Book Chapter: Verse
1 Gen 2:15 | de HEERE God den mens, en zette hem in den hof van Eden,
2 Gen 17:8 | hij toegemaakt had, en hij zette het hun voor, en stond bij
3 Gen 20:16 | 16 En zij ging en zette zich tegenover, afgaande
4 Gen 26:18 | hoofdpeluw gelegd had, en zette hem tot een opgericht teken,
5 Gen 27:75 | zijn kudden alleen, en hij zette ze niet bij de kudde van
6 Gen 28:21 | voer over de rivier, en hij zette zijn aangezicht naar het
7 Gen 35:14 | sluier, en bewond zich, en zette zich aan den ingang der
8 Gen 37:33 | verstandigen en wijzen man, en zette hem over het land van Egypte. ~
9 Gen 38:17 | 17 En hij zette hen samen drie dagen in
10 Gen 40:11 | zij haastten, en iegelijk zette zijn zak af op de aarde,
11 Gen 43:21 | aangaande het volk, dat zette hij over in de steden, van
12 Gen 44:20 | Israel zegenen, zeggende: God zette u als Efraim en als Manasse!
13 Gen 44:20 | Efraim en als Manasse! En hij zette Efraim voor Manasse. ~
14 Exo 7:23 | ging naar zijn huis; en hij zette zijn hart daar ook niet
15 Exo 9:21 | Doch die zijn hart niet zette tot des HEEREN woord, die
16 Exo 10:1 | tekenen in het midden van hen zette; ~
17 Exo 16:34 | Mozes geboden had, alzo zette ze Aaron voor de getuigenis
18 Exo 24:6 | helft van het bloed, en zette het in bekkens; en de helft
19 Exo 37:13 | gouden ringen daaraan; en hij zette de ringen aan de vier hoeken,
20 Exo 39:7 | 7 En hij zette ze op de schouderbanden
21 Exo 40:18 | richtte den tabernakel op, en zette zijn voeten, en stelde zijn
22 Exo 40:18 | stelde zijn berderen, en zette zijn richelen daaraan, en
23 Exo 40:19 | over den tabernakel, en hij zette het deksel der tent daar
24 Exo 40:20 | handbomen aan de ark, en hij zette het verzoendeksel boven
25 Exo 40:22 | 22 Hij zette ook de tafel in de tent
26 Exo 40:24 | 24 Hij zette ook den kandelaar in de
27 Exo 40:26 | 26 En hij zette het gouden altaar in de
28 Exo 40:29 | 29 En hij zette het altaar des brandoffers
29 Exo 40:30 | 30 Hij zette ook het wasvat tussen de
30 Lev 8:9 | 9 En hij zette den hoed op zijn hoofd;
31 Lev 8:9 | hoed boven zijn aangezicht zette hij de gouden plaat, de
32 Num 5:21 | vrouw zeggen:) De HEERE zette u tot een vloek, en tot
33 Deu 26:19 | Hij gemaakt heeft, hoog zette, tot lof, en tot een naam,
34 Ric 5:11 | een Engel des HEEREN, en zette Zich onder den eik, die
35 Ric 5:19 | uit, tot onder den eik, en zette het nader. ~
36 Ric 6:22 | de bazuinen bliezen, zo zette de HEERE het zwaard des
37 Rut 4:1 | ging op in de poort, en zette zich aldaar en ziet, de
38 Rut 4:1 | En hij week derwaarts, en zette zich. ~
39 Rut 4:16 | En Naomi nam dat kind, en zette het op haar schoot, en werd
40 1Sa 9:24 | met wat daaraan was, en zette het voor Saul; en hij zeide:
41 1Sa 17:38 | David met zijn klederen, en zette een koperen helm op zijn
42 1Sa 18:5 | voorzichtiglijk, en Saul zette hem over de krijgslieden;
43 1Sa 18:13 | Saul van zich weg, en hij zette hem zich tot een overste
44 1Sa 28:23 | stond op van de aarde, en zette zich op het bed. ~
45 2Sa 19:8 | Toen stond de koning op, en zette zich in de poort. En zij
46 2Sa 22:12 | 12 En Hij zette duisternis rondom Zich tot
47 1Kon 2:35| 35 En de koning zette Benaja, den zoon van Jojada,
48 1Kon 2:35| en Zadok, den priester, zette de koning in de plaats van
49 1Kon 6:27| 27 En hij zette deze cherubs in het midden
50 1Kon 7:39| 39 En hij zette vijf dier stellingen aan
51 1Kon 7:39| van het huis; maar de zee zette hij aan de rechterzijde
52 1Kon 9:3 | aldaar tot in eeuwigheid zette; en Mijn ogen en Mijn hart
53 1Kon 12:29| 29 En hij zette het ene te Beth-El, en het
