijn gordel
27 1Sa 20:41 | aangezicht ter aarde, en hij boog zich driemaal; en zij kusten
28 1Sa 24:9 | achter zich om, en David boog zich met het aangezicht
29 1Sa 25:23 | haar aangezicht, en zij boog zich ter aarde. ~
30 1Sa 28:14 | aangezicht ter aarde, en hij boog zich. ~
31 1Sa 31:3 | en de mannen, die met den boog schieten, troffen hem aan,
32 2Sa 1:2 | zo viel hij ter aarde en boog zich neder. ~
33 2Sa 1:18 | den kinderen van Juda den boog zou leren; ziet, het is
34 2Sa 1:22 | der helden, werd Jonathans boog niet achterwaarts gedreven;
35 2Sa 9:6 | hij op zijn aangezicht, en boog zich neder. En David zeide:
36 2Sa 9:8 | 8 Toen boog hij zich, en zeide: Wat
37 2Sa 14:22 | aangezicht ter aarde, en boog zich, en dankte den koning;
38 2Sa 14:33 | kwam tot den koning in, en boog zich voor hem op zijn aangezicht
39 2Sa 18:21 | gij gezien hebt; en Cuschi boog zich voor Joab, en liep
40 2Sa 18:28 | den koning Vrede! En hij boog zich voor den koning met
41 2Sa 22:10 | 10 En Hij boog den hemel, en daalde neder;
42 2Sa 22:35 | strijde, zodat een stalen boog met mijn armen verbroken
43 2Sa 24:20 | zo ging Arauna uit, en boog zich voor den koning met
44 1Kon 1:16| Bathseba neigde het hoofd en boog zich neder voor den koning;
45 1Kon 1:23| aangezicht des konings, en boog zich voor den koning op
46 1Kon 1:31| aangezicht ter aarde, en boog zich neder voor den koning,
47 1Kon 1:53| altaar; en hij kwam, en boog zich neder voor den koning
48 1Kon 2:19| stond op, haar tegemoet, en boog zich voor haar; daarna zat
49 1Kon 16:31| heenging, en diende Baal, en boog zich voor hem. ~
50 1Kon 22:34| Toen spande een man den boog in zijn eenvoudigheid, en
51 1Kon 22:54| 54 En hij diende Baal, en boog zich voor hem, en vertoornde
52 2Kon 1:13| vijftigen op, en kwam en boog zich op zijn knieen, voor
53 2Kon 4:37| viel voor zijn voeten, en boog zich ter aarde, en zij nam
54 2Kon 6:22| met uw zwaard en met uw boog gevangen hadt? Zet hun brood
55 2Kon 9:24| 24 Maar Jehu spande den boog met volle kracht, en schoot
56 2Kon 14:15| zeide tot hem: Neem een boog en pijlen. En hij nam tot
57 2Kon 14:15| En hij nam tot zich een boog en pijlen. ~
58 2Kon 14:16| Israel: Leg uw hand aan den boog, en hij leide zijn hand
59 2Kon 23:3 | Israel, gemaakt had, en boog zich neder voor het heir
60 2Kon 23:21| vader gediend had, en hij boog zich voor die neder. ~
61 1Kro 5:18| zwaard dragende, en den boog spannende, en ervaren in
62 1Kro 8:40| mannen, kloeke helden, den boog spannende, en zij hadden
63 1Kro 12:2 | pijlen schietende uit den boog; zij waren van de broederen
64 1Kro 22:21| hij uit den dorsvloer, en boog zich neder voor David, met
65 2Kro 15:8 | het schild dragende en den boog spannende; al dezen waren
66 2Kro 18:17| tweehonderd duizend, die met boog en schild gewapend waren. ~
67 2Kro 19:33| Toen spande een man den boog in zijn eenvoudigheid, en
68 2Kro 25:14| zich voor dezelve neder boog en dien rookte. ~
69 2Kro 29:28| 28 De ganse gemeente nu boog zich neder, als men het
70 2Kro 33:3 | op, en maakte bossen, en boog zich neder voor al het heir
71 Ezra 9:5 | mantel gescheurd had; en ik boog mij op mijn knieen, en breidde
72 Est 16:2 | Mordechai neigde zich niet, en boog zich niet neder. ~
73 Est 17:2 | Mordechai neigde zich niet, en boog zich niet neder. ~
74 Job 1:20 | en viel op de aarde, en boog zich neder; ~
75 Job 20:24 | ijzeren wapenen, de stalen boog zal hem doorschieten. ~
76 Job 29:20 | was nieuw bij mij, en mijn boog veranderde zich in mijn
77 Psa 7:13 | zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en dien bereid. ~
78 Psa 11:2 | de goddelozen spannen den boog, zij schikken hun pijlen
79 Psa 18:10 | 10 En Hij boog den hemel, en daalde neder,
80 Psa 18:35 | strijde, zodat een stalen boog met mijn armen verbroken
81 Psa 38:14 | zwaard uitgetrokken, en hun boog gespannen, om den ellendige
82 Psa 44:7 | ik vertrouw niet op mijn boog, en mijn zwaard zal mij
83 Psa 46:10 | het einde der aarde, de boog verbreekt, en de spies aan
84 Psa 76:4 | de vurige pijlen van den boog, het schild, en het zwaard,
85 Psa 78:57 | omgekeerd, als een bedriegelijke boog. ~
86 Jes 7:24 | men met pijlen en met den boog aldaar zal moeten gaan;
87 Jes 21:15 | zwaard, en voor den gespannen boog, en voor de zwarigheid des
88 Jes 41:2 | zwaard gegeven als stof, zijn boog als een voortgedreven stoppel? ~
89 Jer 6:23 | 23 Boog en spies zullen zij voeren,
90 Jer 9:3 | spannen hun tong als hun boog tot leugen; zij worden geweldig
91 Jer 46:9 | en de Lydiers, die den boog handelen en spannen. ~
92 Jer 49:35 | Ik zal verbreken Elams boog, het voornaamste van hunlieder
93 Jer 50:14 | rondom, gij allen, die den boog spant! schiet in haar, en
94 Jer 50:29 | schutters! gij allen, die den boog spant! legert u tegen haar
95 Jer 50:42 | 42 Boog en spies zullen zij voeren;
96 Jer 51:3 | De schutter spanne zijn boog tegen dien, die spant, en
97 Klaa 1:26| Daleth. Hij heeft Zijn boog gespannen als een vijand;
98 Klaa 1:56| Daleth. Hij heeft Zijn boog gespannen, en Hij heeft
99 Eze 1:28 | Gelijk de gedaante van den boog, die in de wolk is ten dage
100 Eze 39:3 | 3 Maar Ik zal uw boog uit uw linkerhand slaan,
101 Hos 1:5 | geschieden, dat Ik Israels boog verbreken zal, in het dal
102 Hos 1:7 | zal ze niet verlossen door boog, noch door zwaard, noch
103 Hos 2:17 | aardbodems; en Ik zal den boog, en het zwaard, en den krijg
104 Hos 7:16 | zijn als een bedrieglijke boog; hun vorsten vallen door
105 Amos 2:15| 15 En die den boog handelt, zal niet bestaan,
106 Zac 9:13 | gespannen, en Ik Efraim den boog zal gevuld hebben; en Ik
107 Open 6:2 | Die daarop zat, had een boog; en Hem is een kroon gegeven,
|