Book Chapter: Verse
1 Gen 4:15 | En de HEERE stelde een teken aan Kain; opdat hem niet
2 Gen 9:12 | En God zeide: Dit is het teken des verbonds, dat Ik geef
3 Gen 9:13 | wolken; die zal zijn tot een teken des verbonds tussen Mij
4 Gen 9:17 | God tot Noach: Dit is het teken des verbonds, dat Ik opgericht
5 Gen 16:11 | besnijden; en dat zal tot een teken zijn van het verbond tussen
6 Gen 26:18 | zette hem tot een opgericht teken, en goot daar olie boven
7 Gen 26:22 | dien ik tot een opgericht teken gezet heb, zal een huis
8 Gen 28:13 | alwaar gij het opgerichte teken gezalfd hebt, waar gij Mij
9 Gen 28:45 | verhoogde die, tot een opgericht teken. ~
10 Gen 28:51 | zie, daar is dit opgericht teken, hetwelk ik opgeworpen heb
11 Gen 28:52 | getuige, en dit opgericht teken zij getuige, dat ik tot
12 Gen 28:52 | deze hoop en dit opgericht teken, niet komen zult ten kwade! ~
13 Gen 32:14 | Jakob stelde een opgericht teken op in die plaats, waar Hij
14 Gen 32:14 | had, een stenen opgericht teken; en hij stortte daarop drankoffer,
15 Exo 3:12 | u zijn, en dit zal u een teken zijn, dat Ik u gezonden
16 Exo 4:8 | naar de stem van het eerste teken horen, zo zullen zij de
17 Exo 4:8 | de stem van het laatste teken geloven. ~
18 Exo 8:23 | volk; tegen morgen zal dit teken geschieden! ~
19 Exo 12:13 | bloed zal ulieden tot een teken zijn aan de huizen, waarin
20 Exo 13:9 | En het zal u zijn tot een teken op uw hand, en tot een gedachtenis
21 Exo 13:16 | 16 En het zal tot een teken zijn op uw hand, en tot
22 Exo 31:13 | onderhouden; want dit is een teken tussen Mij en tussen ulieden,
23 Exo 31:17 | de kinderen Israels een teken in eeuwigheid zijn; dewijl
24 Lev 19:28 | schrift van een ingedrukt teken in u maken; Ik ben de HEERE! ~
25 Num 16:38 | kinderen Israels tot een teken zijn. ~
26 Num 17:10 | getuigenis, in bewaring, tot een teken voor de wederspannige kinderen;
27 Num 18:10 | getuigenis, in bewaring, tot een teken voor de wederspannige kinderen;
28 Num 26:10 | verteerde, en werden tot een teken. ~
29 Deu 6:8 | Ook zult gij ze tot een teken binden op uw hand, en zij
30 Deu 11:18 | ziel, en bindt ze tot een teken op uw hand, dat zij tot
31 Deu 13:1 | opstaan, en u geven een teken of wonder; ~
32 Deu 13:2 | 2 En dat teken of dat wonder komt, dat
33 Deu 28:46 | zij zullen onder u tot een teken, en tot een wonder zijn,
34 Joz 4:6 | 6 Opdat dit een teken zij onder ulieden; wanneer
35 Ric 5:17 | Uw ogen, zo doe mij een teken, dat Gij het zijt, Die met
36 1Sa 2:34 | 34 Dit nu zal u een teken zijn, hetwelk over uw beide
37 1Sa 14:10 | gegeven; en dit zal ons een teken zijn. ~
38 1Sa 20:20 | schieten, als of ik naar een teken schoot. ~
39 2Kon 21:29| 29 En dat zij u een teken, dat men in dit jaar eten
40 2Kon 22:8 | tot Jesaja: Welk is het teken, dat de HEERE mij gezond
41 2Kon 22:9 | Jesaja zeide: Dit zal u een teken van den HEERE zijn, dat
42 Psa 86:17 | 17 Doe aan mij een teken ten goede, opdat het mijn
43 Jes 7:11 | 11 Eis u een teken van den HEERE, uw God; eis
44 Jes 7:14 | de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal
45 Jes 19:19 | Egypteland, en een opgericht teken aan haar landpalen voor
46 Jes 19:20 | En het zal zijn tot een teken, en tot een getuigenis den
47 Jes 20:3 | wandelt, drie jaren, tot een teken en wonder over Egypte en
48 Jes 30:8 | voor hen op een tafel, en teken het in een boek, opdat het
49 Jes 37:30 | 30 En dat zij u een teken, dat men in dit jaar, wat
50 Jes 38:7 | 7 En dit zal u een teken zijn van den HEERE, dat
51 Jes 38:22 | had gezegd: Welk zal het teken zijn, dat ik ten huize des
52 Jes 55:13 | een naam, tot een eeuwig teken, dat niet uitgeroeid zal
53 Jes 56:13 | een naam, tot een eeuwig teken, dat niet uitgeroeid zal
