Book Chapter: Verse
1 Gen 28:52 | teken, niet komen zult ten kwade! ~
2 Exo 34:4 | 4 Toen het volk dit kwade woord hoorde, zo droegen
3 Lev 26:33 | tussen het goede en het kwade niet onderzoeken; hij zal
4 Num 20:5 | om ons te brengen in deze kwade plaats? Het is geen plaats
5 Deu 1:35 | van deze mannen, van dit kwade geslacht, zal zien dat goede
6 Deu 6:22 | gaf tekenen, en grote en kwade wonderen, in Egypte, aan
7 Deu 7:15 | en Hij zal u geen van de kwade ziekten der Egyptenaren,
8 Deu 23:9 | gij u wachten voor alle kwade zaak. ~
9 Deu 29:21 | En de HEERE zal hem ten kwade afscheiden van al de stammen
10 Deu 30:15 | goede, en den dood, en het kwade. ~
11 Joz 24:15 | over u komen laten al die kwade dingen, totdat Hij u verdelge
12 Ric 2:15 | des HEEREN tegen hen, ten kwade, gelijk als de HEERE gesproken,
13 1Sa 25:39 | knecht onthouden van het kwade, en dat de HEERE het kwaad
14 2Sa 14:17 | te horen het goede en het kwade; en de HEERE, uw God, zal
15 2Sa 18:32 | en allen, die tegen u ten kwade opstaan, moeten worden als
16 1Kon 20:7 | toch en ziet, dat deze het kwade zoekt; want hij had tot
17 2Kon 15:10| waarom zoudt gij u in het kwade mengen, dat gij vallen zoudt,
18 2Kon 19:11| weggevoerd had; en zij hadden kwade dingen gedaan, om den HEERE
19 1Kro 4:10| mij zijn zal, en met het kwade alzo maakt, dat het mij
20 Job 2:10 | van God ontvangen, en het kwade niet ontvangen? In dit alles
21 Job 28:28 | de wijsheid, en van het kwade te wijken is het verstand. ~ ~ ~ ~
22 Job 30:26 | verwachtte, zo kwam het kwade; toen ik hoopte naar het
23 Psa 38:19 | beschaamd worden in den kwade tijd, en in de dagen des
24 Psa 38:27 | Samech. Wijk af van het kwade, en doe het goede, en woon
25 Psa 49:6 | Waarom zou ik vrezen in kwade dagen, als de ongerechtigen,
26 Psa 50:19 | Uw mond slaat gij in het kwade, en uw tong koppelt bedrog. ~
27 Psa 52:5 | 5 Gij hebt het kwade liever dan het goede, de
28 Psa 56:6 | gedachten zijn tegen mij ten kwade. ~
29 Psa 94:13 | hem rust te geven van de kwade dagen; totdat de kuil voor
30 Psa 97:10 | liefhebbers des HEEREN! haat het kwade; Hij bewaart de zielen Zijner
31 Psa 119:101| voeten geweerd van alle kwade paden, opdat ik Uw woord
32 Psa 119:113| 113 Samech. Ik haat de kwade ranken, maar heb Uw wet
33 Psa 119:150| 150 Die kwade praktijken najagen, genaken
34 Psa 140:12 | 12 Een man van kwade tong zal op de aarde niet
35 Psa 141:4 | Neig mijn hart niet tot een kwade zaak, om enigen handel in
36 Spre 3:7 | den HEERE, en wijk van het kwade. ~
37 Spre 4:27| wend uw voet af van het kwade. ~ ~
38 Spre 6:24| Om u te bewaren voor de kwade vrouw, voor het gevlei der
39 Spre 8:13| HEEREN is, te haten het kwade, de hovaardigheid, en den
40 Spre 11:19| ten leven, gelijk die het kwade najaagt, naar zijn dood
41 Spre 11:27| welgevalligheid; maar wie het kwade natracht, dien zal het overkomen. ~
42 Spre 13:19| zotten een gruwel van het kwade af te wijken. ~
43 Spre 14:16| vreest, en wijkt van het kwade; maar de zot is oplopende
44 Spre 15:28| goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. ~
45 Spre 16:6 | HEEREN wijkt men af van het kwade. ~
46 Spre 24:20| 20 Want de kwade zal geen beloning hebben,
47 Spre 28:5 | 5 De kwade lieden verstaan het recht
48 Pred 6:2 | is ook ijdelheid en een kwade smart. ~
49 Pred 8:3 | blijf niet staande in een kwade zaak; want al wat hem lust,
50 Pred 8:9 | anderen mens heerst, hem ten kwade. ~
51 Pred 11:10| van uw hart, en doe het kwade weg van uw vlees, want de
52 Pred 12:1 | jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen, en de jaren
53 Jes 5:20 | Wee dengenen, die het kwade goed heten, en het goede
