1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6228
Book Chapter: Verse
5001 Mal 2:4 | Levi zij, zegt de HEERE der heirscharen. ~
5002 Mal 2:6 | 6 De wet der waarheid was in zijn mond,
5003 Mal 2:7 | 7 Want de lippen der priesters zullen de wetenschap
5004 Mal 2:7 | is een engel des HEEREN der heirscharen. ~
5005 Mal 2:8 | verdorven, zegt de HEERE der heirscharen. ~
5006 Mal 2:12 | antwoordt, en die den HEERE der heirscharen spijsoffer brengt. ~
5007 Mal 2:16 | Zijn kleed, zegt de HEERE der heirscharen; daarom wacht
5008 Mal 3:1 | Hij komt, zegt de HEERE der heirscharen. ~
5009 Mal 3:2 | een goudsmid, en als zeep der vollers. ~
5010 Mal 3:5 | niet vrezen, zegt de HEERE der heirscharen. ~
5011 Mal 3:7 | wederkeren, zegt de HEERE der heirscharen; maar gij
5012 Mal 3:10 | nu daarin, zegt de HEERE der heirscharen, of Ik u dan
5013 Mal 3:11 | voortbrengen, zegt de HEERE der heirscharen. ~
5014 Mal 3:12 | land zijn, zegt de HEERE der heirscharen. ~
5015 Mal 3:14 | het aangezicht des HEEREN der heirscharen? ~
5016 Mal 3:17 | zij zullen, zegt de HEERE der heirscharen, te dien dage,
5017 Mal 4:1 | zetten, zegt de HEERE der heirscharen, Die hun noch
5018 Mal 4:2 | Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan, en
5019 Mal 4:3 | maken zal, zegt de HEERE der heirscharen. ~
5020 Mal 4:4 | 4 Gedenk der wet van Mozes, Mijn knecht,
5021 Mal 4:4 | op Horeb aan gans Israel, der inzettingen en rechten. ~
5022 Mal 4:6 | 6 En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen
5023 Mal 4:6 | wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen;
5024 Matt 2:2 | Waar is de geboren Koning der Joden? want wij hebben gezien
5025 Matt 2:25 | Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. ~
5026 Matt 2:31 | Brengt dan vruchten voort, der bekering waardig. ~
5027 Matt 2:33 | alrede de bijl aan den wortel der bomen gelegd; alle boom
5028 Matt 4:8 | toonde Hem al de koninkrijken der wereld, en hun heerlijkheid; ~
5029 Matt 4:15 | land Nafthali aan den weg der zee over de Jordaan, Galilea
5030 Matt 4:15 | over de Jordaan, Galilea der volken; ~
5031 Matt 4:17 | Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. ~
5032 Matt 4:19 | na, en Ik zal u vissers der mensen maken. ~
5033 Matt 5:3 | hunner is het Koninkrijk der hemelen. ~
5034 Matt 5:10 | zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want
5035 Matt 5:10 | hunner is het Koninkrijk der hemelen. ~
5036 Matt 5:13 | 13 Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout
5037 Matt 5:14 | 14 Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op
5038 Matt 5:19 | worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve
5039 Matt 5:19 | worden in het Koninkrijk der hemelen. ~
5040 Matt 5:20 | gerechtigheid overvloediger zij, dan der Schriftgeleerden en der
5041 Matt 5:20 | der Schriftgeleerden en der Farizeen, dat gij in het
5042 Matt 5:20 | dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan. ~
5043 Matt 6:5 | synagogen en op de hoeken der straten staande, te bidden,
5044 Matt 6:13 | en de heerlijkheid, in der eeuwigheid, amen. ~
5045 Matt 7:21 | ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet
5046 Matt 8:11 | aanzitten in het Koninkrijk der hemelen; ~
5047 Matt 8:12 | wening zijn, en knersing der tanden. ~
5048 Matt 8:28 | was gekomen in het land der Gergesenen, zijn Hem twee,
5049 Matt 9:3 | 3 En ziet, sommigen der Schriftgeleerden zeiden
5050 Matt 9:34 | duivelen uit door den overste der duivelen. ~
5051 Matt 10:2 | 2 De namen nu der twaalf apostelen zijn deze:
5052 Matt 10:5 | niet heengaan op den weg der heidenen, en gij zult niet
5053 Matt 10:5 | niet ingaan in enige stad der Samaritanen. ~
5054 Matt 10:7 | zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. ~
5055 Matt 10:16 | als schapen in het midden der wolven; zijt dan voorzichtig
5056 Matt 11:8 | klederen dragen, zijn in der koningen huizen. ~
5057 Matt 11:11 | minste is in het Koninkrijk der hemelen, is meerder dan
5058 Matt 11:12 | toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan,
5059 Matt 11:25 | Vader! Heere des hemels en der aarde! dat Gij deze dingen
5060 Matt 12:24 | door Beelzebul, den overste der duivelen. ~
5061 Matt 12:38 | Toen antwoordden sommigen der Schriftgeleerden en Farizeen,
5062 Matt 12:40 | nachten wezen in het hart der aarde. ~
5063 Matt 12:42 | is gekomen van de einden der aarde, om te horen, de wijsheid
5064 Matt 13:11 | verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien
