Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
roemt 14
roep 60
roepe 3
roepen 103
roepende 27
roependen 6
roeping 11
Frequency    [«  »]
104 vreemdeling
104 zette
103 bereid
103 roepen
103 s
103 verderven
102 assyrie

Bijbel

IntraText - Concordances

roepen

    Book Chapter: Verse
1 Gen 4:26 | den naam des HEEREN aan te roepen. ~  ~ 2 Gen 23:57 | Laat ons de jonge dochter roepen, en haar mond vragen. ~ 3 Gen 42:33 | zal, dat Farao ulieden zal roepen, en zeggen: Wat is uw hantering? ~ 4 Exo 2:7 | voedstervrouw uit de Hebreinnen roepen, die dat knechtje voor u 5 Exo 5:8 | want zij gaan ledig; daarom roepen zij, zeggende: Laat ons 6 Exo 10:16 | Farao, om Mozes en Aaron te roepen, en zeide: Ik heb gezondigd 7 Exo 22:23 | indien zij enigszins tot Mij roepen, Ik zal hun geroep zekerlijk 8 Lev 13:45 | bewimpelen; daartoe zal hij roepen: Onrein, onrein! ~ 9 Num 16:12 | de zonen van Eliab, te roepen; maar zij zeiden: Wij zullen 10 Num 22:5 | kinderen zijns volks, om hem te roepen, zeggende: Zie, er is een 11 Num 22:20 | mannen gekomen zijn, om u te roepen, sta op, ga met hen; en 12 Num 22:37 | tot u gezonden, om u te roepen? Waarom zijt gij niet tot 13 Deu 25:8 | hem de oudsten zijner stad roepen, en tot hem spreken; blijft 14 Deu 33:19 | zullen de volken tot den berg roepen; daar zullen zij offeranden 15 Joz 25:9 | Bileam, den zoon van Beor, roepen, opdat hij u vervloeken 16 1Sa 7:8 | onzentwege, dat gij niet zoudt roepen tot den HEERE, onzen God, 17 1Sa 8:18 | Gij zult wel te dien dage roepen, vanwege uw koning, dien 18 1Sa 12:17 | tarweoogst? Ik zal tot den HEERE roepen, en Hij zal donder en regen 19 1Sa 22:11 | den zoon van Ahitub, te roepen, en zijns vaders ganse huis, 20 1Sa 23:8 | al het volk ten strijde roepen, dat zij aftogen naar Kehila, 21 2Sa 19:28 | gerechtigheid, en meer te roepen aan den koning? ~ 22 2Sa 20:5 | heen, om Juda bijeen te roepen; maar hij bleef achter, 23 1Kon 8:43 | waarom die vreemde tot U roepen zal; opdat alle volken der 24 1Kon 8:52 | hen te horen, in al hun roepen tot U. ~ 25 1Kon 12:3 | henen zonden, en lieten hem roepen; en Jerobeam en de ganse 26 1Kon 22:13 | heengegaan was, om Micha te roepen, sprak tot hem, zeggende: 27 2Kro 7:33 | waarom die vreemde tot U roepen zal; opdat alle volken der 28 2Kro 11:3 | zonden henen, en lieten hem roepen; zo kwam Jerobeam met het 29 2Kro 19:12 | heengegaan was, om Micha te roepen, sprak tot hem, zeggende: 30 2Kro 21:9 | uit onze benauwdheid tot U roepen, en Gij zult verhoren en 31 Neh 6:7 | van u te Jeruzalem uit te roepen, zeggende: Hij is koning 32 Est 30:9 | stad, en men zal voor hem roepen: Alzo zal men dien man doen, 33 Job 14:15 | 15 Dat Gij zoudt roepen, en ik U zou antwoorden, 34 Job 35:9 | doen zij de onderdrukten roepen; zij schreeuwen vanwege 35 Job 35:12 | 12 Daar roepen zij; maar Hij antwoordt 36 Job 36:13 | zijn, leggen toorn op; zij roepen niet, als Hij hen gebonden 37 Psa 14:4 | alsof zij brood aten? Zij roepen den HEERE niet aan. ~ 38 Psa 20:10 | verhore ons ten dage van ons roepen. ~  ~ 39 Psa 35:18 | 18 Tsade. Zij roepen, en de HEERE hoort, en Hij 40 Psa 50:4 | 4 Hij zal roepen tot den hemel van boven, 41 Psa 53:5 | alsof zij brood aten? Zij roepen God niet aan. ~ 42 Psa 55:17 | aangaande, ik zal tot God roepen, en de HEERE zal mij verlossen. ~ 43 Psa 56:10 | achterwaarts keren, ten dage als ik roepen zal; dit weet ik, dat God 44 Psa 57:3 | 3 Ik zal roepen tot God, den Allerhoogste, 45 Psa 69:4 | Ik ben vermoeid van mijn roepen, mijn keel is ontstoken, 46 Psa 84:3 | mijn hart en mijn vlees roepen uit tot den levenden God. ~ 47 Psa 147:9 | de jonge raven, als zij roepen. ~ 48 Spre 1:28 | Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; 49 Spre 9:15 | 15      Om te roepen degenen, die op den weg 50 Spre 21:13 | geschrei des armen, die zal ook roepen, en niet verhoord worden. ~ 51 Jes 8:4 | dat knechtje zal kunnen roepen: Mijn vader! of, mijn moeder! 