54 1Kon 15:13| zelfs zijn moeder Maacha zette hij ook af, dat zij geen
55 2Kon 4:44| 44 Zo zette hij het hun voor, en zij
56 2Kon 8:11| zijn gezicht staande, en zette het vast tot schamens toe;
57 2Kon 11:12| des konings zoon voor, en zette hem de kroon op, en gaf
58 2Kon 12:9 | een gat in haar deksel, en zette die bij het altaar ter rechterhand,
59 2Kon 13:9 | een gat in haar deksel, en zette die bij het altaar ter rechterhand,
60 2Kon 17:14| huis des HEEREN, en hij zette het aan de zijde zijns altaars
61 2Kon 17:17| daaronder waren; en hij zette die op een stenen vloer. ~
62 2Kon 18:14| huis des HEEREN, en hij zette het aan de zijde zijns altaars
63 2Kon 18:17| daaronder waren; en hij zette die op een stenen vloer. ~
64 2Kro 3:16| aanspraakplaats, en hij zette ze op de hoofden der pilaren;
65 2Kro 3:16| honderd granaatappelen, en zette ze tussen de ketenen. ~
66 2Kro 4:8 | hij tien tafelen, en hij zette ze in den tempel, vijf aan
67 2Kro 4:10| 10 De zee nu zette hij aan de rechterzijde,
68 2Kro 16:16| van den koning Asa, hij zette haar af, dat zij geen koningin
69 2Kro 23:11| zonen, die gedood werden, en zette hem en zijn voedster in
70 2Kro 37:3 | Want de koning van Egypte zette hem af te Jeruzalem; en
71 Neh 4:13 | 13 Daarom zette ik in de benedenste plaatsen
72 Neh 4:13 | en op de hoogten, en ik zette het volk naar de geslachten,
73 Neh 7:3 | dan; en dat men wachten zette, inwoners van Jeruzalem,
74 Est 10 | boven alle maagden; en hij zette de koninklijke kroon op
75 Est 16:1 | hij verhoogde hem, en hij zette zijn stoel boven al de vorsten,
76 Est 17:1 | hij verhoogde hem, en hij zette zijn stoel boven al de vorsten,
77 Job 34:14 | Hij Zijn hart tegen hem zette, zijn geest en zijn adem
78 Job 37:10 | besluit de aarde doorbrak, en zette grendel en deuren; ~
79 Psa 18:12 | 12 Duisternis zette Hij tot Zijn verberging;
80 Psa 20:2 | Naam van den God Jakobs zette u in een hoog vertrek. ~
81 Psa 69:30 | in smart; Uw heil, o God! zette mij in een hoog vertrek. ~
82 Psa 105:21 | 21 Hij zette hem tot een heer over zijn
83 Spre 8:29| Toen Hij der zee haar perk zette, opdat de wateren Zijn bevel
84 Hoo 6:12 | 12 Eer ik het wist, zette mij mijn ziel op de wagens
85 Jes 60:17 | pantser, en den helm des heils zette Hij op Zijn hoofd, en de
86 Jer 13:16 | stelle, en tot een donkerheid zette. ~
87 Jer 22:6 | Libanon; maar zo Ik u niet zette als een woestijn en onbewoonde
88 Jer 35:5 | 5 En ik zette den kinderen van het huis
89 Eze 17:4 | land van koophandel; hij zette hem in een stad van kooplieden. ~
90 Eze 17:5 | zaadakker; hij nam het, hij zette het bij vele wateren met
91 Eze 37:1 | mij uit in den geest, en zette mij neder in het midden
92 Eze 40:2 | het land Israels, en Hij zette mij op een zeer hogen berg;
93 Dan 7:9 | en de Oude van dagen Zich zette, Wiens kleed wit was als
94 Dan 7:10 | stonden voor Hem; het gericht zette zich, en de boeken
95 Hos 2:2 | niet naakt uitstrope, en zette ze als ten dage, toen zij
96 Hos 2:2 | ze als een woestijn, en zette ze als een dor land, en
97 Jona 4:5 | nu ging ter stad uit, en zette zich tegen het oosten der
98 Matt 21:33| een wijngaard plantte, en zette een tuin daarom, en groef
99 Mark 12:1 | plantte een wijngaard, en zette een tuin daarom, en groef
100 Joha 15:13| deze, dat iemand zijn leven zette voor zijn vrienden. ~
101 Joha 19:19| schreef ook een opschrift, en zette dat op het kruis; en er
102 Hand 6:34| hebbende, hij in de gevangenis zette, en gaf hem over aan vier
103 Hand 10:34| bracht hen in zijn huis, en zette hun de tafel voor, en verheugde
104 Open 10:2 | dat geopend was; en hij zette zijn rechtervoet op de zee,
|