5065 Matt 13:24 | zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een
5066 Matt 13:31 | zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan het
5067 Matt 13:33 | zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een
5068 Matt 13:35 | waren van de grondlegging der wereld. ~
5069 Matt 13:39 | de oogst is de voleinding der wereld; en de maaiers zijn
5070 Matt 13:42 | wening zijn en knersing der tanden. ~
5071 Matt 13:44 | Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een schat,
5072 Matt 13:45 | Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman,
5073 Matt 13:47 | Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een net,
5074 Matt 13:49 | zal het in de voleinding der eeuwen wezen; de engelen
5075 Matt 13:49 | de bozen uit het midden der rechtvaardigen afscheiden; ~
5076 Matt 13:50 | zijn wening en knersing der tanden. ~
5077 Matt 13:52 | Schriftgeleerde, in het Koninkrijk der hemelen onderwezen, is gelijk
5078 Matt 14:6 | 6 Maar als de dag der geboorte van Herodes gehouden
5079 Matt 14:20 | namen op, het overschot der brokken, twaalf volle korven. ~
5080 Matt 15:2 | discipelen de inzetting der ouden? Want zij wassen hun
5081 Matt 15:14 | zijn blinde leidslieden der blinden. Indien nu de blinde
5082 Matt 15:26 | niet betamelijk het brood der kinderen te nemen, en den
5083 Matt 15:37 | namen op, het overschot der brokken, zeven volle manden. ~
5084 Matt 16:3 | en kunt gij de tekenen der tijden niet onderscheiden? ~
5085 Matt 16:6 | wacht u van den zuurdesem der Farizeen en Sadduceen. ~
5086 Matt 16:9 | niet aan de vijf broden der vijf duizend mannen; en
5087 Matt 16:10 | Noch aan de zeven broden der vier duizend mannen, en
5088 Matt 16:11 | zoudt van den zuurdesem der Farizeen en Sadduceen. ~
5089 Matt 16:12 | broods, maar van de leer der Farizeen en Sadduceen? ~
5090 Matt 16:18 | gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet
5091 Matt 16:19 | sleutelen van het Koninkrijk der hemelen; en zo wat gij zult
5092 Matt 16:23 | die Gods zijn, maar die der mensen zijn. ~
5093 Matt 17:22 | overgeleverd worden in de handen der mensen; ~
5094 Matt 17:25 | dunkt u, Simon! de koningen der aarde, van wie nemen zij
5095 Matt 18:1 | meeste in het Koninkrijk der hemelen? ~
5096 Matt 18:3 | zult gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins ingaan. ~
5097 Matt 18:4 | meeste in het Koninkrijk der hemelen. ~
5098 Matt 18:6 | verzonken ware in de diepte der zee. ~
5099 Matt 18:7 | 7 Wee der wereld van de ergernissen,
5100 Matt 18:17 | gehoor geeft; zo zeg het der gemeente; en indien hij
5101 Matt 18:17 | gemeente; en indien hij ook der gemeente geen gehoor geeft,
5102 Matt 18:23 | Daarom wordt het Koninkrijk der hemelen vergeleken bij een
5103 Matt 19:12 | hebben, om het Koninkrijk der hemelen. Die dit vatten
5104 Matt 19:14 | derzulken is het Koninkrijk der hemelen. ~
5105 Matt 19:23 | bezwaarlijk in het Koninkrijk der hemelen zal ingaan. ~
5106 Matt 20:1 | 1 Want het Koninkrijk der hemelen is gelijk een heer
5107 Matt 20:20 | 20 Toen kwam de moeder der zonen van Zebedeus tot Hem
5108 Matt 20:25 | Gij weet, dat de oversten der volken heerschappij voeren
5109 Matt 21:5 | 5 Zegt der dochter Sions: Zie, uw Koning
5110 Matt 21:12 | en keerde om de tafelen der wisselaars, en de zitstoelen
5111 Matt 21:16 | nooit gelezen: Uit de mond der jonge kinderen en der zuigelingen
5112 Matt 21:16 | mond der jonge kinderen en der zuigelingen hebt Gij U lof
5113 Matt 21:19 | worde geen vrucht meer in der eeuwigheid! En de vijgeboom
5114 Matt 21:32 | tot u gekomen in den weg der gerechtigheid, en gij hebt
5115 Matt 21:34 | 34 Toen nu de tijd der vruchten genaakte, zond
5116 Matt 22:2 | 2 Het Koninkrijk der hemelen is gelijk een zeker
5117 Matt 22:9 | Daarom gaat op de uitgangen der wegen, en zovelen als gij
5118 Matt 22:13 | zijn wening en knersing der tanden. ~
5119 Matt 22:16 | zijt, en de weg Gods in der waarheid leert, en naar
5120 Matt 22:16 | want Gij ziet den persoon der mensen niet aan; ~
5121 Matt 22:31 | wat aangaat de opstanding der doden, hebt gij niet gelezen,
5122 Matt 22:32 | Jakobs! God is niet een God der doden, maar der levenden. ~
5123 Matt 22:32 | een God der doden, maar der levenden. ~
5124 Matt 23:4 | leggen ze op de schouderen der mensen; maar zij willen
5125 Matt 23:13 | gij sluit het Koninkrijk der hemelen voor de mensen,
