Book Chapter: Verse
1 Gen 23:45 | 45 Eer ik geeindigd had te
2 Gen 25:45 | 45 Totdat de toorn uws broeders
3 Gen 28:45 | 45 Toen nam Jakob een steen,
4 Gen 37:45 | 45 En Farao noemde Jozefs naam
5 Gen 41 | 45 ~
6 Exo 12:45 | 45 Geen uitlander noch huurling
7 Exo 29:45 | 45 En Ik zal in het midden
8 Lev 11:45 | 45 Want Ik ben de HEERE, Die
9 Lev 13:45 | 45 Voorts zullen de klederen
10 Lev 14:45 | 45 Daarom zal men dat huis,
11 Lev 24:45 | 45 Gij zult ze ook kopen van
12 Lev 25:45 | 45 Maar Ik zal hun ten beste
13 Num 1:45 | 45 Alzo waren al de getelden
14 Num 3:45 | 45 Neem de Levieten, in plaats
15 Num 4:45 | 45 Dezen zijn de getelden van
16 Num 7:45 | 45 Een var, een jong rund,
17 Num 14:45 | 45 Toen kwamen af de Amalekieten
18 Num 16:45 | 45 Maak u op uit het midden
19 Num 26:45 | 45 Van de zonen van Beria waren:
20 Num 31:45 | 45 En de ezelen dertig duizend
21 Num 32:45 | 45 En zij verreisden van de
22 Deu 1:45 | 45 Als gij nu wederkwaamt en
23 Deu 4:45 | 45 Dit zijn de getuigenissen,
24 Deu 28:45 | 45 En al deze vloeken zullen
25 Deu 32:45 | 45 Als nu Mozes geeindigd had
26 Joz 15:45 | 45 Ekron, en haar onderhorige
27 Joz 19:45 | 45 En Jehud, en Bene-Berak,
28 Joz 22:18 | 45 Er viel niet een woord van
29 Ric 8:45 | 45 Voorts streed Abimelech
30 Ric 19:45 | 45 Toen keerden zij zich, en
31 1Sa 14:45 | 45 Maar het volk zeide tot
32 1Sa 17:45 | 45 David daarentegen zeide
33 2Sa 22:45 | 45 Vreemden hebben zich mij
34 1Kon 1:45| 45 Daartoe hebben hem Zadok,
35 1Kon 2:45| 45 Maar de koning Salomo is
36 1Kon 7:45| 45 De potten ook, en de schoffelen,
37 1Kon 8:45| 45 Hoor dan in den hemel hun
38 1Kon 18:45| 45 En het geschiedde ondertussen,
39 1Kon 22:45| 45 En Josafat maakte vrede
40 1Kro 1:45| 45 En Jobab stierf, en Husam,
41 1Kro 2:45| 45 De kinderen van Sammai nu
42 1Kro 6:45| 45 Den zoon van Hasabja, den
43 1Kro 11:45| 45 Jediael, de zoon van Simri,
44 Ezra 2:45| 45 De kinderen van Lebana,
45 Neh 7:45 | 45 De poortiers: de kinderen
46 Neh 12:45 | 45 En de wacht huns Gods waarnamen,
47 Psa 18:45 | 45 Zo haast als hun oor van
48 Psa 45 | 45 ~
49 Psa 78:45 | 45 Hij zond een vermenging
50 Psa 89:45 | 45 Gij hebt zijn schoonheid
51 Psa 105:45 | 45 Opdat zij Zijn inzettingen
52 Psa 106:45 | 45 En Hij dacht tot hun beste
53 Psa 119:45 | 45 En ik zal wandelen in de
54 Jes 45 | 45 ~
55 Jer 45 | 45 ~
56 Jer 48:45 | 45 Die voor des vijands
57 Jer 50:45 | 45 Daarom hoort den raadslag
58 Jer 51:45 | 45 Gaat uit, Mijn volk,
59 Klaa 1:89| 45 Samech. Gij hebt ons
60 Eze 16:45 | 45 Gij zijt de dochter
61 Eze 20:45 | 45 Verder geschiedde des
62 Eze 23:45 | 45 Rechtvaardige mannen
63 Eze 40:45 | 45 En hij sprak tot mij:
64 Eze 45 | 45 ~
65 Dan 2:45 | 45 Daarom hebt gij gezien,
66 Dan 11:45 | 45 En hij zal de tenten
67 Matt 5:45| 45 Opdat gij moogt kinderen
68 Matt 12:45| 45 Dan gaat hij heen en neemt
69 Matt 13:45| 45 Wederom is het Koninkrijk
70 Matt 21:45| 45 En als de overpriesters
71 Matt 22:45| 45 Indien Hem dan David noemt
72 Matt 24:45| 45 Wie is dan de getrouwe en
73 Matt 25:45| 45 Dan zal Hij hun antwoorden
74 Matt 26:45| 45 Toen kwam Hij tot Zijn discipelen,
75 Matt 27:45| 45 En van de zesde ure aan
76 Mark 1:45| 45 Maar hij uitgegaan zijnde,
77 Mark 6:45| 45 En terstond dwong Hij Zijn
78 Mark 9:45| 45 En indien uw voet u ergert,
79 Mark 10:45| 45 Want ook de Zoon des mensen
80 Mark 14:45| 45 En als hij gekomen was,
81 Mark 15:45| 45 En als hij het van den hoofdman
82 Luk 1:45 | 45 En zalig is zij, die geloofd
83 Luk 2:45 | 45 En als zij Hem niet vonden,
84 Luk 6:45 | 45 De goede mens brengt het
85 Luk 7:45 | 45 Gij hebt Mij geen kus gegeven;
86 Luk 8:45 | 45 En Jezus zeide: Wie is het,
87 Luk 9:45 | 45 Maar zij verstonden dit
88 Luk 11:45 | 45 En een van de wetgeleerden,
89 Luk 12:45 | 45 Maar indien dezelve dienstknecht
90 Luk 19:45 | 45 En gegaan zijnde in den
91 Luk 20:45 | 45 En daar al het volk het
92 Luk 22:45 | 45 En als Hij van het gebed
93 Luk 23:45 | 45 En de zon werd verduisterd,
94 Luk 24:45 | 45 Toen opende Hij hun verstand,
95 Joha 1:45| 45 Filippus nu was van Bethsaida,
96 Joha 4:45| 45 Als Hij dan in Galilea kwam,
97 Joha 5:45| 45 Meent niet, dat Ik u verklagen
98 Joha 6:45| 45 Er is geschreven in de profeten:
99 Joha 7:45| 45 De dienaars dan kwamen tot
100 Joha 8:45| 45 Maar Mij, omdat Ik u de
101 Joha 11:45| 45 Velen dan uit de Joden,
102 Joha 12:45| 45 En die Mij ziet, die ziet
103 Hand 2:45| 45 En zij verkochten hun goederen
104 Hand 5:45| 45 En de gelovigen, die uit
105 Hand 7:45| 45 Doch de Joden, de scharen
106 1Kor 15:45| 45 Alzo is er ook geschreven:
|