54 Jes 67:19 | 19 En Ik zal een teken aan hen zetten, en uit hen,
55 Jer 44:29 | En dit zal ulieden het teken zijn, spreekt de HEERE,
56 Eze 4:3 | zij den huize Israels een teken. ~
57 Eze 9:4 | midden van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden
58 Eze 9:4 | Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden der lieden,
59 Eze 9:6 | niemand, op denwelken het teken is, en begint van Mijn heiligdom.
60 Eze 14:8 | zal hem stellen tot een teken en tot spreekwoorden, en
61 Eze 20:12 | hun Mijn sabbatten, om een teken te zijn tussen Mij en tussen
62 Eze 20:20 | sabbatten, en zij zullen tot een teken zijn tussen Mij en tussen
63 Matt 12:38| wij willen van U wel een teken zien. ~
64 Matt 12:39| overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven
65 Matt 12:39| een teken; en hun zal geen teken gegeven worden, dan het
66 Matt 12:39| gegeven worden, dan het teken van Jonas, den profeet. ~
67 Matt 16:1 | van Hem, dat Hij hun een teken uit den hemel zou tonen. ~
68 Matt 16:4 | overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven
69 Matt 16:4 | een teken; en hun zal geen teken gegeven worden, dan het
70 Matt 16:4 | gegeven worden, dan het teken van Jona, den profeet. En
71 Matt 24:3 | dingen zijn, en welk zal het teken zijn van Uw toekomst, en
72 Matt 24:30| den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen;
73 Matt 26:48| Hem verried, had hun een teken gegeven, zeggende: Dien
74 Mark 8:11| twisten, begerende van Hem een teken van den hemel, Hem verzoekende. ~
75 Mark 8:12| begeert dit geslacht een teken? Voorwaar, Ik zeg u: Zo
76 Mark 8:12| Zo aan dit geslacht een teken gegeven zal worden! ~
77 Mark 13:4 | dingen zijn? En welk is het teken, wanneer deze dingen alle
78 Mark 14:44| verried, had hun een gemeen teken gegeven, zeggende: Dien
79 Luk 2:12 | 12 En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeken
80 Luk 2:34 | veler in Israel, en tot een teken, dat wedersproken zal worden. ~
81 Luk 11:16 | verzoekende, begeerden van Hem een teken uit den hemel. ~
82 Luk 11:29 | geslacht; het verzoekt een teken, en hetzelve zal geen teken
83 Luk 11:29 | teken, en hetzelve zal geen teken gegeven worden, dan het
84 Luk 11:29 | gegeven worden, dan het teken van Jonas, den profeet. ~
85 Luk 11:30 | Jonas den Ninevieten een teken geweest is, alzo zal ook
86 Luk 21:7 | dingen zijn, en welk is het teken, wanneer deze dingen zullen
87 Luk 23:8 | Hem hoorde; en hoopte enig teken te zien, dat van Hem gedaan
88 Joha 2:18| en zeiden tot Hem: Wat teken toont Gij ons, dat Gij deze
89 Joha 4:54| 54 Dit tweede teken heeft Jezus wederom gedaan,
90 Joha 6:14| dan, gezien hebbende het teken, dat Jezus gedaan had, zeiden:
91 Joha 6:30| zeiden dan tot Hem: Wat teken doet Gij dan, opdat wij
92 Joha 10:41| Johannes deed wel geen teken; maar alles, wat Johannes
93 Joha 12:18| gehoord had, dat Hij dat teken gedaan had. ~
94 Joha 20:25| Zijn handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger
95 Joha 20:25| mijn vinger steke in het teken der nagelen, en steke mijn
96 Hand 4:16| Want dat er een bekend teken door hen geschied is, is
97 Hand 4:22| jaren oud, aan welken dit teken der genezing geschied was. ~
98 Hand 22:11| overwinterd had, hebbende tot een teken, Kastor en Pollux. ~
99 Rom 4:11 | 11 En hij heeft het teken der besnijdenis ontvangen
100 1Kor 1:22| 22 Overmits de Joden een teken begeren, en de Grieken wijsheid
101 1Kor 14:22| vreemde talen zijn tot een teken niet dengenen, die geloven,
102 2The 3:17| van Paulus; hetwelk is een teken in iederen zendbrief; alzo
103 Open 12:1 | 1 En er werd een groot teken gezien in den hemel; namelijk
104 Open 12:3 | 3 En er werd een ander teken gezien in den hemel; en
105 Open 15:1 | ander groot en wonderlijk teken in den hemel; namelijk zeven
|