5126 Matt 23:14 | want gij eet de huizen der weduwen op, en dat onder
5127 Matt 23:15 | zo maakt gij hem een kind der helle, tweemaal meer dan
5128 Matt 23:23 | gij laat na het zwaarste der wet, namelijk het oordeel,
5129 Matt 23:29 | want gij bouwt de graven der profeten op, en versiert
5130 Matt 23:29 | versiert de graftekenen der rechtvaardigen; ~
5131 Matt 23:30 | gehad hebben aan het bloed der profeten. ~
5132 Matt 24:3 | toekomst, en van de voleinding der wereld? ~
5133 Matt 24:8 | dingen zijn maar een beginsel der smarten. ~
5134 Matt 24:15 | dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken
5135 Matt 24:21 | is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook
5136 Matt 24:22 | behouden worden; maar om der uitverkorenen wil zullen
5137 Matt 24:29 | hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen bewogen worden. ~
5138 Matt 24:30 | zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen den
5139 Matt 24:31 | winden, van het ene uiterste der hemelen tot het andere uiterste
5140 Matt 24:36 | niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader
5141 Matt 24:51 | wening zijn en knersing der tanden. ~ ~ ~
5142 Matt 25:1 | Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan
5143 Matt 25:30 | wening zijn en knersing der tanden. ~
5144 Matt 25:34 | bereid is van de grondlegging der wereld. ~
5145 Matt 26:17 | 17 En op den eerste dag der ongehevelde broden kwamen
5146 Matt 26:28 | vergoten wordt, tot vergeving der zonden. ~
5147 Matt 26:31 | Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid
5148 Matt 26:45 | overgeleverd in de handen der zondaren. ~
5149 Matt 26:56 | geschied, opdat de Schriften der profeten zouden vervuld
5150 Matt 26:64 | zittende ter rechter hand der kracht Gods, en komende
5151 Matt 27:11 | zeggende: Zijt Gij de Koning der Joden? En Jezus zeide tot
5152 Matt 27:29 | Wees gegroet, Gij Koning der Joden! ~
5153 Matt 27:37 | DEZE Is JEZUS, De KONING DER JODEN. ~
5154 Matt 27:52 | geopend, en vele lichamen der heiligen, die ontslapen
5155 Matt 27:56 | Jakobus en Joses, en de moeder der zonen van Zebedeus. ~
5156 Matt 28:1 | lichten, tegen den eersten dag der week, kwam Maria Magdalena,
5157 Matt 28:20 | dagen tot de voleinding der wereld. Amen. ~
5158 Mark 1:4 | en predikende den doop der bekering tot vergeving der
5159 Mark 1:4 | der bekering tot vergeving der zonden. ~
5160 Mark 1:17 | zal maken, dat gij vissers der mensen zult worden. ~
5161 Mark 2:18 | discipelen van Johannes en der Farizeen vastten; en zij
5162 Mark 2:18 | discipelen van Johannes en der Farizeen, en Uw discipelen
5163 Mark 3:9 | omtrent Hem blijven zou, om der schare wil, opdat zij Hem
5164 Mark 3:22 | Beelzebul, en door den overste der duivelen werpt Hij de duivelen
5165 Mark 3:28 | al de zonden den kinderen der mensen zullen vergeven worden,
5166 Mark 3:29 | heeft geen vergeving in der eeuwigheid, maar hij is
5167 Mark 5:1 | over op de andere zijde der zee, in het land der Gadarenen. ~
5168 Mark 5:1 | zijde der zee, in het land der Gadarenen. ~
5169 Mark 5:22 | kwam een van de oversten der synagoge, met name Jairus;
5170 Mark 5:35 | van het huis des oversten der synagoge, zeggende: Uw dochter
5171 Mark 5:36 | werd, zeide tot den overste der synagoge: Vrees niet; geloof
5172 Mark 5:38 | in het huis des oversten der synagoge; en zag de beroerte
5173 Mark 6:15 | een profeet, of als een der profeten. ~
5174 Mark 6:52 | niet gelet op het wonder der broden; want hun hart was
5175 Mark 7:1 | de Farizeen, en sommigen der Schriftgeleerden, die van
5176 Mark 7:3 | houdende de inzettingen der ouden. ~
5177 Mark 7:4 | als namelijk de wassingen der drinkbekers, en kannen,
5178 Mark 7:5 | discipelen niet naar de inzetting der ouden, maar eten het brood
5179 Mark 7:7 | leringen, die geboden zijn der mensen; ~
5180 Mark 7:8 | houdt gij de inzettingen der mensen, als namelijk wassingen
5181 Mark 7:8 | als namelijk wassingen der kannen en drinkbekers; en
5182 Mark 7:21 | van binnen uit het hart der mensen komen voort kwade
5183 Mark 7:27 | betamelijk dat men het brood der kinderen neme, en den hondekens
5184 Mark 7:28 | de tafel van de kruimkens der kinderen. ~
5185 Mark 7:31 | Galilea, door het midden der landpalen van Dekapolis. ~
5186 Mark 8:8 | zij namen het overschot der brokken op, zeven manden. ~
5187 Mark 8:15 | wacht u van den zuurdesem der Farizeen, en van den zuurdesem
5188 Mark 8:33 | die Gods zijn, maar die der mensen zijn. ~