54 Jes 7:15 | Hij wete te verwerpen het kwade, en te verkiezen het goede. ~
55 Jes 7:16 | Knechtje weet te verwerpen het kwade, en te verkiezen het goede,
56 Jes 33:15 | ogen toesluit; dat hij het kwade niet aanzie; ~
57 Jes 60:7 | Hun voeten lopen tot het kwade, en zij haasten om onschuldig
58 Jer 7:6 | nawandelen, ulieden ten kwade; ~
59 Jer 21:10 | tegen deze stad gesteld ten kwade en niet ten goede, spreekt
60 Jer 24:9 | overgeven tot een beroering ten kwade, allen koninkrijken der
61 Jer 25:7 | uwer handen, u zelven ten kwade. ~
62 Jer 39:16 | over deze stad, ten kwade en niet ten goede; en zij
63 Jer 44:11 | tegen ulieden stellen ten kwade, en om gans Juda uit te
64 Jer 44:27 | Ik zal over hen waken ten kwade en niet ten goede; en alle
65 Jer 44:29 | over u bestaan zullen ten kwade; ~
66 Klaa 1:82| mond des Allerhoogsten het kwade en het goede? ~
67 Eze 38:10 | opkomen, en gij zult een kwade gedachte denken, ~
68 Dan 9:14 | heeft de HEERE over het kwade gewaakt, en Hij heeft het
69 Joe 2:13 | berouw hebbende over het kwade. ~
70 Amos 9:4 | oog tegen hen zetten ten kwade, en niet ten goede. ~
71 Mic 3:2 | het goede, en hebben het kwade lief; zij roven hun huid
72 Zac 1:15 | toornig, maar zij hebben ten kwade geholpen. ~
73 Matt 7:17| voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort kwade
74 Matt 7:17| kwade boom brengt voort kwade vruchten. ~
75 Matt 7:18| Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, noch
76 Matt 7:18| vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen. ~
77 Matt 13:48| uit in hun vaten, maar het kwade werpen zij weg. ~
78 Matt 24:48| 48 Maar zo die kwade dienstknecht in zijn hart
79 Mark 7:21| hart der mensen komen voort kwade gedachten, overspelen, hoererijen,
80 Luk 6:43 | is geen goede boom, die kwade vrucht voortbrengt, en geen
81 Luk 6:43 | vrucht voortbrengt, en geen kwade boom, die goede vrucht voortbrengt; ~
82 Luk 6:45 | schat zijns harten; en de kwade mens brengt het kwade voort
83 Luk 6:45 | de kwade mens brengt het kwade voort uit den kwaden schat
84 Luk 16:25 | en Lazarus desgelijks het kwade; en nu wordt hij vertroost,
85 Joha 5:29| opstanding des levens, en die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding
86 Joha 18:23| gesproken heb, betuig van het kwade; en indien wel, waarom slaat
87 Rom 1:30 | laatdunkenden, vinders van kwade dingen, den ouderen ongehoorzaam;
88 Rom 2:9 | ziel des mensen, die het kwade werkt, eerst van den Jood,
89 Rom 3:8 | wij zeggen): Laat ons het kwade doen, opdat het goede daaruit
90 Rom 7:19 | wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe
91 Rom 7:21 | goede wil doen, dat het kwade mij bijligt. ~
92 Rom 12:21 | 21 Wordt van het kwade niet overwonnen, maar overwint
93 Rom 12:21 | overwonnen, maar overwint het kwade door het goede. ~ ~ ~
94 Rom 16:19 | goede, doch onnozel in het kwade. ~
95 1Kor 15:33| 33 Dwaalt niet, kwade samensprekingen verderven
96 Fili 3:2 | op de honden, ziet op de kwade arbeiders, ziet op de versnijding. ~
97 Kol 3:5 | schandelijke beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid,
98 1The 4:5 | 5 Niet in kwade beweging der begeerlijkheid,
99 1Tim 6:4 | nijd, twist, lasteringen, kwade nadenkingen. ~
100 2Tim 5:12| zijn altijd leugenachtig, kwade beesten, luie buiken. ~
101 Tit 1:12 | zijn altijd leugenachtig, kwade beesten, luie buiken. ~
102 Jako 1:13| verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt niemand. ~
103 Jako 2:4 | zijt rechters geworden van kwade overleggingen? ~
104 1Pet 3:11| 11 Die wijke af van het kwade, en doe het goede; die zoeke
105 3Joh 1:11| 11 Geliefde, volgt het kwade niet na, maar het goede.
|