52 Jes 19:20 | zij zullen tot den HEERE roepen vanwege de verdrukkers, 53 Jes 22:12 | de HEERE der heirscharen, roepen tot geween, en tot rouwklage, 54 Jes 22:20 | Eljakim, den zoon van Hilkia, roepen zal. ~ 55 Jes 33:7 | Ziet, hun allersterksten roepen daar buiten; de boden des 56 Jes 34:12 | zullen zij tot het koninkrijk roepen, maar al hun vorsten zullen 57 Jes 40:6 | En hij zegt: Wat zal ik roepen? Alle vlees is gras, en 58 Jes 44:7 | wie zal, gelijk als Ik, roepen en het verkondigen, en het 59 Jes 55:5 | Ziet, gij zult een volk roepen, dat gij niet kendet, en 60 Jes 56:5 | Ziet, gij zult een volk roepen, dat gij niet kendet, en 61 Jes 58:13 | 13      Wanneer gij roepen zult, zo laat die, die van 62 Jes 59:9 | 9      Dan zult gij roepen, en de HEERE zal antwoorden; 63 Jes 62:1 | gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening 64 Jes 62:2 | 2      Om uit te roepen het jaar van het welbehagen 65 Jes 66:24 | zal geschieden, eer zij roepen, zo zal Ik antwoorden; terwijl 66 Jer 3:4 | gij niet van nu af tot Mij roepen: Mijn Vader! Gij zijt de 67 Jer 3:19 | zeide: Gij zult tot Mij roepen:      Mijn Vader! en gij 68 Jer 7:27 | horen; gij zult wel tot hen roepen, maar zij zullen u niet 69 Jer 11:11 | als zij dan tot Mij zullen roepen, zal Ik naar hen niet horen. ~ 70 Jer 11:12 | Jeruzalem henengaan, en roepen tot de goden, dien zij gerookt 71 Jer 11:14 | hun kwaad tot Mij zullen roepen. ~ 72 Jer 12:6 | trouwelooslijk tegen u; ook diezelve roepen u met volle stem achterna; 73 Jer 31:6 | Efraims gebergte zullen roepen: Maakt ulieden op, en laat 74 Jer 33:16 | wonen; en deze is, die haar roepen zal: De HEERE, onze GERECHTIGHEID. ~ 75 Jer 34:8 | vrijheid voor hen uit te      roepen. ~ 76 Jer 34:17 | gehoord, om vrijheid uit te roepen, een iegelijk voor zijn 77 Klaa 1:100| mijn zuchten, voor mijn roepen. ~ 78 Eze 8:18 | Mijn oren met luider stem roepen, nochtans zal Ik hen niet 79 Eze 36:29 | onreinigheden; en Ik zal roepen tot het koren, en zal dat 80 Eze 38:21 | zal het zwaard over hem roepen op al Mijn bergen, spreekt 81 Dan 2:2 | zeide de koning, dat men roepen zou de tovenaars, en de 82 Hos 7:11 | botte duif, zonder hart; zij roepen Egypte aan, zij gaan henen 83 Hos 7:14 | 14      Zij roepen ook niet tot Mij met hun 84 Hos 8:2 | Dan zullen zij tot Mij roepen: Mijn God! wij, Israel, 85 Hos 11:7 | de afkering van Mij; zij roepen het wel tot den Allerhoogste, 86 Joe 2:32 | overgeblevenen, die de HEERE zal roepen. ~  ~ 87 Amos 5:16 | en zullen den akkerman roepen      tot treuren, en rouwklage 88 Jona 3:8 | en zullen sterk tot God roepen; en zij zullen zich bekeren, 89 Mic 3:4 | 4      Alsdan zullen zij roepen tot den HEERE, doch Hij 90 Mic 3:5 | met hun tanden bijten, en roepen vrede uit; maar die niets 91 Nah 2:8 | vluchten. Staat, staat! zal men roepen, maar niemand zal omzien. ~ 92 Matt 9:13 | Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars 93 Matt 12:19 | Hij zal niet twisten, noch roepen, noch zal er iemand Zijn 94 Matt 22:3 | genoden ter bruiloft te roepen; en zij wilden niet komen. ~ 95 Mark 2:17 | ben niet gekomen, om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars 96 Mark 10:47 | Nazarener was, begon hij te roepen en te zeggen: Jezus, Gij 97 Mark 10:49 | staande, zeide, dat men hem roepen zou; en zij riepen den blinde, 98 Luk 5:32 | Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren 99 Luk 18:7 | die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is 100 Luk 19:40 | zwijgen, de stenen haast roepen zullen. ~ 101 Hand 2:39 | de Heere, onze God, toe roepen zal. ~ 102 Hand 18:25 | bekomen, zo zal ik u tot mij roepen. ~ 103 Rom 8:15 | kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader! ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License