5189 Mark 9:31 | overgeleverd worden in de handen der mensen, en zij zullen Hem
5190 Mark 10:6 | 6 Maar van het begin der schepping heeft ze God man
5191 Mark 10:42 | worden oversten te zijn der volken, heerschappij voeren
5192 Mark 11:13 | bladeren; want het was de tijd der vijgen niet. ~
5193 Mark 11:14 | enige vrucht meer van u in der eeuwigheid! En Zijn discipelen
5194 Mark 11:15 | te drijven; en de tafelen der wisselaars, en de zitstoelen
5195 Mark 11:17 | gij hebt dat tot een kuil der moordenaren gemaakt. ~
5196 Mark 12:13 | zij zonden tot Hem enigen der Farizeen en der Herodianen,
5197 Mark 12:13 | Hem enigen der Farizeen en der Herodianen, opdat zij Hem
5198 Mark 12:14 | want Gij ziet den persoon der mensen niet aan, maar Gij
5199 Mark 12:14 | Gij leert den weg Gods in der waarheid; is het geoorloofd,
5200 Mark 12:27 | 27 God is niet een God der doden, maar een God der
5201 Mark 12:27 | der doden, maar een God der levenden. Gij dwaalt dan
5202 Mark 12:28 | 28 En een der Schriftgeleerden horende,
5203 Mark 12:32 | Meester, Gij hebt wel in der waarheid gezegd, dat er
5204 Mark 12:37 | zijn Zoon? En de menigte der schare hoorde Hem gaarne. ~
5205 Mark 12:40 | 40 Welke de huizen der weduwen opeten, en dat onder
5206 Mark 13:8 | dingen zijn maar beginselen der smarten. ~
5207 Mark 13:14 | dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan door
5208 Mark 13:19 | geweest is van het begin der schepselen, die God geschapen
5209 Mark 13:20 | behouden worden; maar om der uitverkorenen wil, die Hij
5210 Mark 13:27 | winden, van het uiterste der aarde, tot het uiterste
5211 Mark 14:1 | het pascha, en het feest der ongehevelde broden was na
5212 Mark 14:4 | Waartoe is dit verlies der zalf geschied? ~
5213 Mark 14:12 | 12 En op den eersten dag der ongehevelde broden, wanneer
5214 Mark 14:41 | overgeleverd in de handen der zondaren. ~
5215 Mark 14:62 | zitten ter rechter hand der kracht Gods, en komen met
5216 Mark 15:2 | Hem: Zijt Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordende,
5217 Mark 15:9 | gij, dat ik u den Koning der Joden loslate? ~
5218 Mark 15:12 | zal, Dien gij een Koning der Joden noemt? ~
5219 Mark 15:15 | 15 Pilatus nu, willende der schare genoeg doen, heeft
5220 Mark 15:18 | Wees gegroet, Gij Koning der Joden! ~
5221 Mark 15:26 | Hem geschreven: De KONING DER JODEN. ~
5222 Mark 16:2 | vroeg op den eersten dag der week, kwamen zij tot het
5223 Mark 16:9 | vroeg, op den eersten dag der week, verscheen Hij eerst
5224 Luk 1:4 | moogt kennen de zekerheid der dingen, waarvan gij onderwezen
5225 Luk 1:9 | 9 Naar de gewoonte der priesterlijke bediening,
5226 Luk 1:16 | 16 En hij zal velen der kinderen Israels bekeren
5227 Luk 1:17 | om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen,
5228 Luk 1:17 | ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, om den Heere
5229 Luk 1:27 | huize Davids; en de naam der maagd was Maria. ~
5230 Luk 1:33 | huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks
5231 Luk 1:54 | opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid. ~
5232 Luk 1:69 | 69 En heeft een hoorn der zaligheid ons opgericht,
5233 Luk 1:70 | profeten, die van het begin der wereld geweest zijn; ~
5234 Luk 1:77 | 77 Om Zijn volk kennis der zaligheid te geven, in vergeving
5235 Luk 1:78 | de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods,
5236 Luk 2:27 | inbrachten, om naar de gewoonte der wet met Hem te doen; ~
5237 Luk 2:32 | Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid
5238 Luk 2:46 | zittende in het midden der leraren, hen horende, en
5239 Luk 3:1 | En in het vijftiende jaar der regering van den keizer
5240 Luk 3:3 | in al het omliggende land der Jordaan, predikende den
5241 Luk 3:3 | Jordaan, predikende den doop der bekering tot vergeving der
5242 Luk 3:3 | der bekering tot vergeving der zonden. ~
5243 Luk 3:4 | geschreven is in het boek der woorden van Jesaja, den
5244 Luk 3:8 | Brengt dan vruchten voort der bekering waardig; en begint
5245 Luk 3:9 | ook alrede aan den wortel der bomen; alle boom dan, die
5246 Luk 4:5 | hij Hem al de koninkrijken der wereld, in een ogenblik
5247 Luk 4:25 | 25 Maar Ik zeg u in der waarheid: Er waren vele
5248 Luk 5:9 | hem waren, over de vangst der vissen, die zij gevangen
5249 Luk 5:17 | zaten Farizeen en leraars der wet, die van alle vlekken
5250 Luk 5:33 | desgelijks ook de discipelen der Farizeen, maar de Uwe eten
5251 Luk 6:2 | 2 En sommigen der Farizeen zeiden tot hen:
5252 Luk 7:3 | hij tot Hem de ouderlingen der Joden, Hem biddende, dat
5253 Luk 7:12 | 12 En als Hij de poort der stad genaakte, zie daar,
5254 Luk 7:36 | 36 En een der Farizeen bad Hem, dat Hij
5255 Luk 8:13 | geloven, en in den tijd der verzoeking wijken zij af. ~
5256 Luk 8:26 | voeren voort naar het land der Gadarenen, hetwelk is tegenover
5257 Luk 8:37 | van het omliggende land der Gadarenen baden Hem, dat
5258 Luk 8:41 | en hij was een overste der synagoge; en hij viel aan
5259 Luk 8:49 | van het huis des oversten der synagoge, zeggende tot hem:
5260 Luk 9:10 | alleen in een woeste plaats der stad, genaamd Bethsaida. ~
5261 Luk 9:16 | gaf ze den discipelen, om der schare voor te leggen. ~
5262 Luk 9:26 | heerlijkheid des Vaders, en der heilige engelen. ~
5263 Luk 9:44 | zal overgeleverd worden in der mensen handen. ~
5264 Luk 9:52 | zijnde, kwamen in een vlek der Samaritanen, om voor Hem
5265 Luk 9:56 | mensen is niet gekomen om der mensen zielen te verderven,
5266 Luk 10:3 | als lammeren in het midden der wolven. ~
5267 Luk 10:21 | Vader! Heere des hemels en der aarde; dat Gij deze dingen
5268 Luk 11:15 | door Beelzebul, den overste der duivelen. ~
5269 Luk 11:31 | is gekomen van de einden der aarde, om te horen de wijsheid
5270 Luk 11:47 | want gij bouwt de graven der profeten, en uw vaders hebben
5271 Luk 11:50 | vergoten is van de grondlegging der wereld af. ~
5272 Luk 11:52 | want gij hebt den sleutel der kennis weggenomen; gijzelven
5273 Luk 12:1 | Daarentussen als vele duizenden der schare bijeenvergaderd waren,
5274 Luk 12:1 | uzelven voor den zuurdesem der Farizeen, welke is geveinsdheid.
5275 Luk 12:30 | dingen zoeken de volken der wereld; maar uw Vader weet,
5276 Luk 12:56 | geveinsden, het aanschijn der aarde en des hemels weet
5277 Luk 13:10 | leerde op den sabbat in een der synagogen. ~
5278 Luk 13:11 | een vrouw, die een geest der krankheid achttien jaren
5279 Luk 13:14 | 14 En de overste der synagoge, kwalijk nemende,
5280 Luk 13:27 | Mij af, alle gij werkers der ongerechtigheid! ~
5281 Luk 13:28 | zijn wening en knersing der tanden, wanneer gij zult
5282 Luk 14:1 | was in het huis van een der oversten der Farizeen, op
5283 Luk 14:1 | huis van een der oversten der Farizeen, op den sabbat,
5284 Luk 14:14 | worden in de opstanding der rechtvaardigen.
5285 Luk 14:21 | in de straten en wijken der stad, en breng de armen,
5286 Luk 16:17 | voorbijgaan, dan dat een tittel der wet valle. ~
5287 Luk 16:28 | niet komen in deze plaats der pijniging. ~
5288 Luk 17:22 | wanneer gij zult begeren een der dagen van den Zoon des mensen
5289 Luk 19:2 | en deze was een overste der tollenaren, en hij was rijk; ~
5290 Luk 19:37 | Olijfbergs, begon al de menigte der discipelen zich te verblijden,
5291 Luk 19:39 | 39 En sommigen der Farizeen uit de schare zeiden
5292 Luk 19:46 | gij hebt dat tot een kuil der moordenaren gemaakt. ~
5293 Luk 20:21 | maar den weg Gods leert in der waarheid. ~
5294 Luk 20:27 | tot Hem kwamen sommigen der Sadduceen, welke tegensprekende
5295 Luk 20:36 | Gods, dewijl zij kinderen der opstanding zijn. ~
5296 Luk 20:38 | 38 God nu is niet een God der doden, maar der levenden;
5297 Luk 20:38 | een God der doden, maar der levenden; want zij leven
5298 Luk 20:39 | 39 En sommigen der Schriftgeleerden, antwoordende,
5299 Luk 20:42 | David zelf zegt in het boek der psalmen: De Heere heeft
5300 Luk 20:47 | 47 Die der weduwen huizen opeten, en
5301 Luk 21:22 | 22 Want deze zijn dagen der wraak, opdat alles vervuld
5302 Luk 21:24 | worden, totdat de tijden der heidenen vervuld zullen
5303 Luk 21:25 | op de aarde benauwdheid der volken met twijfelmoedigheid,
5304 Luk 21:26 | van vrees en verwachting der dingen, die het aardrijk
5305 Luk 21:26 | overkomen; want de krachten der hemelen zullen bewogen worden. ~
5306 Luk 22:1 | 1 En het feest der ongehevelde broden, genaamd
5307 Luk 22:3 | Iskariot, zijnde uit het getal der twaalven. ~
5308 Luk 22:7 | 7 En de dag der ongehevelde broden kwam,
5309 Luk 22:25 | zeide tot hen: De koningen der volken heersen over hen;
5310 Luk 22:53 | dit is uw ure, en de macht der duisternis. ~
5311 Luk 22:59 | een ander, zeggende: In der waarheid, ook deze was met
5312 Luk 22:69 | zijn aan de rechter hand der kracht Gods. ~
5313 Luk 23:3 | zeggende: Zijt Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordde
5314 Luk 23:23 | gekruist worden; en hun en der overpriesteren geroep werd
5315 Luk 23:37 | zeiden: Indien gij de Koning der Joden zijt, zo verlos Uzelven. ~
5316 Luk 23:38 | letters: DEZE Is De KONING DER JODEN. ~
5317 Luk 23:39 | 39 En een der kwaaddoeners, die gehangen
5318 Luk 23:51 | van Arimathea, een stad der Joden, en die ook zelf het
5319 Luk 23:54 | 54 En het was de dag der voorbereiding, en de sabbat
5320 Luk 24:1 | 1 En op den eersten dag der week, zeer vroeg in den
5321 Luk 24:7 | overgeleverd worden in de handen der zondige mensen, en gekruisigd
5322 Luk 24:47 | worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken,
5323 Joha 1:4 | het Leven was het Licht der mensen. ~
5324 Joha 1:29 | het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt! ~
5325 Joha 2:6 | gesteld, naar de reiniging der Joden, elk houdende twee
5326 Joha 2:11 | 11 Dit beginsel der tekenen heeft Jezus gedaan
5327 Joha 2:13 | 13 En het pascha der Joden was nabij, en Jezus
5328 Joha 2:15 | en de ossen; en het geld der wisselaren stortte Hij uit,
5329 Joha 3:1 | was Nicodemus, een overste der Joden; ~
5330 Joha 4:39 | 39 En velen der Samaritanen uit die stad
5331 Joha 4:39 | geloofden in Hem, om het woord der vrouw, die getuigde: Hij
5332 Joha 4:42 | Christus, de Zaligmaker der wereld. ~
5333 Joha 5:1 | 1 Na dezen was een feest der Joden, en Jezus ging op
5334 Joha 5:29 | hebben, tot de opstanding der verdoemenis. ~
5335 Joha 5:33 | Johannes gezonden, en hij heeft der waarheid getuigenis gegeven. ~
5336 Joha 6:4 | En het pascha, het feest der Joden, was nabij. ~
5337 Joha 6:22 | die aan de andere zijde der zee stond, ziende, dat aldaar
5338 Joha 6:33 | hemel nederdaalt, en Die der wereld het leven geeft. ~
5339 Joha 6:51 | dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het
5340 Joha 6:51 | geven zal voor het leven der wereld. ~
5341 Joha 6:58 | Die dit Brood eet, zal in der eeuwigheid leven. ~
5342 Joha 7:2 | 2 En het feest der Joden, namelijk de loof
5343 Joha 7:13 | vrijmoediglijk van Hem, om de vrees der Joden. ~
5344 Joha 8:12 | zeggende: Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal
5345 Joha 8:34 | doet, is een dienstknecht der zonde. ~
5346 Joha 8:51 | zal den dood niet zien in der eeuwigheid. ~
5347 Joha 8:52 | den dood niet smaken in der eeuwigheid? ~
5348 Joha 9:5 | ben, zo ben Ik het Licht der wereld. ~
5349 Joha 10:1 | door de deur in den stal der schapen, maar van elders
5350 Joha 10:2 | deur ingaat, is een herder der schapen. ~
5351 Joha 10:7 | zeg Ik u: Ik ben de Deur der schapen. ~
5352 Joha 10:21 | bezetenen; kan ook de duivel der blinden ogen openen? ~
5353 Joha 10:22 | 22 En het was het feest der vernieuwing des tempels
5354 Joha 10:28 | zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal
5355 Joha 11:26 | gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij
5356 Joha 11:42 | Mij altijd hoort; maar om der schare wil, die rondom staat,
5357 Joha 11:55 | 55 En het pascha der Joden was nabij, en velen
5358 Joha 12:3 | werd vervuld van den reuk der zalf. ~
5359 Joha 12:9 | 9 Een grote schare dan der Joden verstond, dat Hij
5360 Joha 12:34 | dat de Christus blijft in der eeuwigheid; en hoe zegt
5361 Joha 12:42 | oversten in Hem; maar om der Farizeen wil beleden zij
5362 Joha 12:43 | 43 Want zij hadden de eer der mensen lief, meer dan de
5363 Joha 13:5 | bekken, en begon de voeten der discipelen te wassen, en
5364 Joha 13:8 | mijn voeten niet wassen in der eeuwigheid! Jezus antwoordde
5365 Joha 14:16 | opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid; ~
5366 Joha 14:17 | 17 Namelijk den Geest der waarheid, Welken de wereld
5367 Joha 15:26 | Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van den Vader
5368 Joha 16:13 | zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al
5369 Joha 17:12 | verloren gegaan, dan de zoon der verderfenis, opdat de Schrift
5370 Joha 17:24 | liefgehad, voor de grondlegging der wereld.
5371 Joha 18:12 | duizend, en de dienaars der Joden namen Jezus gezamenlijk,
5372 Joha 18:33 | Hem: Zijt Gij de Koning der Joden? ~
5373 Joha 18:37 | wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven
5374 Joha 18:39 | dan, dat ik u den Koning der Joden loslate? ~
5375 Joha 19:3 | Wees gegroet, Gij Koning der Joden! En zij gaven Hem
5376 Joha 19:19 | JEZUS De NAZARENER De KONING DER JODEN. ~
5377 Joha 19:21 | 21 De overpriesters dan der Joden zeiden tot Pilatus:
5378 Joha 19:21 | Schrijf niet: De Koning der Joden; maar, dat Hij gezegd
5379 Joha 19:21 | heeft: Ik ben de Koning der Joden. ~
5380 Joha 19:34 | 34 Maar een der krijgsknechten doorstak
5381 Joha 19:38 | maar bedekt om de vreze der Joden), bad Pilatus, dat
5382 Joha 19:42 | Jezus, om de voorbereiding der Joden, overmits het graf
5383 Joha 20:1 | 1 En op den eersten dag der week ging Maria Magdalena
5384 Joha 20:19 | op denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten
5385 Joha 20:19 | vergaderd waren om de vreze der Joden, kwam Jezus en stond
5386 Joha 20:25 | handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger
5387 Joha 20:25 | vinger steke in het teken der nagelen, en steke mijn hand
5388 Joha 21:6 | trekken vanwege de menigte der vissen. ~
5389 Hand 1:8 | en tot aan het uiterste der aarde. ~
5390 Hand 1:15 | Petrus op in het midden der discipelen, en sprak (er
5391 Hand 1:18 | een akker, door het loon der ongerechtigheid, en voorwaarts
5392 Hand 1:20 | staat geschreven in het boek der Psalmen; Zijn woonstede
5393 Hand 1:24 | zeiden: Gij Heere! Gij Kenner der harten van allen, wijs van
5394 Hand 2:23 | genomen, en door de handen der onrechtvaardigen aan het
5395 Hand 2:38 | Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave
5396 Hand 2:42 | waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap,
5397 Hand 3:19 | worden; wanneer de tijden der verkoeling zullen gekomen
5398 Hand 3:21 | ontvangen tot de tijden der wederoprichting aller dingen,
5399 Hand 3:25 | Gijlieden zijt kinderen der profeten, en des verbonds,
5400 Hand 3:25 | zade zullen alle geslachten der aarde gezegend worden. ~
5401 Hand 4:4 | geloofden; en het getal der mannen werd omtrent vijf
5402 Hand 4:22 | oud, aan welken dit teken der genezing geschied was. ~
5403 Hand 4:26 | 26 De koningen der aarde zijn te zamen opgestaan,
5404 Hand 4:27 | 27 Want in der waarheid zijn vergaderd
5405 Hand 4:34 | zij, en brachten den prijs der verkochte goederen, en legden
5406 Hand 4:34 | legden dien aan de voeten der apostelen. ~
5407 Hand 4:36 | overgezet zijnde, een zoon der vertroosting), een Leviet,
5408 Hand 4:37 | legde het aan de voeten der apostelen. ~ ~ ~
5409 Hand 5:12 | al de viervoetige dieren der aarde, en de wilde, en de
5410 Hand 5:22 | heeft van het ganse volk der Joden, is door Goddelijke
5411 Hand 5:22 | en dat hij van u woorden der zaligheid zou horen. ~
5412 Hand 5:23 | met hen heen, en sommigen der broederen, die van Joppe
5413 Hand 5:34 | opendoende, zeide: Ik verneem in der waarheid, dat God geen aannemer
5414 Hand 5:43 | in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal door
5415 Hand 6:6 | zag de viervoetige dieren der aarde, en de wilde, en de
5416 Hand 6:22 | van hen kwam tot de oren der Gemeente, die te Jeruzalem
5417 Hand 6:29 | En naardat een iegelijk der discipelen vermocht, besloot
5418 Hand 6:29 | iets te zenden ten dienste der broederen, die in Judea
5419 Hand 6:33 | vangen (en het waren de dagen der ongehevelde broden); ~
5420 Hand 6:41 | verwachting van het volk der Joden. ~
5421 Hand 7:5 | woord Gods in de synagogen der Joden; en zij hadden ook
5422 Hand 7:15 | 15 En na het lezen der wet en der profeten, zonden
5423 Hand 7:15 | na het lezen der wet en der profeten, zonden de oversten
5424 Hand 7:15 | profeten, zonden de oversten der synagogen tot hen, zeggende:
5425 Hand 7:24 | gepredikt had den doop der bekering. ~
5426 Hand 7:27 | kennende, hebben ook de stemmen der profeten, die op elken sabbat
5427 Hand 7:38 | dat door Dezen u vergeving der zonden verkondigd wordt; ~
5428 Hand 7:47 | u gesteld tot een licht der heidenen, opdat gij zoudt
5429 Hand 7:47 | zaligheid, tot aan het uiterste der aarde. ~
5430 Hand 8:1 | zamen gingen in de synagoge der Joden, en alzo spraken,
5431 Hand 8:2 | en verbitterden de zielen der heidenen tegen de broeders. ~
5432 Hand 8:4 | 4 En de menigte der stad werd verdeeld, en sommigen
5433 Hand 8:22 | 22 Versterkende de zielen der discipelen, en vermanende,
5434 Hand 8:23 | elke Gemeente, met opsteken der handen, ouderlingen verkoren
5435 Hand 8:26 | Antiochie, van waar zij der genade Gods bevolen waren
5436 Hand 9:3 | verhalende de bekering der heidenen; en deden al den
5437 Hand 9:5 | opgestaan van die van de sekte der Farizeen, die gelovig zijn
5438 Hand 9:8 | 8 En God, de Kenner der harten, heeft hun getuigenis
5439 Hand 9:10 | om een juk op den hals der discipelen te leggen, hetwelk
5440 Hand 9:15 | stemmen overeen de woorden der profeten, gelijk geschreven
5441 Hand 9:40 | verkoos Silas, en reisde heen, der genade Gods van de broederen
5442 Hand 10:3 | hij nam en besneed hem, om der Joden wil, die in die plaatsen
5443 Hand 10:17 | Allerhoogsten, die ons den weg der zaligheid verkondigen. ~
5444 Hand 10:27 | zijnde, en ziende de deuren der gevangenis geopend, trok
5445 Hand 11:1 | Thessalonica, alwaar een synagoge der Joden was. ~
5446 Hand 11:6 | broeders voor de oversten der stad, roepende: Dezen, die
5447 Hand 11:8 | de schare, en de oversten der stad, die dit hoorden. ~
5448 Hand 11:10 | gingen heen naar de synagoge der Joden; ~
5449 Hand 11:24 | een Heere des hemels en der aarde, woont niet in tempelen
5450 Hand 11:26 | bloede het ganse geslacht der mensen gemaakt, om op den
5451 Hand 11:30 | 30 God dan, de tijden der onwetendheid overzien hebbende,
5452 Hand 11:32 | zij nu van de opstanding der doden hoorden, spotten sommigen
5453 Hand 12:8 | 8 En Crispus, de overste der synagoge, geloofde aan den
5454 Hand 12:17 | namen Sosthenes, den overste der synagoge, en sloegen hem
5455 Hand 13:4 | heeft wel gedoopt den doop der bekering, zeggende tot het
5456 Hand 13:31 | 31 En sommigen ook der oversten van Azie, die hem
5457 Hand 13:34 | lang: Groot is de Diana der Efezeren! ~
5458 Hand 13:35 | die niet weet, dat de stad der Efezeren de kerkbewaarster
5459 Hand 14:6 | van Filippi na de dagen der ongehevelde broden, en kwamen
5460 Hand 14:7 | 7 En op den eersten dag der week, als de discipelen
5461 Hand 14:17 | hij ontbood de ouderlingen der Gemeente. ~
5462 Hand 14:19 | overkomen zijn door de lagen der Joden; ~
5463 Hand 14:24 | te betuigen het Evangelie der genade Gods. ~
5464 Hand 15:11 | overleveren in de handen der heidenen. ~
5465 Hand 15:16 | ons gingen ook sommigen der discipelen van Cesarea,
5466 Hand 15:21 | besnijden, noch naar de wijze der wet wandelen. ~
5467 Hand 15:26 | verkondigde, dat de dagen der heiliging vervuld waren,
5468 Hand 15:31 | gerucht tot den overste der bende, dat geheel Jeruzalem
5469 Hand 15:35 | werd vanwege het geweld der schare. ~
5470 Hand 16:3 | naar de bescheidenste wijze der vaderlijke wet, zijnde een
5471 Hand 16:5 | getuige is, en de gehele raad der ouderlingen; van dewelke
5472 Hand 16:18 | zeide: Spoed u, en ga in der haast uit Jeruzalem; want
5473 Hand 17:6 | over de hoop en opstanding der doden geoordeeld. ~
5474 Hand 17:9 | Schriftgeleerden van de zijde der Farizeen stonden op, en
5475 Hand 18:5 | voorstander van de sekte der Nazarenen. ~
5476 Hand 18:14 | zij sekte noemen, den God der vaderen alzo diene, gelovende
5477 Hand 18:15 | verwachten, dat er een opstanding der doden wezen zal, beiden
5478 Hand 18:15 | doden wezen zal, beiden der rechtvaardigen en der onrechtvaardigen. ~
5479 Hand 18:15 | beiden der rechtvaardigen en der onrechtvaardigen. ~
5480 Hand 18:21 | hen: Over de opstanding der doden word ik heden van
5481 Hand 19:2 | hogepriester, en de voornaamsten der Joden, verschenen voor hem
5482 Hand 19:8 | Ik heb noch tegen de wet der Joden, noch tegen den tempel,
5483 Hand 19:15 | overpriesters en de ouderlingen der Joden verschenen, begerende
5484 Hand 19:24 | welken mij de ganse menigte der Joden heeft aangesproken,
5485 Hand 20:4 | 4 Mijn leven dan van der jonkheid aan, hetwelk van
5486 Hand 20:6 | geoordeeld over de hoop der belofte, die van God tot
5487 Hand 20:13 | een licht, boven den glans der zon, van den hemel mij en
5488 Hand 20:16 | tot een dienaar en getuige der dingen, beide die gij gezien
5489 Hand 20:18 | God; opdat zij vergeving der zonden ontvangen, en een
5490 Hand 20:20 | God bekeren, werken doende der bekering waardig. ~
5491 Hand 20:23 | Eerste uit de opstanding der doden zijnde, een licht
5492 Hand 20:31 | doet niets des doods of der banden waardig. ~
5493 Hand 21:41 | achterschip brak van het geweld der baren. ~
5494 Hand 21:42 | 42 De raadslag nu der krijgslieden was, dat zij
5495 Hand 22:17 | degenen, die de voornaamsten der Joden waren. En als zij
5496 Hand 22:17 | overgeleverd in de handen der Romeinen; ~
5497 Rom 1:4 | van God, naar den Geest der heiligmaking, uit de opstanding
5498 Rom 1:4 | heiligmaking, uit de opstanding der doden) namelijk Jezus Christus,
5499 Rom 1:18 | goddeloosheid, en ongerechtigheid der mensen, als die de waarheid
5500 Rom 1:20 | worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6228 |